• No results found

Drie nieuwe mediakunstprojecten als casestudies in relatie tot de vier centrale eigenschappen

In dit hoofdstuk worden drie casestudies uitgevoerd om te laten zien hoe de theorie omtrent het ontstaan en de tentoonstelling van nieuwe mediakunst in de praktijk tot stand komt. Er zijn drie kunstwerken geselecteerd die ieders een van de vier eigenschappen belichten die zorgen voor het projectmatige karakter van de nieuwe mediakunst. Binnen de casestudies is er tevens aandacht voor de verschillende fases van deze nieuwe mediakunstprojecten. In elke casestudie heeft de uitkomst van het project centraal gestaan in een onderzoek dat als artistic research kan worden geclassificeerd. In de casestudie No Fun van Eva en Frank Mattes. wordt voornamelijk het veranderlijke en procesmatige aspect van deze kunst belicht. Dit is een goed voorbeeld van een kunstwerk dat op internet tentoon werd gesteld als performance en binnen deze casestudie is goed te zien hoe de overgang naar een volgende projectfase het karakter van het kunstwerk kan veranderen. Na de performance op internet wordt het resultaat van de uitvoering getoond in de vorm van een filminstallatie. In de casestudie naar het werk Se Mi Sei Vicino van Sonia Cillari ligt de nadruk op de op tijd gebaseerde ervaring van de toeschouwer en op het onderzoek naar de mogelijkheden van de digitale technologie. Deze casestudie laat goed zien hoe het project is ontstaan vanuit een onderzoeksvraag en hoe het kunstwerk vorm kreeg door middel van een samenwerking tussen (geluids)technici en de kunstenaar. Dit werk is tevens een goed voorbeeld van een nieuwe mediakunstwerk dat in de vorm van een installatie gepresenteerd wordt binnen de context van een kunstinstelling. In 2007 heeft het kunstenaarscollectief Blast Theory samen met Mixed Reality Lab het werk Rider Spoke gerealiseerd. In de casestudie Rider

Spoke ligt de nadruk op de totstandkoming van het werk en op de samenwerking tussen

professionals uit verschillende disciplines. Omdat dit project de basis vormde van een theoretisch onderzoek naar de op locatie gebaseerde ervaring, is er veel informatie beschikbaar over de ontwikkelingen van het project en over bijvoorbeeld de problemen die de makers van dit kunstwerk tegenkwamen in de ontwikkelings- en uitvoeringsfase. Rider Spoke is tevens een goed voorbeeld van een kunstwerk dat gebruikmaakt van augmented reality en voor zijn presentatie afhankelijk is van locaties in de fysieke wereld en van een extra digitale informatielaag.

4.1 Casestudy 1: ‘No Fun’

In 2010 creëren kunstenaars Eva en Frank Mattes, ook wel bekend als het kunstenaarsduo 0100101110101101.org de online performance No Fun. Eva en Frank Mattes komen oorspronkelijk uit Italië en hebben zich in New York gevestigd. Volgens Morgan Quaintance valt het werk van deze kunstenaarsgroep onder de categorie net.art. Deze term is afkomstig van de Berlijns kunstenaar Pit Schultz en stamt uit 1995.150 Rond het jaar 2000 kwam het fenomeen web 2.0 op. Dit refereert naar de nieuwe manier waarop het internet wordt gebruikt. Sinds 2000 delen mensen namelijk via internet persoonlijke data en levensgebeurtenissen. Daarnaast waren rond het jaar 2000 virtuele platformen als Second Life en online gameplatformen zoals Counter Strike in opkomst. Met de term net.art wordt gerefereerd naar het werk van een aantal kunstenaars die vanaf die tijd online kunstwerken begon te maken om zo de ervaringen van

36

deze online platforms te deconstrueren. Het kunstenaarscollectief 0100101110101101.org was daar volgens Morgan Quaintance een van.151 Eva en Frank Mattes concentreren zich bij het maken van kunst vooral op locaties buiten de kunstwereld en op een publiek dat niet een typisch kunstpubliek is. De kunstwerken zijn volgens hen voor iedereen toegankelijk en begrijpelijk. Dit kunstenaarsduo zet bepaalde situaties in publieke of online ruimtes als Second Life en Counter Strike op, waarbij de toeschouwer vaak onbewust binnen een kunstwerk participeert.152 Eva en Frank Mattes overschrijden met hun werk deze manier grenzen tussen bepaalde disciplines, waardoor deze projecten ook bijvoorbeeld elementen uit de game-industrie bevatten en een transdisciplinair karakter krijgen.

Binnen het project omtrent het kunstwerk No Fun komen twee van de fases van het nieuwe mediakunstproject sterk naar voren, namelijk de uitvoeringsfase en de presentatie van de conclusie van het project, in de vorm van een videodocumentatie. Zoals al eerder is vastgesteld ligt in een uitvoeringsfase de nadruk op het proces van interactie tussen toeschouwer en het technische onderdeel van het kunstwerk. Daarnaast staat in de presentatie het kunstwerk als onderzoek centraal. De performance No Fun vond in 2010 plaats in het chatprogramma Chatroulette. Dit is een online programma dat, net zoals skype, mensen de mogelijkheid geeft om met beeld, geluid en een chatfunctie online met iemand te spreken. De gebruiker van Chatroulette weet van tevoren echter niet wie zijn gesprekspartner is, want de gebruikers worden willekeurig met elkaar verbonden.153 De performance bestond uit twee onderdelen. In de filmregistratie is een opname van twee verschillende schermen naast elkaar te zien. Op de linker opname is de performance van het kunstenaarsduo te zien en op de rechter opname de performance van de toeschouwer. Het performanceonderdeel van het kunstenaarsduo bestond uit een enkele scene: een rommelige woning, waar in het midden een man (Frank Mattes) te zien was die zichzelf leek te hebben opgehangen. De situatie zag er voor de toeschouwer van

151 Ibid.

152 Vernissage Tv, zie website in bibliografie. (interview met Eva en Frank Mattes)

153 Chatroulette, zie website in bibliografie.

2: Evan and Franco Mattes (0100101110101101.org), No Fun (schermafdruk), 2010, performance op Chatroulette.

37

de performance geloofwaardig uit, mede doordat de toeschouwer zichzelf zag op de monitor in de ruimte van de performance en omdat de opgehangen man licht heen en weer bewoog. De performance was door willekeurige Chatroulette gebruikers te zien die ieder op hun eigen manier reageerden. De reacties waren erg verschillend. Over het algemeen reageerden de mensen geschokt, maar er waren ook personen die de opgehangen man uitlachten of uitscholden, omdat ze het idee hadden dat ze voor de gek werden gehouden. Er was slechts één persoon die de politie belde.154 Oorspronkelijk heeft de performance uren geduurd, waarbij enkele honderden mensen hebben toegekeken. De kunstenaars hebben de reacties van de toeschouwers vastgelegd en als film van acht en een halve minuut tentoongesteld. Deze film is zowel in de standaard cinema-opstelling getoond als in installatievorm. Binnen een installatie wordt de film afgespeeld op een pc-monitor, samen met voorwerpen die meestal in een standaardhuishouden bij een pc te vinden zijn, zoals een computermeubel op wielen, een koptelefoon, een schemerlampje en een oude bureaustoel. Alles is bedekt met een dun laagje stof.155 Het idee achter het werk No Fun is het creëren van een situatie van ontzettende eenzaamheid. De afstand en het gebrek aan echte betrokkenheid bij ontmoetingen die op het internet plaatsvinden, wordt in deze performance overdreven. De kunstenaars willen het proces van de eindeloze flux van sociale media vertragen door een moment van absolute werkelijkheid te tonen.156

154 Videodocumentatie van de performance is te vinden op de website van de kunstenaars: 0100101110101101.org.

155 Ibid.

156 Ibid. (no fun)

3: Evan and Franco Mattes (0100101110101101.org), No Fun, 2010, installatie, Carroll / Fletcher kunstgalerie, Londen.

38

Het performanceonderdeel van dit kunstwerk is een goed voorbeeld van een project dat niet direct als kunstwerk te herkennen is. De toevallige gebruiker van Chatroulette was ongewild toeschouwer en werd geconfronteerd met zijn eigen gebruik van het internet.157 Omdat het kunstwerk werd getoond op een alledaags internetplatform, zoekt het de grenzen op tussen realiteit en fictie. De uitvoering van de performance op internet, staat in contrast met de tentoonstelling van de registratie van de performance. De vluchtige online performance heeft binnen de muren van de traditionele kunstinstelling een statische vorm gekregen. Daarnaast is het kunstwerk door de context waarbinnen het zich bevindt meteen te herkennen als kunstwerk. Zowel de uitvoering van de performance als de presentatie van het eindresultaat van het project vallen onder dezelfde noemer.

In een interview werd het kunstenaarsduo gevraagd of ze geen morele problemen hadden met deze performance. De kunstenaars gaven aan dat ze zich in eerste instantie zelfs lichtelijk schaamden voor het idee. Toen ze echter begonnen met de performance, waren zij degenen die gechoqueerd waren door de reacties van sommige toeschouwers.158 De toeschouwer is binnen dit project een onberekenbare factor, omdat hij beschikt over een grote vrijheid om op zijn eigen manier te reageren. De toeschouwer is in zijn reactie niet terughoudend, omdat hij wordt aangesproken in zijn eigen omgeving en de werking van Chatroulette kent.

Het performanceonderdeel van No Fun wordt door de toeschouwer anders beleefd dan door de toeschouwers van de filmregistratie van de performance. Tijdens de performance wordt de toeschouwer direct geconfronteerd met zijn eigen internetgebruik en gaat direct een relatie aan met de live performance. De toeschouwers van de filmregistratie van de performance zijn getuige van het eindresultaat. Deze toeschouwer kan zich echter identificeren met de Chatroulette-gebruiker, omdat het kunstwerk plaatsvindt op een voor hem bekend platform, binnen een voor hem bekend medium. Zo wordt hij indirect geconfronteerd met zijn eigen gebruik van sociale media. De conclusie van dit project is, in tegenstelling tot een wetenschappelijk onderzoek, niet in woorden gevat maar in een beeldregistratie. In dit kunstwerk heeft de uitvoering een tijdelijk bestaan. Het is niet mogelijk om de performance No

Fun permanent op Chatroulette tentoon te stellen, omdat het werk naarmate het

naamsbekendheid opbouwt niet meer het gewenste resultaat zal leveren. Tevens is de tentoonstelling van de videoregistratie binnen de muren van de kunstwereld belangrijk voor de context van het werk. Zonder deze context blijft het onbekend of het om een performance gaat of om een echte zelfmoord.

4.2 Casestudy 2: ‘Se Mi Sei Vicino’

Nadat Sonia Cillari haar bachelor in architectuur heeft afgerond aan de Frederico II Universiteit in Napels Italië, heeft ze zich gespecialiseerd in de theorie omtrent de architectuur in Rome en Parijs. In 2001 heeft ze haar master Digital Arts behaald aan de Pompeu Fabra Universiteit in Barcelona. In 2004/2005 heeft ze het artist-in-residence programma gevolgd aan de

157 Ibid. (no fun)

39

Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Sindsdien heeft Cillari haar werk wereldwijd geëxposeerd in verscheidene solo- en groepsexposities en performances. Daarnaast heeft Cillari sinds 1999 meerdere mediakunstprijzen gewonnen.159 Op dit moment werkt en woont zij in Venetië.160 Doordat Cillari een achtergrond heeft in de architectuur, heeft zij een interesse ontwikkeld voor de studie naar de ruimtelijke ervaring en de persoonlijke perceptie van de interne en externe wereld van de toeschouwer. Cillari is van oorsprong theoreticus en is als kunstenaar gericht op het doen van onderzoek. Haar kunstwerken maken elk deel uit van een theoretisch en een praktisch onderzoek, met “het lichaam als interface” als zwaartepunt.161 De interactieve installatie Se Mi Sei Vicino (if you are close to me) is volgens de kunstenaar een praktisch onderzoek naar de mogelijkheden om het menselijk lichaam als interface te gebruiken.162 Se Mi Sei Vicino is een goed voorbeeld van een interactief nieuwe mediakunstwerk, waarbinnen toeschouwers worden gestimuleerd om met elkaar en met de performer binnen het kunstwerk een relatie aan te gaan.

Kwastek heeft in haar boek Aethetics of interaction in Digital Art deze installatie opgenomen als casestudie. Een foto van een toeschouwer die een relatie aangaat met het kunstwerk vormt de omslag van dit boek. In deze casestudie wordt de nadruk gelegd op de esthetiek van de ervaring binnen dit kunstwerk. Kwastek geeft specifiek aan dat haar omschrijving van deze installatie is gebaseerd op de tentoonstelling ervan tijdens Ars Electronica Cyberarts exhibition in Linz, in 2007. Met deze opmerking geeft zij indirect aan dat er in de verschillende tentoonstellingen van deze nieuwe media-installatie sprake is van variabelen.

Kwastek omschrijft hoe de toeschouwer bij binnenkomst van de installatie een zaal met gedimd licht betreedt. De aandacht van de toeschouwer wordt onmiddellijk getrokken door een vrouw die bewegingsloos in het midden van de ruimte staat en door twee grote abstracte grafische projecties. Beide projecties geven een driedimensionaal verticaal structuur weer, dat zich van onder tot boven het scherm uitstrekt. Deze structuur bestaat uit beweegbare geometrische vormen als driehoeken en vierkanten. Terwijl de bovenste punten van de projecties gefixeerd en immobiel zijn, bevindt de rest van de vorm zich in een staat van constante beweging. De vrouw staat in het midden van een platform dat iets hoger is dan de vloer zelf. Deze vloer wordt door de kunstenares zelf een sensorvloer genoemd.163 De locatie van de vrouw op het platform is gemarkeerd met een wit vierkant frame. De vrouw wordt door Kwastek een performer genoemd, ook al is haar houding geheel passief. Ze is volgens Kwastek meteen herkenbaar als onderdeel van de installatie.164 Als een toeschouwer de sensorvloer betreed en de performer nadert is er een diep rommelend geluid te horen. Op hetzelfde moment begint de grafische vorm te bewegen.165 Welke vormen er op de projectie te zien zijn en welke geluiden er te horen zijn is afhankelijk van de afstand tussen het lichaam van de toeschouwer en de performer, en van de bewegingen die de toeschouwer maakt. Dit werk staat volgens de kunstenaar in relatie tot de traditie van de prestatie- en installatiekunst, waarbij het onderscheid

159 LIMA, zie website in bibliografie.

160 Sonia Cillari, zie website in bibliografie.

161 Ibid.

162 Ibid.

163 Ibid.

164 Kwastek (2013) 242.

40

tussen actieve performers en passieve toeschouwers wordt geproblematiseerd.166 Volgens de kunstenaar bestaan de grenzen van het menselijk zelf tot buiten onze eigen huid. Wij meten ons constant met andere individuen. Een kernelement van het werk is volgens haar de sensorvloer,

deze functioneert als een menselijke antenne. Wanneer de deelnemer dichterbij komt of de performer aanraakt, worden de bewegingen van het lichaam geregistreerd als een elektromagnetische activiteit.167

Se Mi Sei Vicino is in samenwerking tot stand gekomen met kunstenaar Cillari, het Nederlands

Instituut voor Mediakunst (NIMK) en STudio for Electro-Instrumental Music (STEIM). Het werk is op commissie gemaakt voor het NIMK, hier is het ook voor het eerst tentoongesteld in 2006.168 De programmeur Steven Pickles en de geluidstechnicus Tobias Grewening, hebben samen de software ontwikkeld voor het programma dat speciaal voor deze installatie is ontworpen.169 De techniek achter dit werk is voor de toeschouwer niet zichtbaar. Daarnaast is het voor de toeschouwer bij het betreden van de ruime niet helemaal duidelijk wat de bedoeling is. Volgens Kwastek was dit de opzet van de kunstenaar.170 De toeschouwer is binnen dit kunstwerk vrij om zelf de mogelijkheden van de installatie uit te proberen, maar kan volgens Kwastek wel een bewuste keuze maken om een actieve rol binnen het kunstwerk aan te nemen, dan wel om zich als beschouwer op te stellen, om te zien hoe andere toeschouwers participeren.

166 Sonia Cillari, zie website in bibliografie.

167 Ibid.

168 Kwastek (2013), 242.

169 Ibid.

170 Ibid., 246.

4: Sonia Cillari, STEIM en het Nederlands Instituut voor Mediakunst, Se Mi Sei Vicino, 2006-2007, nieuwe media-installatie, Nederlands Instituut voor Mediakunst.

41

Door de witte markering over te gaan, gaat de toeschouwer letterlijk een grens over. Hij merkt al vrij snel dat zijn interactie met de performer een reactie teweegbrengt op de projectieschermen. De toeschouwer kan de projectie zo interpreteren dat de geometrische vormen het lichaam van de performer voorstellen en dat de plaats waar de performer wordt aangeraakt van belang is. Het lichaam van de performer is zwak elektrisch geladen, en de audio en video veranderen wanneer het elektromagnetische veld wordt verstoord. Het maakt voor de weergave ervan niet uit of het lichaam op een hoge of een lage plaats wordt aangeraakt. Wel wordt er geregistreerd of de beweging van links of van rechts komt. Tevens kan de toeschouwer door de duur en de intensiteit van de aanraking de audio en de geometrische vorm beïnvloeden.171 Omdat de toeschouwer niet precies weet hoe dit kunstwerk werkt, gaat hij volgens Kwastek experimenteren met de mogelijkheden. Hij kijkt of het uitmaakt hoe lang de performer wordt aangeraakt, en of de audio- en de videovormen ook veranderen als de toeschouwers elkaar aanraken. De ervaring van de toeschouwer is binnen deze installatie op tijd gebaseerd. Iedere toeschouwer reageert op de installatie Se Mi Sei Vicino op zijn eigen manier. De performance van iedere toeschouwer doet zich maar een keer voor en wordt daarna niet meer op dezelfde manier herhaald.

Naast dat de ervaring van de toeschouwer binnen deze installatie tijdelijk en persoonlijk is, is de presentatie van de installatie ook tijdelijk. Als de techniek wordt uitgeschakeld aan het einde van een expositiedag en de performer naar huis gaat, is het effect van het kunstwerk geheel verdwenen. Bij het afbouwen van deze expositie blijven de onderdelen zoals de sensorvloer, de schermen en de achterliggende techniek over als tastbare herinnering aan de installatie. De installatie komt dan alleen weer tot leven bij een eventuele herinstallatie. Zoals Kwastek indirect al aangaf, is er verschil tussen de installatie uit 2007 waar zij getuige van was en andere installaties van het werk. Op YouTube zijn registraties te zien van mensen die op de Ars Electronica Cyberarts Exhibition in Linz in 2007 en op het Taipei Digital Art Festival in 2008, een interactie aangaan met het kunstwerk. Het is aan de akoestiek van de audio en het publiek te merken dat de installatie zich in Linz in een grotere ruimte bevindt dan bij de expositie in Taipei. Bij de expositie in Linz lijkt er daarbij op het oog meer afstand te zitten tussen de projectieschermen en de sensorvloer. De installatie in Taipei doet door het gedempte geluid en door het ontbreken van toeschouwers op de achtergrond intiemer aan. Bij een beeldregistratie van de installatie op een derde, onbekende locatie, worden de geometrische vormen direct op de muur geprojecteerd en wordt de muur van onder tot boven geheel gevuld door de projectie.172 Al deze factoren hebben invloed op de algemene ervaring van de installatie. Het gehele project

Se Mi Sei Vicino stond in het teken van het onderzoek naar de mogelijkheden van het materiaal.

Cillari begon dit project met een onderzoeksvraag als uitgangspunt. Met behulp van professionals uit het technische werkveld en diens kennis van de mogelijkheden van de techniek kwam Cillari in de experimenteerfase van het project tot de vorm van het kunstwerk. In een serie praktische experimenten zocht zij naar een manier om menselijke interactie te meten, en de deelnemer te laten realiseren dat de grenzen van het zelf tot voorbij zijn eigen huid gaan.173

171 Ibid., 244,en een amateurregistratie van toeschouwers die een interactie aangaan met de installatie: Youtube, zie website in bibliografie.

172 Ibid.

42

In de uitvoerende fase was het de beurt aan de toeschouwer om de werking van het technische onderdeel van de installatie te verkennen door een interactie met de installatie aan te gaan.

4.3 Casestudy 3: ‘Rider Spoke’

Het werk Rider Spoke is ontwikkeld door de Britse kunstenaarsgroep Blast Theory, in samenwerking met Mixed Reality Lab. De kunstenaarsgroep Blast Theory gebruikt interactieve