• No results found

Digitaal lezen moeten leerlingen expliciet en actief aanleren’

In document LEER ZE LEZEN (pagina 92-97)

JOUW EIGEN KLAS

Zoals gezegd hoef je schermen niet uit je klas te verbannen. Zolang je je er maar van bewust bent dat digitaal lezen anders is dan lezen van papier. Het onderzoek van Clinton maakt duidelijk dat het ver-schil ’m vooral zit in de leeshouding. Een leerling die geconcentreerd een tekst uit het lesboek leest, kan – zodra hij diezelfde tekst van scherm leest – afdwalen. Zeker als die digitale tekst ook nog hyperlinks bevat die hem wegvoeren uit de tekst.

Je moet leerlingen dus leren om ook digitale tek-sten geconcentreerd te lezen. Dat begint al met wat Clinton framing noemt: vertel leerlingen expliciet dat ze een pittige tekst te lezen krijgen waar ze hun aandacht echt bij moeten houden. Zo kun je doorbreken dat ze schermlezen associëren met ontspanning en spelletjes.

Je kunt hun concentratie verder vergroten door, net als bij lezen van papier, aandacht te besteden aan leesstrategieën. Tijdens het lezen kun je bijvoor-beeld vragen stellen over de tekst (zie ook hoofdstuk 14, ‘Breek de tekst open met vragen’) of teruglezen als je een woord of passage niet begrijpt. En net zoals je leerlingen leert hoe ze hun weg kunnen vinden in een papieren tekst (door omslag, inhoudsopgave, titel, tussenkopjes en flaptekst te scannen), leer je ze hoe digitale teksten in elkaar steken. Besteed bij-voorbeeld aandacht aan hyperlinks en leer hun dat ze niet gedachteloos op alles moeten klikken, maar eerst moeten nadenken of die link hen gaat helpen om de tekst beter te begrijpen.

Digitale (prenten)boeken kun je zonder problemen (blijven) gebruiken. Voor verhalende teksten maakt het medium immers weinig uit. Let er wel op dat deze boeken geen toeters en bellen bevatten (zoals geluidseffecten en spelletjes) die lezers afleiden van het verhaal.

OM IN TE LIJSTEN

• Lezen van scherm kan het diepe én het letterlijke tekstbegrip bemoeilijken. • Bij digitaal lezen overschatten leerlingen

zichzelf vaak: ze denken sneller dat ze de tekst wel begrijpen.

• Herinner leerlingen er expliciet aan dat ze digitale teksten aandachtig moeten lezen. • Voor het begrijpen van verhalende teksten

LITERATUUR

Gebruikte wetenschappelijke bronnen

Clinton, V. (2019). Reading from paper compared

to screens: A systematic review and meta-analysis.

Journal of Research in Reading, (42)2, 288-325.

Fesel, S., Segers, E. & Verhoeven, L. (2018).

Indivi-dual variation in children’s reading comprehension across digital text types. Journal of Research in

Rea-ding, (41)1, 106-121.

Verder lezen

Dit artikel op Didactiefonline.nl vat de oratie samen van Eliane Segers als bijzonder hoogleraar Lezen en digitale media, over het lezen van digitale teksten. Geus, E. de (2017). Help leerlingen hyperteksten lezen. Didactiefonline.nl.

https://didactiefonline.nl/artikel/help-leerlingen-hyperteksten-lezen

Digitaal lezen krijgt vaak de schuld, maar zo simpel is het niet, stellen leesexperts Eliane Segers en Paul van den Broek.

Segers, E., & Broek, P. van den. (2020). Het nieuwe lezen. Didactiefonline.

https://didactiefonline.nl/artikel/het-nieuwe-lezen Deze brochure van Stichting Lezen bevat feiten, cijfers en meningen over digitaal lezen.

Stichting Lezen (2016, april). Digitaal lezen, anders

lezen? Amsterdam: De Leesmonitor.

https://www.lezen.nl/sites/default/files/Leesmoni-tor1-2016_lr.pdf

Leesvaardigheid en leesmotivatie zijn communicerende vaten. Wie goed is in lezen, zal meer lezen en wie meer leest, wordt beter in lezen. Dat is wat onderzoekers de positieve leesspiraal noemen. Helaas bestaat ook het omgekeerde: de negatieve leesspiraal waarbij leerlingen de lust tot lezen steeds meer vergaat.

Hoe kun je het een bevorderen en het ander voorkomen? Dat lees je in dit deel. Aan bod komen onder meer hoe je leerlingen kunt stimuleren om leeskilometers te maken, wat de opbrengsten van lezen in de vrije tijd zijn (en hoe je dat kunt bevorderen) en het belang van maatwerk.

De beste motivatie om te gaan lezen, is weten dat teksten iets te bieden hebben. Mooie verhalen, interes-sante weetjes, nuttige tips en inspirerende ideeën. Neem daarom je leerlingen mee op ontdekkingsreis door de wereld van taal en verhaal, elke dag opnieuw.

LEESMOTIVATIE

‘ “Ik heb niets behalve een paar verhalen”, zei Vijfde Oudstebroer. “Godzijdank”, zei de wacht hartgrondig.’

INTRODUCTIE

‘Verboden te lezen.’ Dat zou, zo grappen sommigen weleens, een goede slogan voor leesbevordering zijn. Verbied een activiteit en je zult zien dat leer-lingen binnen de kortste keren naar de verboden vruchten grijpen.

Zo eenvoudig is het helaas niet. Over de vragen wat leesmotivatie precies is en wat het vermag, heeft al menig onderzoeker zich gebogen. De stapel onderzoeken naar leesmotivatie groeit nog steeds en het ultieme antwoord is nog niet gevonden. Maar Ulrich Schiefele, Ellen Schaffner, Jens Möller en Allan Wigfield hebben wel een huzarenstuk geleverd door orde in de chaos te scheppen. Ze namen 34 onder-zoeken naar leesmotivatie van leerlingen (po en vo) tussen 1990 en 2011 onder de loep en beschrijven heel nauwkeurig alle facetten van leesmotivatie. Hun artikel biedt daarmee goede handvatten voor leraren en andere leesbevorderaars.

HET IDEE

Over wat leerlingen motiveert om te lezen, is al veel gezegd en geschreven. Daarbij komen verschillende begrippen langs, zoals motivatie, leesattitude, lees-voorkeuren en leestijd. Hoog tijd, zo vonden Schie-fele en zijn collega’s, om eens orde op zaken te stel-len. Ze doken in de oogst van twintig jaar onderzoek naar leesmotivatie en trokken daaruit rode draden. In hun artikel verhelderen ze vijf belangrijke thema’s: 1. Definitie: wat valt nou wel en niet onder het kopje

leesmotivatie?

2. Verfijning: welke redenen zijn er om te lezen? 3. Leesgedrag: wat is het verband tussen

leesmotiva-tie en leesgedrag?

4. Leesvaardigheid: wat is het verband tussen lees-motivatie en leesvaardigheid?

5. Kip of ei: wat weten we over oorzaak en gevolg (zie kader op pagina 99)?

DE INZICHTEN

In document LEER ZE LEZEN (pagina 92-97)