• No results found

De verschillen in administratieve lasten tussen sectoren

4 Beïnvloeden administratieve lasten de mate van ondernemerschap?

4.2 De verschillen in administratieve lasten tussen sectoren

De administratieve lasten v.o.d. per bedrijf variëren over de tijd, maar meer nog tussen de sectoren. Ook toe- en uittredingscijfers verschillen tussen de sectoren.

Dit roept de vraag op, of er sprake is van een verband: hangen de structurele verschillen in toe- en uittreding tussen de sectoren wellicht deels samen met de verschillen in administratieve lasten v.o.d. per bedrijf? Dit kan onderzocht wor-den door regressievergelijking (6) uit het vorige hoofdstuk te schatten. In deze vergelijking zijn jaardummies opgenomen in plaats van sectordummies. Hiermee wordt als het ware gecorrigeerd voor verschillen in de mate van

onderne-merschap over de tijd, waardoor het model zich kan richten op het verklaren van de verschillen die er tussen de sectoren bestaan. De resultaten hiervan staan in Tabel 5 vermeld.

We vinden een significant negatieve invloed van de administratieve lasten v.o.d.

per bedrijf voor het percentage starters. In sectoren met relatief lage admini-stratieve lasten v.o.d. per bedrijf ligt het percentage starters hoger dan in secto-ren waar deze lasten relatief hoog zijn: een verschil tussen sectosecto-ren van € 1.000 administratieve lasten v.o.d. per bedrijf hangt samen met een verschil in het percentage starters van 0,13 procentpunt. Ook voor de netto toetreding vinden we een significant negatieve samenhang met de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf. Het effect is echter minder groot dan voor het percentage starters. Wel-licht komt dit omdat we geen relatie vinden met het percentage dochters. Daar-naast zou ook het verband tussen administratieve lasten per bedrijf en de uittre-ding van bedrijven minder sterk kunnen zijn dan het verband met (bruto) toetre-ding.

De overige resultaten van de vergelijking tonen aan, dat de mate van onderne-merschap hoger is voor kleinschalige sectoren (dit zijn sectoren met een relatief lage toegevoegde waarde per bedrijf). Dit is niet verwonderlijk: een lage toege-voegde waarde per bedrijf geeft aan dat er relatief veel kleinschalige bedrijven in een sector zijn. In deze sectoren is het relatief makkelijk om een nieuw bedrijf te beginnen. De mate van ondernemerschap is ook hoger in sectoren met relatief hoge loonkosten per werknemer. De relatie is hier zelfs nog sterker dan in Tabel

28

3. Zoals eerder beschreven vormen hoge loonkosten mogelijk een indicator voor hoge winstmogelijkheden.

Tabel 5 De invloed van administratieve lasten v.o.d. op ondernemerschap, controlerend voor ontwikkelingen over de tijd: resultaten van een fixed effects-model voor het particuliere bedrijfsleven exclusief landbouw en zorg, 1998-2006 (stan-daardfouten tussen haakjes)

Maatstaf voor ondernemerschap

Starters Dochters Netto toetreding

ALKB -0,129 ***

(0,034)

ALtotaal - 0,019 -0,073 **

(0,015) (0,036)

Toegevoegde waarde -4,078 ** -1,554 ** -5,224 ***

per bedrijf (1,599) (0,767) (1,889)

Loonkosten/werknemer 0,301 *** 0,146 *** 0,429 ***

(0,065) (0,029) (0,073)

N 72 72 72

adj. R2 0,602 0,373 0,565

De te verklaren variabelen (starters, dochters en netto toetreding) zijn weergegeven als percentage ten opzichte van het totale aantal bedrijven (per sector) aan het begin van elke peri-ode.

De fixed effects-resultaten zijn verkregen op basis van een OLS-schatter voor een model met jaardummies; de parameterschattingen voor de jaardummies en de constante term zijn niet in de tabel opgenomen.

*, **, *** betekent significant verschillend van 0 op resp. 10%, 5%, 1%.

5 Conclusies

Diverse achtereenvolgende kabinetten hebben doelstellingen geformuleerd om de administratieve lastendruk fors te verlagen. Een van de argumenten hiervoor is dat hoge administratieve lasten het moeilijker maken voor bedrijven om concur-rerend te zijn. Dit kan vervolgens een negatieve invloed hebben op de mate van ondernemerschap. Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken in welke mate de administratieve lasten voor bedrijven van invloed zijn op het relatieve aantal starters, nieuwe dochterbedrijven en de netto toetreding in Nederlandse sectoren.

Om dit te kunnen onderzoeken hebben we een dataset geconstrueerd waarin we voor acht sectoren, drie grootteklassen en negen opeenvolgende jaren (1998 t/m 2006) de administratieve lasten en de kosten van informatieverplichtingen aan derden hebben verzameld (samen noemen we dit de administratieve lasten v.o.d.). Met behulp van econometrische modellen hebben we vervolgens onder-zocht in hoeverre de verschillende vormen van ondernemerschap samenhangen met de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf.

A d m in i s t ra t i ev e la s t en d o en e r t o e, z o w e l o v e r d e ti j d…

De administratieve lasten v.o.d. per bedrijf zijn gedurende de onderzochte perio-de afgenomen. De afname varieert per sector en per grootteklasse, en ligt tus-sen de -3,3% (voor het kleinbedrijf in de horeca) en -33,6% (voor het grootbe-drijf in de horeca). De analyses die we vervolgens hebben uitgevoerd, laten zien dat de relatie tussen de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf en de mate van ondernemerschap niet voor alle sectoren gelijk is. Voor arbeidsintensieve secto-ren (dat zijn de sectosecto-ren met een relatief lage toegevoegde waarde per werkne-mer) vinden we duidelijk negatieve verbanden. Als de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf uit het kleinbedrijf met € 1.000 zou dalen, dan zou het aantal starters met 1,14 procentpunt stijgen. Dit lijkt een behoorlijke stijging, als je bedenkt dat het percentage starters in de arbeidsintensieve sectoren gemiddeld 10,0% is. Ook voor het percentage dochters in arbeidsintensieve sectoren vinden we een significant negatieve invloed, maar deze is wel minder sterk: een afname van de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf met € 1.000 zou het aantal doch-ters met 0,18 procentpunt doen stijgen. De invloed op de netto toetreding ligt hier tussenin.

Voor de kapitaalintensieve sectoren (industrie; vervoer, opslag en communicatie;

en financiële instellingen) vinden we echter geen relatie tussen de mate van on-dernemerschap en de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf. Kennelijk speelt de hoogte van de administratieve lasten binnen deze sectoren een minder be-langrijke rol. We vermoeden dat dit komt doordat het starten van een bedrijf in een kapitaalintensieve sector relatief veel andere kosten met zich meebrengt.

Het aandeel van de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf in de totale kosten van de bedrijfsvoering is dan geringer, waardoor ze minder van invloed zijn op de uiteindelijke beslissing om al dan niet te beginnen.

Het is belangrijk om met dit verschil tussen arbeidsintensieve en kapitaalinten-sieve sectoren rekening te houden. Uit de analyses blijkt namelijk dat als je dit niet doet (en dus aanneemt dat de relatie tussen administratieve lasten v.o.d.

30

per bedrijf en ondernemerschap voor alle sectoren gelijk is), er geen significante relatie gevonden wordt, terwijl die voor vijf van de acht onderzochte sectoren wel is aangetoond.

… a ls t u s s en s ec t o r en

De gebruikte dataset bevat niet alleen informatie over verschillende jaren, maar ook over verschillende sectoren. Dit maakt het mogelijk om ook de verschillen in administratieve lasten v.o.d. per bedrijf tussen sectoren te onderzoeken (in plaats van de ontwikkelingen over de tijd).

De administratieve lasten v.o.d. per bedrijf vertonen behoorlijke verschillen tus-sen de sectoren en grootteklastus-sen. Voor het basisjaar 2002 lopen de administra-tieve lasten v.o.d. per bedrijf uiteen van € 6.600 en € 9.400 voor het klein- en middenbedrijf in de overige dienstverlening, tot € 271.000 en € 442.300 voor het grootbedrijf in de sectoren vervoer, opslag en communicatie en financiële instel-lingen.

Als we vervolgens de relatie tussen administratieve lasten v.o.d. per bedrijf en de mate van ondernemerschap onderzoeken, vinden we significant negatieve re-laties voor twee van de drie maatstaven van ondernemerschap. Voor starters vinden we dat een verschil tussen sectoren van € 1.000 administratieve lasten v.o.d. per bedrijf samenhangt met een verschil in het percentage starters van 0,13 procentpunt. Ook voor de netto toetreding vinden we een significant nega-tieve samenhang met de administranega-tieve lasten v.o.d. per bedrijf, maar dit effect is kleiner dan voor starters.

B e le i ds i m p l i c a t i es

Gedurende de jaren 1998 t/m 2006 zijn de administratieve lasten v.o.d. per be-drijf voor het grootbebe-drijf aanmerkelijk sneller afgenomen dan voor het klein- en middenbedrijf. Dit geldt voor alle onderzochte sectoren. Voor de internationale concurrentiepositie van het grootbedrijf heeft dit wellicht positieve gevolgen ge-had. De resultaten van dit onderzoek suggereren echter, dat dit voor de mate van ondernemerschap minder effect heeft gehad. Als het gaat om het stimuleren van ondernemerschap, dan lijkt het aan te bevelen om vooral de administratieve lasten voor het kleinbedrijf te verlagen, en dan met name in de arbeidsintensieve sectoren. Voor deze sectoren is de invloed van de administratieve lasten op de mate van ondernemerschap immers het grootst.

B ep e rk in g e n v a n h e t o n d e r zo ek

Dit onderzoek is gebaseerd op een geconstrueerde dataset van administratieve lasten v.o.d. per bedrijf. Voor zover wij weten is dit de enige dataset waarmee onderzoek zoals dit uitgevoerd kan worden. Zoals elke dataset, kent ook deze dataset zo zijn beperkingen.

Een eerste beperking betreft de omvang van de dataset. De data is beperkt tot informatie over 8 sectoren en 9 jaren. Voor sommige variabelen zijn de gegevens naar drie grootteklassen uitgesplitst, maar dit geldt niet voor de te verklaren va-riabele.

Een tweede kanttekening is dat voor slechts één van deze jaren de administra-tieve lasten v.o.d. daadwerkelijk gemeten zijn. De gegevens voor de overige ja-ren zijn gebaseerd op inschattingen van de veranderingen in administratieve las-ten v.o.d., als gevolg van veranderingen in wet- en regelgeving. Deze inschattin-gen zijn door de desbetreffende ministeries gemaakt en konden niet gecontro-leerd worden. Het valt niet uit te sluiten dat deze procedure tot een overschat-ting van de daadwerkelijke afname van de administratieve lasten v.o.d. heeft ge-leid. Voor zover dit het geval is, resulteert dit in een onderschatting van de ver-banden tussen administratieve lasten v.o.d. per bedrijf en ondernemerschap.

Verder hebben we geen informatie over overige beleidsmaatregelen uit de onder-zochte periode, die de mate van ondernemerschap zouden kunnen beïnvloeden.

Als deze beleidsmaatregelen positief gecorreleerd zouden zijn met de waargeno-men afname van de administratieve lasten v.o.d. per bedrijf, dan zou dit in een overschatting van de verbanden tussen administratieve lasten v.o.d. per bedrijf en ondernemerschap kunnen resulteren.

Tot slot kan het nadelig lijken dat onze conclusies niet gebaseerd zijn op data over enkel administratieve lasten (volgens de huidige definitie), maar op een combinatie van administratieve lasten en informatieverplichtingen aan derden.

Theoretisch gezien is er echter geen reden om hiervan een verschillend effect te verwachten. We nemen dan ook aan dat de resultaten van dit onderzoek zowel voor administratieve lasten als voor informatieverplichtingen aan derden gelden.

Toekomstig onderzoek zou kunnen uitwijzen of deze aanname terecht is.

Literatuurlijst

Ardagna, S. en A. Lusardi (2009), Where Does Regulation Hurt? Evidence from New Businesses Across Countries, NBER working paper 14747, Cambridge MA:

National Bureau of Economic Research

Boog, J.J., M. Jansen en M.J.F. Tom (2002), Monitor Administratieve Lasten Be-drijven 2001, EIM Publieksrapportage A200118, Zoetermeer: EIM

Boog, J.J., A.F.M. Nijsen en J.F. Suyver (2002), Monitor Administratieve Lasten Bedrijven 2000, EIM Publieksrapportage A200114, Zoetermeer: EIM

Boog, J.J., M. Jansen en M.J.F. Tom (2003), Monitor Administratieve Lasten Be-drijven 2002, EIM Publieksrapportage A200303, Zoetermeer: EIM

Boog, J.J., J.F. Suyver en M.J.F. Tom (2004), Monitor Administratieve Lasten Be-drijven 2003, EIM Publieksrapportage A200401, Zoetermeer: EIM

Carree, M.A. en A.R. Thurik (2003), The Impact of Entrepreneurship on Economic Growth, in: Z.J. Acs en D.B. Audretsch (eds.), Handbook of Entrepreneurship Research, Boston, MA: Kluwer Academic Publishers, 437-471

Capelleras, J., K.F. Mole, F.J. Greene en D.J. Storey (2008), Do More Heavily Regulated Economies Have Poorer Performing New Ventures? Evidence from Britain and Spain, Journal of International Business Studies 39 (4), 688-704 Djankov, S., R. la Porta, F. Lopez-de-Silanes en A. Shleifer (2002), The

Regula-tion of Entry, The Quarterly Journal of Economics 117 (1), 1-37

Interdepartementale Projectdirectie Administratieve Lasten (IPAL) (april 2006), 'De ondernemer centraal', Ministerie van Financiën

Praag, C.M. van en P.H. Versloot (2007), What is the Value of Entrepreneurship?

A Review of Recent Research, Small Business Economics 29 (4), 351-382 Regiegroep Regeldruk (2008), Meten is weten II: Handleiding voor het definiëren

en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, Ministerie van Economische Zaken: gedownload via

http://www.ez.nl/pv_obj_cache/pv_obj_id_5B36B02474CE89A6047AB7F73CC F170E83310800 (geraadpleegd op 26 november 2009)

Scarpetta, S., Hemmings, P., Tressel, T. en J. Woo (2002), The Role of Policy and Institutions for Productivity and Firm Dynamics: Evidence from Micro and Industry Data, OECD Economics Department Working Paper No. 329

Stel, A.J. van (2006), Empirical Analysis of Entrepreneurship and Economic Growth, International Studies in Entrepreneurship series Vol. 13, New York:

Springer Science

Stel, A.J. van, D.J. Storey en A.R. Thurik (2007), The Effect of Business Regula-tions on Nascent and Young Business Entrepreneurship, Small Business Eco-nomics 28, 171-186

Wennekers, S. en A.R. Thurik (1999), Linking Entrepreneurship and Economic Growth, Small Business Economics 13, 27-55