• No results found

Angstige vrouwen hebben ook meer kans op een vroeggeboorte, langdurige baring en een

sectio [KNOV 2008]. Verloskundigen, gynaeco-logen en therapeuten in Apeldoorn werken samen om de angst bij deze vrouwen te verminderen en zo de uitkomsten van de zwangerschap te verbeteren.

“Het begon allemaal het voorjaar van 2007,” vertelt verloskundige Rebecca van Gils, een van de initiatief-nemers. “Ik gaf al een paar jaar voorlichting aan kleine groepen zwangeren samen met haptotherapeut Gert Klabbers. We merkten dat vrouwen, die opzagen tegen de bevalling, baat hadden bij zijn adviezen en we vroegen ons af of we niet meer konden dan die eenmalige voorlichting. We benaderden gynaecoloog Marieke Paarlberg en werkten ons plan uit.” Inmiddels zitten ze zo’n vier keer per jaar om de tafel en zijn er een psycholoog, een arts-onderzoeker en nog een verloskundige bij gekomen.

Caransscoop, de regionale ondersteuningsstructuur, adviseert en begeleidt hen bij de opzet en financiering van het project.

Deze werkgroep ’Ketenzorg voor zwangerschap met angst voor de bevalling‘ stelde beleid op voor signalering, begeleiding, verwijzing en behandeling en legde dat vast in een stroomschema voor alle betrokken zorgverleners.

Vroeg aandacht voor bevalling

Van Gils: “Bij de intake vragen we al ‘hoe kijk je tegen de bevalling aan?’ En ook: ‘hoe kijk je terug op de vorige?’

We komen zo veel meer te weten dan vroeger, toen we er niet zo vroeg in de zwangerschap over begonnen.

Zwangeren brengen hun angst ook vaak niet ter sprake, schuiven het voor zich uit. Maar door die vraag worden ze gedwongen ernaar te kijken, erover na te denken.

Als de verloskundige merkt dat een vrouw op een of andere manier moeite heeft met de verwerking van de vorige bevalling of opziet tegen de komende bevalling, vragen zij haar een vragenlijst, de W-DEQ, in te vullen[1]. Kristel Zeeman

Kristel Zeeman is lid van de redactie

Veelbelovend

De methode en het effect ervan zijn veelbelovend. Onder-zoeken laten zien dat vooral vrouwen met een lage SES hier van profiteren. Ze komen vaker naar de prenatale zorg en volgen de adviezen beter op. Ze zijn meer tevreden over de zorg en over zichzelf. Er zijn aanwijzingen dat dit leidt tot minder vroeggeboorte. Van der Laan: “Zwangeren zeggen: ‘We hebben mensen leren kennen. De informatie was prettig, maar het belangrijkste is dat we het hebben over gevoelens, emoties.’ Zij ervaren het als een grote steun.

En het brengt ons als verloskundigen heel veel energie.”

Maar er zijn ook lastige punten. Wat doe je bijvoorbeeld met de partner? Vrielink: “De groep beslist of en wanneer er partners mogen komen. Dat kan partners uitsluiten die wel betrokken willen zijn. En verder zijn er de organisato-rische zaken. Je hebt een ruimte nodig, moet een training volgen en iedereen inplannen. Je moet de groep altijd met z’n tweeën draaien, dat is een uitdaging voor de roostermaker.

En al die dingen kosten geld, waar je subsidie op moet aanvragen. Bovendien is het nog een klus om de groepen vol te krijgen, omdat het zo’n nieuwe en nog niet vertrouwde vorm van zorg is.”

De praktijk in Wageningen heeft zichzelf een doel gesteld.

Vrielink: “Wij doen het voor twee jaar, want je moet je eraan committeren. Ik heb de weg terug ook nog open, maar doe dat niet voordat we er goed in zitten en veel groepen hebben gedraaid. Pas dan krijg je zelf routine en ga je zien wat het oplevert.”

Groep bepaalt inhoud zorg

Marlies Rijnders heeft met dit project duidelijk een missie:

“CenteringPregnancy is een beweging en wij gaan Nederland veranderen.” Want deze innovatie betekent een ommezwaai in het omgaan met cliënten. Niet langer bepaalt de verloskundige hoe de prenatale zorg eruit ziet.

Dat bepaalt de groep als geheel. Rijnders: “Als zorg-verlener sta je minder op een voetstuk in die zin dat zwangeren minder afhankelijk van je zijn. De Amerikaanse verloskundige die de Nederlanders kwam trainen vertelde:

‘Toen ik een keer een bijeenkomst verhinderd was, vroeg ik iedereen om de agenda’s te trekken. De groep vroeg toen:

hoezo? Wij kunnen wel. Kun jij geen vervanger regelen?’”

Ook interesse in CenteringPregnancy? Kijk op www.centeringhealthcare.nl of neem contact op met Marlies Rijnders: telefoonnummer 088 - 866 62 82;

e-mail: marlies.rijnders@tno.nl. Q

4./

STUDIE Nederland, door invoering in verloskundige praktijken EN en mogelijk ook in Amsterdam/Almere.

!NGSTREDUCTIE

0REVENTIEVE

4V6 37 Bij een hoge score zoeken ze samen met de vrouw uit

welke begeleiding het beste bij haar past: een consult bij de gynaecoloog, behandeling bij een psycholoog, haptotherapie, intensievere begeleiding door de verlos-kundige of een combinatie. Ook de huisarts wordt ingelicht. De verloskundigen stimuleren de vrouw en haar partner een geboorteplan te maken en na te denken over ondersteuning tijdens de partus. De vragenlijst wordt kort voor de bevalling en zes weken postpartum herhaald. De gynaecoloog volgt hetzelfde beleid bij tweedelijns zwangeren.

Van Gils: “Onze ervaringen zijn heel goed. Mensen hebben het gevoel dat ze zijn gehoord. Als vrouwen naar de psycholoog of haptonoom zijn geweest, dan zijn ze actief bezig geweest in de zwangerschap met hun angst en eventuele trauma, in plaats van die te ontlopen. Dit geeft ze meer vertrouwen en meer controle. Vroeger zei ik:

ga maar voor een ruggeprik, maar nu werk ik preventief.

Steeds meer mensen komen nu al voor de conceptie als ze hun vorige bevalling naar hebben ervaren. Sommigen durven niet meer zwanger te worden. Na 2007 gaat het van mond tot mond hier in Apeldoorn, dat je daarvoor naar de verloskundige of gynaecoloog kunt gaan en dat er hulp is.”

Saamhorigheid en meer tevredenheid

De betrokken zorgverleners communiceren laagdrempelig met elkaar. Psycholoog en haptonoom koppelen terug hoe de behandeling verloopt. Tijdens werkgroepbijeen-komsten zijn er ook casuïstiekbesprekingen. Ook andere verloskundige praktijken en gynaecologen raken enthousiast.

Van Gils: “Er gaat een paar jaar overheen voor zoiets op poten staat en iedereen meewerkt, maar het gaat steeds beter.” De samenwerking geeft een gevoel van saam-horigheid: “We zijn met elkaar verbonden, dat geeft een goed gevoel. Je hebt elkaar nodig om zoiets op te zetten en aan de gang te houden.”

Van Gils wordt vooral geïnspireerd door de grote tevredenheid van cliënten. “Ze zijn zo dankbaar. Zeggen

‘ik was zo angstig en nu ben ik zo mooi thuis bevallen’.

We zien ook minder consulten tijdens de zwangerschap.

Mensen hebben minder lichamelijke klachten, ervaren minder stress.” Zelfs als de bevalling niet vlekkeloos verloopt. Zo is er het verhaal van de vrouw die een traumatische bevalling meemaakte. Haar kind had een heel slechte start en moest direct postpartum gereani-meerd worden. Het was ook driemaal strak omstrengeld

geweest, wat een angstig beeld bleef voor deze vrouw.

Na een preconceptieconsult bij Van Gils is ze naar de psycholoog gegaan en kreeg ze EMDR-therapie (zie kader), waarna ze een volgende zwangerschap aandurf-de. Bij de bevalling was er opnieuw foetale nood en kreeg zij een spoedkeizersnee. Deze keer was het echter geen angstige ervaring. Ze zei: “ik was heel rustig toen ik naar de OK ging, misschien wel het rustigst van ieder-een.” Van Gils: “Die verhalen blijven je bij.”

Referentie

+./6 STANDAARD NING

;=Q

De haptotherapeut

De behandeling bestaat uit een opbouw van ervarings-gerichte oefeningen , inzichtverlenende gesprekken en praktische uitleg. Mensen leren vertrouwd te raken met lichamelijkheid, leren gevoelsmatig ruimte te maken in de moederschoot en oefenen praktisch in het opvangen van de weeën en het omgaan met pijn. De partner is nadrukkelijk betrokken.

De psycholoog

$E is ontstaan en welke factoren deze in stand houden.

Daarna wordt gewerkt aan angstreductie door gedachteonderzoek en/of door oefenen. De gesprek-ken zijn concreet en gaan duidelijk over de angst.

Er wordt een doel afgesproken en de manier waarop het doel bereikt kan worden. Eventueel wordt EMDR-therapie ingezet. Dit is een relatief snelle behandeling waarbij het terugdenken aan de traumatische herinnering gemakkelijker wordt en niet meer emotioneel beladen is. Zie www.emdr.nl Zie www.geboortezorgapeldoorn.nl voor meer informatie over het project.

Behandelmogelijkheden

Rebecca van Gils:

“We merkten dat vrouwen, die opzagen tegen de bevalling, baat hadden bij zijn adviezen en we vroegen ons af of we niet meer konden dan die eenmalige voorlichting.”

4V6 39

De nieuwe kraamsuites van het Groene