• No results found

7. De gevolgen van het ontvangen van hulp

7.4 Een vangnet

Het hebben van een sociaal vangnet is belangrijk. Familie of vrienden op wie alleenstaande moeders terug kunnen vallen wanneer het slechter gaat geeft zekerheid (Nederlands

Jeugdinstituut, 2015, p. 13). De meeste vrouwen die ik heb geïnterviewd hadden niet van tevoren aan zien komen dat zij in deze situatie terecht zouden komen. Dit geeft ook aan dat een situatie plotseling kan verslechteren en wanneer er geen sociaal vangnet is alleenstaande moeders een probleem hebben. Sophie (25) en Dominique (24) hebben allebei ervaren hoe het is om geen sociaal netwerk te hebben om op terug te vallen:

Want het moment dat ik een tijd geen contact had met m’n ouders, toen werd ik wel zenuwachtig, toen dacht ik van nou, als me nu iets gebeurd of ik heb echt iets nodig of zoiets, dan heb ik geen vangnet, dan heb ik niks, dan heb ik echt een probleem.

(Dominique)

Sophie had in de tijd dat haar zoontje net was geboren geen contact met haar familie. Zij hadden toen geen onderdak, waardoor zij uiteindelijk tijdelijk in een daklozenopvang hebben gezeten:

[…] Een sociaal netwerk had ik niet, dus ik kon ook niet naar vrienden gaan, want je zit zo snel in een sociaal isolement als je een jonge baby hebt, en je komt nergens meer, en je zit vast aan huis. Dan heb je eigenlijk ook vaak niet in je direct omgeving hulp, als je ouders wegvallen.

Aangezien de ouders het dichtst bij de vrouwen staan worden ze vaak gezien als de

belangrijkste personen in het sociale netwerk. De drempel om hen om hulp te vragen is lager dan bij andere mensen. Dominique en Sophie hadden in de tijd dat er geen sociaal vangnet voor hen was niet het idee dat zij werden geholpen door de overheid of instanties. Dit betekent dat wanneer de nood om hulp hoog is alleenstaande moeders zelf een netwerk moeten hebben waar zij door opgevangen kunnen worden. Momenteel zitten de vrouwen die ik heb geïnterviewd allemaal in de positie dat zij hulp kunnen krijgen van een familielid of vriend. Zij zijn zich er ook allemaal van bewust dat ze niet alleen op deze mensen terug kúnnen vallen maar ook móéten:

“Weetje want als je het echt zou moeten doen, en er is niemand om je heen waar je op terug kan vallen, dat lijkt me nog meer te stressen ook.” (Dionne)

“Want ik denk er weleens aan, als ik m'n ouders niet had gehad ik had geen vangnet gehad, hoe ontzettend eng dat is, want eigenlijk behalve die toeslagen is er eigenlijk… Je komt zo op straat te staan en dan moet je naar het leger des heils met je kind. Ik vind het, dat is echt doodeng om aan te denken, als ik m'n ouders niet gehad dan was het allemaal veel enger geweest.” (Dominique)

“Als ik dat [een sociaal netwerk] niet had gehad, hadden we hier niet in deze situatie gezeten. […] Dan denk ik dat wij allemaal kapot waren gegaan.” (Jolanda)

8. Conclusie

De onderzoeksvraag van dit onderzoek was: In hoeverre, en van wie, ontvangen alleenstaande moeders met een klein budget binnen de participatiesamenleving hulp en wat betekent het ontvangen van (geen) hulp voor hen? Door middel van interviews met acht alleenstaande moeders met weinig financiële middelen heb ik geprobeerd me te verplaatsen in de leefwereld van deze vrouwen om tot een antwoord te komen op deze vraag.

Vrijwel alle vrouwen die ik heb gesproken krijgen financiële steun van de overheid in de vorm van toeslagen. Zij ontvangen geen andere hulp van de rijksoverheid en gemeenten. Alle alleenstaande moeders hebben een sociaal netwerk waar ze om hulp kunnen vragen. Het merendeel van de vrouwen krijgt consequent hulp van familie in de vorm van financiële steun of oppassen. Geen enkele alleenstaande moeder krijgt op regelmatige basis hulp van vrienden. Ze kunnen wel allemaal zo nu en dan hulp krijgen van vrienden of familieleden met

huishoudelijke of praktische taken.

Het lijkt er dus op dat binnen de participatiesamenleving de overheid inderdaad minder hulp biedt aan alleenstaande moeders en dat zij op hun sociale netwerk zijn aangewezen. Door het ontbreken van overheidshulp, naast de subsidies, moeten alleenstaande moeders hulp krijgen van hun familie. Er komt hierbij een grote druk te liggen op de familieleden, omdat de vrouwen voornamelijk hulp ontvangen van hen. In grote mate hulp ontvangen van vrienden willen de alleenstaande moeders liever niet, omdat ze vinden dat de persoonlijke relatie dan negatief wordt beïnvloed door een scheve afhankelijkheidsverhouding. Sommige vrouwen ervaren negatieve gevolgen van het ontvangen van hulp van hun familie. Familieleden bemoeien zich met financiële keuzes en de opvoeding van de kinderen. Wanneer de persoonlijke relatie wordt verstoord door een conflict kan de hulp plotseling wegvallen. Dit in tegenstelling tot professionele hulp, waarbij er geen sprake is van een persoonlijke band met de hulpverlener. Familie en vrienden kunnen ook hulp bieden op een manier dat professioneel niet mogelijk is. Dit is emotionele steun. Door de steun die zij krijgen van familieleden voelen ze zich begrepen, gewaardeerd en weten ze op welke mensen ze kunnen bouwen. Dit levert positieve gevoelens als blijdschap en dankbaarheid op.

Toch komen er ook negatieve gevoelens kijken bij de hulpbehoevendheid van

alleenstaande moeders. Wanneer zij om hulp vragen bij de (lokale) overheid worden zij niet geholpen en de manier van communiceren ervaren de vrouwen als onprettig. Dit werkt