• No results found

Een onvermijdelijk kookpunt

In document Buiten gebaande paden (pagina 55-61)

Met alle bovengenoemde problematiek kan beargumenteerd worden dat de Oekraïne-crisis een onvermijdelijk kookpunt, anders gezegd dieptepunt, is in de relatie. In de aanloop naar het moment waarop de EU daadwerkelijk het sanctieregime tegen Rusland is goed te zien hoe de

208 European External Action Service, ‘Delegation of the European Union to Russia – Partnership for Modernisation,’

http://eeas.europa.eu/delegations/russia/eu_russia/tech_financial_cooperation/partnership_modernisation_f acility/index_en.htm (geraadpeegd 26 juni 2015).

209

S. Lavrov, ‘State of the Union Russia-EU: Prospects for Partnership in a Changing World,’ Journal of Common

Market Studies 51 (2013), 7, 12.

210

Raad van de Europese Unie, ‘H. van Rompuy, ‘Russia and Europe Today’,’ Rede aan de European University in St. Petersburg op 5 september 2013 [EUCO 181/13], 3.

56

groeiende tegenstellingen en ontevredenheid tussen beide landen heeft kunnen leiden tot een dergelijk besluit.

De tegenstellingen kwamen expliciet naar voren tijdens een bijeenkomst van het

Eastern Partnership in Vilnius in november van het jaar 2013. Tijdens deze top hoopte

Brussel een aantal zogenaamde Associatieovereenkomsten, of in ieder geval initiërende overeenkomsten in aanloop naar een dergelijk Associatieovereenkomst, te ondertekenen met vier verschillende partners Oost-Europa. Deze vier Oost-Europese landen waren Armenië, Georgië, Moldavië en Oekraïne. De overeenkomsten boden deze landen uitzicht op een vergaande en allesomvattende vrijhandelszone met de Europese Unie, tezamen met assistentie en ondersteuning bij verschillende problemen die de landen ondervonden.211 Rusland daarentegen, die in deze vier landen potentiële en zeer gewilde kandidaten voor het lidmaatschap van de EEU zag, trachtte door middel van politieke druk al vanaf het begin van het jaar het ondertekenen van dergelijke overeenkomsten te voorkomen. Als eerste werd Armenië benaderd, welke al snel van samenwerking met de EU afweek en werd overtuigd dat lidmaatschap van de EEU gunstiger zou zijn. Poetin was in september dat jaar persoonlijk naar de hoofdstad van Armenië, Jerevan, afgereisd om de voordelen van EEU-lidmaatschap te benadrukken. Ook Moldavië kreeg te maken met aandacht vanuit Moskou, zij het op een meer negatieve wijze. Rusland stelde ten eerste een importverbod in op Moldavische wijn.212 Daarnaast verstuurde verschillende dreigementen richting de Moldavische overheid aangaande de aankomende winter en eenzijdige afhankelijkheid van Russisch gas in Moldavië, waarbij de Russische vicepremier Dimitri Rogozin tijdens een bezoek aan Moldavië zei: ‘we hope that you will not freeze.’213 De belangrijkste partner voor Rusland was

echter Oekraïne. Al sinds de zomer liet Moskou aan de regering in Kiev merken dat er negatieve consequenties zouden hangen aan de keuze om de associatieovereenkomst met de EU te tekenen. Er werd een verbod op de import van Oekraïense chocolade ingesteld en veel vrachtwagens en andere goederentransporten werden aan de Oekraïense grens met Rusland tegengehouden om de algehele Oekraïense export naar Rusland te verstoren.214 Naast

211

De officiële term van een dergelijke economische samenwerking is de zogenaamde Deep and

Comprehensive Free Trade Area (DCFTA).

212

The Economist, ‘Why has Russia banned Moldovan wine?’ (25 november 2013).

http://www.economist.com/blogs/economist-explains/2013/11/economist-explains-18 (geraadpleegd 30 juni 2015).

213

D. Herszenhorn, ‘Russia Putting a Strong Arm on Neighbors,’ The New York Times (25 oktober 2013).

214

J. Dempsey, ‘How Russia Bullies the EU’s Eastern Neighbors,’ Carnegie Europe – Strategic Europe (9 september 2013). http://carnegieeurope.eu/strategiceurope/?fa=52903 (geraadpleegd 21 juni 2015). A. Kramer, ‘Chocolate Factory, Trade War Victim,’ The New York Times (29 oktober 2013).

57

dergelijke dreigende elementen presenteerde de Russische regering ook de mogelijke profijten voor het maken van stappen richting samenwerking met Rusland en de EEU in plaats van de EU. Moskou deed daarbij een flink bod: het bood de Kievse regering een verlaging van de prijs voor Russisch gas, leningen tegen gereduceerde rentetarieven en ander handelstegemoetkomingen met een waarde van in totaal ruim 15 miljard dollar.215 Tegen de Europese verwachtingen besloot de regering in Kiev, onder leiding van Viktor Janoekvitsj, op het aanbod van Moskou in te gaan en liet daarmee de associatieovereenkomst met Brussel links liggen.

In Brussel werd gedesillusioneerd gereageerd op het besluit van Oekraïne. De toenmalige Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Catherine Ashton stelde het als volgt: ‘[This choice is] a disappointment not just for the EU

but, we believe, for the people of Ukraine. The reforms adopted over the last months have been far reaching. The signing of the most ambitious agreement the EU has ever offered to a partner country would have further enhanced the reform course of Ukraine. (…) We believe that the future for Ukraine lies in a strong relationship with the EU and we stand firm in our commitment to the people of Ukraine who would have been the main beneficiaries of the agreement through the enhanced freedom and prosperity the agreement would have brought about.’216

Toch leek het er niet op dat Europa direct actie zou ondernemen. Hoewel logischerwijs nog wel op diplomatieke wijze werd getracht Oekraïne weer binnenboord te halen, heeft Brussel nooit een ‘tegenbod’ gedaan de regering in Moskou af te troeven. Het leek duidelijk dat in Oekraïne de zaken geen ommekeer zouden nemen. Brussel kon daarom in korte tijd al door twee associatieovereenkomsten een dikke streep zetten, waarbij een derde - Moldavië - nog op het vinkentouw leek te zitten. Toch bleek daarmee nog niet de kous af: de keuze voor Rusland zorgde in Oekraïne voor hevige binnenlandse onrust. Vanaf november 2013 ontstonden onder de noemer Euromaidan steeds hevigere protesten tegen de Oekraïense regering en werd op den duur het aftreden van president Janoekovitsj geëist. De Europese Unie sprak logischerwijs de steun uit aan de opstandelingen die samenwerking met de EU voorstonden, tot onvrede van de Russische regering. Nadat president Janoekovitsj in februari daadwerkelijk werd afgezet, leek het spreekwoordelijke kookpunt daadwerkelijk bereikt en bevond relatie tussen de Europese Unie en de Russische Federatie zich in de hevigste en

215

D. Herszenhorn en A. Kramer, ‘Russia Offers Cash Infusion for Ukraine,’ New York Times (17 december 2013).

216

European External Action Service, ‘Statement by High Representative Catherine Ashton on Ukraine,’ 131121/04 (Brussel, 21 november 2013), 1.

58

diepste crisis die zich ooit had voorgedaan. De voorzitter van Europees Parlement, Martin Schulz, sprak in ernstige bewoordingen over de situatie: ‘war could become a genuine

possibility in a country which shares a border with the European Union. Some people thought that war and the risk of war was no longer a topic for discussion (…) but if we look at events, we are talking about the risk of armed conflict. The EU must send a message to show that Russia will pay a price for its actions and leaders must explain to their people the possible costs involved for them.’217

De hierop volgende gebeurtenissen volgden elkaar snel op, deze zullen nadrukkelijker worden geanalyseerd in het casusgerichte onderzoek in het volgende hoofdstuk. De Moskouse regering reageerde zwaar op de gebeurtenissen in Kiev. Binnen een week na het vluchten van Viktor Janoekovitsj verschenen de welbekende ‘onbekende gewapende mannen’ op de Krim die vliegvelden en overheidsgebouwen bezetten.218 Later bleken dit leden van het elitekorps van het Russisch leger te zijn geweest. Na een dubieus referendum werd het schiereiland in het zuiden van Oekraïne minder dan drie weken na de inval geïncorporeerd in de Russische Federatie. Niet lang na de annexatie van de Krim ontstonden ook in het oosten van Oekraïne opstanden, gestart door zogenoemde pro-Russische Oekraïners, ditmaal gericht tegen de nieuwe Europees gezinde regering in Kiev. Deze opstanden ontwikkelden zich al snel tot een binnenlands militair conflict tussen de regering in Kiev en pro-Russische rebellen. Hoewel niet onomstotelijk bewezen, werd aangenomen dat de Russische regering zich ook in dit gedeelte van Oekraïne mengde door steun te verlenen aan de pro-Russische rebellen.219 Daarnaast is Rusland een uitgebreid propaganda-offensief begonnen tegen Oekraïne en de Europese Unie, iets waarmee Brussel enigszins werd verrast.220 Ook trachtte de Russische regering Europa op militair gebied te intimideren door het schenden van luchtruimafspraken met militaire vliegtuigen en het verplaatsen van grote troepenmachten richting de westelijke

217

Redevoering van Martin Schulz aan het Israëlisch Parlement op 12 februari 2014. Gevonden op: http://www.timesofisrael.com/ukraine-crisis-returns-specter-of-war-eu-chief-warns/ (geraadpleegd 1 juni 2015).

218

NOS, ‘Gewapende mannen bezetten parlement Krim,’ (27 februari 2014), http://nos.nl/artikel/616763-gewapende-mannen-bezetten-parlement-krim.html (geraadpleegd 27 juni 2015)

NOS, ‘‘Militairen’ op Vliegveld Simferopol,’ (28 februari 2014), http://nos.nl/artikel/617082-militairen-op-vliegveld-simferopol.html (geraadpleegd 27 juni 2015).

219 A. Croft, ‘NATO says detects signs of increased Russian involvement in Ukraine,’ Reuters (22 januari 2015) http://www.reuters.com/article/2015/01/22/us-ukraine-crisis-nato-idUSKBN0KV1EP20150122 (geraadpleegd 19 juni 2015).

220

J. Darczewska, ‘The Anatomy of Russian Information Warfare: The Crimean Operation, a Case Study,’

59

grenzen van Rusland.221 Brussel op haar beurt reageerde zeer heftig op de annexatie van de Krim, de ramp met vlucht MH17 en andere gebeurtenissen. Het was voor de EU de druppel die de emmer deed overlopen: het zwaarste sanctieregime in geschiedenis van Europese samenwerking werd hiermee een feit.

Na de incorporatie van de Krim zette Vladimir Poetin tijdens een uitgebreide speech uiteen dat de polariserende ontwikkeling tussen beide mogendheden, die al decennia plaatsvond, in Oekraïne een kritiek punt had bereikt en deze grens was overschreden: They

have lied to us many times, made decisions behind our backs, placed us before an accomplished fact. (…) But there is a limit to everything. And with Ukraine, our western partners have crossed the line, playing the bear and acting irresponsibly and unprofessionally.’222

Al met al kan met zekerheid gesteld worden dat de ontwikkelingen in de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Russische Federatie wel degelijk van invloed zijn op de hevigheid van het Europees sanctieregime vandaag de dag. Scheve verhoudingen en een aantal eerste schermutselingen doemden al op tijdens de totstandkoming van het PCA in de vroege jaren negentig. De immer Euro-centristische houding van Brussel en de wens Europese waarden over te brengen op Rusland en de andere staten in Oost-Europa bleken niet de gewenste uitkomst te bieden, maar juist averechts te werken. Over de loop van de jaren negentig groeiden de mogendheden langzaam uit elkaar, waarna zij in het nieuwe millennium steeds meer een eigen weg gingen. Deze eigen weg leidde ertoe dat de EU en Rusland op den duur eerder tegenover elkaar leken te staan dan naast elkaar, waarna zij zich de afgelopen vijf jaar zelfs ontpopte tot elkaars concurrenten in Oost-Europa in plaats van partners. In dit licht kan de Oekraïne-crisis dan ook gezien worden als het product van een veel langer lopende crisis; namelijk de langdurige malaise in de relatie tussen de Europese Unie en de Russische Federatie.

221

K. Chkalova, ‘Russia masses heavy firepower on border with Ukraine – witness,’ Reuters (27 mei 2015), http://www.reuters.com/article/2015/05/27/us-ukraine-crisis-russia-military-idUSKBN0OC2K820150527 (geraadpleegd 30 juni 2015).

222

V. Poetin, ‘Address by President of the Russian Federation,’ (Moskou, 18 maart 2014). Gevonden op: Kremlin Archives, ‘President of Russia - Events,’ http://en.kremlin.ru/events/president/news/20603 (geraadpleegd17 juni 2015).

60 Hoofdstuk 4: De specifieke casus Oekraïne

Waar de geschiedenis van de betrekkingen tussen Rusland en de EU het kookpunt bereikte, ontstond een unieke conflictsituatie in de geschiedenis van Europa: de Oekraïne-crisis. Juist in deze specifieke situatie kunnen ook een aantal verklaringen voor de onevenredig harde sancties van Brussel verscholen liggen.

In het vorige hoofdstuk werd al een kleine opzet gegeven aangaande de aanloop naar de Oekraïne-crisis en het verloop van de eerste fase ervan. Aan de meest recente ontwikkelingen in de relatie tussen de EU en Rusland was goed te herkennen dat Brussel duidelijke (geopolitieke) overwegingen had om hard tegen Rusland op te treden. De tamelijk gevorderde mate van partnerschap die de EU had met Oekraïne voorafgaand aan de EU-top in Vilnius maakte dat Brussel een beduidend belang had bij de stabiliteit en ‘Europagezindheid’ van Oekraïne. Het land was mogelijk een nieuwe grote handelspartner van de EU. Daarbij is ook de strategische ligging van belang, Oekraïne heeft namelijk een lange grens met Rusland en is dus een wederzijds buurland van beide mogendheden. Een geïnstitutionaliseerd partnerschap zou Europa opnieuw een officiële bondgenoot langs de grenzen van Rusland opleveren, los van de drie EU-lidstaten die grenzen aan de Russische Federatie.223 Er was Brussel dus flink wat aan gelegen Oekraïne niet te ‘verliezen’ aan de Euraziatische Unie en daarom sterk te ageren tegen het optreden van Rusland. In het komende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de Oekraïne-crisis. De ontwikkeling van de situatie zal verder worden uitgewerkt, waarbij verschillende gebeurtenissen tijdens de crisis als katalysator lijken te werken en mogelijk bij kunnen dragen aan de verklaring voor het opleggen van harde sancties door Brussel.

Door het doen van een case study van de Oekraine-crisis en het hieruit volgende sanctieregime jegens de Russische Federatie wordt getracht te achterhalen welke van deze mogelijke verklaringen hebben bijgedragen aan de beslissing van Brussel om haar zwaarste sanctieregime ooit op te leggen. De case study wordt uitgevoerd volgens het analytisch raamwerk zoals dat in het eerste deel is uitgelegd. Met behulp van een duidelijke analyse van de gebeurtenissen en de vier opeenvolgende analysestappen worden de verschillende beweegredenen uiteengezet, waarna wordt onderzocht welke invloed deze hebben gehad op de totstandkoming van het sanctieregime zoals het is en wat dit betekent voor de EU. Het sanctiebeleid valt daarbij uiteen in twee verschillende pakketten: één bestaande uit gerichte

223

EU-lidstaten die aan de Russische Federatie grenzen zijn: Finland, Estland en Letland. Lidstaten die grenzen aan de Russische exclave Kaliningrad, namelijk Litouwen en Polen, worden hierbij niet meegerekend vanwege de geringe omvang van de exclave.

61

sancties direct tegen targets in de Russische Federatie; de ander uit gerichte sancties tegen (Russische) economische ontwikkeling op de Krim, indirect dus ook tegen Rusland.

In document Buiten gebaande paden (pagina 55-61)