• No results found

Dahls regisseertechnieken

3.4. Een richtlijn tot schrijven

Naast zijn fictieve autobiografieën, bestaat er één verhaal waarin Dahl direct zijn stem laat gelden. Dit is in het korte verhaal ‘A Piece of Cake’ in de verhalenbundel The Wonderful Story of Henry Sugar and Six More (1978). De bundel wordt geroemd om zijn literaire niveau voor oudere kinderen.307 In dit korte verhaal vertelt Dahl op directe

wijze hoe iemand schrijver kan worden. Dahl geeft daarin weliswaar geen expliciete richtlijnen omdat hij vindt dat hijzelf puur toevallig in het vak is gerold. Hij stelt echter wel een aantal voorwaarden waaraan een schrijver moet voldoen. Zo benadrukt hij het gevoel voor humor opnieuw. Dahl stelt dat het enorm helpt als een schrijver gevoel voor humor heeft. Bij het schrijven voor volwassenen is dat volgens hem niet absoluut noodzakelijk, maar voor het schrijven voor kinderen is het essentieel. Het hebben van een levendige fantasie is daarbij ook een vereiste, en het hebben van een stevige dosis doorzettingsvermogen waarbij je kritisch tegenover je eigen werk moet blijven staan: ‘je moet niet teveel van je eigen werk gaan houden’.308 Daarnaast dient een schrijver bescheiden te zijn. Een auteur

die zijn werk geweldig vindt, krijgt moeilijkheden. Enerzijds is deze aanname sterk bij Dahl zelf terug te zien. Zo is hij ongelofelijk kritisch ten opzichte van zijn eigen werk. Om deze reden produceert hij niet snel. Over een kort verhaal deed hij ongeveer zes maanden, maar voor een kinderboek rekende hij op negen maanden tot twee jaar. ‘Ik schrap, ik herschrijf, en maak ik een heel nieuwe versie’.309 Aan de andere kant is hij alles behalve bescheiden

wanneer hij sterk suggereert in interviews dat hij een van de weinige kinderboekenschrijvers ter wereld is die in staat is klassiekers te schrijven.310

Opmerkelijk aan de kunstenaarstekst ‘A Piece of Cake is dat Dahl zijn eigen visie op zijn werk nadrukkelijk uitdraagt. Feitelijk gezien geeft Dahl een les in hoe een kinderboek er zou moeten uit zien. Hijzelf zegt dat hij ‘Een buitenkansje’ schreef om voor eens en voor altijd af te zijn van een heleboel, dezelfde, vragen, over zijn jeugd en schrijverschap. In een telefonisch interview met Barber van de Pol vertelt Dahl dat hij met name van studenten uit de Verenigde stapels verzoeken kreeg om informatie. Daar wilde hij een einde aan maken door uiteen te zetten ‘hoe ik begon met schrijven en hoe het me verder is vergaan’.311 Met deze kunstenaarstekst neemt Dahl het heft in eigen

305 Dahl, R. (1985 -1986): Pag. 340

306 Toch hebben deze oorlogservaringen zijn latere maatschappijkritiek, en zijn cynische blik op de mensheid gevormd. Wanneer je tussen de regels doorleest, merk je hoe kwaad hij is op de legerleiding in Londen die hem, en zijn kompanen onverantwoord, kansloze gevechten instuurt.

307 Juryrapport CPNB 1979/ Dahl droeg de bundel op aan kinderen in de puberteit omdat jongelui in de puberteit een zware tijd hebben.

308 Tjoeng, M. (1982): Literama

309 Raymakers, M. (1975): Ouders van nu

310

hand en laat zich uit over zijn schrijven. Een interessant feit dat uit deze kunstenaarstekst naar voren komt is de blijvende invloed van Forester, die aan Dahl meegaf dat een schrijver behalve op het plot, ook op details moet letten. Zelf zegt Dahl daarover: ‘het was een goede les’.312 Toch zijn bepaalde dingen ook instinctief, die niet zijn te

monitoren.

Middels zijn korte kunstenaarsverhaal cultiveert Dahl de romantische notie van een eenling. Schrijven is iets wat je in alle eenzaamheid doet en dat moet zo blijven. ‘Als schrijvers samenkruipen met buitensluiting van anderen, is dat gevaarlijk omdat ze angstige twijfels hebben over hun eigen talent. Dat geldt niet voor acteurs, acteren doe je per definitie met anderen samen. Dat is geen eenzaam beroep, maar schrijven… […]. Dat is een eenzaam beroep’.313

De eis van het hebben van zelfdiscipline, komt in deze notie terug. Je bent alleen, en werkt bij niemand in dienst. Je moet door kunnen werken zonder op te geven. Volgens Dahl kon een schrijver wanneer hij ophield met schrijven, met werken, zich weer gedragen als ieder ander, maar schrijven deed een schrijver in alle afzondering. Met deze omschrijving draagt Dahl de topos uit van een kunstenaar die zo in zijn werk is verdiept dat hij zijn omgeving vergeet.

Met deze kunstenaarstekst draagt Dahl zijn voorstelling uit van wat een schrijver is, hoe hij zich dient op te stellen, en welke eisen er aan het schrijfproces zijn verbonden. Op deze manier geeft hij zijn versie van zijn

toegewijde schrijverschap waardoor hij de misvattingen rondom zijn imago probeert te corrigeren. 3.5. Presentatiewijze in Bookmark: manier om twistzieke reputatie op te vijzelen?

Dahls biograaf is zijn carrière begonnen in de televisiewereld. Als beginnend documentairemaker was Sturrock op vierentwintigjarige leeftijd werkzaam bij de afdeling muziek en kunsten van de BBC en maakte documentaires voor het programma Bookmark, hét literaire paradepaardje van de omroep. De producer, Nigel Williams, zelf een gevestigd toneelschrijver en romancier, besloot in het najaar van 1985 dat de uitzending voor Kerst aan kinderliteratuur gewijd zou worden. Toentertijd was kinderliteratuur nog een terrein waar velen in de Britse kunstwereld de neus voor ophaalden. Sturrock greep zijn kans, en deed een voorstel om een portret van de beroemdste en succesvolste, nog levende kinderboekenschrijver, Roald Dahl te maken. Binnen de literaire kringen werd Dahl met de nodige argwaan bejegend, maar dat hield Sturrock niet tegen.

Ik herinner me de glimlach van Nigel Williams nog. De manier waarop hij naar me keek toen ik Roald Dahl noemde. Veelbetekenend, bijna vals. ‘Prima’, zei hij. ‘Als je hem zover kunt krijgen’. […]. Had hij het over geld? […]. Maar Nigel had het niet over geld. ‘Je kent zijn reputatie toch wel?’ was zijn retorische vraag. ‘Ontzettend humeurig en lastig. Die krijg je echt niet zo ver dat hij meedoet’. Ik knikte, ook al was dit nieuw van mij. Want tot dan toe had ik de indruk dat de mens Dahl een bijzonder luchtig iemand was.314

312 Pol, vd, B. (1978): Bzzlletin 7

313 Pol, vd, B. (1978): Bzzlletin 7

In een zakelijk telefoongesprek legt Sturrock zijn idee voor de documentaire aan Dahl voor, en wordt vervolgens voor een lunch uitgenodigd op Gipsy House in Great Missenden. Sturrock herinnert zich zijn eerste ontmoeting in het najaar van 1985 met Dahl nog heel goed. Met zijn overweldigende lengte vertoonde Dahl volgens hem uiterlijke parallellen met zijn gefingeerde, vriendelijke reus. Een portrettering die ook veelvuldig terugkeert in de introducties van interviews. 315

Ik belde aan. Een uitbarsting van blaffende honden kondigde de komst aan van een reusachtig iemand in een lang rood vest. Hij keek op me neer. Hij was een meter vijfennegentig lang, met een verweerd gezicht en flink wat zitvlees. Zijn lichaam leek groter dan de deuropening en veel te groot voor de afmetingen van het plattelandshuisje. […]. Zijn schreden waren groot en zwaar, maar vreemd gracieus – een beetje als van een giraffe met jicht.316

Tijdens de lunch bespreken Dahl en Sturrock de invulling van documentaire. Als jonge documentairemaker wilde Sturrock het zojuist verschenen, semi autobiografische boek Boy met Dahls jeugdherinneringen als uitgangspunt voor de reportage nemen. Ondanks de kritische bedenkingen van de BBC- staf ging Dahl vrijwel meteen akkoord met het maken van de documentaire. Over het voorbereidingstraject is niet veel bekend. Maar er zijn zeker de nodige afspraken gemaakt. Zo gaf Dahl bijvoorbeeld toestemming om zijn schrijfhutje te filmen en wordt Dahl een aantal keer in gezelschap van anderen vastgelegd. Ik ga er vanuit dat deze situaties op voorhand zijn doorgesproken. De tweedaagse opnamen verliepen volgens Sturrock dan ook probleemloos. Er was geen sprake van ruzie, problemen of humeurigheid. Tijdens de productiewerkzaamheden won Dahl iedereen voor zich, en als jonge twintiger vroeg Sturrock zich af waar Dahl de reputatie aan had te danken dat hij opvliegend was. Het welbekende korte lontje was tijdens de opnamen ver te zoeken. Na Dahls dood bleek maar al te goed dat schijn bedriegt. Toen Dahl de jonge documentairemaker op de stoep had zien staan, had hij geen goede indruk gemaakt. Dahl had tegen zijn tweede vrouw Liccy gegromd: ‘Jesus, Lic, they’ve sent a fucking child’.317 Uiteindelijk wist Liccy hem over te halen

Sturrock een kans te geven, en na de twee dagen filmen, had zijn toekomstige biograaf het gevoel alsof Dahl een vriend van hem was geworden. Achteraf denkt Sturrock dat zijn jeugdige enthousiasme juist in zijn voordeel heeft gewerkt.

Vanwege zijn roemruchte imago was Sturrock met zijn filmploeg op het ergste voorbereid. Ondanks een hele crew in Gipsy House, het verplaatsen van meubels, het afsluiten van de telefoonlijn en het stukvallen van een aantal spullen, vielen de opnames dankzij deze voorbereiding alles mee. In een tafelgesprek in het Nederlandse programma Kunststof van 25 januari 2011 erkent Sturrock dat Dahl was gevleid en goedgehumeurd met het gegeven dat er een documentaire over hem werd gemaakt. Doordat de schrijver zo ver buiten het Britse establishment stond, en niet tot bijna geen respect voor zijn werk ontving vanuit de literaire kringen, ervoer hij deze rapportage als een vorm van erkenning. Hij verleende dan ook gedurende de twee dagen dat er werd gefilmd zijn volledige

315 Dit is overigens na 1982, toen kwam The BFG pas uit.

316 Sturrock, D. (2011): Pag. 18 - 19

medewerking: ‘Partly because he understood that’s what we needed in order to do a good job’.318

De documentaire was voor Dahl een uitstekend instrument om zijn reputatie wat op te vijzelen. Vanwege zijn slecht ontvangen uitlatingen in de jaren tachtig had de auteur ervoor gezorgd dat de schaduwkant van zijn persoonlijkheid nogal overheerste in de media en nadelig uitpakte voor zijn imago. Een voorbeeld van een

ongenuanceerde uitlating is de affaire rond het God Cried- artikel.319 Hoewel hij tegen recenserende schrijvers was,

besprak hij toch het boek God Cried dat ingaat op de invasie van Libanon door Israël in 1982. In zijn recensie stond zijn opruiende retoriek centraal. Dahl maakte de ongelukkige opmerking Israël met nazi- Duitsland te vergelijken: ‘Moet Israël soms net als Duitsland eerst op de knieën gedwongen worden voor het zich leert te gedragen in deze wereld?’ Hij verstuurde zijn boekbespreking met een briefje voor de redactie: ‘Als ik iets heb geschreven wat onjuist of onbezonnen is, hoor ik dat graag’. In mijn ogen een typerende provocatie dat typerend voor hem was.320 Door zijn

antisemietische uitspraken in de recensie werden de typeringen uit de jaren vijftig, en die zijn macabere imago hebben gesmeed, op negatieve wijze opnieuw aangehaald. Oude persberichten over zijn ‘macabere fantasieën’ en zijn ‘obscene geest’ haalde hem in.321 Toen Dahl al met zijn rug tegen de muur stond, wakkerde hij dergelijke

beschuldigingen alleen nog maar verder aan. Wanneer hij naar aanleiding van de recensie telefonisch wordt

geïnterviewd door een correspondent van The New Statesmen stelt hij ‘er zit een trekje in het Joodse karakter dat een bepaalde vijandigheid oproept, misschien zoiets als een gebrek aan welwillendheid tegenover niet-Joden’.322

Dergelijke uitspraken spraken niet bepaald voor de kinderboekenschrijver. Met het schieten van de documentaire zag de Dahl dan ook zijn kans schoon om zich van zijn beste kant te laten zien, en de keerzijde van zijn donkere kant te belichten. Op vriendelijke en charmante wijze werd hij op authentieke wijze op beeld vastgelegd. Nigel Williams vreesde zelfs dat Dahl er té sympathiek vanaf zou komen, en wilde persé dat Sturrock zelf een indringend en confronterend interview met Dahl zou houden.323 Deze reactie is ongetwijfeld toe te schrijven aan Dahls

controversiële uitspraken uit begin jaren tachtig en zijn roemruchte, zwartgallige imago.

De documentaire is een combinatie van een ‘profile’ en een gefilmd interview. Het grootste deel van de opnames zijn geschoten in Gipsy House. Door de huiselijke omgeving te gebruiken en een ontspannen sfeer te creëren kan Dahl spontaner reageren. Zodoende krijgt de kijker niet alleen een beeld van de schrijver, maar nadrukkelijk ook van de mens achter de boeken. Zodoende is het meer een invloedsmiddel van Dahl dan van Sturrock. Hij geeft naast onzichtbare vragenstellers ook antwoord op directe vragen van Sturrock zelf. Omdat zijn fictieve autobiografie het uitgangspunt van de documentaire was, is er ook aandacht voor zijn periode op Repton. Zo krijgt de kijker inzicht in hoe de klaslokalen en slaapzalen eruit zagen. In de documentaire functioneert Dahls stem vaak als voice-over. Zijn verhalende stem met diens warme klankkleur krijgt extra nadruk doordat er geen achtergrondmuziek wordt 318 Tafelgesprek Donald Sturrock, aflevering Kunststof (25-01-2011)

319 Het boek God Cried was geschreven door oorlogscorrespondent Tony Clifton

320 In zijn biografie haalt Sturrock tal van omschrijvingen aan waaruit blijkt een voorliefde had om te provoceren en choqueren.

321 Sturrock, D. (2011): Pag. 571

322 Sturrock, D. (2011): Pag. 571/ Sturrock haalt uitspraak van Dahl aan in The New Statesman (26-08-1983)

afgespeeld. Dahl leest fragmenten voor uit Boy, die als extra ondersteuning fungeren voor de locaties die in beeld komen. Daarnaast draagt hij niet alleen fragmenten uit zijn fictieve autobiografie voor, maar ook uit The Fantastic mr. Fox, The Witches en Roald Dahl’s

Revolting Rhymes.

Naast het gegeven dat Dahl voornamelijk in zijn directe omgeving wordt gefilmd, trapt de documentaire af met een voice over van Dahl zelf waarin hij de omschrijving van de grote, vriendelijke reus uit The BFG voorleest. De kijker ziet een aan blauwgrijze Mustang aan komen rijden waar vervolgens een oude, maar lange man, met een opvallende, oranje broek met wandelstok, uitstapt. De schrijver draagt een blauw, uitgezakt wollen vest met een gat in de rug en heeft een opvallend regenmutsje op. Een presentatiewijze waarin Dahl met zijn klederdracht zich als belangeloze, archaïsche kunstenaar cultiveert. Met zijn schijnbare desinteresse in materiaal bezit wekt hij een sympathieke beeldvorming op omdat hij alles behalve de gouden kranenstijl uitstraalt waarin hij wél leeft.324 Deze opmerkelijke

zelfpresentatie zie je ook veelvuldig terug in de resumes of karakterisering van Dahl in interviews.325 Dahl heeft een signeersessie waar honderden kinderen op af zijn gekomen.

Sturrock interviewt een aantal kinderen met de vraag wat ze van Dahls boek Roald Dahl’s

Revolting Rhymes (1982) vinden. Een handige opening voor de documentaire omdat zijn

werk zodoende via zijn jonge publiek wordt getypeerd, en zijn macabere imago onderstreept. Zo wordt er een grijzend, maar verlegen jongetje geïnterviewd: ‘They’re rude but funny’, waarna een meisje de karakterisering volledig maakt: ‘Revolting Rhymes is very

disgusting’.326

Dahl wordt gedurende de documentaire op verschillende locaties gefilmd die diverse aspecten van zowel zijn persoonlijkheid als carrière onderbouwen. Zo wordt tot tweemaal toe een grootschalig diner vastgelegd: de maaltijd is beide keren in volle gang, een gemengd gezelschap van familie en vrienden eet gretig van de verschillende schalen die langzaam de tafel rondgaan. Voor dit shot ziet de kijker Dahl eerst in zijn enorme

wijnkelder flessen wijn uitkiezen. De twee onder het stof besmeurde flessen zijn later terug te zien op de rijkbedeelde eettafel. Het shot in de wijnkelder onderstreept zijn uit de hand gelopen hobby van gepassioneerd wijnliefhebber en een ‘connoisseur’ van Bordeaux. Toen in 1982 werd verkondigd het een goed wijnjaar was geweest, liet Dahl dat niet aan zich voorbij gaan. Hij kocht maar liefst duizend kisten Bordeaux van dat jaar, en liet het verslepen naar zijn wijnkelder in Gispy House.

In zijn biografie beschrijft Sturrock Dahl als een family man, een beeld dat vijfentwintig jaar eerder in de documentaire ook al wordt gevangen. Als een patras familias zit hij aan het hoofd van de tafel in een hoge leunstoel en is op theatrale wijze gespreksleider. Familie speelt een centrale rol in Dahls leven: ‘I had a marvelous family life’. 324 Tijdens zijn huwelijk met Patricia Neal leefde het Dahl gezin fortuinlijk. Zijn biograaf Sturrock beaamt echter dat Dahl een hekel had aan de gouden kranen-stijl waarin ze leefden. Het riep de Spartaan in hem wakker: Sturrock, D. (2011): Pag.462/ Daarnaast was het hebben van geld zeer belangrijk van Dahl: Sturrock, D. (2011): Pag.323.

325 Bijvoorbeeld in het interview van Gerlof Leistra (1988)/ Ada van Benthum Jutting (jaartal onbekend)

In de documentaire vertelt hij heel open over het samenklitten van zijn familie. Na de oorlog is de hele familie Dahl in hetzelfde deel van Buckinghamshire gaan wonen. In deze scene vertelt Dahl uitgebreid over het vroege overlijden van zijn vader, zusje en over zijn broers en zussen.327 Het beeld wordt aangevuld met fotomateriaal. Nadat zijn

familie aan bod is geweest, wordt er kort ingezoomd op Dahls lokale vrienden. Zo is er een shot in de documentaire waarin Dahl met vrienden en familie in de biljartkamer van zijn huis een potje Snooker speelt. Met een voice-over licht Dahl toe dat hij geen type is voor ‘the social scene’ en dat hij liever vriendschappen onderhoudt met mensen die een ambachtelijk beroep uitoefenen.328 Een stellingname die ook in zin reacties in interviews valt terug te lezen. Zo

beschouwt hij de lokale bevolking als de loodgieter en de bakker uit Great Missenden als zijn vrienden. Met deze scene onderbouwt hij opnieuw het gegeven dat hij liever niet met intellectuelen omgaat. ‘We don’t ever talk about books, but I never get bored when I’m with them’.329

Naast de verschillende shots in zijn huis wordt Dahl ook buiten zijn huis vastgelegd. Zo ziet de kijker hem met zijn wandelstok naar zijn schrijfhutje waggelen, waarna een deel van de Dahlroutine wordt gefilmd. In deze scene licht Dahl dan ook zijn schrijfproces toe en vertelt over zijn schrijfhutje: ‘Every day for the past 35 years, twice a day, I’ve wandered up to my little hut. It’s a lovely place to work, because it’s small, and tight and dark’.330 In eerste

instantie vertelt Dahl wat over zijn ‘the funny little objects around the place’ en over hoe privé zijn werkomgeving is. De kijker ziet hem vervolgens plaatsnemen in de grote leunstoel waar hij een groot stuk uit de rugleuning heeft weggehakt om de druk op zijn onderrug te voorkomen, waarna hij zichzelf instopt met een groene laken en zijn schrijfplank erbij pakt. Dankzij een mooi overzichtsshot ziet de kijker dat alles in zijn schrijfhut krakkemikkig en geïmproviseerd is, maar dat er toch een onweerstaanbare aantrekkingskracht van deze omgeving uitgaat. Het is voor de kijker bijzonder om via de documentaire echt inzicht te krijgen in het werkproces van Dahl, en te mogen meegenieten van het oprechte plezier dat van zijn werkplaats uitgaat: ‘It’s a lovely place to work’.

In de documentaire wordt naast Repton en Dahls persoonlijke en sociale omgeving veel aandacht besteed aan het een-op-een interview dat Sturrock met Dahl houdt. Het interview wordt afgenomen in de woonkamer van Gipsy House. Sturrock zelf is niet beeld. In het interview verzacht Dahl de interpretatie van de macabere kant van zijn kinderverhalen.