• No results found

5. Correspondentie tussen man en vrouw

5.2 De brieven

Uit voorgaande voorbeelden blijkt de liefde die Jan Carel en Constantia Eliana voor elkaar voelden, alsmede de liefde voor naaste familieleden. De brieven die in deze anderhalve maand tussen Utrecht en Amsterdam heen en weer werden gestuurd, bevatten echter nog veel meer informatie. Deze informatie kan makkelijk over het hoofd gezien worden, omdat de affectie die uit de brieven spreekt in eerste instantie zo veel interessanter lijkt. Luuc Kooijmans besteedt in zijn boek alleen aan deze affectie aandacht, om te laten zien dat emoties vanaf het

begin van de achttiende eeuw steeds vaker werden getoond.205 De dingen die bijzaak lijken,

zijn juist voor deze scriptie interessant. Het veelvuldig moeten doorgeven van boodschappen

200 Zie L. Kooijmans, ‘Sterven en de dood in de Gouden Eeuw’, in: Historisch Nieuwsblad nr 3 (2012) (via:

http://www.historischnieuwsblad.nl/goudeneeuw/artikelen/sterven-en-de-dood-in-de-gouden-eeuw/index.html), voor meer informatie over de gezondheid in de zeventiende eeuw.

201 JCVDM aan CE, 11 mei 1711 202 Kooijmans 1997, 226-227 203 Familiekroniek Elisabeth, p45 204 Familiekroniek Elisabeth, p45 205 Kooijmans 1997, 220-221

49

laat zien dat Constantia Eliana een belangrijke positie innam in het familienetwerk en de communicatie van leden binnen dit netwerk.

Met het doorgeven van boodschappen zijn de brieven niet meer alleen voor de ontvanger bedoeld, maar hebben zij een breder publiek. Zoals eerder al werd aangehaald vraagt Constantia Eliana, via de brieven aan Jan Carel, aan haar zus om naar Amsterdam af te reizen. Daarnaast brengen zowel Jan Carel als Constantia Eliana vaak de groeten over van de een naar de ander. Zo schrijft Constantia Eliana in haar brief van 27 maart dat ‘mama [en] suster [hun] di[e]nst presentere aan mama en ued’ en ook Isabel Sophia presenteert haar

dienst aan haar vader en oma, en ze wenst haar broer beterschap.206 Op zijn beurt brengt Jan

Carel regelmatig de groeten van zijn moeder over: ‘Mijn moeder doet de gebiedenis aen de

vrienden en wenst de vrouw van Maerseveen een goede herstellingh.’207 Dit soort

boodschappen werden vaak aan het eind van de brief geplaatst. Ze zorgden voor de

versterking van de onderlinge band, doordat ze aangaven dat men aan elkaar dacht en klaar stond in geval van nood.

Bij familieleden die qua verwantschap verder van elkaar verwijderd waren,

correspondeerden de vrouwen met elkaar en niet met hun mannelijke familieleden.208 De

vrouwen, in dit geval Constantia Eliana, kregen hiermee een belangrijke rol als doorgeefster van informatie tussen twee leden van de familie met een verschillend geslacht. Constantia Eliana krijgt op 9 mei een nicht op bezoek in Amsterdam. De nicht wordt als nicht Hooft aangeduid, maar het is niet duidelijk wie zij precies is. Een dag later schrijft Constantia Eliana hierover naar haar man. De nicht is van plan met haar man naar Aken te reizen. Jan Carel is daar een aantal jaar eerder heen gereisd en de nicht vraagt indirect advies aan Jan Carel over de reis. Constantia Eliana draagt haar man dan ook op om ‘mij hier eens antwoort op te

schrijve.’209 Dezelfde nicht komt een aantal dagen later opnieuw aan bod in een brief van

Constantia Eliana. Nu geeft ze via haar man aan haar schoonmoeder Elisabeth door dat de nicht bedankt voor de uitnodiging om in Utrecht te komen slapen, maar dat zij er niet op in gaat. De nicht stuurt dus niet zelf een brief, maar de boodschap wordt via Constantia Eliana en Jan Carel aan Elisabeth doorgegeven. Aangaande de reis naar Aken verzoekt de nicht of

Jan Carel aan de Heer Wijsenburg wil vragen of hij nog kamers vrij heeft.210 Dit verzoek

wordt wederom niet rechtstreeks tot Jan Carel of de heer Wijsenburg gericht. Dit heeft alles te

206 CE aan JCVDM, 27 maart 1711 207 JCVDM aan CE, 26 maart 1711 208 Kooijmans 1997, 57

209 CE aan JCVDM, 10 mei 1711 210 CE aan JCVDM, 13 mei 1711

50

maken met de rol die de nicht innam in de verschillende netwerken. Waarschijnlijk kende ze de heer Wijsenburg alleen oppervlakkig en was hun contact niet goed genoeg om hem een brief te kunnen schrijven. Correspondentie met Jan Carel ligt eveneens minder voor de hand, omdat de nicht vanwege haar familierelatie met een vrouw hoorde te corresponderen.

Daarnaast worden de boodschappen die via andere brieven zijn binnengekomen, doorgegeven. Zo ontvangt Jan Carel een brief uit Oost-Indië van nicht Valkenier. Zij stuurt voor Constantia Eliana thee mee met het schip de Mossel. Ze kan het ophalen bij de

schipper.211 Deze brief is waarschijnlijk aan zowel Jan Carel en als zijn vrouw gericht, en

omdat Constantia Eliana niet thuis is, geeft Jan Carel de boodschap door.212

De eerder genoemde nicht Hooft is niet de enige die niet rechtstreeks correspondeert, ook Jan Carel geeft boodschappen door aan zijn vrouw. Wanneer zijn oudste zoon Willem Carel heel ziek is, verzoekt hij zijn vrouw ‘mama Voet eens te laeten weten dat hij soo sieck

is.’213 Het feit dat Aletta Maria de moeder van zijn overleden vrouw is, zorgt er niet voor dat

Jan Carel rechtstreeks met haar communiceert. De communicatie laat hij over aan zijn vrouw, zodat wederom duidelijk wordt dat de vrouwen in de familie het contact onderhielden met de andere vrouwelijke familieleden. Daarnaast speelt in dit geval waarschijnlijk mee dat Aletta Maria bij haar zieke zus Sophia op bezoek komt, en dat Constantia Eliana haar tante hier zal spreken.

Naast het doorgeven van boodschappen, werden met de brieven goederen

meegestuurd. Dit gebeurde niet, zoals bij de brieven tussen de vier vrouwen naar voren is gekomen, om de band te onderhouden, maar omdat er expliciet om gevraagd werd. Vooral Constantia Eliana verzoekt haar man meerdere malen om kledingstukken vanuit Utrecht naar Amsterdam op te sturen. Zo wil ze op 10 mei graag een witte rok en een nachtmuts van damast ontvangen. Om het haar man makkelijk te maken vermeldt ze waar de kledingstukken

zich bevinden: ‘int franse kasie.’214

Uit de adressering van een brief die Jan Carel op 10 april stuurt blijkt dat hij inderdaad spullen naar zijn vrouw toestuurt. Na het adres, dat bestaat uit de naam van zijn vrouw en de vermelding dat zij de huisvrouw is van ‘de heer Jan Carel van der Meulen, Heere van Blyenburgh’, plus de toevoeging dat Constantia Eliana zich bevindt in ‘den huijse van de

211 Het gaat hier waarschijnlijk om het schip Mossel dat onder leiding van Pieter Frederiksz. de Groot op 29

februari 1710 vanuit Batavia vertrok en op 11 april 1711 in de haven van Texel aankwam. Het schip voer voor de VOC kamer van Amsterdam. (http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=10706)

212 JCVDM aan CE, 15 april 1711 213 JCVDM aan CE, 15 april 1711 214 CE aan JCVDM, 10 mei 1711

51

Vrouw van Maerseveen,’ is de opmerking ‘met een verzegelde doos’ bijgevoegd.215 De brief

is geschreven na het eerste bezoek aan Amsterdam van Jan Carel. Voor zijn vertrek naar Utrecht heeft zijn vrouw hem gevraagd iets op te sturen, waar hij gehoor aan heeft gegeven.

Tijdens de correspondentie is Constantia Eliana zwanger. Via de brieven spreken man en vrouw over een geschikte min die het kind kan voeden en verzorgen. Op 21 april schrijft

Constantia Eliana dat haar zus iemand heeft aangeraden. Het is een weduwe zonder kind.216

Ook Jan Carel kijkt uit naar een goede min. Op 11 mei schrijft hij aan zijn vrouw dat er net een min is langs geweest, die een kind heeft van zeven maanden. ‘Sij schijnt gesont te wesen en haer kindt mede.’ Daarna beschrijft hij hoe de min haar kind de borst gaf, waar weinig melk in zat. De min gaf als verklaring dat ze haar kind even daarvoor al had gevoed. Jan Carel

hoopt dat zijn vrouw gauw naar Utrecht komt, zodat ze de vrouw zelf kan beoordelen.217

Twee dagen later reageert Constantia Eliana per brief. Ze geeft aan dat ze in Amsterdam al

twee vrouwen op het oog heeft. Beide hebben ze geen kinderen.218 Constantia Eliana is van

plan om haar kind zelf te voeden, zoals ze ook al eerder had gedaan.219 De meeste

regentenvrouwen huurden een min voornamelijk in om hun kind te voeden, niet alleen als kindermeisje. Het uitzoeken van een goede min was erg belangrijk. In de vroegmoderne tijd

ging men ervan uit dat er eigenschappen van de min op het kind werden overgedragen.220

Constantia Eliana geeft ook niet familie gerelateerde informatie door aan haar man. Op 13 april vraagt Jan Carel aan zijn vrouw of zij hem wil schrijven over ‘het verdrincken van de

Heer Haringhcaspel.’221 Op 14 april geeft Constantia Eliana haar man de gevraagde

informatie. Hij zou met zijn paard in het water zijn gereden, ‘door de mist die hem belette de poort te sien.’ Het water was zo diep dat de man verdronk. Constantie Eliana schrijft dat ze het vooral droevig vindt voor de vrouw van de overleden man, want ze hadden een goed

huwelijk.222

Op 21 april komt de broer van Constantia Eliana langs om te vertellen dat Jan Carel

5000 gulden223 kan krijgen ‘op mant gelde.’ Over welk maandgeld dit gaat, wordt uit de brief

niet duidelijk. Jan Carels antwoord is ook niet bekend, omdat hij de dag daarna naar

215 JCVDM aan CE, 10 april 1711, adressering 216 CE aan JCVDM, 21 april 1711

217 JCVDM aan CE, 11 mei 1711 218 CE aan JCVDM, 13 mei 1711 219 Kooijmans 1997, 222

220 Broomhall 2010, 174

221 JCVDM aan CE, 13 april 1711 222 CE aan JCVDM, 14 april 1711

223 Het is een hoog bedrag om aan maandgeld te ontvangen. Doordat er uit de briefwisseling geen verdere

informatie komt, is niet duidelijk waarom dit bedrag zo hoog is. Het kan zijn dat het een totaal bedrag is, dat over meerdere maanden werd uitgekeerd.

52

Amsterdam vertrekt en dus mondeling op de brief heeft gereageerd. Constantia Eliana geeft in haar brief in ieder geval aan dat het geld tot volgende week bewaard zal worden. ‘Denk dat

Ued indietijt al hier sult zijn.’224

Afbeelding 11: Beschrijving van het droevige ongeluk. ‘Wat aangaet het droevig ongeluck van Hanenkasper is toe gekome door de mist, die hem belette de poort te sien en is aan de sij van de lanterenpael int water gerede’ (CE aan JCVDM, 14 april 1711, detail)

Al deze voorbeelden geven aan dat Constantia Eliana ook de standaard taken van een vrouw moest uitvoeren. Ze gaat zoals een goede dochter betaamt op ziekenbezoek. Ze blijft lang bij haar moeder om haar te verzorgen en gezelschap te houden. Daarnaast komt naar voren dat de correspondentie met andere vrouwen in de familie via Constantia Eliana verliep, zelfs als de gestelde vragen of verzoeken eigenlijk aan haar man gericht waren. Hiermee hadden vrouwen niet alleen als doel het contact met familieleden voor zichzelf te

onderhouden, ook anderen werden van hun brieven afhankelijk om banden binnen het netwerk te kunnen versterken.

Daarnaast laat het de gelijkwaardigheid die tussen Jan Carel en Constantia Eliana bestond zien. Bij haar afwezigheid zorgt Jan Carel voor de kinderen, en samen bespreken ze welke min ze zullen benoemen. Dit waren allebei taken die bij het bestieren van het

huishouden hoorden, wat Constantia Eliana in haar rol als huisvrouw zou moeten vervullen. Maar ze kreeg hulp van haar echtgenoot. Rudolf Dekker geeft aan dat het vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw veel gebruikelijker werd dat man en vrouw een meer

vergelijkbare rol kregen in het huishouden en dat ook de man zich actief bemoeide met de

opvoeding en verzorging van de kinderen.225 Als nieuwe generatie zou deze verschuiving bij

Constantia Eliana en Jan Carel begonnen kunnen zijn. Uit de brieven van de andere drie

224 CE aan JCVDM, 21 april 1711 225 Dekker 1992, 426-427

53

vrouwen komt deze samenwerking tussen man en vrouw in het huishouden niet naar voren, omdat ze alle drie weduwe waren. Het is mogelijk dat Constantia Eliana en Jan Carel hun ouders als voorbeeld hadden, als het ging om deze gelijkheid. Doordat er uit die tijd echter geen brieven bewaard zijn gebleven, weten we niet in hoeverre man en vrouw in de eerdere generatie met elkaar samenwerkten.

54

6. Conclusie

In reisverslagen werden Nederlandse vrouwen in de vroegmoderne tijd met verwondering beschreven. Ze hadden het binnenshuis voor het zeggen, waar het altijd schoon en netjes was, maar konden ook buitenshuis hun zegje doen. Er is echter gebleken dat de vrouwen in de Republiek niet meer vrijheden hadden dan andere vrouwen in Europa. Ze waren in theorie ondergeschikt aan hun man of vader. Alleen weduwen en ongehuwde meerderjarige vrouwen waren handelingsbekwaam. In deze scriptie is aan de hand van correspondentie gekeken welke rol regentenvrouwen innamen in het familienetwerk. Het onderzoek heeft zich gericht op vier vrouwen rondom Joan Huydecoper II. Hij was een van de invloedrijkste leden uit de familie, omdat hij meerdere malen burgemeester was. De rol zoals die uit de brieven naar voren komt, is daarnaast vergeleken met de algemene rol van regentenvrouwen binnen hun familie, zoals uit andere onderzoeken is gebleken.

Sophia Coymans was de vrouw van Joan II. Zij correspondeerde met haar twee zussen Elisabeth en Aletta Maria Coymans. Daarnaast stuurde zij brieven naar haar dochter

Constantia Eliana Huydecoper. Elisabeth, Aletta Maria en Constantia Eliana schreven ook onderling brieven. Behalve Aletta Maria waren de vrouwen getrouwd met mannen die functies hadden in het stadsbestuur. Sophia’s man was in Amsterdam een belangrijk persoon en de mannen van Elisabeth en Constantia Eliana hadden belangrijke functies in Utrecht. De brieven van de vier vrouwen die aan ons zijn overgeleverd zijn geschreven tussen 1694 en 1716. Op dit moment waren Elisabeth en Aletta Maria weduwen, Sophia’s man overleed in 1704. Dit heeft invloed gehad op de zaken die in de brieven werden besproken. Naast deze zestien brieven is gebruik gemaakt van een familiekroniek die door Elisabeth werd

bijgehouden, en een correspondentie van zeventien brieven tussen Constantia Eliana en haar man Jan Carel van der Muelen. Dit omdat deze twee vrouwen weinig brieven aan de andere vrouwen hebben geschreven. Het is ook mogelijk dat de brieven die zij geschreven hebben niet bewaard zijn gebleven.

Correspondentie was belangrijk voor het onderhouden van het familienetwerk. In de vroegmoderne tijd was een netwerk van familieleden en andere verwanten van groot belang om een sociale status op te bouwen en iets te kunnen bereiken in de samenleving. Vrouwen hadden minder mogelijkheden om zich in de samenleving te ontplooien, maar via informele weg konden zij hun stem laten gelden. Hun aandeel in het familienetwerk was van groot belang. Door huwelijken die onderling werden gesloten, breidden vrouwen het netwerk uit. Daarnaast onderhielden zij het contact met andere vrouwen uit dit netwerk, waar ook de

55

mannen profijt van hadden. Contacten konden worden onderhouden door middel van bezoeken en cadeaus, maar ook brieven hadden hier een grote rol in. De continuïteit van de correspondentie was erg belangrijk, waardoor er tijdig geantwoord moest worden op een ontvangen brief. De vier vrouwen waren op de hoogte van deze regels. Ze zorgden ervoor dat het contact met de ontvangster werd onderhouden. Hiermee bleef de onderlinge band die de vrouwen hadden behouden.

De brieven bevatten zowel elementen van een formele brief, zoals de aanhef en afsluiting, als verwijzingen naar de spreektaal. Bij dit laatste moet gedacht worden aan de schrijfwijze van woorden op de manier zoals ze uitgesproken werden. Hiermee kunnen de brieven niet gelijkgesteld worden aan een formele briefwisseling, maar zijn ze ook niet een directe voortzetting van een gesproken gesprek. De onderzochte familiecorrespondentie vormt een eigen genre.

Om de inhoud van de brieven goed te kunnen plaatsen en de bezigheden van de vrouwen te kunnen duiden is gekeken naar de algemene taken van vrouwen. Wanneer vrouwen getrouwd waren was hun belangrijkste taak het voortbrengen van erfgenamen. Het opvoeden van de kinderen en het verdere huishouden hield de vrouwen het meest bezig. Vooral in de lagere klassen werkten vrouwen daarnaast om het hoofd boven water te kunnen houden. Niet alleen de zorg voor kinderen was belangrijk, ook andere familieleden hadden soms hulp nodig. Het waren de vrouwen die op ziekenbezoek gingen of die hielpen bij bevallingen van zusters en nichtjes. Tenslotte was het in hogere kringen gebruikelijk om correspondenties op te zetten met familieleden. Via deze correspondentie werden

familiebanden aangehaald en onderhouden, waarmee de vrouwen een belangrijke schakel vormden binnen het familienetwerk.

Door te analyseren waar de vier vrouwen over schreven, kan achterhaald worden wat voor rol zij hadden in het familienetwerk. Hielden de vrouwen zich alleen bezig met de

veelomvattende huishoudelijke taken, of hadden zij meer zeggenschap? Het is gebleken dat de vier vrouwen voornamelijk over andere familieleden schreven. Ziekte, dood, huwelijken en geboortes werden besproken. Het was belangrijk om deze zaken bij te houden, ze hadden namelijk invloed op de verhoudingen binnen de familie en daarmee het netwerk. Het kon voor een verschuiving binnen de familie zorgen als een erfgenaam dood ging of een andere familie bij de huidige familie werd gevoegd door een huwelijk dat gesloten werd. Daarnaast lijken de vrouwen oprecht geïnteresseerd te zijn geweest in de gezondheid van de anderen. Hiermee schreven ze de brieven niet alleen om contacten te onderhouden, maar speelde persoonlijke aandacht ook een belangrijke rol.

56

Uit de onderwerpen die in de brieven werden besproken komt vooral de standaard rol van regentenvrouw naar voren. Dit bestond uit huishoudelijke taken, zoals het zoeken naar personeel. Constantia Eliana was bijvoorbeeld opzoek naar een min. Daarnaast onderhielden de vier vrouwen het contact met de vrouwelijke leden van de familie en stuurden zij hun cadeaus. Ook bedankten ze voor de cadeaus die ze zelf gekregen hadden.

De brieven werden ook gebruikt om de mening die de vrouwen hadden, met elkaar te delen. Daarnaast was het mogelijk om daadwerkelijk actie te ondernemen als ze het met de gang van zaken niet eens waren. Dit ging voornamelijk over het sluiten van huwelijken. Een voorbeeld hiervan is het huwelijk tussen Isabella en Barchman, dat in hoofdstuk vier is besproken. Aletta Maria geeft aan dat ze de ruzie tussen deze twee probeert op te lossen door advies bij een advocaat in te winnen. De vrouwen waren niet afhankelijk van mannen en hielden zich ook niet afzijdig bij conflicten binnen de familie. De vrouwen probeerden conflicten binnen de familie zo snel mogelijk op te lossen om de familie bij elkaar te houden en het netwerk in stand te houden. We moeten er wel rekening mee houden dat deze zaken allemaal door Sophia, Elisabeth en Aletta Maria werden besproken. Deze drie vrouwen waren weduwe en hadden meer zeggenschap over hun eigen leven en dat van hun kinderen dan Constantia Eliana. Uit haar brieven komt niet naar voren dat zij meer zeggenschap had dan over de opvoeding van de kinderen en de organisatie van het huishouden. Wel overlegde Constantia Eliana met haar man over huishoudelijke zaken, zodat hij hierbij betrokken werd.