Discussie

Het openingscitaat van dit onderzoek luidt:

"Lapis reclusit iste Flauio abditum. Poli fuum hunc

amorem, at ipse nauitae" (Deze steen heeft aan Flavius verborgen horizonten onthuld; het

heeft zijn geheime liefde voor de pool geopenbaard, maar ook zijn liefde voor de navigator).

Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan het verder onthullen van de horizonten van het kompas “Maestro” door focus aan te brengen op de variabelen die nader onderzocht kunnen worden ter verbetering.

Het doel van dit onderzoek was onderzoeken op welke wijze de bereidwilligheid van de commerciële managers binnen de Rabobank gestimuleerd kan worden om zelfstandig actief gebruik te maken van het MIS Maestro. De resultaten van dit onderzoek hebben geleid in een beter inzicht in de factoren die het gebruik van Maestro binnen de doelgroep van commerciële managers beïnvloeden. Zo is aangetoond dat de problematiek zich voornamelijk beperkt door systeemtechnische elementen als volledigheid van de informatie en flexibiliteit van het systeem. Dit onderzoek heeft tevens aangetoond dat de attitude van de eindgebruiker ten opzichte van de Maestro positief is en dat men bereid is het systeem te gebruiken. Daarnaast is in aanvulling op het theoretisch model van Wixom & Todd (2005) de variabele vertrouwen in het systeem toegevoegd, die ook waardevolle informatie oplevert. Op basis hiervan is een aantal aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek om het MIS te verbeteren.

Naast de resultaten is het ook van belang om kritisch naar het onderzoek te kijken. Als eerste wordt hieronder de validiteit van het onderzoek beschreven en vervolgens de betrouwbaarheid en bruikbaarheid.

Validiteit

Bij validiteit gaat het er om dat daadwerkelijk gemeten wordt wat bij aanvang de bedoeling was (Baker, 1988). De duidelijke afbakening van dit onderzoek met behulp van het onderzoeksmodel heeft bijgedragen aan de validiteit. De variabelen zijn gemeten aan de hand van enquêtevragen die in een eerder onderzoek (Wixom & Todd, 2005) zijn gebruikt. Door deze aansluiting wordt het risico gemitigeerd dat verkeerde vragen worden geformuleerd die uiteindelijk niet meten wat bij aanvang de bedoeling was.

Een (scherpe) afbakening van een onderzoek kan tevens voor een nadeel zorgen wanneer dit bezien wordt vanuit constructvaliditeit (Cronbach & Meehl, 1955). Deze vorm van validiteit gaat over de vraag of de resultaten van een onderzoek wel werkelijk een indicatie vormen voor het begrip waarover men uitspraak wil doen. De resultaten van een onderzoek kunnen weliswaar naadloos aansluiten bij de theorie, maar er kan onvoldoende rekening zijn gehouden met andere variabelen die ook invloed hebben op het onderzochte begrip. Voor dit onderzoek is getracht dit te voorkomen door een bredere

kijk te hanteren. Dit heeft geresulteerd in het toevoegen van twee variabelen aan het oorspronkelijk model van Wixom & Todd (2005), namelijk betrokkenheid gebruiker en vertrouwen in het systeem.

Betrouwbaarheid

Bij betrouwbaarheid gaat het erom dat de gehanteerde onderzoeksmethoden consistent en repliceerbaar zijn (Pelsmacker & Kenhove, 2007). Daarbij spelen ook de omstandigheden waarbinnen het onderzoek plaatsvindt een belangrijke rol. Een onderzoek is betrouwbaar als de waarnemingen herhaald kunnen worden en vervolgens dezelfde uitkomsten geven. Bij dit onderzoek is dit het geval. Er is uitvoerig uitleg gegeven bij de ondernomen stappen en de gemaakte keuzes expliciet zijn benoemd en beargumenteerd. Dit vergroot de repliceerbaarheid van het onderzoek. Wanneer bij de herhaling van dit onderzoek het aantal respondenten groter zal zijn, zal dit alleen bijdragen aan de reductie van de foutmarge (in dit onderzoek is dit 15%).

Om niet blindelings op de enquêtevragen van Wixom & Todd (2005) te varen is met behulp van de Cronbach’s alpha gemeten in hoeverre de enquêtevragen hetzelfde concept meten. Volgens Offringa et al. (2008) betekent een Cronbach’s alpha tussen 0,70 tot 0,95 een betrouwbare schaal. Onderzoeksvragen die niet aan de gestelde norm voldoen zijn verwijderd. Het nadeel hiervan is dat vervolgens een te beperkt aantal enquêtevragen overblijven, wat mogelijk zorgt voor een te eenzijdige benadering van een variabele.

Bruikbaarheid

De bruikbaarheid van een onderzoek wordt gezien als de mate waarin de door het onderzoek aangedragen kennis bijdraagt tot een verbetering van te nemen beslissingen (Korzilius, 2000). Het onderzoek moet zodanig zijn opgezet en uitgevoerd dat het ook geschikt is om verbetervoorstellen te implementeren. Met andere woorden, is de verkregen informatie wel praktisch? Zo moet onder andere de doel- en vraagstelling adequaat zijn en het gebruikte theoretisch model specifiek genoeg zijn om het doel te bereiken. Op basis hiervan wordt de bruikbaarheid van dit onderzoek als positief ingeschat. Het biedt praktische handvatten voor de Rabobank om het gebruik van het MIS onder de commerciële managers te stimuleren, door scherpe focus aan te brengen op een aantal factoren die nader onderzocht kunnen worden om verbeteringen aan te brengen.

Referenties

Baker, T.L. 1988. Doing Social Research. New York, etc: McGraw-Hill International Editions.

Chenhall, R., Morris, D. 1986. The impact of structure, environment and interdependence on the perceived usefulness of management accounting systems. The Accounting Review Vol: 61 No: 1.

Cronbach, L.J., Meehl, P.E. 2005. Construct validity in psychological tests. Psychological Bulletin, 52, pp. 281-302

Damoradan, L. 1996. User Involvement in the Systems Design Process: A Practical Guide for Users. Behaviour and Information Technology, 15:6, pp. 363-377.

Davis, F. D. 1989. Perceived Usefulness, Perceived Ease of Use, and User Acceptance of Information Technology, MIS Quarterly, 13:3

DeLone, W.H., McLean, E.R. 1992. Information systems success: The quest for the dependent variable, Information System Research, 3:1

DeLone, W.H., McLean, E.R. 2003. The DeLone and McLean Model of Information Systems Success: A Ten-Year Update, Journal of Management Information Systems, Vol: 19 No. 4

Gefen, D., Karahanna, E., Straub, D.W. 2003. The role of and trust vis-à-vis TAM. IEEE Transactions on Engineering Management, 50:3, pp. 307-321.

Gefen, D., Karahanna, E., Straub, D.W. 2003. Trust and TAM in online shopping: An integrated model. MIS Quarterly, 27:1, pp. 51-90.

Harris, M.A. 2009 A New Look at the Relationship between User Involvement in Systems Development and System Success. Communications of the Association for Information Systems, Vol: 24, Article 42.

Hartwick, J., Barki, H. 1994. Explaining the role of user participation in information system use. Management Science. 40:4

Hendrickson, A.R., Massey, P.D., Cronan, T.P. 1993. On the test-retest reliability of perceived usefulness and perceived ease of use scales. MIS Quarterly 17, pp. 227-230.

Hwang, M.I., Thorn, R.G. 1999. The Effect of User Participation Process and Task Meaningfulness on Key Information System Outcomes. Information and Management, 35:4, pp. 229-236.

Ivankovič, G., Jerman, M. 2010. The Use of

Decision Making Information: A

Comparative Exploratory Study of Slovene Hotels. Managing Global Transitions. Vol:8 No: 3.

Ives, B., en Olsen, M.H. 1984. User Involvement and MIS Success: A Review of Research, Management Science, Vol: 30 No: 5 Korzilius, H. 2000. De kern van survey-onderzoek. P 31-32. Assen: Van Gorcum & Comp. B.V.

McKnight, D.H., Choudhury, V., Kacmar, C. 2002. Developing and validating trust measures for e-commerce: An integrative typology. Information Systems Research, 13:3, pp. 334-359.

Mc Knight, D.H., Cummings, L.L., Chervany, N.L. 1998. Initial trust formation in new organizational relationships. Academy of Management Review, 23:3, pp. 473-490. Mia, L., Chenhall, R. 1994. The usefulness of MAS functional differentiation and management effectiveness. Accounting, Organization and Society Vol: 19 No: 1

Nelson, R.R., Todd P.A., Wixom, B.H. 2005. Antecedents of Information and System Quality: An Emperical Examination Within the Context of Data Warehousing, Journal of Management Information Systems, 21:4

Offringa, M., Assendelft, W.J.J., Scholten, R.J.P.M. 2008. Inleiding in evidence-based medicine: klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Park, N., Min Lee, K., Hope Cheong, P. 2008. University Instructors' Acceptance of Electronic Courseware: An application of the Technology Acceptance Model. Journal of Computer-Mediated Communication. 163-186 Pelsmacker, P., Kenhove, P. 2007. Marktonderzoek methoden en toepassingen. Pearson Education Benelux bv. Amsterdam. Plooij, F. 2008. Onderzoek doen. Een

praktische inleiding in

onderzoeksvaardigheden. Pearson Education Benelux bv. Amsterdam.

Wixom, B. H., Todd, P. A. 2005. A Theoretical Integration of User Satisfaction and Technology Acceptance, Information System Research, Vol: 16 No: 1

Rai, A., Lang, S.S., Welker, R.B. 2002. Assessing the Validity of IS Success Models: An Emperical Test and Theoretical Analysis. Information Systems Research 13:1

Reeves, C., Bednar, D.A. 1994. Defining Quality: Alternatives and implications, Academy of Management Review, 19:3

Seddon, P. 1997. A respecification and extension of the Delone and McLean model of IS Success. Information Systems Research, 6:2

Segars, A.H., Grover, V. 1993. Re-examining perceived ease of use and usefulness: A confirmatory factor analysis. MIS Quarterly 17, pp. 517-525.

Subramanian, G.H. 1994. A replication of perceived usefulness and perceived ease of use measurement. Decision Sciences 25, pp. 863-873.

Vance, A., Elie-Dit-Cosaque, C., Straub, D.W. 2008. Examining Trust in Information Technology Artifacts: The Effects of System Quality and Culture. Journal of Management Information Systems, Vol: 24, No. 4, pp. 73-100.

Wang, W., Benbasat, I. 2005. Trust and adoption of online recommendation agents. Journal of the AIS, 6:3, pp. 72-101.

Wang, R. Y., Strong, D.M. 1996. What data quality means to data consumers. Journal of Management Information Systems, 12:4 Wu, I.L., Chen, E.L. 2005. An extention of trust and TAM model with TPB in the initial adoption of on-line tax: An empirical study. International Journal of Human-Computer-Studies, 62:6, pp. 784-808.