• No results found

2. Morfologie van kasteelterreinen in het Gorecht

2.6 Discussie en conclusie

Inleiding

Archeologische, historische en landschappelijke bronnen zijn erg belangrijk voor het

verkrijgen van een zo compleet mogelijk beeld van kastelen. Toch moet de koppeling van een historische bron aan een archeologisch complex altijd kritisch worden bekeken. Bedoelde de auteur wel het zelfde complex als in deze scriptie? Zelfs wanneer een burchtnaam bewaard is gebleven op een kaart moet er rekening worden gehouden met een oudere bouwfase op dezelfde of een nabijgelegen locatie. Een landschappelijk onderzoek naar de omgeving is daarom van belang.

De datering van het Bolwerk

Bewust is de datering van het Bolwerk niet meegenomen in de analyse, hoewel daar wel historisch onderzoek naar is verricht. Er zijn twee verschillende kastelen die aan het Bolwerk worden gekoppeld, namelijk Blankeweer en Mitspete/Munitio Threntonum. Het toponiem Blankeweer lijkt betrekking te hebben op de kavel ten westen van het Bolwerk, maar

aanwijzingen voor een sterkte zijn tot op heden niet aangetroffen. Op de Beckering kaart staat Blankenweer meer ten westen afgebeeld samen met het blokhuis Weerdenbras.178 Op de kaart van Bartold Wicheringe (1616) ligt direct ten noorden van Noordlaren het toponiem

Blankenborch.179 Het Bolwerk ligt meer ten noordwesten van Noordlaren. Op het onderzochte kaart- en fotomateriaal is geen borg te vinden die deze naam draagt. Natuurlijk is de kaart van Wicheringe niet helemaal exact. De mogelijkheid dat hiermee een sterkte ter hoogte van de Kampsteeg wordt bedoeld kan niet worden uitgesloten.

Het lokaliseren van Mitspete/ munitio Threntonum is een stuk lastiger.180 Er zijn twee

aanwijzingen betreffende de ligging van deze sterkte. In de Quedam narracio wordt vermeldt dat het Drentse hoofdkwartier Mitspete verwoest werd nadat de Groningers en de Hunsigoers het dorp Lare hadden aangevallen. Ook is in de kroniek van Johannes de Beke te lezen dat een kasteel te Lare aanwezig was.181 Om bij de plaats van bestemming te komen zou men langs het Bolwerk moeten. Ook in een oorkonde van 1339 is een kleine aanwijzing gegeven over de ligging van het munitio Threntonum, het zou namelijk ten zuiden van de stad liggen- volgens van de Broek zijn kasteel Lare en het munitio Threntonum dezelfde burchten. Toch zijn er twee problemen wanneer men het Bolwerk interpreteert als het Drentse hoofdkwartier:

De in de Quedam narracio beschreven geografische aanduidingen zijn heel globaal. Ten zuiden van Groningen liggen veel strategische locaties, bijvoorbeeld bij voorden. Mogelijk is het Drentse hoofdkwartier een geheel ander complex.

 De vergelijking tussen Wolfsbarge en het Bolwerk: archeologisch onderzoek naar het Bolwerk mag dan wel niet hebben plaatsgevonden, maar de burcht lijkt op het eerste gezicht sterk vergelijkbaar met de burcht bij Wolfsbarge. Het is mijn inziens goed

178 wng 39875

179 Van den Broek 2011, 14.

180

Evenals Overdiep ga ik er vanuit dat hiermee hetzelfde complex wordt bedoeld.

mogelijk dat deze twee burchten tegelijkertijd zijn gebouwd in opdracht van dezelfde persoon of instantie. Wolfsbarge lag bovendien tot 1282 in de marke van Noordlaren. De in 1262 gebouwde kapel stond ook in relatie met de kerk van Noordlaren.182 Het ligt daarom mijn inziens voor de hand dat het Bolwerk en Noordlaren ook vóór 1282 zijn gebouwd. Dat het Bolwerk Mitspete zou zijn lijkt minder aannemlijk. Mitspete was een belangrijke Drentse versterking die geen verband leek te hebben met een andere sterkte.

Om deze twee redenen is er bewust voor gekozen om het Bolwerk niet te verbinden aan één van deze historische bronnen.

Conclusie

Hoe moeten de materiële overblijfselen en de historische kennis van kastelen in het Gorecht worden geclassificeerd? In het Gorecht kunnen kastelen onderscheiden worden die

uitsluitend in historische bronnen worden genoemd en waarvan we de exacte locatie niet weten, namelijk Glimmen, Knerdawinkel en het Vrydemahuis. Daarnaast zijn er kastelen die archeologisch zijn waargenomen en waarvan op basis van historische bronnen kan worden gesteld dat het om een kasteel moet gaan. Daarvoor wordt de definitie kasteelterrein

gehanteerd. Het gaat om de Gronenburg en Selwerd. De laatste categorie wordt gevormd door versterkte complexen waarvan sterk het vermoeden bestaat dat het om een kasteelterrein gaat, maar waarvan niet bewezen kan worden omdat de historische context ontbreekt. Het vereiste is immers dat op een dergelijk terrein adel heeft gewoond. Voor het Bolwerk, het

Cortingshuis, Elba, Wolfsbarge en de Zernikeburcht is de historische context niet duidelijk. Wat is de stand van kennis van de Gorechtse kasteelterreinen?

Van de elf kasteelterreinen is er naar tien historisch onderzoek verricht en naar zes archeologisch onderzoek.

Naam Classificatie Typologische classificatie Arch. Onderzoek His. Onderzoek Burchteilanden Datering Bolwerk 2 * Nee Ja 1 <1282 Cortinghuis 3 Woon/zaaltorenkastelen Ja Ja 2 <1355-1357

Elba 3 Woon/zaaltorenkastelen Ja Ja 2 ca.

1250-1400 Feith’s Groenenberg 2 * Nee Ja * ? Glimmen 6 * Nee Ja * 1227 Gronenburg 4 Woon/zaaltorenkastelen Ja Ja 3> <1242- Euvelgunne Knerdawinkel 6 * Nee Ja * <1242

Selwerd 4 Ronde kastelen & Ja Ja 2 <1360

woon/zaaltorenkastelen

Vrydemahuis 6 * Nee Ja * <1339

Wolfsbarge 3 Woon/zaaltorenkastelen Ja Nee 1 <1282

Zernikeburcht 3 Woon/zaaltorenkastelen Ja Ja 4 ca.

1200-1400 Tabel 7. Schematisch overzicht van de stand van kennis van de kasteelterreinen in het

Gorecht. *= geen informatie bekend.

Wat zijn de morfologische kenmerken van kastelen in het Gorecht?

Er is weinig informatie in het bodemarchief bewaard gebleven en er zijn geen historische of iconografische overleveringen overgeleverd die betrekking hebben op het uiterlijk van de Gorechtse burcht. Tot zover kon worden aangetoond dat één kenmerk specifiek is voor de Gorechtse burchten, namelijk de aanwezigheid van een woon/zaaltoren. Daarnaast is er bij meerdere kasteelterreinen een meervoudig wallen- en grachtenstelsel aangetoond, te weten bij het Bolwerk Wolfsbarge en Selwerd. Ook bij de Gronenburg lijkt langs de meander een extra waterloop te zijn geweest. De meeste burchten zijn in de periode 1200-1250 gebouwd. Alleen Selwerd is mogelijk eind dertiende-eeuws en voor Wolfsbarge en het Bolwerk kan geen specifiekere datering worden gegeven dan vóór 1282.

Wat zijn de historische kenmerken van kastelen in het Gorecht?

Ondanks dat niet al het historische bronmateriaal even toereikend is, konden toch verschillende zaken worden onderzocht. De burchten behoorden, indien dit kon worden aangetoond, tot de burggraafpartij. Slecht één, Knerdawinkel, behoorde tot de burgerpartij. Het is niet eens zeker of deze burcht in het Gorecht heeft gelegen. Twee functies konden worden aangetoond, namelijk het verzekeren van de territoriumgrenzen(Glimmen) en het controleren van Drenterwolde (de Gronenburg). Beide functies hadden als doel het Gorecht territorium te ondersteunen.