Ook bij het regelen in aparte mandaatbesluiten en via instructies is maatwerk zeer goed mogelijk. Bij het mandaatbesluit geldt nog dat instemming noodzakelijk is, maar bij de daaropvolgende instructies
5.3 Eenvoud en helderheid van de afspraken
Het is in het algemeen niet ‘gebruiksvriendelijk’ wanneer afspraken over een veelvoud van documenten geregeld is. Dat komt de vindbaarheid van afspraken niet ten goede, en kan ertoe leiden dat er onduidelijkheid ontstaat tussen de verschillende afspraken waarbij het niet meer helder is welke afspraken van toepassing zijn. In die zin is het dus eenvoudiger én helderder wanneer alle afspraken in één document zijn opgenomen. Dit zou pleiten voor het zoveel mogelijk regelen in de gemeenschappelijke regeling. Als alles in de gemeenschappelijke regeling staat, is dit voor een ieder te vinden in een openbaar document27 en er kan dan nooit onduidelijkheid ontstaan tussen verschillende documenten.
Eenvoud ziet echter ook op de mogelijkheid van wijziging van de gemaakte afspraken. En juist daar is een gemeenschappelijke regeling niet direct eenvoudig. Voor een wijziging van de gemeenschappelijke regeling is immers, hoe klein de wijziging ook is, instemmen van de deelnemende colleges vereist, die daartoe ook toestemming van provinciale staten en gemeenteraden moeten hebben. De praktijk leert dat dit een lang traject is. Met de beoogde wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen zal dit traject alleen nog maar langer worden. Een mandaatbesluit daarentegen is eenvoudig en eenzijdig te wijzigen. Het vergt alleen besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders resp. door gedeputeerde staten. En het vergt vervolgens instemming van de gemandateerde (de directeur OFGV). Dat is de hele procedure. Er moet wel voor gewaakt worden dat het mandaatbesluit conform de gemeenschappelijke regeling is, anders dient alsnog tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling over te worden gegaan.
Ook hier is de dienstverleningsovereenkomst een soort middenweg. Deze kan niet zo eenvoudig gewijzigd worden als een mandaatbesluit: er moet immers overeenstemming bereikt worden alvorens de deelnemer (gemeente/provincie) en de OFGV de dienstverleningsovereenkomst kunnen sluiten. Daartoe is ook besluitvorming van het college van burgemeester en
wethouders/gedeputeerde staten nodig (art. 160 lid 1 onder d Gemeentewet resp. art. 158 lid 1 onder d Provinciewet). Wanneer (de wijziging van) de dienstverleningsovereenkomst, een privaatrechtelijke rechtshandeling, ingrijpende gevolgen heeft voor de deelnemer, dan moet de gemeenteraad resp. provinciale staten in staat worden gesteld zijn wensen en bedenkingen te geven (art. 169 lid 4 Gemeentewet resp. art. 167 lid 4 Provinciewet). Het probleem van
mogelijke conflicten met de gemeenschappelijke regeling enerzijds en het mandaatbesluit anderzijds kunnen ondervangen worden door een zgn. hiërarchie-bepaling op te nemen, waaruit blijkt dat bij conflict tussen de regelingen de gemeenschappelijke regeling voorrang heeft.
Datum 25 november 2020 Van Dagelijks Bestuur Aan Algemeen Bestuur
Betreft
Spelregel amendementen Beslispunt
1 Beslispunt In het Reglement van Orde Algemeen Bestuur OFGV betreffende het indienen van amendementen, de volgende leden aan artikel 19 toe te voegen:
Een amendement op een aanhangig voorstel dat de democratische verantwoordelijkheid van het college, de gemeenteraad of
Provinciale Staten raakt, wordt door de indiener bij voorkeur minimaal 2 weken voorafgaand aan de beraadslagingen schriftelijk dan wel digitaal gedeeld met alle AB-leden. Daaruit volgt dat de verschillende betrokken besturen het amendement, in hun eigen beraadslagingen, moeten kunnen betrekken.
Argument Bij de beraadslagingen en besluitvorming over de begroting 2021 in het AB van 17 juni 2020 werden verschillende amendementen ingediend. De AB-leden gaven aan daarover niet te kunnen
besluiten omdat het aannemen van zo’n amendement de bijdragen van de deelnemers in 2021 zou veranderen, een bijdrage waarop de raad/Staten een zienswijze hadden gegeven en waarover in het eigen college een standpunt was ingenomen.
Argument Het AB vroeg in het AB van 17 juni 2020 omeen volgende keer amendementen vooraf in te laten dienen en te verspreiden. Om die wens vast te leggen in de spelregels wordt het artikel over
amendementen in het Reglement van Orde Algemeen Bestuur OFGV aangevuld. Gelet op artikel 9 lid 1 GR-OFGV is AB bevoegd het Reglement vast te stellen en dus ook bevoegd wijzigingen aan te brengen.
Artikel 19 van het Reglement van Orde OFGV komt daarmee te luiden (in het rood de wijziging/toevoeging)
1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.
2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende
5. Een amendement op een aanhangig voorstel dat de democratische
verantwoordelijkheid van het college, de gemeenteraad of Provinciale Staten raakt, wordt door de indiener bij voorkeur minimaal 2 weken voorafgaand aan de beraadslagingen schriftelijk dan wel digitaal gedeeld met alle AB-leden. Daaruit volgt dat de verschillende betrokken besturen het amendement, in hun eigen beraadslagingen, moeten kunnen betrekken.
Datum 25 november 2020 Kenmerk Van Dagelijks Bestuur OFGV
Aan Algemeen Bestuur Bijlage 2
Afschrift Betreft
Aansluiten op Inspectieview Beslispunt
1 Beslispunt Als OFGV aan te sluiten op Inspectieview Milieu.
Argument Op grond van artikel 7.8 van Besluit Verbetering
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving is het aansluiten op Inspectieview Milieu verplicht.
Argument In een brief van 16 juni 2020 (bijgesloten) brengt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deze verplichting nog eens onder de aandacht en verwijst zij naar de afspraken die hierover in het Bestuurlijk Omgevingsberaad zijn gemaakt.
Kanttekening Tot nu toe is de OFGV niet aangesloten op Inspectieview omdat de organisatie kritisch daarover is. Ook ODnl, de vereniging van alle OD-directeuren, zijn daar kritisch over en stuurden een reactie (bijgesloten); Inspectieview bevat voornamelijk gegevens van OD’s; andere partijen zijn (nog) nauwelijks aangesloten of leveren beperkt informatie; de functionaliteit behoeft flinke verbetering en de kosten voor aansluiting moeten de OD’s zelf dragen. Kortom we moeten betalen voor het vullen van een extra (buiten de eigen VTH-software) gebruiksonvriendelijk systeem waarin nagenoeg alleen de eigen gegevens staan.
2 Beslispunt De financiering van de jaarlijkse aansluitkosten binnen de OFGV-begroting op te lossen en geen extra bijdrage van de partners hiervoor vragen.
Argument In de brief van het ministerie van I&W wordt een gewijzigde tariefstelling meegedeeld per 1/1/2021. De kosten van aansluiten stijgen van € 10.000,- naar € 25.000,- per OD per jaar.
Argument In de reactie van ODnl wordt gesteld dat OD’s het oneens zijn met deze kostenstijging en de korte termijn waarop dat moet worden gerealiseerd, zeker in relatie tot de beperkte
functionaliteit en de financieel lastige tijden waarin de OD deelnemers op dit moment verkeren. Inmiddels is daarover overleg gevoerd tussen de Inspectie Leefomgeving en Transport en ODnl. Door ODnl is gesteld dat “de aanvullende factuur voor Inspectieview nog niet voldaan zal worden door de
omgevingsdiensten”.
Kanttekening In de reguliere OFGV-begroting is niet voorzien in de kosten van het aansluiten op Inspectieview. Deze kosten komen daarom ten laste van de post diverse kosten waaronder verzekeringen,
lidmaatschappen, abonnementen, geluidsmeters en telefonie vallen.
Bijlagen (bij het AB-voorstel):
• Brief ministerie I&M: Aansluiting en tariefstelling Omgevingsdiensten Inspectieview
• Reactiebrief ODnl: Inspectieview
Bestuurskern
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
Omgevingsdienst Flevoland en Gooi & Vechtstreek t.a.v. dhr. Schuurmans
Datum 16 juli 2020
Betreft Aansluiting en tariefstelling omgevingsdiensten Inspectieview
Geachte heer Schuurmans,
In aanloop naar het Bestuurlijk Omgevingsberaad (BOB) dit najaar, wil ik u alvast informeren over het voorstel voor aansluiting, tarieven en governance
Inspectieview Milieu, dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dan aan het BOB zal voorleggen. Het BOB is het overleg van de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met bestuurders van medeoverheden.
Hiermee wil ik de organisaties die dit voorstel raakt, in de gelegenheid stellen tijdig te anticiperen op de financiële en organisatorische aanpassingen vanaf 2021.
Bij burgers, bestuurders, de media en lokale, regionale en landelijke politiek is de laatste tijd veel aandacht voor de werking van het stelsel van
vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-stelsel). Dit uit zich
bijvoorbeeld in betrokkenheid bij specifieke lokale vraagstukken - denk aan Tata Steel en Chemours - maar ook bij de gezamenlijke invulling van de landelijke uitvoeringsagenda VTH. Een goed functionerend VTH-stelsel is essentieel voor de veiligheid in Nederland. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van bevoegd gezag, inspecties en uitvoeringsorganisaties. Hierbij heeft uiteraard elke instantie zijn eigen verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken, zoals belegd binnen het VTH-stelsel.
Onderdeel van dit stelsel is de samenwerking tussen toezichthouders en in het bijzonder de uitwisseling van milieugegevens tussen deze toezichthoudende instanties, welke volgens de wet VTH verplicht is. Deze gegevensuitwisseling bevordert de veiligheid en draagt bij aan vermindering van toezichtlast en verhoging van de effectiviteit van toezicht. De uitwisseling van informatie tussen toezichthoudende instanties is een terugkerend politiek thema, zeker in geval van incidenten waar blijkt dat de uitwisseling van informatie te kort is geschoten. De verplichte gegevensuitwisseling en de wijze waarop deze wordt ingevuld is daarom al sinds enige tijd onderwerp van gesprek in het BOB.
In het BOB is dan ook geconcludeerd dat het uitwisselen van milieugegevens tussen toezichthouders via één systeem de samenwerking vereenvoudigt en zorgt voor effectieve en efficiënte handhaving. De Inspectieview Milieu is een systeem dat dit ondersteunt. Het gesprek hierover heeft geleerd dat er nu of op korte termijn geen ander systeem dan de Inspectieview beschikbaar is, dat dit ook kan faciliteren. Bovendien, volgens de wet VTH voldoet een organisatie die is
Bestuurskern
Dir Omgevingsveiligheid &
Milieurisico's Cluster E
Datum 16 juli 2020 Ons kenmerk IENW/BSK-2020/141325
aangesloten op de Inspectieview Milieu automatisch aan de genoemde verplichting. Daarom is in het BOB afgesproken om te kiezen voor de
Inspectieview als hét systeem dat gebruikt wordt voor de verplichte uitwisseling van milieugegevens. Dit betekent dat alle omgevingsdiensten aansluiten op Inspectieview Milieu en hiervoor een passende financiële bijdrage leveren.
Op de Inspectieview Milieu zijn al diverse gebruikers en bronhouders vrijwillig aangesloten, al dan niet voortkomend uit de genoemde wettelijke verplichting.
Voor de 29 omgevingsdiensten geldt dat op dit moment 21 omgevingsdiensten zijn aangesloten, waarbij 14 omgevingsdiensten een eigen aansluiting hebben en 7 omgevingsdiensten één aansluiting delen. De jaarlijkse bijdrage voor het gebruik van een aansluiting op de Inspectieview bedraagt op dit moment 10.000 euro.
Het voorstel voor de omgevingsdiensten zal inhouden dat vanaf 2021 elke omgevingsdienst over een eigen aansluiting op de Inspectieview beschikt en hiervoor jaarlijks 25.000 euro bijdraagt. Met dit voorstel kan gezamenlijk en uniform invulling worden geven aan de wettelijke verplichting, kunnen elkaars ervaringen makkelijker worden benut en daarmee risicogestuurd toezicht worden vereenvoudigd. Aanvullend hierop is het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat met IPO, VNG en Omgevingsdienst NL in overleg hoe de Inspectieview nog beter kan aansluiten op de behoeften van gebruikers. Gebruikers zullen nadrukkelijk een rol krijgen in de governance van de Inspectieview. Ook wordt verkend welke nieuwe toezichthoudende instanties op de Inspectieview kunnen en willen aansluiten – als gebruiker en/of bronhouder – om de beschikbaarheid van relevante gegevens van andere toezichthouders verder te vergroten.
Ik realiseer mij dat het voorstel dat aan het Bestuurlijk Omgevingsberaad zal worden voorgelegd consequenties voor uw organisatie heeft. Het voorstel zal echter ook het functioneren van het VTH-stelsel verder versterken en daarmee de omgevingsveiligheid verder vergroten. Dit is een ambitie die we naar mijn
verwachting samen delen.
Met vriendelijke groet,
Directeur-Generaal Milieu en Internationaal,
ir. R.P. Lapperre