• No results found

Het cultuurlandschap van het Drents plateau, het esdorpenlandschap en het veldontginningslandschap

4 Ontwerpopgaven per provincie

4.4 Drenthe 1 Inleiding

4.4.4 Het cultuurlandschap van het Drents plateau, het esdorpenlandschap en het veldontginningslandschap

Ontwerpopgave:

♦ Het in beeld brengen van het gebruik van twee verschillende typen boerderijen voor de functie wonen. Daarvoor zijn een historische boerderij in een esdorp en een vrijliggende veldontginningsboerderij op het Drents Plateau uitgekozen. Functionele eisen:

♦ Aandacht voor verschillende vormen van hergebruik van een historische boerderij en een veldontginningsboerderij. Ontwerp voor een boerderij in een historisch esdorp en een vrijliggende veldontginningsboerderij.

Landschappelijke aspecten:

♦ Het maken van een ontwerp voor een erf bij de historische boerderij, dat is gebaseerd op de indeling ‘voor en achter’, d.w.z. aan de voorkant aandacht voor ‘historische eenvoud en karakteristieken’ en aan de achterkant een passende tuin die aansluit bij de woonfunctie.

♦ Bij de historische boerderij speciale aandacht voor een goede ruimtelijke samenhang met de dorpsomgeving.

♦ Gezien de context van de beide boerderijen en de bouwmaterialen die bij de beide typen boerderijen zijn gebruikt wordt aanbevolen in de ontwerpen veel aandacht te besteden aan het aspect kleur.

Overige aspecten:

♦ Het verschil tussen zorgvuldig omgaan met het waardevol cultureel erfgoed en vrijheid van handelen tot uitdrukking laten komen. Het is de bedoeling, dat in de ontwerpopgave voor de veldontginningsboerderij een extra uitdaging voor de ontwerpers bevat om met nieuwe, c.q. vernieuwende ideeën te komen. De begrippen ‘post-agrarisch’ en ‘post-modern’ kunnen elkaar daar als het ware ontmoeten.

♦ Bij de historische boerderij is de ruimtelijke relatie met het dorp, zoals de brinkruimten, erg belangrijk. In dit verband kan een vergelijking worden gemaakt met beschermde dorpsgezichten, zoals Oud-Aalden, en het museumdorp Orvelte.

♦ Ter informatie wordt vermeld, dat er in Drenthe enige historische boerderijen zijn verbouwd tot een aantal woningeenheden in één boerderij. Naar verluidt blijkt deze oplossing evenwel erg kostbaar te zijn.

♦ Het is mogelijk aan de woonfunctie een kantoorfunctie te koppelen. Bij de veldontginningsboerderij kan ook worden gedacht aan kunst in de vorm van een kunstenaarswoning met atelier of een galerie (‘kunstboerderij’).

4.5 Flevoland

4.5.1 Inleiding

De IJsselmeerpolders behoren tot de twintigste eeuwse droogmakerijen. De oudste, de Wieringermeer, maakt deel uit van de provincie Noord-Holland. De andere drie, de Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland, vormen met elkaar de provincie Flevoland. In de ontwikkeling van de IJsselmeerpolders komt de ontwikkeling van de ideeën over de inrichting van grote jonge droogmakerijen duidelijk tot uitdrukking. Dat betreft onder meer de grootte van de landbouwbedrijven en de situering en de vormgeving van de boerderijen. Zo is de grootte van de bedrijven in de loop der tijd aanmerkelijk toegenomen. Het merendeel van de landbouwbedrijven in Flevoland bestaat uit akkerbouw- en vee- houderijbedrijven. Hierbij kan worden vermeld, dat in Oostelijk Flevoland in de afgelopen jaren vrij veel biologische landbouwbedrijven zijn gevestigd. Daarnaast zijn er in de polders enkele fruitteeltgebieden gelegen.

Boerderijen met de omringende erfbeplantingen vormen belangrijke elementen in de uitgestrekte ruimten van de IJsselmeerpolders. Het is dan ook goed te begrijpen, dat er veel aandacht is besteed aan de architectuur van de boerderijen en de erfbeplantingen. Het ruimtelijke samenspel tussen wegbeplantingen, situering van de boerderijen en de erfbeplantingen verschilt per polder. In de Noordoostpolder liggen de boerderijen verspreid langs de landbouwwegen. De bedrijven zijn er vrij klein. In Oostelijk Flevoland zijn de boerderijen langs wegen zonder boombeplantingen gelegen. De boerderijen liggen als het ware als eilanden in de uitgestrekte ruimten. De bedrijven zijn er groter dan in de Noordoostpolder. In Zuidelijk Flevoland zijn de boerderijen in clusters van meestal vier bedrijven gegroepeerd. De bedrijven zijn er voor Nederlandse begrippen groot.

In de loop der jaren is de sterke oriëntatie op de landbouw afgenomen en is een meer multifunctionele inrichting van de polders tot stand gekomen. Daarbij is de aandacht voor andere functies, zoals natuur en recreatie, toegenomen. Daarnaast neemt de verstedelijking nog steeds in betekenis toe, met name vanuit de Randstad. Naar verwachting komt de lijn tussen het gebied dat sterk onder stedelijke invloed staat en het agrarisch gebied in 2020 enkele kilometers ten oosten van de weg Lelystad- Harderwijk te liggen (Veeneklaas et al., 2001).

Voor Flevoland is de keuze gemaakt voor een boerderij in de Noordoostpolder en twee boerderijen in Zuidelijk Flevoland. Bij de boerderij in de Noordoostpolder is sprake van omvorming van een akkerbouwbedrijf naar een bedrijf, dat wordt gericht op gespecialiseerde teelten van tuinbouwgewassen en dergelijke. Bij een boerderij in het agrarische middengebied van Flevoland is gekozen voor de ontwikkeling van een melkveebedrijf tot een zogenoemd megamelkbedrijf. Hierbij is sprake van twee varianten. Voor de tweede boerderij in Zuidelijk Flevoland is gekozen voor het thema transformatie (omvorming) (Herngreen, 2002a en 2002b). Het betreft de transformatie van een bestaande boerderij in het door bossen en het Gooimeer omsloten landbouwgebied bij Almere-Haven naar één of enkele nieuwe op het stedelijk gebied afgestemde functies.

4.5.2 Noordoostpolder

Ontwerpopgave:

♦ Transformatie van een akkerbouwbedrijf naar een gespecialiseerd bedrijf voor vollegrondstuinbouw, bloementeelt en/of bollenteelt (gericht op kennislandbouw).

Opzet van het bedrijf:

♦ Omvorming van akkerbouw naar gespecialiseerde teelten, zoals vollegrondstuinbouw, bollenteelt en/of bloementeelt (de akkerbouw heeft moeite te overleven).

♦ Omvang circa 24 ha (de modulaire opbouw van de kavels bedraagt 300 x 800 meter).

♦ Kenmerken van de boerderij handhaven (montagebouw, rode daken en de brede groensingels rond de erven; rood en groen zijn duidelijk als complementaire kleuren in het landschap gebruikt).

♦ Bij de bebouwing streven naar een goede combinatie van oud en nieuw; dat betreft zowel de locatiekeuze als de architectuur van de nieuwe gebouwen. Landschappelijke aspecten:

♦ Handhaven van het kenmerkende verkavelingpatroon.

♦ Binnen de landschappelijke hoofdstructuur ontstaat een afwisselend en kleurrijk mozaïek.

♦ Aandacht voor het verschil in schaal van agrarische gebieden in het landschap in de Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland (reeks van toenemende grootschaligheid).

♦ Aandacht voor het verschil in boerderijtypen in de vier IJsselmeerpolders.

♦ In deze ontwerpopgave dient veel aandacht te worden besteed aan het aspect kleur (ter informatie: de roulatie van bloembollenteelt over verschillende bedrijven wordt wel aangeduid als ‘de reizende bollenkraam’).