• No results found

diversiteit optimaal benutten in de klas

tools of the mind

2.4.2 diversiteit optimaal benutten in de klas

Scholen beschouwen de toename aan diversiteit en verschillen vaak als een obstakel. Dat de vele uitingen van verschil een verrijking zijn van de schoolcultuur en benut kunnen worden in de leeromgeving, valt buiten het vizier van het nor-matieve middenklassedenken waarvan ook lera-ren en scholen doordrongen zijn (Van Avaermaet

& Sierens, 2010).

Vanuit de gelijkekansengedachte streven we naar leraren die erin slagen om krachtige leeromgevingen te scheppen die alle leerlingen voldoende en gelijke leerkansen bieden. Hier-bij vatten we de diversiteit aan achtergronden, ideeën, leerstijlen, talen, sociale en communi-catieve vaardigheden op als een verrijking van de leeromgeving. Piet Van Avermaet (2013) ver-woordt dit via de metafoor van het rugzakje dat elk kind meebrengt:

“[…] Alle kinderen stappen met een rugzakje vol competenties de school binnen. Onder-wijs bouwt op die competenties verder. Maar

wat in sommige rugzakjes zit heeft meer waarde op school dan in andere. Het is onder andere door het niet of onvoldoende benut-ten van de diversiteit in de klas – van alles wat in de rugzakjes van ALLE kinderen zit – dat sociale ongelijkheid en ongelijkheid in schoolsucces worden bestendigd.”

Het niet-schoolse kapitaal van kinderen is zo geen obstakel maar net een leerbron. De uit-daging voor leraren is om deze rijkdom te zien en te benutten in de klas. Zo maken leraren het klasgebeuren niet enkel betekenisvol voor àlle kinderen, maar leren kinderen ook van jongs af aan diversiteit erkennen, waarderen en ermee omgaan.

Dit vertrekt vanuit multiperspectiviteit op de problematiek van armoede en het kunnen in vraag stellen of de-normaliseren van eigen re-ferentiekaders. Hiervoor verwijzen we naar de competentie ‘Armoede zien en diversiteit posi-tief benaderen’.

ruImte Voor InItIatIef en eIgen InBreng Door in de leeromgeving ruimte te laten voor ini-tiatief en eigen inbreng van de kinderen, krijgen kinderen meer mogelijkheden om hun compe-tenties te tonen en elementen uit de eigen leef-wereld binnen te brengen in het klasgebeuren.

Zo maakte de kleuterschool Sint-Jozefcollege te Turnhout gebruik van het ondersteuningstraject

‘Hoe omgaan met kinderarmoede op school’

van de Koning Boudewijnstichting om de

me-“Kansarmoede is een bril die je ook kan af-zetten door te kijken naar talenten van men-sen, door mensen op een andere manier te bekijken.”

(Uit: Laenen & Aerden, 2013)

2.4

thodiek dramakar verder uit te bouwen en ontwikkelen. Dramakar is een spelvorm waar-bij kleuters een spel voeren dat ze zelf mogen inkleden. Deze spelvorm heeft tot doel om op een ongedwongen en speelse manier kleuters hun taalverwerving te stimuleren. Doordat er weinig remmingen zijn en veel vrijheid in het spel kunnen kleuters hun eigen belevingswereld in de klas binnenbrengen. Op basis van een al-ledaags thema als eten, verjaardag, tuinieren, jarig zijn, … wordt de dramakar ingekleed met diverse materialen die kinderen naar believen kunnen gebruiken om hun spel vorm te geven.

Via vraagstelling verwerft de leraar inzicht in de leefwereld van kinderen en wordt taalverwer-ving gestimuleerd.

CurrICulumInHouden en leermaterIalen afStemmen op de dIVerSIteIt In de KlaS en In de SamenleVIng

Wanneer een kind aanvoelt dat hetgene de juf, meester en andere kinderen in de klas vertellen en doen helemaal los staat van de eigen leef-wereld, krijgt deze impliciet de boodschap dat wat er thuis gebeurt eigenlijk niet bestaat. Zo lijkt het alsof er geen werklozen, geen diverse gezinssamenstellingen of geen armen bestaan (tenzij ergens op een exotische bestemming).

Daarom dienen leraren na te gaan welke impli-ciete boodschappen en normen worden mee-gegeven in de lesmaterialen en –inhouden die ze gebruiken en of dit overeenstemt met de werkelijkheid in de klas en samenleving (Ver-haeghe e.a., 2000, p. 92). Deze aanpak komt

bovendien ten goede aan alle kinderen doordat dit bijdraagt aan het normaliseren van en leren omgaan met verschillen.

“Samenwerking met de buurt levert ons meer ‘levensecht leren’ wat stimulerend werkt.”

(Uit: Laenen & Aerden, 2013)

2.4

2.4

de talentenarchipel

een tool Van Het lop BaSISonderwIjS aarSCHot In SamenwerKIng met leraren, dIreCtIeS, ClB, BuurtwerK, SoCIale dIenSt, jeugddIenSt…

wat?

In samenwerking met Aarschotse leraren ontwikkelde het LOP basisonderwijs de talentenarchipel om naar de talenten van kinderen te kijken.

Via de Talentenarchipel kunnen leraren een kind in al zijn of haar facetten observeren en alle ter-reinen verkennen bij het zoeken naar en stimuleren van mogelijke talenten.

Deze methode is gebaseerd op drie principes van talentdenken in het onderwijs:

1) Een positieve en waarderende bril die de focus op tekorten verschuift naar de krachten van kinderen.

2) Empowerment en ownership door het kind: het kind gaat zelf op zoek naar wat hem of haar aanspreekt. De rol van de leraar wordt hier niet kleiner maar verschuift naar het versterken van kinderen in hun acties en intenties en het creëren van kansen die nodig zijn om te groeien.

3) Talenten zijn complex, meerlagig en breed: talenten gaan om meer dan een bijzondere vaardigheid of kunstje maar om een ‘potentie die kan uitgroeien tot een bijzondere compe-tentie’. Er wordt dan ook niet ingezet op één talent of prestatie maar op meerdere dimensies via een breed en uitdagend aanbod.

Voor wie?

De talentenarchipel werd ontwikkeld voor het basisonderwijs en kan zowel in de kleuterklas als in het lager onderwijs gebruikt worden.

Hoe?

Een archipel is een verzameling van allemaal eilanden, die samen één geheel vormen. Elk eiland heeft een bijzondere vorm en een bijzondere betekenis. Zo is er het taaleiland, denkeiland, muzie-keiland, sameneiland, wereldeiland, beeldeiland, fijneiland, beweegeiland en ondernemerseiland.

Wat er te beleven is op de eilanden, werd nog niet ingevuld.

2.4

Na een korte introductie worden de kinderen uitgedaagd om aan te geven wat ze graag op een eiland doen of wat ze er nog zouden willen doen. Hierbij komen ze samen tot nieuwe ideeën waar de leraar vaak zelf niet aan denkt.

Bij het werken met de Talentenarchipel gaat het niet om te bewijzen wat je talenten allemaal zijn maar om het op gang brengen van een groeigerichte dynamiek doorheen verschillende positieve ervaringen waardoor kinderen de groeimogelijkheden in zichzelf kunnen ontdekken.

praktisch

http://www.talentenarchipel.be/