• No results found

Economische uitvoerbaarheid

In document Akoteh. Bestemmingsplan Toelichting (pagina 41-45)

Wettelijk kader

Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 Wro moet in het kader van een bestemmingsplan onder andere inzicht worden verschaft in de economische uitvoerbaarheid van het plan. In verband daarmee is eerst onderzocht of voor het onderhavige bestemmingsplan op grond van artikel 6.12, eerste lid Wro de verplichting bestaat om één of meer exploitatieplannen vast te stellen.

Op grond van artikel 6.12, lid 1 van de Wro stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een in het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) aangewezen bouwplan is voorgenomen. Dit zijn de volgende bouwplannen:

de bouw van één of meer woningen;

de bouw van één of meer gebouwen;

de uitbreiding van een gebouw met ten minste 1000 m2 of met één of meer woningen;

de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;

de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies ten minste 1000 m2 bedraagt;

de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1000 m2.

Op grond van artikel 6.12, lid 2 Wro kan van deze verplichting worden afgezien, indien (globaal) sprake is van de volgende factoren:

het verhaal van de kosten van de grondexploitatie anderszins verzekerd is, en;

het bepalen van een fasering en/of het vastleggen van locatie-eisen niet noodzakelijk is.

Voor de beoordeling van de vraag of het kostenverhaal anderszins verzekerd is, is de eigendomsituatie van belang. In het geval dat alle gronden binnen een exploitatiegebied eigendom zijn van de gemeente, kan de gemeente de kosten van de grondexploitatie verrekenen in de prijs van de uit te geven bouwrijpe kavels. In dat geval is het kostenverhaal afdoende anderszins verzekerd en is het vaststellen van een exploitatieplan niet verplicht. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente in een overeenkomst met de ontwikkelaar heeft vastgelegd hoe de kosten van de grondexploitatie worden verrekend. Ook in dat geval is het vaststellen van een exploitatieplan niet verplicht.

Situatie

Het plangebied en daarmee het exploitatiegebied van voorliggend bestemmingsplan is in eigendom van de gemeente de Bilt. De kosten van de grondexploitatie worden verrekend in de uiteindelijke grondprijs van de uit te geven bouwrijpe kavels, dan wel tuingrond. Op deze wijze zijn de kosten van de grondexploitatie anderzins verzekerd. Er bestaat derhalve geen noodzaak een exploitatieplan vast te stellen.

Hoofdstuk 6 Overlegresultaten

6.1 Overleg met de bevolking

6.1.1 Inloopavonden

Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling op de locatie is een drietal inloopavonden georganiseerd en is uitvoerig met direct omwonenden en belanghebbenden gesproken. Gezien het feit dat er verschillende inloopavonden zijn geweest en gezien het feit dat ook een aantal individuele gesprekken zijn gevoerd met omwonenden, is besloten om af te zien van inspraak en er voor gekozen is het ontwerpbestemmingsplan direct ter inzage te leggen. Onderstaand zijn de doelstellingen van de verschillende inloopavonden weergegeven.

Inloopavond 23 juni 2015

De eerste inloopavond is gehouden op dinsdag 23 juni 2015. Het doel van deze inloopavond was het inventariseren van reacties uit de omgeving van het plangebied op het voornemen de locatie te ontwikkelen.

De reactie zijn gebruikt bij het opstellen van de ruimtelijke randvoorwaarden voor het plangebied.

Inloopavond 7 juli 2015

De tweede inloopavond is gehouden op dinsdag 7 juli 2015. Het doel van de inloopavond was het presenteren van de eerste schetsverkavelingen van de locatie en de reacties van de omwonenden te inventariseren. Deze reactie zijn meegewogen bij de uitwerking van de schetsverkavelingen naar ruimtelijke randvoorwaarden die zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan. Met een aantal omwonenden zijn op basis van de gegeven reacties nog individuele gesprekken gevoerd.

Inloopavond 8 september 2015

Alvorens de bestemmingsplanprocedure is opgestart is een derde inloopavond gehouden. Doel van deze inloopavond was om omwonenden te informeren over de ruimtelijke randvoorwaarden.

6.2 Overleg met instanties

De concept verkavelingsplannen alsmede toelichtende informatie zijn toegestuurd aan de wettelijke overlegpartners. Dit ten behoeve van de wettelijke verplichting om vooroverleg te voeren met de daarvoor aangewezen instanties ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. De volgende instanties is gevraagd om een reactie:

Provincie Utrecht;

Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden;

Stichting het Utrechts Landschap;

Veiligheidsregio Utrecht.

Uit het wettelijk vooroverleg zijn de volgende reacties naar voren gekomen. In cursief is de gemeentelijke reactie weergegeven.

Provincie Utrecht

Bij mail van 12 oktober 2015 heeft de provincie Utrecht laten weten dat de toelichting enkele onvolledigheden bevat. Dit betreft met name de ligging van het plangebied in een boringsvrije zone in plaats van het grondwaterbeschermingsgebied.

De toelichting is voor wat betreft dit punt aangepast. Eveneens is in de planregels een regeling opgenomen voor de boringsvrije zone. Een en ander conform de provinciale richtlijnen hiervoor.

Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden

Het Hoogheemraadschap heeft in een mail van 30 juli 2015 haar reactie gegeven. De reactie is hieronder kort weergegeven, evenals het gemeentelijk standpunt.

Het Hoogheemraadschap adviseert voor infiltratie uit te gaan van een minimale capaciteit van 45mm per afgekoppeld oppervlak. Ook adviseert zij na te denken over wat er gebeurt als er meer water valt bij een extreme bui. De vraag is waar het water dan naar toe kan stromen, aangezien er geen oppervlaktewater

aanwezig is.

Voor de planontwikkeling wordt er vanuit gegaan dat het vuil water (DWA) afgevoerd wordt op het riool. Het hemelwater dat afstroomt via het dakvlak wordt afgekoppeld. Opgemerkt wordt dat met de planontwikkeling er geen sprake is van een toename van het verhard oppervlak. Deze zal eerder afnemen. Om die reden gaat de waterhuishoudkundige situatie er op vooruit.

Gevraagd wordt of de nieuwe bebouwing aangesloten wordt op de bestaande riolering

De nieuwe woningen zullen voor wat betreft het afvalwater (DWA) worden aangesloten op de bestaande riolering. De bestaande bebouwing (scoutinggebouw) in het plangebied was eveneens aangesloten op de riolering. In die zin is er geen sprake van een verandering. Hemelwater afstromend van dakvlakken wordt afgekoppeld. Er is sprake van een gescheiden systeem.

Geadviseerd wordt om binnen de bestemming 'Bos' en 'Tuin' ook water en waterhuishoudkundige functies toe te voegen.

Binnen de bestemming 'Bos' en de bestemming 'Wonen' zal dit worden toegevoegd. De bestemming 'Tuin' is niet in voorliggend bestemmingsplan opgenomen.

Voor de beleidstekst in het bestemmingsplan wordt geadviseerd gebruik te maken van de standaard waterparagraaf.

De standaard waterparagraaf is opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.

Stichting het Utrechts Landschap

Bij mail van 5 oktober 2015 heeft Stichting Utrechts Landschap laten weten geen opmerkingen te hebben op voorliggend bestemmingsplan.

Veiligheidsregio Utrecht

Bij mail van 7 oktober 2015 heeft de Veiligheidsregio Utrecht laten weten geen opmerkingen te hebben op voorliggend bestemmingsplan.

6.3 Zienswijzen

Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, heeft het ontwerp bestemmingsplan vanaf 19 november tot en met 30 december 2015 voor een ieder ter inzage gelegen voor het indienen van schriftelijke of mondelinge zienswijzen bij de gemeenteraad. De ter inzage legging is bekend gemaakt door publicatie in de Biltsche Courant, de Staatscourant en op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn twee zienswijzen ontvangen. Voor de inhoudelijk behandeling van deze zienswijzen, alsmede de gemeentelijke beantwoording wordt verwezen naar de Nota zienswijze, welke als bijlage 6 bij deze plantoelichting is gevoegd.

In document Akoteh. Bestemmingsplan Toelichting (pagina 41-45)