• No results found

6.1. kwalitatief onderzoek

6.2.2. Data-analyse Betrouwbaarheid

Aangezien de vragenlijst bestaat uit zelf opgestelde vragen en iedere vraag een ander aspect van de situatie van de afgestudeerden meet, is de cronbach’s alpha van de vragenlijst onder de

0,7 (cronbach’s alpha van 0,235). Bij het meten van de betrouwbaarheid tussen de vragen komen enkel bij de vraag ‘situatie’ en ‘ik heb een passende baan’ een cronbach’s alpha van 0,846, de vraag ‘situatie’ en ‘begonnen met baan’ een cronbach’s alpha (gebaseerd op gestandaardiseerde items) van 0,767 en de vraag ‘ wanneer afgestudeerd’ en ‘begonnen met baan’ een cronbach;s alpha van 0,786 (zie bijlage 5 voor tabellen cronbach’s alpha) Omdat de enquête feitelijke gegevens meet, is er van tevoren geen betrouwbaarheidstest uitgevoerd en kon dit niet worden voorzien.

Independent Chi-square test

Om een antwoord te kunnen geven op de deelvraag 1 ‘Wat zijn de verschillen in kansen tussen interdisciplinaire en monodisciplinaire afgestudeerden op de arbeidsmark wat betreft het vinden van een baan?’ kan er alleen non-parametrisch getoetst worden aangezien er op

categorisch niveau is gemeten. Hierdoor hoeven de aannames van de parametrische testen niet worden voldaan. De enige test die categorische data meet is de Chi-square- test (zie tabellen bijlage 5). Deze meet de relatie tussen categorische variabelen studie en situatie.

Wat betreft de Chi-square test voor onafhankelijkheid bij het meten van de interdisciplinaire of monodisciplinaire Bachelorstudie en situatie blijken de aannames voldaan. 0,00% heeft een verwachte waarde van 5 en de minimum verwachte waarde is 18,35 (>10).

De Chi-square toont aan dat er geen significante relatie is tussen een interdisciplinaire of monodisciplinaire studie en het hebben van een baan of op zoek zijn naar een baan, x2 (1, n = 85) = 0,00, p = 1.00, phi = -0,017

Wat betreft de Chi-square test voor onafhankelijkheid bij het meten van de interdisciplinaire of monodisciplinaire Masterstudie en situatie blijken de aannames niet voldaan. 33,3% heeft een verwachte van 5 en de minimum verwachte waarde is 0,92 (<10). Er kan zodoende niet voor de Chi-square getoetst worden.

Er is sprake van een type 1 fout omdat de hypothese H1: ‘De kansen op de arbeidsmarkt van interdisciplinaire afgestudeerden zijn groter dan kansen van

monodisciplinaire afgestudeerden op de arbeidsmarkt’ er vanuit ging dat er een effect was, maar er is geen significant effect gevonden.

6.2.3. Grafieken

Deze paragraaf geeft in grafieken de uitkomsten van de verhoudingen tussen de variabelen situatie en Bachelorstudie, Situatie en Masterstudie, aansluiting en Bachelorstudie,

aansluiting en Masterstudie, op zoek naar aansluiting en Bachelorstudie en op zoek naar 33

aansluiting en Masterstudie weer, die uit de tabellen crosstabs zijn gekomen (zie bijlage 5).

Situatie afgestudeerden

Grafiek 1: situatie respondenten met een interdisciplinaire of monodisciplinaire Bachelorstudie

Grafiek 2: situatie respondenten met een interdisciplinaire of monodisciplinaire Masterstudie

Wat betreft de situatie van respondenten blijkt uit de statistieken dat 54, 1% een baan heeft en 34

45,9 % op zoek is naar een baan. In grafiek 1 is te zien dat meer respondenten met een interdisciplinaire Bachelorstudie studie op zoek zijn naar een baan dan respondenten met een monodisciplinaire Bachelorstudie. Ook blijkt dat iets meer respondenten met een

monodisciplinaire Bachelorstudie een baan hebben. Dit verschil is minimaal. In grafiek 2 is te zien dat meer respondenten met een interdisciplinaire Masterstudie een baan hebben dan respondenten met een monodisciplinair Masterstudie.

Aansluiting studie op baan

Grafiek 3: Aantal respondenten met een baan die aansluit op de Bachelorstudie

Wat betreft aansluiting van de gevolgde studie op baan blijkt dat – los van interdisciplinaire of monodisciplinaire studie – 78,3 % van de respondenten een baan heeft die aansluit op de studie. In grafiek 3 is daarbij te zien dat meer respondenten met een monodisciplinaire Bachelorstudie een passende baan hebben dan respondenten met een interdisciplinaire Bachelorstudie. Dit verschil is niet groot.

Grafiek 4: Aantal respondenten met een baan die aansluit op de Masterstudie

Wat betreft aansluiting van de gevolgde studie op baan blijkt dat – los van interdisciplinaire of monodisciplinaire studie – 73,9 % van de respondenten een baan heeft die aansluit op de studie. In grafiek 4 is daarbij te zien dat iets meer respondenten met een monodisciplinaire Masterstudie een passende baan hebben dan respondenten met een interdisciplinaire Masterstudie. Dit verschil is minimaal.

Grafiek 5: Aantal respondenten dat op zoek is naar een baan die aansluit op de studie, met interdisciplinaire of monodisciplinaire Bachelorstudie

Wat betreft de respondenten die op zoek zijn naar een baan die aansluit op de gevolgde studie aansluiting – los van interdisciplinaire of monodisciplinaire studie – 76,9 % van de

respondenten op zoek is naar een baan heeft die aansluit op de studie. In grafiek 5 is daarbij te 36

zien dat iets meer respondenten met een interdisciplinaire Bachelorstudie iets meer op zoek zijn naar een baan die aansluit op de gevolgde studie dan respondenten met een

monodisciplinaire Bachelorstudie.

Grafiek 6: Aantal respondenten dat op zoek is naar een baan die aansluit op de studie, met interdisciplinaire of monodisciplinaire Masterstudie

Wat betreft de respondenten die op zoek zijn naar een baan die aansluit op de gevolgde studie aansluiting – los van interdisciplinaire of monodisciplinaire studie – 76,9 % van de

respondenten op zoek is naar een baan heeft die aansluit op de studie. In grafiek 6 is daarbij te zien dat iets meer respondenten met een interdisciplinaire Masterstudie meer op zoek zijn naar een baan die aansluit op de gevolgde studie dan respondenten met een monodisciplinaire Bachelorstudie.

Zie bijlage 6 voor een overzicht van de verhouding tussen geslacht en leeftijd met interdisciplinaire of monodisciplinaire Bachelor en Masterstudie.