• No results found

De Europese Commissie: behartiging van de gemeenschappelijke belangen

In document Hoe werkt de Europese Unie? (pagina 22-27)

Beknopt overzicht

Rol: uitvoerend orgaan van de EU en initiatiefneemster van wetgevingsvoorstellen

Leden: 20: twee van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk; één van elk van de andere lidstaten

Ambtstermijn: vijf jaar (1999-2004, 2004-2009) Adres: Wetstraat 200, B-1049 Brussel

Tel. (32-2) 299 11 11

Internet: europa.eu.int/comm

via een motie van wantrouwen. De Commissie is aanwezig op alle vergaderingen van het Parlement, waar zij wordt verzocht haar beleid toe te lichten en te rechtvaardigen. Verder moet zij regelmatig antwoord geven op mon-delinge en schriftelijke vragen die door de leden van het Parlement zijn gesteld.

Het dagelijkse werk van de Commissie wordt uitgevoerd door beleidsambtenaren, deskun-digen, vertalers, tolken en administratief per-soneel. Er zijn ongeveer 24 000 Europese amb-tenaren. Dit kan veel lijken, maar eigenlijk zijn het er minder dan het aantal dat door de meeste Europese stadsbesturen van gemiddel-de grootte wordt tewerkgesteld.

Deze mensen zijn helemaal geen anonieme bureaucraten, maar gewone EU-burgers, die geselecteerd zijn via vergelijkende examens en die samenwerken om een sterke en succesrijke Unie uit te bouwen. De ambtenaren van de Commissie worden net als de personeelsleden van de andere EU-instellingen aangeworven via het Bureau voor personeelsselectie van de

Europese Gemeenschappen (EPSO):

europa.eu.int/epso.

Waar is de zetel van de Commissie?

De „zetel" van de Commissie is in Brussel (Bel-gië), maar zij heeft ook kantoren in Luxem-burg, vertegenwoordigingen in alle EU-landen en afvaardigingen in vele hoofdsteden over de hele wereld.

Wat doet de Commissie?

De Europese Commissie oefent vier hoofd-taken uit:

1. zij dient wetsvoorstellen in bij het Parle-ment en bij de Raad;

2. zij brengt het Europees beleid en de EU-begroting ten uitvoer;

3. zij zorgt ervoor dat het Europees recht wordt nageleefd (tezamen met het Hof van Justitie);

4. zij vertegenwoordigt de Europese Unie op internationaal vlak, bijvoorbeeld bij onder-Als voorzitter van de Commissie voert Romano Prodi graag een dialoog: hij legt uit wat deze

instelling doet en luistert naar de meningen van de EU-burgers. Communicatie in beide richtingen is essentieel om Europa en de Europeanen dichter bij elkaar te brengen.

handelingen over overeenkomsten tussen de EU en andere landen.

1. Indienen van nieuwe wetsvoorstellen Krachtens het Verdrag beschikt de Commissie over het „recht van initiatief". Dit betekent dat alleen de Commissie verantwoordelijk is voor het opstellen van nieuwe wetsvoorstel-len, die zij dan voorlegt aan het Parlement en aan de Raad. Deze wetsvoorstellen moeten als doel hebben de belangen van de Unie en haar burgers te verdedigen en niet die van bepaal-de lanbepaal-den of industrieën.

Alvorens voorstellen te doen moet de Com-missie zich op de hoogte stellen van nieuwe situaties en problemen die zich voordoen bin-nen Europa en moet zij nagaan of EU-wetge-ving de beste manier is om ze aan te pakken.

Dit is de reden waarom de Commissie voort-durend in contact is met een groot aantal belangengroepen en met twee adviesorganen, te weten het Europees Economisch en So-ciaal Comité (bestaande uit vertegenwoor-digers van werkgevers en vakbonden) en het Comité van de Regio’s (bestaande uit verte-genwoordigers van lokale en regionale over-heden). Zij wint ook het advies in van de nationale parlementen en regeringen.

De Commissie zal slechts maatregelen op Europees niveau voorstellen als zij vaststelt dat een probleem zo doeltreffender kan worden opgelost dan op nationaal, regionaal of lokaal niveau. Dit principe waarbij zaken op het laagst mogelijke bestuursniveau wor-den aangepakt heet het „subsidiariteitsbegin-sel".

Als de Commissie dan toch besluit dat EU-wetgeving nodig is, dan doet zij een voorstel waarvan zij denkt dat daarmee het probleem op een doeltreffende manier wordt aangepakt en zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan allerlei belangen. Voor de meer technische aspecten raadpleegt de Commissie deskundi-gen die deel uitmaken van de verschillende comités of werkgroepen die door de Commis-sie zijn opgericht.

2. Ten uitvoer brengen van het EU-beleid en de EU-begroting

Als uitvoerend orgaan van de Europese Unie is de Commissie verantwoordelijk voor het beheer en de tenuitvoerlegging van de EU-begroting en de uitvoering van het beleid en de programma’s die door het Parlement en de Raad zijn goedgekeurd. Het grootste deel van het werk en van de uitgaven wordt gedaan door de nationale en lokale overheden, maar de Commissie is verantwoordelijk voor het toezicht hierop.

Een voorbeeld van een terrein waarop de Commissie een actief beleid voert, is de mede-dinging: de Commissie houdt toezicht op kar-tels en fusies en zorgt ervoor dat de EU-lan-den hun eigen industrieën niet zodanig subsi-diëren dat de mededinging wordt verstoord.

Voorbeelden van EU-programma’s die door de Commissie beheerd worden, gaan van de

„Interreg"- en „Urban"-programma’s (het ont-wikkelen van grensoverschrijdende partner-schappen tussen regio’s en bevordering van de wederopleving van stedelijke gebieden die in verval zijn) tot het „Erasmus"-programma voor de uitwisseling van studenten in heel Europa.

De Commissie voert de begroting uit onder het wakend oog van de Rekenkamer. De twee instellingen streven naar een goed financieel beheer. Het Europees Parlement verleent alleen dan kwijting aan de Commissie voor de uitvoering van de begroting, indien het tevre-den is met het jaarverslag van de Rekenkamer.

3. Handhaving van het Europees recht De Commissie is de „hoedster van de Verdra-gen". Dit betekent dat de Commissie, samen met het Hof van Justitie, verantwoordelijk is voor de juiste toepassing van de EU-wetge-ving in alle lidstaten.

Als een EU-land bepaalde EU-wetgeving niet naleeft en aldus zijn wettelijke verplichtingen niet nakomt, dan onderneemt de Commissie hiertegen stappen.

Om te beginnen start de Commissie een juri-dische procedure die de „inbreukprocedure"

genoemd wordt. Dit houdt in dat naar de regering een officiële brief wordt gestuurd, waarin staat waarom de Commissie vindt dat dit land de EU-wetgeving schendt en waarin een termijn wordt gesteld waartegen de Com-missie een gedetailleerd antwoord moet ont-vangen.

Als met deze procedure de situatie niet wordt rechtgezet, dient de Commissie de zaak naar het Hof van Justitie te verwijzen, dat straffen kan opleggen. Het arrest van het Hof is bin-dend voor zowel de lidstaten als de Europese instellingen.

4. Vertegenwoordigen van de EU op internationaal vlak

De Europese Commissie is een belangrijke woordvoerster van de Europese Unie op het internationale toneel. Zij geeft de 15 lidstaten de mogelijkheid om met één stem te spreken op internationale fora zoals de Wereldhan-delsorganisatie.

De Commissie heeft ook tot taak namens de EU te onderhandelen over internationale overeenkomsten. Een voorbeeld daarvan is de Overeenkomst van Cotonou waarbij de voor-waarden zijn vastgesteld voor een belangrijke partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de ontwikkelingslanden in Afrika, het Cari-bisch gebied en de Stille Oceaan op het gebied van steun en handel.

Hoe worden de werkzaamheden van de Commissie georganiseerd?

Het is de voorzitter van de Commissie die beslist welk Commissielid bevoegd zal zijn voor welk beleidsterrein, en hij kan deze bevoegdheden herschikken (indien nodig) tij-dens het mandaat van de Commissie. De voor-zitter heeft eveneens het recht om, met de goedkeuring van de Commissie, een Commis-sielid te verzoeken ontslag te nemen.

Het team van 20 commissarissen (ook bekend als „het College") komt gewoonlijk eenmaal per week op woensdag te Brussel bijeen. Elk agendapunt wordt toegelicht door het lid van de Commissie dat voor het betreffende terrein verantwoordelijk is en het College neemt een collectief besluit hieromtrent.

Het personeel van de Commissie is verdeeld in 36 afdelingen, die bekend staan als „directora-ten-generaal" (DG’s) en „diensten" (zoals de Juridische dienst en de Vertaaldienst).

Elk DG is verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein en staat onder leiding van een directeur-generaal die verantwoording ver-schuldigd is aan een van de leden van de Commissie.

Het zijn eigenlijk de DG’s die belast zijn met de voorbereiding en opstelling van de wetge-vingsvoorstellen van de Commissie, maar deze voorstellen zijn pas officieel wanneer ze goed-gekeurd worden door het College op haar wekelijkse vergadering. De procedure is in grote lijnen als volgt.

Veronderstel bijvoorbeeld dat de Commissie het nodig acht dat er een EU-wetgeving komt

De Europese Unie is de belangrijkste donor van ontwikkelingshulp ter wereld, waaronder steun voor onderwijs en de bouw van scholen.

De leden van de Europese Commissie komen uit alle EU-landen, maar zij zijn onafhankelijk van hun nationale regering. Zij komen eenmaal per week bijeen om het EU-beleid te bespreken en om nieuwe Europese wetgeving voor te stellen.

om de vervuiling van de Europese rivieren tegen te gaan. Het directoraat-generaal Milieu zal dan een voorstel uitwerken, dat gebaseerd is op uitvoerige raadplegingen met de Europese industrie en boeren, met de ministers van Milieu in de lidstaten en met de milieuorganisaties.

Het wetsvoorstel zal dan worden besproken met alle bevoegde diensten van de Commissie en indien nodig worden aangepast. Vervolgens wordt het nagekeken door de Juridische dienst en door de „kabinetten" (persoonlijke politie-ke medewerpolitie-kers) van de leden van de Com-missie.

Zodra het voorstel volledig klaar is, plaatst de secretaris-generaal het op de agenda van een volgende vergadering van de Commissie. Op deze vergadering zal het Commissielid voor Milieu uitleggen aan zijn of haar collega’s waarom deze wetgeving wordt voorgesteld en zij zullen het vervolgens bediscussiëren. Als zij tot overeenstemming komen, zal het College dit voorstel „goedkeuren" en het ter bespre-king voorleggen aan de Raad en het Europees Parlement.

Indien de leden van de Commissie onderling niet akkoord gaan, dan zal de voorzitter hun vragen hierover te stemmen. Als elf of meer

van de 20 leden vóór zijn, dan zal het voorstel worden goedgekeurd. Daarna wordt het onvoorwaardelijk gesteund door alle leden van de Commissie.

De omvang van de Commissie in de toekomst

Sinds haar ontstaan is de Commissie samenge-steld uit twee commissarissen van de lidstaten met de grootste bevolkingsaantallen en één commissaris van de andere EU-landen. Indien dit systeem na de EU-uitbreiding wordt gehandhaafd, dan zal de Commissie te groot worden om werkbaar te blijven. Er zullen reeds tien nieuwe Commissieleden bijkomen (wat het totaal op 30 brengt) op 1 mei 2004, wan-neer tien nieuwe lidstaten zullen toetreden tot de EU.

Bij het ingaan van de nieuwe ambtstermijn (2004-2009) op 1 november 2004 zal de Com-missie derhalve bestaan uit één commissaris per lidstaat. Zodra de Unie 27 lidstaten telt, zal de Raad met eenparigheid van stemmen een besluit nemen over het maximumaantal commissarissen. Dit aantal dient minder dan 27 te bedragen; de nationaliteit van de Com-missieleden dient daarom te worden bepaald volgens een voor alle landen rechtvaardig toerbeurtsysteem.

In document Hoe werkt de Europese Unie? (pagina 22-27)