• No results found

Dankzij de kortzichtige Neder- Neder-landse opstelling in Brussel zitten

In document Politiek theater (pagina 32-35)

voor de ontwikkeling, demonstratie en marktin-troductie van kleinschalige schone energie, zoals microwarmtekrachtkoppeling (de zoge-naamde huiscentrale waarmee een huishouden op basis van zijn gasgestookte ketel zowel in zijn warmte- als elektriciteitsbehoefte voorziet) en de energieneutrale cq. energieproducerende kas en woning.

schone kolen

Sinds 1 januari 200 vallen de elektriciteitsbe-drijven en de grote industrie1 onder het Euro-pese regime van verhandelbare co2 -emissie-rechten. Er is hun een emissieplafond opgelegd dat in de loop der jaren naar beneden zal worden bijgesteld. Deze emissierechten kunnen worden verhandeld. Rechten die bedrijven zelf niet ge-bruiken mogen ze op de beurs verkopen. Als ze rechten tekortkomen, kunnen ze die aankopen. Idealiter dwingt dit systeem bedrijven om hun technologie te verbeteren en op termijn kool-stofarmer te produceren. Het werkt echter alleen

adequaat bij een strikte normstelling. Op dit moment zijn de emissieplafonds, zoals betoogd, nog erg ruim.1 Daardoor is er op dit moment nog alle ruimte voor productiegroei en dus méér vervuiling.

Dat de bevoegdheid voor het beheer van dit politieke instrument in Brussel is gelegd, is om te voorkomen dat eu-landen op elkaar gaan wachten met het treffen van co2 -uitworpbeper-kende maatregelen die de concurrentiepositie van het eigen bedrijfsleven zouden benadelen. Als de Nederlandse politiek ernst wil maken met het klimaatbeleid, dan stelt zij zich in Brussel

coµperatief op. Tot dusver was het tegendeel het geval. Om de nationale industrie te beschermen deed Nederland (evenals grote broer Duitsland) moeilijk over verlaging van de emissieplafonds. Door het plan van de Europese Commissie dat onlangs op tafel werd gelegd ¬ met als kern-doelstelling ten minste 20% reductie van de co2 -uitworp voor de gehele eu in 2020 ¬ hartelijk en krachtig te ondersteunen, kan Nederland zijn fouten uit het verleden goedmaken. Daartoe zal Den Haag wel de machtige energielobby ¬ haar kracht werd het afgelopen jaar in volle omvang zichtbaar tijdens het debat over de afsplitsing van de elektriciteitsnetten ¬ moeten weerstaan. Voorlopig geeft die lobby immers de voorkeur aan extra emissierechten, die te halen zouden zijn bij andere sectoren van de economie, boven de ont-wikkeling en toepassing van schone technologie. Begin dit jaar besloot het Duitse energiebe-drijf e. on definitief om op de Maasvlakte een nieuwe kolencentrale te bouwen van 1100 mega-watt.1 Ook andere maatschappijen ontwikkelen nieuwe kolencentrales, onder andere voor de Eemshaven. Het valt te vrezen dat als de aanpak van de sector niet verandert, dit geen schone, maar conventionele centrales zullen worden. Dankzij de kortzichtige Nederlandse opstelling in Brussel zitten de bedrijven immers ruim in hun emissierechten. Bovendien zullen ze het ho-gere rendement van nieuwe kolencentrales, hun door de technische ontwikkeling in de schoot geworpen, als eigen fantastische milieuprestatie opvoeren. Zo zou de sector wel heel gemakkelijk wegkomen en de co2-uitstoot voor tientallen jaren onwrikbaar vast liggen.

aanbevelingen

Om de door de mens veroorzaakte klimaatver-andering tegen te gaan zal in twintig tot dertig jaar de co2-uitworp drastisch moeten worden te-ruggebracht. Daarnaast is het voor Nederland en Europa om geopolitieke en veiligheidsredenen noodzakelijk om de afhankelijkheid van olie en gas te verminderen. De optie schone kolen biedt uitkomst voor de transitie naar een duurzame

Linkse keuzes voor de eeuw van de energie Saïd Zwerver & Fred Jansen Stop de windmolens

Dankzij de kortzichtige

Neder-landse opstelling in Brussel zitten

energiebedrijven ruim in hun

emissierechten

 energiehuishouding. Wat moet er gebeuren?

> Nederland moet de machtige energielobby weerstaan en zich ten volle committeren aan het nieuwe energieplan van de Europese Commis-sie, dat ambitieuze doelen formuleert voor het niveau van co2-uitstoot in 2020. Den Haag zou in Brussel moeten aansturen op harde emissie-normen gekoppeld aan een duidelijke tijdshori-zon voor ná de genoemde periode.

> Waar mogelijk moet de optie schoon fossiel worden benut. Aan elektriciteitsbedrijven die plannen maken voor de bouw van conventionele kolencentrales, bijvoorbeeld op de Maasvlakte en in de Eemshaven, moet een zodanige hoeveel-heid emissierechten worden uitgegeven dat de inzet van schone kolentechnologie noodzakelijk wordt.

> Er moet volop worden ingezet op de imple-mentatie van technieken voor energiebesparing en rendementsverbetering. Daarmee kan ons nationale energieverbruik met tientallen pro-centen worden teruggebracht.1 Sluis milieuhef-fingen op energie terug naar de kleinverbrui-kers, via projecten waarbij werk wordt gemaakt van grootschalige energiebezuiniging.

> Het subsidiebeleid voor duurzame energie moet op de schop. Helaas zijn er op dit moment nog geen duurzame technieken beschikbaar die voldoende opbrengen om de fossiele brandstof-fen te vervangen. Doorgaan met

subsidiever-lening voor bijvoorbeeld windmolens op land is niet alleen geldverspilling, maar ook riskant omdat de slechte performance van deze techno-logie en de nadelige effecten ervan op de leefom-geving pleitbezorgers van kernenergie als ‘het enige alternatief’ in de kaart spelen.

> Kleinschalige schone of duurzame oplos-singen verdienen wel overheidssteun. Veelbe-lovend zijn ontwikkelingen op het terrein van de energieneutrale woning, kassen die zelf ¬ eventueel in combinatie met bodemwarmte ¬ energie opwekken en microwarmtekrachtkop-peling.

> Bovenal is het zaak om ruim te investeren in onderzoek naar écht duurzame alternatieven, dat wil zeggen duurzame systemen die vol-doende potentieel hebben om ¬ op termijn ¬ de competitie met fossiele brandstoffen aan te gaan, zoals zonne-energie en biotechnologie. Die twee opties zouden de spil moeten vormen van een ‘wetenschappelijk/technologisch Del-taplan’ van zowel toepassingsgericht als funda-menteel onderzoek.

> Gezien de nauwe relaties tussen het energie- en het klimaatvraagstuk is het raadzaam om in het nieuwe kabinet voor deze twee beleidster-reinen één coµrdinerend minister verantwoor-delijk te maken. Die persoon zal Nederland met kracht en spoed naar een schoon energiebeleid moeten voeren. De kansen liggen er.

Linkse keuzes voor de eeuw van de energie Saïd Zwerver & Fred Jansen Stop de windmolens

Noten

1 René Rector, Nieuwe energie.

Schaarste, klimaat, duurzaamheid. Amsterdam: wbs, 2006.

2 ecn (200), Het ez-beleid ter

bevordering van een duurzame energiehuishouding. onderzoek 1999-2004.

 Zie www.nkpw.nl, website van het Nationaal Kritisch Platform Windenergie, dat vijftig lokale groepen vertegenwoordigt.  De Beleidsovereenkomst

Lan-delijke Ontwikkeling

Wind-energie (blow) werd in 2001 op initiatief van de ministers Jorritsma (ez) en Pronk (vrom) gesloten tussen Rijk, provincies en de vng.

 Ter illustratie: Een actievoerder in Delfzijl kreeg op de dag voor Kerstmis door de deurwaarder een exploot uitgereikt met een ‘claim’ van vijf miljoen euro van een projectontwikkelaar. Meer voorbeelden op: www.nkpw. nl/index.php?option=com_co ntent&task=view&id=17&Ite mid=0.

 Grote bedrijven waaronder Shell en Air France/klm pleit-ten recent bij de eu om een dui-delijk beleid voor de reductie van de co2-uitstoot.

7 mep ¬ Milieuvriendelijke Elek-triciteitsproductie. Regeling op grond waarvan subsidies worden verstrekt aan o.a. wind-molens, bijstook van biomassa in centrales enz.

 cbp (200), Windenergie op de

Noordzee, een maatschappelijke kosten-batenanalyse.



het alleen voor de windmolens op land jaarlijks om een bedrag van ongeveer _ 2 per huis-houden. Dit is de helft van het bedrag dat het kabinet in 200 teruggaf aan de burgers om de stijging van hun energiereke-ning te compenseren. 10 aer in combinatie met

vrom-Raad (200), Energietransitie:

Klimaat voor nieuwe kansen.

11 wrr (200), Klimaatstrategie

tus-sen ambitie en realisme

12 ‘Schoon’ moet worden begrepen als vergassing gecombineerd met afvang en opslag in de ondergrond van co2, dus

werke-lijke reductie van de uitstoot. 1 Het Kyoto-Protocol gebiedt de

eu voor de periode 200-2012 een reductie van co2-emissies van % ten opzichte van de emissies in 1990. Voor Neder-land komt de Kyoto-doelstelling neer op een reductie van %. Deze verplichting wordt deels gerealiseerd via aankoop van emissierechten in het buiten-land door de Nederbuiten-landse over-heid. Dit leidt tot een vergroting van de emissieruimte voor Nederland in de Kyoto-periode. Daarnaast wordt emissiebeper-king gerealiseerd door industrie

en elektriciteitsbedrijven met een co2-output van meer dan 20 mw emissierechten toe te wijzen tot een bepaald plafond. 1 Dat wordt ook weerspiegeld in de beurskoers voor co2 die veel lager is dan werd voorzien (nu _ ) en ook lager dan voor een goede werking van de beurs is vereist.

1 Bericht in het Financieel Dagblad van 19 januari 2007.

1 Greenpeace, september 200,

Energy revolution. A sustainable way to a clean energy future for the Netherlands.

7

Over de auteur Frans W. Sluijter was van 1970 tot

2001 hoogleraar Theoretische Natuurkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is actief voor de PvdA.

Noten zie pagina 42

In document Politiek theater (pagina 32-35)