• No results found

5. Resultaten

5.6.1. Druk op individuele prestaties

Uit de vorige paragraaf is gebleken dat er in de ervaring van alle respondenten sprake is van een hoge publicatiedruk, waarbij het hanteren van salami-tactieken een grote rol speelt in het voldoen aan de hoge verwachting aantallen publicaties. In navolging op de publicatiedruk is de respondenten gevraagd welke gevolgen de druk op individuele prestaties kan hebben op het integer bedrijven van wetenschap. De relevante resultaten zullen wederom uiteengezet worden per discipline, waarna ze met elkaar worden vergeleken.

Alle zes de bèta respondenten geven aan dat zij het zich voor kunnen stellen dat de druk op individuele prestaties er toe kan leiden dat wetenschappers het minder nauw nemen met wetenschappelijke richtlijnen en gedragscodes. Zo zegt respondent 1: “Ik denk dat waar

er fraude is geweest, dat je ziet dat druk een rol heeft gespeeld en dat kan je dan dus ook omkeren het is waarschijnlijk dan ook wel waar. Naarmate die druk toeneemt, zoals bij mensen die succesvol zijn geweest en die een verwachtingspatroon hebben geschetst waar ze

aan moeten voldoen, dat is een moeilijk stuk’. Daar moet wel aan worden toegevoegd dat

drie respondenten (respondent 1, 2 en 4) hebben aangegeven dat je er vrij snel achter komt als er iets niet klopt en dat je uiteindelijk door de mand zult vallen.

Door drie respondenten (4, 5 en 6) is aangegeven dat het tevens voorkomt dat er data wordt weggelaten bij het onderzoek. Twee van de respondenten keuren dit af, terwijl

respondent 5 zich afvraagt of dit daadwerkelijk fraude is. Respondent 6 geeft het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat er data word weggelaten bij onderzoeken: “Toen ik in Duitsland

promoveerde ben ik in een situatie terecht gekomen dat er wetenschapper was die wilde docent worden en dat is hij ook geworden, maar er was een collega van me die werkte aan dat project en er was nog nooit een werkbespreking geweest en toen na een jaar was er plotseling een seminar met data die ook werden gebruikt voor de publicatie, maar die was nooit gescrutinised4 en precies die publicatie kwam uit in een goede journal terwijl 2/3 maanden later hij werd benoemd tot universitair docent, dus dan weet je al genoeg. En dan hoor je achteraf dat drie van de vijf experimenten aangaven wat ze wilde en over de andere twee experimenten werd niet meer gesproken, want i scratch your back and you scratch mine. Dat gebeurt enorm vaak”.

De druk op individuele prestaties heeft volgens drie respondenten (2, 3 en 6) echter ook positieve kanten, zoals het verbeteren van de kwaliteit van het onderzoek, daarover zei respondent 2: “Je probeert namelijk zo goed mogelijk te presteren tijdens het onderzoek” respondent 6 sprak woorden van soort gelijke strekking: “Er zijn mensen die heel goed met

druk kunnen omgaan en daardoor juist een incentive5 hebben om goed te werken, dus het kan heel stimulerend werken”. Daarnaast heeft respondent 3 aangegeven dat de druk op

individuele prestaties ook positieve dingen met zich meebrengt, want door de hoge

verwachtingen zouden er niet veel studenten actief willen blijven in de wetenschap en daar is volgens de respondent ook geen plaats voor.

Twee van de drie respondenten (8 en 9) werkzaam binnen een alfa-discipline kunnen zich goed voorstellen dat de druk op individuele prestaties mensen aan kan zetten tot het schenden van gedragscodes en richtlijnen. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat respondent 9 enigszins terughoudend is met het gegeven antwoord: “Het is speculeren,

omdat ik het zelf niet gedaan heb”. Respondent 7 is echter niet van mening dat de druk op

individuele prestaties hem of andere wetenschappers aan kan sporen tot het plegen van fraude. Tevens word door de respondent aangegeven dat het tegenwoordig moeilijker is geworden om fraude te plegen: “Dat word volgens mij doordat alles elektronisch is

geworden ook moeilijker. Je valt namelijk sneller door de mand. Tegenwoordig kan je alles opzoeken.. een studenten scriptie gooi je bijvoorbeeld in Ephorus en dan kan je gelijk zien of ze plagiaat hebben gepleegd en vroeger kon dat niet”.

Door alle drie de respondenten is aangegeven dat de data van onderzoek soms gemanipuleerd wordt. Respondent 7 is daarbij van mening dat openheid in dit geval een keyfactor is. Zo zei respondent 7: “Ja dat gebeurt bijvoorbeeld wel, maar de vraag is dan of

het toepassen van bepaalde procedures op je data en bepaalde bevindingen eruit haalt en iedereen kan zien hoe je dat gedaan hebt.. is er dan wel sprake van schending van

integriteit? Want andere kunnen dan alles bekijken en zeggen van ja hallo als je dat hebt toegepast is het logisch dat je zo’n resultaat gaat krijgen.. het deugd niet. Kijk het deugt echt niet als er iets stiekem gedaan word dat niet controleerbaar is”. Respondent 8 is tevens van

mening dat het binnen zijn vakgebied lastig is om de data te manipuleren, omdat data en interpretatie lastig uit elkaar te halen zijn. Desondanks heeft de respondent een keer meegemaakt dat hij verzocht werd om zijn publicatie aan te passen: “Ik heb een keer

meegemaakt dat een tijdschrift wilde dat ik dingen veranderde, omdat ze bang waren dat ze anders in een juridisch conflict terecht zouden komen. Ik had een stuk geschreven over conflicten in ontwikkelingsorganisatie, maar het tijdschrift was bang dat er een rechtszaak zou komen en daardoor wilde ze dat ik niet schreef over de moordenaar. Maar ik vermoed dat een tweede reden een rol speelde, zij zaten in die ontwikkelingswereld en hebben

bepaalde relaties, dus ik kan mij voorstellen dat dat die relaties onder druk zet. Maar dit heb ik in al die tijd maar een keer meegemaakt”.

Vergelijking resultaten bèta & alfa-disciplines

Waar alle zes de respondenten werkzaam binnen een bèta-discipline zich voor kunnen stellen dat de druk op individuele prestaties mensen aan kan sporen tot het schenden van ethische richtlijnen en gedragscodes, geldt dat voor twee van de drie respondenten die werkzaam zijn binnen een alfa-discipline. In beide disciplines geeft echter de helft van de

respondenten aan dat dit lastig is en dat je uiteindelijk door de mand zult vallen. Opvallend is dat de de helft van de respondenten uit een bèta-discipline hebben aangegeven dat de druk op individuele prestaties ook positieve/motiverende effecten kan hebben. Daarnaast is door een respondent uit een alfa-discipline aangegeven dat het manipuleren van data niet direct een schending van de integriteit in hoeft te houden, mits het proces waarop de data is gebruikt openlijk is in te zien.