• No results found

4 Ontwerpopgaven per provincie

4.13 Belevingslandbouw in het goede Brabantse land

De opgave:

♦ Transformatie van een gezinsmelk-bedrijf in het kleinschalige kampenlandschap van Midden Brabant, naar een economisch rendabele melkveehouderij met professionele neveninkomsten uit landschap en recreatie.

Achtergrond:

♦ In het midden van Brabantstad ligt het groene hart van Brabant. Een tuin tussen de stedelijke regio’s. In het gebied is grote variatie aan natuur- en cultuurhistorische (landschaps)waarden en het kent een karakteristieke landschapsstructuur van afwisselend open en besloten gebieden.

♦ De grondgebonden melkveehouderij zal ook hier moeten groeien om rendabel te blijven. De kleinschaligheid van het landschap bemoeilijkt dit. Daarnaast heeft het gebied in toenemende mate te maken met druk vanuit de omliggende steden. De behoefte aan natuur, ruimte en stilte neemt toe. De stedeling beschouwt het landelijk gebied min of meer als zijn achtertuin, en stelt hierdoor eisen aan het landschap en aan de bedrijven.

♦ De oplossing ligt in verantwoorde groei met aandacht voor landschap en waarbij tegemoet gekomen wordt aan de recreant.

Opzet van het bedrijf:

♦ Groei van 40 koeien op 30 hectare naar 120 koeien op 100 hectare.

♦ 70 hectare grasland en 25 hectare verbouw van veevoer (maïs en graan)

♦ Bouw van nieuwe stal aansluitend bij oude bedrijfsgebouw en boerderij (circa

800m2, zie voor juiste afmetingen

www.anipro.nl/high_quality_and_community_farm.htm)

♦ Ruimte voor opslag veevoer en stalling landbouwwerktuigen.

♦ Grond in pacht van Brabants Landschap: lage pacht, maar wel voldoen aan landschappelijke voorwaarden: natuurbeheer integreren in de bedrijfsvoering.

♦ Groeninkomsten uit groenfonds

♦ Neveninkomsten uit recreatie. Boerderij ligt verder van de stad, dus met name extensieve vormen van recreatie: wandelen, fietsen, kamperen/logeren bij de boer, theetuin.

♦ Op het erf mag een extra gebouwtje gebouwd worden voor logies. Eenvoudige voorzieningen, en passend in landschap en bij historische boerderij.

♦ Nadenken over scheiding privé-publiek. Hoe realiseer je privacy voor de boer en het gezin? Zoeken naar een balans tussen bedrijfsvoering en openstelling. Belangrijk is een goede toegankelijkheid, een transparante bedrijfsvoering en een goed ogend erf.

♦ De uitdaging is een bedrijf te ontwikkelen dat tegemoet komt aan de behoefte van de stedelingen, zonder een ‘museumboerderij’ of hobbyboer te worden.

Landschappelijke aspecten:

♦ Het karakteristieke landschap – afwisselend open en besloten – moet dienen als uitgangspunt bij het vormgeven van de ruimtelijke ontwikkelingen.

♦ Rekening houden met de kleinschaligheid van het landschap. Grote kavels die voor de efficiënte bedrijfsvoering handig zijn, moeten gesplitst of visueel kleiner gemaakt worden (houtwallen, singels, overhoeken beplanten). Nadenken over ontsluiting van deze kavels.

♦ Neem een landschap als de Mortelen in je achterhoofd als beeld, maar positioneer dit bedrijf juist op die plaatsen waar het oud cultuurlandschap minder gaaf is. Door een nieuwe bedrijf te ontwerpen kan het landschap een lift krijgen.

Aandacht voor aantrekkelijke ruimtelijke relaties met de omgeving, boerderij kan dienen als verbinding stad-land. Recreatieve routes vanuit de steden richting de grotere natuurgebieden als de Campina.

4.13.1 Stadslandbouw in Midden-Brabant

De opgave:

♦ De transformatie van een klein agrarisch bedrijf in de stadsrand, naar een stadsboerderij met manege, waarbij 100% van de inkomsten gegenereerd worden uit stadsgerichte activiteiten.

Achtergrond:

♦ In midden Brabant is de verstedelijkingsdruk hoog. In de directe omgeving van de stad komen veel boeren in de knel. De mogelijkheid om hectares bij te kopen is vaak nihil. De stad rukt op richting het landelijk gebied. Een verschuivende stadsrand levert onduidelijkheden op voor bedrijven in de directe invloedssfeer van de stad. Veel ondernemers twijfelen met investeren, en stoppen uiteindelijk. Compleet verdwijnen van de landbouw in de omgeving van de stad is jammer, omdat juist de aanwezigheid van agrarische en stedelijke functies in één gebied een positieve uitwerking kan hebben op de kwaliteit van het (stads)landschap.

♦ Daarom: transformeer de boerderij een aanliggende gronden tot een groen gebied in stedelijke invloedssfeer, ten dienste van stedelingen.

Opzet van het bedrijf:

♦ Boerderij ca 15 hectare die de agrarische functie geheel heeft verloren in stedelijk uitloopgebied.

♦ Boerderij is zo goed als grondloos. Zijn oorspronkelijke grond heeft een andere functie gekregen, deels opgegaan in de woonwijk, deels vervult het de functie van een stadspark en deels een manege.

♦ Stadsboerderij als groene oase.

♦ Door verdwijnen agrarische functie is er sprake van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen. Deze transformeren (hergebruik waar mogelijk, anders slopen).

♦ Inrichtingseisen van de manege (circa 20 paarden, betekent 1 fulltime arbeidskracht):

♦ Halfoverdekte rijhal, in getransformeerde koeienstal. Voor referentiebeeld zie foto halfopen ligboxenstal (utrecht).

♦ Binnenhal, circa 15 bij 30 meter

♦ Diverse voorzieningen als wasplaats, voedersilo, mestopslag, stapmolen.

♦ Stalling rijtuigen overdekt

♦ Stallen paarden en verzorgingsruimte in nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen, bouwen in passende stijl.

♦ Uitrijmogelijkheden creëren

♦ Deel van het erf zal functioneren als soort stadspark aan de rand van de stad. Dit deel moet openbaar zijn, terwijl de manege voor ongewenst publiek afgesloten moet kunnen worden.

♦ Er zullen veel burgers op het bedrijf rondlopen. Dit biedt mogelijkheden voor ‘belevingslandbouw’. Misschien een heel klein deel van het oude bedrijf handhaven als soort kinder-/stadsboerderij?

♦ “Een stadsboerderij ligt in de directe invloedssfeer van de stad, en levert op de een of andere manier een bijdrage aan de ecologische of recreatieve groenstructuur van de stadsrand. Dit kan zijn door aanplant van singels, houtwallen en erfbeplantingen, maar kan ook door actief een recreatie-netwerk over het land aan te leggen, of door het bieden van onderdak aan echte stadsrand activiteiten als een kinderboerderij, zorg, opvang of een boerenwinkel aan huis. Zelfs hightech koppelingen aan stedelijke water-, warmte-, energie- en gasbehoeften of de opvang en retentie van overtollig water kunnen tot de mogelijkheden gerekend worden.” (bron: Pleijte, 1999).

Landschappelijke aspecten:

♦ De verstedelijking van het landelijk gebied wordt vaak als negatief ervaren. Dit heeft te maken met de aantasting van het ‘authentieke’ karakter van het Brabantse land. Dit moet voorkomen worden bij het transformeren van dit bedrijf in een manege. Voorkom verrommeling of het gevoel van een ’tutti-frutti’ landschap.

♦ De manege moet geen losliggend element worden, maar volledig geïntegreerd worden met zijn omgeving.

♦ aanleg extra groen (houtwallen bosjes) en onverharde paden om aan te sluiten bij recreatief netwerk.

♦ Aandacht voor de inrichting van het erf dat toegankelijk moet zijn voor stedelingen. Denk bij erfbeplantingen aan streekkenmerkende soorten.

♦ Aandacht voor vormgeving en materialen van de nieuwe stal. Typisch Brabants boerderijtype is de langgevel boerderij.

♦ Op gebied van waterbeheer zijn er mogelijkheden voor samenwerking met de stad. Denk aan retentie en /of beekherstel. Dit kan samengaan met het openstellen van het groen rondom de boerderij.

4.13.2 Industriële landbouw in de Baronie van Breda

De opgave:

♦ Transformatie van een lappendeken aan intensieve landbouwbedrijven op de zandgronden ten zuiden van Breda, naar schaalvergroting en exportgerichte mega intensieve bedrijven in de omgeving van infrastructuur. Verbeeld het landschap na de transformatie. Hoe kan door deze veranderingen een nieuw, aantrekkelijk en toch herkenbaar landschap ontstaan, zowel te beleven vanuit het landschap als vanuit de infrastructuur?

Achtergrond:

♦ In het booming West-Brabant, waar HSL, snelwegen en bedrijventerreinen oprukken, staat de landbouw onder hevige druk. Grondprijzen zijn er hoog, er moet worden gestreefd naar een maximale productie per hectare. Transformatie naar grootschalige intensieve teelten. De omgeving is zo goed ontsloten voor de wereldmarkt, dat internationale allure bijna verplicht wordt. De productiebedrijven kunnen ketens vormen met elkaar en slimme allianties aangaan met innoverende verwerkingsbedrijven, producten met meerwaarde voor de wereldmarkt produceren.

De opzet van het bedrijf:

♦ De landbouw produceert voor de wereldmarkt: hoogkwalitatieve agrarische productie-eenheden met behulp van de nieuwste snufjes op gebied van teeltondersteuning. Zeer efficiënte tuinbouw, containerteelt en boomkwekerijen. Deels grondgebonden en deels grondongebonden.

♦ 40 kleinere bedrijven a 25 hectare worden samengevoegd tot een mega bedrijf van 1000 hectare. Hiervan zal circa 400 ha boomteelt zijn, 400 ha vollegronds tuinbouw en 200 ha containerteelt/teeltondersteunden boogkassen.

♦ Inpassen van de teeltondersteunende voorzieningen in het landschap.

♦ Deze vorm van landbouw vraagt om de bouw van grote loodsen en gebouwen voor opslag van producten en machines. Geef deze gebouwen een bijzondere architectuur, met internationale allure. Bij voorkeur op zichtlocaties. Gebouwen die transparant zijn, laten zien wat er gebeurt binnen.

♦ Goed ontsloten. Hightech landbouw langs de snelwegen. Landschappelijke aspecten:

♦ Uitgestrekte percelen in een weids landschap worden begrensd door harde infrastructurele lijnen waarover auto’s en treinen voortrazen.

♦ Het infra-landschap ontwikkelt zich meestal ongecoördineerd. Probeer een integraal ontwerp te maken waarbij grondgebonden landbouw en industriële vormen van landbouw (loodsen, gebouwen, kassen) zich afwisselen in harmonie met het landschap. Zoek spanning en verrassing.

♦ Creëer een landschap vol contrasten: snel, dynamisch en industrieel versus het karakteristieke oude cultuurlandschap.

♦ Denk na over de beleving vanaf de weg. Het binnenrijden van de Baronie van Breda moet een aparte ervaring zijn. Hiermee geef je de regio nieuwe identiteit.

4.14 Limburg