• No results found

6 Conclusie, discussie

6.2 De gezondheidsboodschap: kritiek op inhoud en bereik

De interviews met programmabetrokkenen wijzen uit dat ‘Voor dik & dun’ beoogt een brede doelgroep te bereiken van voornamelijk kijkers die (nog) niet te dik zijn en zich niet bewust zijn van het feit dat ze een risico lopen. Vanuit het gezichtspunt van de programmabetrokkenen valt de serie daarmee te plaatsen binnen de eerste drie fases van het Stages of Change Model van Prochaska en DiClemente (1983). Door kijkers daarnaast tips aan te reiken die zij zelf, binnen hun dagelijks leven, makkelijk toe kunnen passen, tracht de serie daarnaast de overgang naar de 4e (actie)fase te vergemakkelijken.

De geïnterviewde gezondheidswetenschappers stellen dat ‘Voor dik & dun’ een hoge informatiedichtheid heeft, maar dat deze gekenmerkt wordt door een negatieve insteek en een beperkte gebruikswaarde. De serie speelt slechts in op de risico’s van overgewicht, zonder aandacht te besteden aan de voordelen van gezonder leven of manieren waarop deze risico’s voorkomen kunnen worden. De tips die daarbij gege- ven worden zitten haast verstopt in het programma, zijn nauwelijks binnen het dagelijks leven toepasbaar en ook niet echt aansprekend.

Binnen de groepsdiscussies (met kijkers die afzonderlijke afleveringen te zien kre- gen), komt eenzelfde kritiek naar voren. ‘Voor dik & dun’ wordt gekarakteriseerd als een programma dat vrijwel geen vernieuwende informatie bevat, zich vooral richt op dat wat de hoofdpersonen allemaal verkeerd doen, en nauwelijks alternatieven aan- reikt. Hoewel de afleveringen kijkers aan kunnen zetten tot nadenken over hun eigen routines, heeft het gebrek aan concrete tips en adviezen een negatieve uitwer- king op de gevoelens van self-efficacy en bemoeilijkt daarmee juist de overgang naar de 4e (actie) fase. Dit lijkt zeker het geval voor (voornamelijk vrouwelijke) kijkers met obesitas die door de afleveringen nogmaals geconfronteerd worden met de risi- co’s van hun situatie, maar vervolgens te weinig inzicht krijgen in manieren waar- op zij hier zelf verandering in aan kunnen brengen. Zij lijken zich eerder van het programma af te keren dan erdoor aangesproken te worden. Vanuit de Protection Motivation Theory van Rogers (1975) valt dit te verklaren: risicocommunicatie is dik- wijls pas succesvol op het moment dat deze tegelijkertijd de gevoelens van self-effi- cacy verhoogd; wat binnen de afzonderlijke afleveringen van ‘Voor dik & dun’ in ieder geval nauwelijks het geval lijkt te zijn.

Respondenten die alle afleveringen van ‘Voor dik & dun’ hebben gezien, blijken de informatieve waarde positiever te beoordelen. In de enquêtes wordt de serie onder- meer als leerzaam, interessant, helder en begrijpelijk gekarakteriseerd en wordt meermaals gesteld dat de gegeven tips makkelijk toepasbaar zijn. Hoewel het pro- gramma kijkers niet erg overtuigd tot het veranderen van hun eigen gezondheidsge- drag, kunnen we wel vaststellen dat er (na het zien van de hele serie) onder een aanzienlijk aantal respondenten een positieve verandering heeft plaatsgevonden in de gezondheidsovertuigingen en gevoelens van health-efficacy. Naarmate men meer afleveringen kijkt, lijkt men dan ook meer van ‘Voor dik & dun’ op te steken. Hoewel we binnen de enquêtes een aantal positieve trends vast kunnen stellen, is het belangrijk hier direct enkele kanttekeningen bij te plaatsen. Zo lijkt ‘Voor dik & dun’ ten eerste slechts een specifieke doelgroep aan te spreken; kijkers die al een zekere betrokkenheid bij het thema (overgewicht) hebben en behoefte hebben aan meer informatie. En dat is nu juist wat E&E programma’s (en ‘Voor dik & dun’ in het bijzonder) niet nastreven. Door informatie op een goede manier te verweven binnen het amusement en dramatische verhaallijnen streeft men een vorm van ‘incidental learning’ na en poogt men juist kijkers die zich nog helemaal niet bewust zijn van het feit dat zij wellicht een gezondheidsrisico lopen en die aanvankelijk zelfs geen enkele behoefte hebben aan meer informatie, betrokken te maken bij het gezondheidsthema. De grote nadruk op informatie binnen ‘Voor dik & dun’ (onder-

meer in de titel, maar ook in de uitwerking van het format) heeft tot gevolg dat een belangrijk deel van deze doelgroep zich niet door het programma aangesproken voelt en daarmee niet snel in zal schakelen, of sneller weg zal zappen. Wil men deze doelgroep toch bereiken, dan lijkt het van belang te kiezen voor een ander program- maformat waarin de informatie niet in het programma is ‘rondgestrooid’ maar is opgenomen binnen het amusement en de verhaallijnen. De televisieprofessionals benadrukken echter de moeilijkheid hiervan.

Kijkers die wel op ‘Voor dik & dun’ in zullen schakelen, lijken veelal mensen met een betrokkenheid bij het thema en een behoefte aan meer informatie. Zij blijken ook daadwerkelijk wat van de serie op te steken, mits zij alle afleveringen bekijken. Maar ook hier zit een knelpunt. De informatieve waarde wordt beter beoordeeld naarmate men meer afleveringen bekijkt (een cumulatief effect) en de informatieve waarde van de serie in zijn geheel wordt vervolgens weer beter beoordeeld dan de informatieve waarde van de afzonderlijke afleveringen. Zeker de eerste afleveringen van ‘Voor dik & dun’ lijken te weinig vernieuwende en bruikbare informatie te bevat- ten om in de behoefte van deze doelgroep te voorzien. Dit kan wellicht deels verkla- ren waarom een groot aantal kijkers (zoals de kijkcijfers aantonen), na de eerste twee afleveringen afvalt. Wil men deze groep kijkers vasthouden, dan lijkt het noodzake- lijk om van begin af aan voldoende bruikbare, maar ook vernieuwende informatie te geven.

Net als in de groepsdiscussies laten ook de enquêtes tot slot zien dat kijkers die hun gezondheid als kwetsbaar inschatten, zich sneller van ‘Voor dik & dun’ af zullen keren. De serie confronteert hen nogmaals met hun situatie en de risico’s die daar- aan kleven zonder duidelijke alternatieven aan te reiken.

6.3 Herkenbaarheid, identificatie en de behoefte aan transactionele rol-