• No results found

Ook wanneer de meewerkende partners (allen ouder dan 30 jaar) worden uitgesloten, was de gemiddelde leeftijd nog 31 jaar

4. De doktersassistente: Een beroep in beweging

A. Nijland;

C.J.H.D. Tuntler-Vink;

B. Meyboom-de Jong;

J. de Haan

Nijland A, Tuntler - Vink CJHD, Meyboom - De Jong B, De Haan J.

De doktersassistente: Een beroep in beweging.

Medisch Contact 1990; 45 (5 1 /52) : 1548 - 50;

NVDA-Nieuws 199 1 ; 1 : 15 -25.

4.1 Samenvatting

Op het NVDA-congres van april ' 89 vulden 477 doktersassistenten een aldaar gehouden schriftelijke enquête in. Ruim driehonderd enquêtes werden ingevuld door doktersassistenten werkzaam in een huisartspraktijk. Gemiddeld hebben zij een 0,8 aanstelling en zijn zij 6,5 jaar als doktersassistente werkzaam, waarvan 4,9 jaar bij de huidige werkgever. De gemiddelde leeftijd is 30 jaar. Zij verrichten veel werkzaamheden op het gebied van de intake-funktie, de patiënt-voorlichting en de administratie. Er zijn mogelijkheden tot uitbreiding van hun medisch-technische funktie en patiënt-voorlichtende functie.

4.2 Een beroep in beweging

Het beroep van doktersassistente is sterk in beweging en verwacht mag worden dat de jaren negentig een verdere ontwikkeling van het beroep van doktersassistente te zien zullen geven.

In het door de NVDA omschreven beroepsprofiel wordt de functie van de doktersassistente op verschillende arbeidsterreinen omschreven.• Dit beroepsprofiel van de doktersassistente van de NVDA vormt het uitgangspunt van lopend onderzoek om te komen tot een nieuw beroepsprofiel dat betrekking heeft op de doktersassistente werkzaam bij de huisarts, de doktersassistente op de polikliniek en de doktersassistente bij een (bedrijfs) geneeskundige of gezondheidsdienst.2 Het streven hierbij is te komen tot een uniform opleidingsniveau van de doktersassistente. Een belangrijk deel van de doktersassistenten vindt emplooi in een huisartspraktijk of gezondheidscentrum. Deze groep wordt in de literatuur het meest beschouwd.3

De taakverdeling tussen de huisarts en de doktersassistente is een onderwerp dat de laatste tijd erg in de belangstelling staat.4•8 Het substitutie beleid, de toenemende vergrijzing, de nadruk op preventie en vroegtijdige opsporing van hart- en vaatziekten en kanker in het toekomstig beleid van de overheid betekenen een grotere belasting van de huisarts, die opgevangen kan worden door het systematisch inschakelen van de doktersassistente.

Op

grond van de huidige beroepsopleiding van de doktersassistente mogen we verwachten dat zij in de huisartspraktijk een groot aantal taken zelfstandig kan uitvoeren.9 In een toelichting op het beroepsprofiel van de doktersassistente, zoals door de NVDA omschreven, wordt vermeld dat de assistente een eigen spreekuur zou kunnen houden voor bepaalde categorieën patiënten (hypertensie, diabetes, ulcus cruris, screening cervixpatholo­

gie) . 1 Tevens kan de assistente een rol spelen bij de automatisering van de medische administratie van de huisartspraktijk. Hiermee kan een signalerings- en bewakingssysteem voor risikogroepen worden ingevoerd.7 Dit past bij de preventieve taken, welke door de assistente kunnen worden verricht (bloeddrukcontrole, immunisaties, cervixuitstrijkjes, begeleiden patiënten met diabetes, adipositas en hypercholesterolaemie)10

Een uitbreiding van de taken van de doktersassistente past goed in het door het

NHG

gepropageerde standaarden-beleid en het LHV basistakenpakket. 11•12 Onderzoek naar de positie van de doktersassistente in de huisartspraktijk in het kader van de " Nationale Studie van ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk" (NIVEL)13 leverde een aantal opmerkelijke resultaten op.7 Zo bleek deze belangrijkste medewerker van de nederlandse huisarts een vrouw van 33 jaar te zijn, ruim 8 jaar werkzaam als doktersassistente en ruim 6,5 jaar bij de huidige werkgever in dienst. In de niet-apotheekhoudende normpraktijk heeft zij een 0,8 aanstelling. Tevens bleek sprake van een grote inter-assistente variatie ten aanzien van het takenpakket.

In dit artikel wordt nagegaan welke kenmerken de nederlandse doktersassistente heeft;

welke werkzaamheden zij in de huisartspraktijk gedelegeerd krijgt en welke uitbreiding van het takenpakket mogelijk is.

4.3 Enquête

Om meer informatie over achtergrond en taakopvatting van doktersassistenten te verzamelen werd op het congres van de Nederlandse Vereniging van Dokters Assistenten (NVDA) van april 1989 een schriftelijke enquête gehouden onder de aanwezige doktersassistenten. De enquête bestond uit twee delen. Deel 1 was voor alle aanwezige doktersassistenten bedoeld en bestond uit vragen naar persoonsgebonden gegevens, zoals geboortejaar, burgerlijke staat, aantal jaren werkzaam, werkplaats, (voor-)opleiding, al dan niet gediplomeerd zijn als dokters-/apothekersassistente, jaar van diplomering, werkweek in uren, schriftelijke arbeids­

overeenkomst en betaling volgens de richtlijnen van de KNMG. Deel 2 was alleen voor doktersassistenten werkzaam in een huisartspraktijk of gezondheidscentrum bedoeld en bestond uit vragen over de werksituatie, protocollaire afspraken met de huisarts, apotheek­

werkzaamheden, huisbezoeken en het begeleiden van stagiaires. Tevens werd zij gevraagd aan te geven welke werkzaamheden zij in de praktijk verrichtte. Een lijst van 63 werkzaam­

heden werd aangeboden, waarop kon worden aangegeven of zij de betreffende taak 'dagelijks' , 'wekelijks', 'maandelijks' , 'zelden' of 'nooit' verrichtte. De taken van de doktersassistente werden onderverdeeld in de volgende functies, overeenkomstig het

"Beroepsprofiel van de doktersassistente" van de NVDA.1 1 . Intake funktie

2. Patiënt voorlichtende funktie 3. Management funktie 4. Medisch-technische funktie

5 . Administratieve funktie

Ten behoeve van de leesbaarheid werden de in het algemeen kleine percentages in de kolom 'maandelijks' samengevoegd met de percentages in de kolommen 'dagelijks' en 'wekelijks' en samengevat als 'regelmatig' verrichte taken; tevens werden de (kleine) percentages, in 54

geval een item niet was ingevuld, weggelaten (tabel 2). Als de doktersassistente een bepaalde taak niet (of heel weinig) uitvoerde, kon zij aangeven of ze die taak wel (of vaker) zou willen verrichten (kolom wens) .

In een open vraag werd de doktersassistente gevraagd of ze nog meer werkzaamheden verrichtte en om welke werkzaamheden het dan ging. Tevens werd haar de mogelijkheid geboden aan te geven waarom bepaalde werkzaamheden niet verricht werden (onvoldoende tijd, onvoldoende praktijkruimte, huisarts wil het niet, anders).

4.4 Uitkomsten

Van de ongeveer 800 op het congres aanwezige doktersassistenten vulden er 477 het enquêteformulier in (respons circa

60%).

Van hen werkten er 309 in een huisartspraktijk of gezondheidscentrum en 1 68 op een polikliniek of elders (jeugdgezondheidszorg, BGD, etc.) (tabel 1).

Tabel 1 . A. Frequentieverdeling doktersassistenten naar werkplaats.

(N=477) (%)

B. Frequentieverdeling doktersassistenten naar praktijkvorm (groep doktersassistenten werkzaam in huisartspraktijk).

Praktijkvorm IN = 3091

4.4.1 Doktersassistenten werkzaam bij de huisarts.

De leeftijd varieerde van 1 8 tot 63 jaar. De gemiddelde leeftijd van de doktersassistente was 30 jaar. Ruim de helft was gehuwd of woonde samen. Gemiddeld bleek men 6,5 jaar werkzaam als doktersassistente - variërend van enkele maanden tot 40 jaar - waarvan gemid­

deld 4,9 jaren bij de huidige werkgever. Ruim de helft (52 % ) van de doktersassistenten had

MAVO als vooropleiding, gevolgd door HAVO (27 %). In de categorie 'anders' ( 1 8 % ) kwa­