• No results found

De periode na 2001 tot heden: omvangrijke zelfmoordaanslagen

4. De feitelijke verandering van het terrorisme vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw Voor een effectieve terrorismebestrijding dient de overheid indien nodig haar beleidspijlers,

4.5 De periode na 2001 tot heden: omvangrijke zelfmoordaanslagen

De laatste en huidige vorm van terrorisme staat in het teken van het mondiale religieus- ideologisch terrorisme dat gepaard gaat met een politieke ambitie. Deze stroming staat ook wel bekend als het jihadisme, met als schoolvoorbeeld de terroristische groep IS.148 Deze terroristische organisatie is van oorsprong een tak van Al Qaida. Aanslagen kenmerken zich als extreem bedachtzaam, omvangrijk en bloeddorstig.149 Desalniettemin is vooral de mate van willekeur uiterst kenmerkend.150 Door middel van transnationale netwerken zijn de doelwitten en plaatsen onvoorspelbaar, waarbij doelbewust wordt gekozen voor soft targets.151 De jihadistische gedachtegang leidt tot een algemene bereidwilligheid tot het maken van ‘heidense’ slachtoffers ter realisatie van een islamitisch wereldkalifaat.152 Hierdoor valt deze organisatie onomstotelijk als terroristisch te bestempelen. Geweld wordt als (enig mogelijk) middel gezien en niet zozeer als doel.153 Deze nieuwe stroming wordt het catastrofale terrorisme genoemd.154 Het (toekomstig) gebruik van geavanceerde strijdmiddelen door deze stroming wordt verondersteld.155 Of deze terroristen daadwerkelijk al toegang hebben tot het gebruik van radiologisch, nucleaire en/of chemische middelen die dienen als wapen, is nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat handboeken betreffende dit soort non-conventionele wapens reeds in het bezit zijn van deze extremistische-islamitische groeperingen.156

De strijd in Syrië dient als katalysator voor de ontwikkelingen binnen het (Nederlandse) jihadisme.157 Tot het jaar 2010 stond het jihadisme in Nederland nog als klein en geïsoleerd te boek, waarna het uitgroeide tot een omvangrijk fenomeen met een gedecentraliseerde structuur.158 Het doel is onder meer het bewerkstelligen van maatschappelijke ontwrichting en het willen creëren van wereldwijde angst.159 Hierdoor is het subjectieve deel van het beoogde effect van terrorisme centraler komen te staan. In grote mate wordt gebruik gemaakt van het internet, waardoor het mobiliseren en rekruten van jongeren vergemakkelijkt wordt en een vorm van homegrown Islamitisch terrorisme ontstaat.160 Deze vorm van lange afstands-indoctrinatie

148 Vanaf 29 juni 2014 wordt deze naam gehanteerd, voor deze periode was het onder andere ISI, ISIL en ISIS. 149 Rapoport 2001, p. 419-425.

150 Kamerstukken II 2003-04, 29 754, nr.1.

151 Hieronder vallen drukbezochtse plaatsen; Kamerstukken II 2003-04, 29 754, nr. 1. 152 BVD 2001, p.20 en 27. 153 Kamerstukken II 2014-15, 29754, nr. 253, p. 2; Bakker 2002, p. 4. 154 Van Leeuwen (M.) 2001, p. 4. 155 BVD 2001, p. 28. 156 Eikelenboom 2007, p. 257. 157 AIVD 2013, p. 5. 158 Kamerstukken II 2003-04, 29 754, nr. 1; AIVD 2013, p. 11 en 22-27.

159 Kamerstukken II 2004-05, 27 925, nr. 123; Muller 2006, p. 486; Van Leeuwen (M.) 2000, p. 16-19. 160 AIVD 2013, p. 17-20.

draagt bij aan de opkomst van geradicaliseerde eenlingen. Kenmerkend is de vervaagde grens tussen ideologische- en andere mogelijke motieven voor het plegen van een aanslag.161 De voornaamste voorbeelden hiervan zijn de meest recente aanslagen in België162 en Frankrijk163. Als reactie op de opkomst van dit soort terrorisme en de recente vluchtelingencrisis, is in Nederland een groei waarneembaar van het rechts-extremisme.164

161 NCTV 2016, p. 27; NCTb 2007a, p.3; NCTV 2015, p.1; andere motieven kunnen bijvoorbeeld zijn een

identiteitscrisis, rechtvaardigheid of een sensatiedrang.

162 Vierentwintig mei 2014 te Brussel (IS); tweeëntwintig maart 2016 te Zaventem en Brussel (IS).

163 Zeven januari 2015 te Parijs (Al Qaeda); zesentwintig juni 2015 te Saint-Quentin-Fallavier (jihadistische

eenling, aanslag nooit opgeëist); dertien november 2015 te Parijs (IS); dertien juni 2016 te Magnanville (IS).

4.6 Tussenconclusie

Bij de behandeling van dit hoofdstuk stond de vraag: Welke feitelijk verandering van het terrorisme op Nederlands bodem heeft plaatsgevonden? centraal. Concluderend en ter beantwoording van deze vraag, kan worden gesteld dat het terrorisme feitelijk een andere dimensie heeft gekregen. Waar vroeger vaak een directe relatie waarneembaar was tussen de terroristische groeperingen en de slachtoffers van het terrorisme, is een dergelijke relatie bij het moderne terrorisme niet meer te traceren.

Een rode draad van terrorisme valt evenwel te trekken in het algemene gebruik van geweld, de schreeuw om publiciteit en het najagen van anti-statelijke doeleinden. Daartegenover staan de uiteenlopende verschillen in ideologieën als grondslag, de middelen ter bewerkstelliging en de modus operandi.

Opvallend is dat aanvankelijk sprake was van duidelijke verschijningsvormen van terrorisme, namelijk die met politieke, religieuze en nationalistische oogmerken. Gedurende de jaren is steeds meer sprake van mengvormen van deze oogmerken, te weten een politiek-ideologisch oogmerk met nationalistische facetten en een religieus-ideologisch oogmerk met een politieke doelstelling.

De vorige eeuw stond overwegend in het teken van gijzelingen, kapingen en bomaanslagen. Een overgroot deel was hoofdzakelijk gericht op zaakschade waardoor deze acties destijds niet als terroristisch gekwalificeerd werden. Bij het hedendaagse terrorisme gaat de voorkeur uit naar zelfmoord- en bomaanslagen op diffuse doelen met zoveel mogelijk dodelijke slachtoffers als doel. Hierdoor kon deze verschijning onomstotelijk worden gekwalificeerd als terrorisme. Het terrorisme is geïnternationaliseerd door de groei van transnationale netwerken. De mate van onvoorspelbaarheid, omvang en intensiteit van terroristische aanslagen is toegenomen, waardoor het effect van terrorisme een ongekende vorm heeft aangenomen. Dit is tevens een gevolg van de verschuiving van een centraal aangestuurde organisatie die haar doelen specifiek uitkiest, naar een organisatie met een gedecentraliseerde structuur en keuze voor willekeurige (soft) targets. Waar het vorige eeuw het de terroristen nog te doen was om publieke aandacht en een plek aan de onderhandelingstafel ter realisatie van hun doel, gaat het hen sinds een aantal jaren om het voeren van een oorlog. Het beoogde terroristische doel blijft hierdoor onveranderd, enkel het middel ter realisatie hiervan is aangepast waarbij de focus op het subjectieve deel van het effect centraler is komen te staan: de dreiging en het aanjagen van angst. Opmerkelijk hierbij is dat in de vorige eeuw de aanwezige dreiging uit verschillende nationale en internationale organisaties kwam, hedendaags komt zowel de interne als de externe dreiging uit dezelfde (Islamitische) hoek. Naast de aanwezigheid van homegrown terroristen in Nederland, is de

huidige nationale terroristische dreiging voor een aanzienlijk deel sterk afgeleid van de internationale dreiging.

Naar aanleiding van bovenstaande feiten kan geconcludeerd worden dat door een dusdanige verandering, de hedendaagse vorm van terrorisme een verschijning is die voorheen nog niet in Nederland bekend was. Deze constatering tezamen met de ontwikkeling van de bestrijdingsmaatregelen uit hoofdstuk twee en drie, zorgt voor het vermoeden dat deze samenhang als verklaring dient voor de ontplooiing van het overheidshandelen op het gebied van contraterrorisme. Een uitgebreide uiteenzetting van de discussie omtrent het ‘nieuwe terrorisme’ en de mogelijke samenhang van het overheidsoptreden hiermee, wordt besproken in het volgende hoofdstuk.