• No results found

De plaatselijke werkgelegenheidsagent- werkgelegenheidsagent-schappen (PWA’s)

In document 2 15 (pagina 141-144)

Als gevolg van de Zesde Staatshervorming is de bevoegdheid voor het PWA­stelsel sinds 1 juli 2014 overgedragen aan het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. De RVA bleef tot 31 de­

cember 2015, krachtens het continuïteitsprincipe, belast met de uitvoering van die materie.

3.10.1.1.1

De traditionele activiteiten van het PWA

De PWA­beambten zijn bevoegd om bepaalde categorieën van werklozen in te schakelen op de arbeidsmarkt door hen een specifieke PWA­

arbeidsovereenkomst te bezorgen voor het uit­

voeren van bepaalde activiteiten waaraan in het reguliere arbeidscircuit niet wordt tegemoetge­

komen. Zij houden zich eveneens bezig met de contacten met de gebruikers.

Verder dragen de PWA’s bij tot de wedertewerkstelling

3.10.1.1.2

De dienstenchequeactiviteiten

Het aantal actieve PWA’s met een erkenning voor dienstencheques, dat 218 bedroeg in 2014, is gedaald en bedraagt 210 op een totaal van 1 947 erkende dienstenchequeondernemingen (voor een totaal van 2 169 erkende ondernemingen in 2014).

In die PWA’s moeten de personeelsleden andere taken vervullen zoals het voeren van sollicitatiegesprekken, het beheren van teams, het organiseren van de werk­

planning ...

142

3.10.1.2

De dienstencheques

Als gevolg van de Zesde Staatshervorming is de bevoegdheid voor het dienstenchequestelsel sinds 1 juli 2014 overgedragen aan het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. De RVA bleef tot 31 december 2015, krachtens het conti­

nuïteitsprincipe, belast met de uitvoering van die materie.

Doordat de bevoegdheid inzake dienstencheques van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg werd overgedragen sinds 1 april 2015, werden de adviezen van de Adviescommissie erkenningen vanaf die datum voor verder gevolg overgemaakt aan de bevoegde gewestelijke ministers.

3.10.1.2.1

De Adviescommissie erkenningen dienstencheques Het aantal dossiers dat werd voorgelegd aan de Adviescommissie erkenningen bedraagt voor 2015 361:

•33 eerste erkenningsaanvragen;

•7 aanvragen om uitbreiding van de activiteit;

•321 inbreukdossiers.

De inbreukdossiers die voor advies worden voorgelegd aan de Commissie, zijn het resultaat van de controles verricht door de RVA, de RSZ en de Federale Overheidsdiensten Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Sociale Zekerheid.

De gevolgen van de vaststelling van die inbreuken zijn:

•de intrekking van de erkenning, hetzij onmiddellijk, met uitstel of ambtshalve;

•de terugvordering van de federale tegemoetko­

ming en het gebruikersaandeel;

•de inhouding van 5 EUR op het bedrag van de federale tegemoetkoming;

•de volledige inhouding in geval van ernstige in­

breuken;

•strafrechtelijke of administratieve geldboeten.

In verband met de intrekking van erkenningen, waren er in 2015:

•196 ambtshalve intrekkingen door de voorzitter van de Commissie:

•57 wegens faillissement;

•36 wegens schulden ten opzichte van de RSZ;

•15 wegens schulden ten opzichte van de belas­

tingen;

•9 wegens schulden ten opzichte van de RVA;

•79 omwille van inactiviteit gedurende een periode van 12 maanden;

•2 beslissingen tot intrekking genomen door de federale Minister (vóór 1 april 2015);

•47 vrijwillige intrekkingen.

In 2015 raakten 245 ondernemingen hun erkenning dus kwijt, tegenover 298 in 2014.

Op 31 december 2015 bedroeg het totaal aantal erkende ondernemingen 1 947 (na aftrek van de in­

trekkingen), dat is een daling met 10% in vergelijking met 2014 (2 169 erkende ondernemingen in 2014).

3.10.1.2.2

De informatievergaderingen

Elke onderneming die een erkenning aanvraagt, moet vooraf deelnemen aan een informatievergadering en het deelnameattest voorleggen.

De RVA staat in voor de organisatie van die informa­

tievergaderingen. Er wordt om de twee maanden per taalgroep een vergadering georganiseerd.

Inschrijven voor een vergadering gebeurt online via een formulier op de website van de RVA.

Het programma van die vergaderingen omvat:

•een voorstelling van de reglementering diensten­

cheques in haar geheel;

•een voorstelling van het federale en sectorale Opleidingsfonds dienstencheques;

•een voorstelling van het uitgiftebedrijf met ver­

schillende nuttige inlichtingen voor de erkende ondernemingen.

In 2015 hebben 79 ondernemingen deelgenomen aan een informatievergadering.

3

3.10.1.2.3

De opvolging van de schulden bij de RSZ, de RVA en de belastingen

Een van de erkenningsvoorwaarden die de onder­

neming moet vervullen op het ogenblik van de er­

kenningsaanvraag en tijdens de gehele duur van de erkenning is dat ze geen achterstallige bijdragen aan de RSZ, achterstallige betalingen aan de RVA of achterstallige belastingen mag verschuldigd zijn.

De RVA beschikt over informatie betreffende de achterstallige bijdragen aan de RSZ en betreffende achterstallige belastingen door de erkende onderne­

mingen, door middel van een flux met die verschil­

lende instellingen.

Op basis van die gegevens nodigt het secretariaat van de Commissie de erkende onderneming uit om het bewijs te leveren dat zij een afbetalingsplan heeft en naleeft of het geheel van de schuld(en) heeft aangezuiverd.

Indien de bewijzen niet binnen de gevraagde termijn worden geleverd of onvoldoende zijn, neemt de RVA een beslissing tot inhouding (5 EUR of volledige inhouding) tegen de erkende onderneming. Die beslissing wordt enkel opgeheven wanneer de er­

kende onderneming geregulariseerd is.

Indien er geen regularisering gebeurt, verliest de erkende onderneming ambtshalve haar erkenning op die basis.

Die procedure heeft geleid tot 36 ambtshalve intrek­

kingen omwille van RSZ­schulden, 15 omwille van be­

lastingsschulden en 9 omwille van schulden bij de RVA.

In 2015 werden 382 beslissingen tot inhouding genomen (215 omwille van achterstallige RSZ­

bijdragen, 40 omwille van schulden bij de RVA, 86 omwille van schulden bij de belastingen en 41 omwille van andere inbreuken op de diensten­

chequereglementering).

Die beslissingen hebben geleid tot een terugbe­

taling van 2 233 410,09 EUR aan de RSZ, van 1 313 466,54 EUR aan de RVA, van 193 222,53 EUR aan de belastingen, van 1 973 573,96 EUR aan de erkende ondernemingen en van 542 070,86 EUR aan de curatoren, wat neerkomt op een totaalbe­

drag van 6 255 743,98 EUR voor het jaar 2015 (8 369 385,67 EUR in 2014).

A

3.10.1.3

In document 2 15 (pagina 141-144)