• No results found

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

3.4.4 Deelproces 3.1: uitwerking taakgerichte werkinstructie

In deze fase wordt de verzamelde input tijdens de voorbereidingsfase (vorige deelproces) gebruikt om de taakgerichte werkinstructie uit te werken. Dit gebeurt aan de hand van de onderstaande stappen.

3.1.1 Aanmaken modelweergaven (views)

De benodigde geometrische informatie wordt gegenereerd in een modelleerapplicatie (Revit, Allplan, Tekla, ArchiCAD, Civil3D, InfraWorks) door het maken van zogenoemde views, oftewel modelweergaven. Deze worden vervolgens verzameld in een digitaal informatieoverzicht, een sheet.

Dit is een gebundelde weergave van de gemaakte views in een navigeerbaar model. Deze views bestaan voornamelijk uit (3D)-aanzichten, doorsneden en details.

Door het ontwerpteam zijn standaard views ingericht die afgeleid zijn van de eerder geïnventariseerde informatieweergaven uit de informatiedatabase. Deze vooraf aangemaakte informatieweergaven dienen als vertrekpunt voor het inrichten van de taakgerichte werkinstructie.

Wanneer deze views niet toereikend zijn voor het vertalen van de informatiebehoefte van het uitvoeringsteam dienen deze gedupliceerd te worden om ze vervolgens aan te passen zodat deze wel voldoen. Dit kan door het camerastandpunt te veranderen, de schaal van de view aan passen of de plaats van een doorsnede te veranderen. Let hierbij op de leesbaarheid (schaal) en het output-formaat van de taakgerichte werkinstructie.

Afhankelijk van de hoeveelheid aan (geometrische) informatie wordt het formaat van de digitale sheet bepaald. Wanneer er sprake is van het bundelen van een omvangrijke hoeveelheid informatie voor het uitvoeren van een taak op een overzicht zijn er drie opties, te weten:

- Standaard formaat is een enkele A3. Dit is een handzaam formaat. Wanneer de hoeveelheid informatie voor een taak niet past wordt de informatie opgeknipt in dagdelen conform de detailplanning.

- Standaard formaat is meerdere A3’s. Door de hoeveelheid informatie zijn er meerdere A3 tekeningen nodig om de benodigde informatie voor het uitvoeren van een taak te bundelen - Standaard formaat is variabel, A0 tot A4. Afhankelijk van de hoeveelheid informatie wordt het

formaat bepaald. Hierbij wordt het probleem gevormd dat in de meeste bouwketen geen plotters aanwezig zijn en er dus niet groter dan A3-formaat kan worden afgedrukt.

De ploeg geeft aan dat het formaat geen belemmering vormt. Er wordt meer waarde gehecht aan de leesbaarheid van de informatie op de werkinstructie dan aan het formaat. Vanuit uitvoeringstechnisch oogpunt geniet de laatste optie de voorkeur.

3.1.2 Informatie in BIM zichtbaar maken

Het digitale informatieoverzicht in de modelleerapplicatie is uit te breiden door geometrische en niet-geometrische informatie zichtbaar te maken op de sheet. Geometrische informatie is informatie die direct gelinkt is aan de locatie of afmetingen van een object in het BIM. Niet-geometrische informatie omvat alle overige data van het object, zoals materiaal, afwerking, brandveiligheidsklasse, codering volgens een bepaalde coderingsmethodiek (IPB-codering), et cetera. Dit houdt in dat relevante informatie conform database al in het BIM aanwezig is en wordt weergeven op de taakgerichte werkinstructie. Dit kunnen hoofdassen, maatlijnen, uittrekstaten, merkenoverzichten, legenda’s, coderingen, stapsgewijze visualisaties of 4D-planning zijn.

Hoofdassen weergeven

Nadat de views met weergaven van bovenaanzichten, doorsneden en aanzichten verzameld zijn op een sheet worden de views inhoudelijk gecontroleerd of de noodzakelijke geometrische informatie wordt weergegeven. Er wordt gecontroleerd of de views zijn voorzien van een assenplan met hoofdassen, coördinaten en hoofdmaatvoering. Dit is informatie die al aanwezig is in het BIM en enkel weergegeven dient te worden.

Aan het begin van de ontwerpfase wordt een template aangemaakt waarin een assenplan met hoofdmaatvoering wordt vastgelegd. Deze template dient als onderlegger voor de verschillende plattegronden, aanzichten en doorsneden. Het is dus van belang dat deze onderlegger terugkomt op iedere weergave van het model (view) zodat de uitvoerende bouwplaatsmedewerkers relaties kunnen leggen tussen de bouwdelen.

Maatlijnen weergeven

Om te voldoen aan de informatiebehoefte worden de views verder opgemaakt in de modelleerapplicatie door deze te voorzien van aanvullende geometrische informatie zoals maatvoering, coördinaten, opmerkingen of kleurcodering. Per view kan er maatvoering weergegeven worden. Vervolgens kan deze view “gelocked” worden zodat de toegevoegde informatie niet gewijzigd kan worden.

Kleurcodering weergeven

Op aanvraag van het uitvoeringsteam is het mogelijk een kleurcodering toe te voegen aan objecten.

In het voorbeeld in Figuur 3.17 geeft de kleur de dikte van de kolommen aan. In een tabel ernaast is de afstorthoogte en het type wapening gemerkt met een uniek nummer weergegeven dat correspondeert met de monotubes in de plattegrond. Dit overzicht is een extract uit BIM dat als input heeft gediend voor de wapeningsleverancier. Door dit extract heeft de leverancier de wapening kunnen leveren met hetzelfde nummer zoals in de plattegrond aangegeven.

Daarnaast is onderscheid gemaakt in de verschillende afmetingen van de sparingen door middel van kleurcodering. Sparingen dienen altijd gemodelleerd te worden met een ‘sparingmaker’, dit is een Generic Model (een family in het modelleerprogramma Revit), die middels parametrische waarden wordt ingesteld. Dit maakt het aanpassen en tellen van sparingen makkelijker en helpt bij het genereren van uittrekstaten (Pennavaire, 2015).

3.1.3 Informatie aan BIM toevoegen

Soms is het wenselijk om aanvullende informatie toe te voegen aan het BIM zoals montagerichtlijnen, afbeeldingen, werkplannen of handleidingen. Dit is informatie dat niet direct afkomstig is uit het BIM maar wel relevant is voor het uitvoeren van een taak.

Tabel 6 Onderscheid in informatie zichtbaar maken en informatie toevoegen

Extra informatie zichtbaar maken Extra informatie toevoegen

 Hoofdassen

 Coördinaten

 Maatvoering

 4D-planning

 (Kleur)codering

 Stukslijst

 Hoeveelheden

 Legenda’s

 Documentenlijst

 Telefoonnummers

 Handleiding

 Verantwoordelijke actiehouder

 Montagerichtlijn

 Weersvoorspelling

 Uitvoeringseisen

 Afbeeldingen (png/jpeg)

3.1.4 Lay-out opmaken

Met input van de laatste stap (2.4) van de tweede checklist wordt de lay-out van de taakgerichte werkinstructie opgemaakt. Modelweergaven krijgen de juiste schaal en worden op verzoek van de uitvoerende bouwplaatsmedewerkers logisch ten opzichte van elkaar weergegeven.

3.1.5 Projectinformatie toevoegen

In de onderhoek van de taakgerichte werkinstructie wordt in een tabel aangegeven welke modellen zijn weergegeven, zie Figuur 3.18. Hierdoor kan eenvoudig worden gecontroleerd of de actuele modellen zijn gebruikt in het informatieoverzicht. Ook is aangegeven wie de taakgerichte werkinstructie heeft opgesteld en of deze gecontroleerd en gereed is voor uitvoering. Daarnaast wordt de uit te voeren taak weergegeven voor het betreffende onderdeel. Vervolgens wordt de overige projectinformatie aangevuld in de stempel. Zodra de taakgerichte werkinstructie is goedgekeurd krijgt deze de status “gereed voor uitvoering”.

Figuur 3.18 Ontwerp onderhoek taakgerichte werkinstructie

3.1.6 Taakgerichte werkinstructie genereren

De daadwerkelijke taakgerichte werkinstructie wordt gegeneerd door het digitale informatieoverzicht in de modelleerapplicatie te exporteren naar het gewenste format (.pdf/.ifc/.bcf/.dwg/.rvt). Er is gekozen om de taakgerichte werkinstructie te exporteren naar PDF en af te drukken op een handzaam papierformaat. De praktijk wijst uit dat dit (voor nu) de meest realistische optie is gezien de heersende cultuur op de bouwplaats.

A

Fragment productiemodel gereed voor uitvoering

Taakgerichte werkinstructie

Figuur 3.19 Schematische weergave processtap 3.1.6