• No results found

4. Hoofdstuk 4 Hoop voor de Toekomst

4.4 Coping & Hopeloosheid: Dagelijkse praktijken

Veel antropologen die zich richten op de theoretische notie hoop benadrukken de dualiteit van hoop en hopeloosheid als keerzijde van de medaille. Zigon stelt onder meer dat er bij de notie hoop sprake is van een continue slippage tussen hoop en hopeloosheid: ‗Hope is what we find when we might expect to find hopelessness – and as such, we always risk that slippage into hopelessness‘ (Zigon 2009: 262). Mar (2005) beschrijft dit aspect van hoop aan de hand van het element van twijfel waarbij hij stelt dat de notie hoop nooit kan worden erkend als hoop zonder het element van twijfel van ontologische zekerheid: ‗Hope can be disappointed (or it would not be hope) and it can flip over into fear, which is always implicit in hopeful states‘ (Mar 2005: 366). Pine (2014) stelt onder meer dat hoop altijd wordt gespiegeld door zijn tegendeel, hopeloosheid. Volgens haar hoopt iedereen op een bepaalde toekomst maar zullen we nooit weten of deze toekomst daadwerkelijk zal plaatsvinden wat uiteindelijk kan resulteren in hopeloosheid. Er bestaat een gegeneraliseerde angst voor de uitkomst van hoop als hopeloosheid en voor wat er zal gebeuren als hoop wegvaagt (Pine 2014: S96). Het is precies dit duale karakter dat belangrijk is voor de betekenis van hoop in de context van temporeel geweld. Het tweeledige karakter van hoop is zeer relevant in het kader van mijn onderzoek gezien de onzekere situatie waar mijn informanten zich in bevinden. Het idee van hoop als potentieel gevaarlijk ben ik eveneens tegen gekomen in mijn veldwerk. Een van mijn informanten, Jack, stelde in een gesprek over hoop het volgende:

‗Todays hard work is hope for tomorrow. Without hope you cannot live because you cannot imagine the next day. Hope is good but expectation is bad´

58 In deze quote komt het aspect van hoop naar voren als noodzakelijk om de toekomst te kunnen inbeelden. Tegelijkertijd stipt Jack het gevaar van hoop aan: verwachting. Om te kunnen leven heb je volgens Jack hoop nodig maar wanneer hoop omslaat in vertrouwen wordt dit gezien als iets negatiefs. Hoop heeft dus een soort grens: wanneer het omslaat in verwachting of vertrouwen wordt het een ‗gevaarlijke‘ overtuiging. In een gesprek over hoop gaf de Nederlandse supporter Isabel eveneens aan dat hoop als object potentieel gevaarlijk kan zijn:

Filiz: ‗Hoe zou jij hoop omschrijven in deze situatie?‘

Isabel: ‗Dat is echt een hele ingewikkelde, ik denk dat deze mensen allemaal wel hopen dat het op een dag goedkomt, in de zin van dat ze het wel willen maar of ze er ook echt vanuit gaat dat het gaat gebeuren vraag ik me wel af… maar dat zullen ze nooit hard op zeggen want dat geef je op‘

Hoop wordt tevens vaak genoemd in de context van de huidige vluchtelingen toestroom in onder andere Nederland. Zo waarschuwt het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) voor het verstrekken van valse hoop aan vluchtelingen: ‗Al vanaf het begin krijgt een asielzoeker te horen dat de kans groot is dat hij terug moet keren naar zijn eigen land. Als je zegt dat ze vast wel mogen blijven, en ze moeten dan toch weg, geef je mensen valse hoop. En dat maakt het veel moeilijker om weer naar het eigen land terug te gaan‘.20

In het kader van vluchtelingen is hoop dus iets wat gedoseerd moet zijn. Ook Ramon, een supporter van de Limoengroep van rond de zestig jaar, noemde het van aspect hoop als potentieel gevaarlijk:

‗We must be aware that we don‘t give them the feeling that we can change anything about their situation. I don‘t like to define hope, what if part of this group will end up in a detention centre? What does hope mean there?‘

Ook in een gesprek met Kelly, een Nederlandse supporter van rond de vijftig jaar, kwamen de ‗gevaarlijke‘ eigenschappen van hoop zoals moedeloosheid naar voren toen ze vertelde over haar ervaringen met de vluchtelingen van de Limoengroep:

Filiz: ‗Denk je dat de mensen hier nog steeds hoop houden op een betere toekomst?‘

20

https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/voortgezet_onderwijs_opvangproces.pdf

59 Kelly: ‗Ja […] De hoop is dat je hier een status krijgt. Dus daar zijn ze mee bezig. En eh als dat niks wordt dan zie ik wel moedeloosheid […] Will zei ―laat ons dan niet binnen, zet ons dan maar aan de grens eruit‖. Ik zei ja het Nederlandse systeem is dat je het mag proberen, het ingewikkelde is dat als het niet goed gevonden wordt dan moet je weer weg, dat is ook heel pijnlijk´

Kelly verwees in het interview naar Will, een vluchteling van rond de twintig uit Ethiopië. Uit het het bovenstaande fragment blijkt de frustratie van Will over de consequenties van het geven van valse hoop door de Nederlandse overheid. Desalniettemin gaf Will in een ander gesprek aan dat hij nog steeds hoop hield voor het verbeteren van zijn situatie en niet zou opgeven.

Volgens Jack kon je alleen hoop houden wanneer je waardeert wat je hebt ook al is je situatie niet perfect. Om hoop te kunnen houden moest je volgens hem hard werken, proberen bezig te zijn en waarderen wat je hebt:

‗You have to keep looking for new things, new challenges you have to keep growing as a person and mentally not get crazy. Life is like a bicycle, you have to balance yourself otherwise you fall down. You have to put your foot on the ground because it is easy to fall‘

Het houden van hoop is een manier om deze balans te bewaren. Wanneer er sprake is van een uiterst onzekere en instabiele situatie is de dunne grens tussen hoop en hopeloosheid nog vager. Hoop wordt in dit geval een concept dat zorgvuldig gedoseerd moet worden. Wanneer er onterecht hoop wordt toegekend kan het immers de verandering ondergaan van een vorm van houvast.

Zoals ik in de bovenstaande paragraaf heb aangegeven boden mijn informanten aan de ene kant weerstand tegen temporeel geweld door middel van hope-making practices. Aan de andere kant probeerden mijn informanten te ontsnappen aan temporeel geweld door in het heden normaal leven te creëren met behulp van dagelijkse praktijken. Het vervullen van de dagelijkse taken zoals koken was voor veel informanten slechts een basale, noodzakelijke bezigheid. Voor anderen was dit juist een mogelijkheid waarmee stabiliteit kon worden gecreëerd in een onstabiel leven. Hoop was op deze manier een mogelijkheid om te ontsnappen aan het temporele geweld door het concentreren op ‗het normale‘. Dit werd onder andere duidelijk toen ik op een avond werd gevraagd om mee te helpen in de keuken. De

60 vluchtelingen hadden een kookrooster opgesteld, per dag waren er ongeveer vier mensen aangesteld om te koken voor de hele groep. Die avond was de beurt onder andere aan Lucas, een man van rond de dertig uit Eritrea. Lucas vertelde dat hij het koken niet per se leuk vond maar hij voelde dat dit goed voor hem was. Toen ik hem vroeg waarom hij dacht dat dit goed voor hem was antwoordde hij dat het goed voelde omdat hij tenminste bezig was. Hij gaf aan dat koken hielp wanneer hij bijvoorbeeld boos was omdat hij dan niet over al zijn problemen nadacht. Koken was voor hem een manier om even niet te hoeven nadenken over de problematiek van het heden, het was een mogelijkheid om tijdelijk te ontsnappen aan temporeel geweld.

Ook Eric, een Nederlandse supporter van rond de dertig, gaf aan dat de verschillende activiteiten die de vluchtelingen ondernamen zoals koken voor veel van hen een grote rol speelde in het overleven:

‗Je hebt ook mensen die overleven door altijd in de keuken bezig te zijn, lekker aan het koken. Hun ritueeltjes daar oppakken hun eh dagritmes neerzetten. Sommigen zijn met sporten bezig, een aantal eh die merken ook de voordelen van en voornamelijk ook op psychisch gebied en die zetten dat door waardoor die aan de ene kant ontspannen zijn en waardoor hun draagkracht ook toeneemt‘

Zoals Eric opmerkte was voor een aantal van de vluchtelingen sport een manier om hun situatie te vergeten en hen hielp om de dag door te komen. Onder andere Joshua stelde: ‗Sport makes me forget my stress, its better then sit, I want to make myself busy for my mind and health. When you are busy you forget a lot of things‘. Er waren verschillende mogelijkheden voor de vluchtelingen voor het beoefenen van sport zoals de sportzaal die elke donderdag beschikbaar was voor fitness. Ook was er iedere zondag de mogelijkheid om te voetballen, een activiteit waar een groot deel van de mannelijke vluchtelingen in participeerden.

Humor was eveneens een middel om te kunnen omgaan met de problematische situatie waar mijn informanten in zaten. Op een regenachtige namiddag zat ik naast Felix in de gemeenschappelijke ruimte. We dronken thee en praatten over van alles en nog wat, het viel me op dat hij veel grapjes maakte. Toen ik hem er op aansprak antwoordde hij dat lachen het beste medicijn is. ‗Het beste medicijn voor wat?‘ vroeg ik hem. Voor alles, antwoordde hij, op deze manier hoefde hij niet na te denken over zijn zaak en zijn situatie. Felix gaf aan dat hij door middel van humor probeerde om te gaan met de invloed van zijn problematische situatie

61 op zijn dagelijks leven. Daarnaast stelde hij dat humor hem ook hielp met het behouden van zijn mentale welzijn:

‗I will keep fighting, I will keep trying to find my paper, I will keep calling my family and friends in Eritrea. If I am crazy, what can I do with my paper? Then I have paper but I still have no normal life‘

Humor hielp volgens Felix dus ook bij het voorkomen van ‗gek worden‘ wat van negatieve invloed zou zijn op zijn toekomst en het ‗normale leven‘ waar op hij hoopte.

Hoewel voor een aantal van de vluchtelingen de bovenstaande activiteiten zoals sporten en koken slechts dagelijkse bezigheden vormden, betekende het voor anderen veel meer dan meer dan dat. Met behulp van dagelijkse praktijken creëerde veel van mijn informanten een vorm van routine en structuur in momenten van hopeloosheid. Er werd op deze manier niet actief hoop gecreëerd maar het was een manier om te kunnen copen met het temporele geweld. Het creëren van een ritme en stabiliteit kan worden gezien als een manier voor het creëren van ‗het normale‘, hetgeen waarop werd gehoopt. Deze dagelijkse praktijken vormden op deze manier een mogelijkheid om tijdelijk te ontsnappen aan de uitoefening van temporeel geweld en hopeloosheid, de keerzijde van hoop.

4.5 Conclusie

Ik ben in dit hoofdstuk ingegaan op de rol van hoop voor de vluchtelingen van de Limoengroep in de context van temporeel geweld. Aan de hand van gesprekken, interviews en observaties heb ik ondervonden dat hoop een belangrijk concept was voor het analyseren van het dagelijks leven van de vluchtelingen. In de context van temporeel geweld waarbij iemands toekomst en verleden worden ontkent vormt hoop een belangrijke resource voor volharding en de activiteiten die deze volharding in stand houdt. Hoop is een krachtige overtuiging dat kan functioneren als resource in het kader van een instabiele en onzekere situatie. Het wordt gezien als de vitale energie achter handelen, volgens mijn informanten was het onmogelijk om zonder hoop te leven.

Hoop heeft echter tevens een keerzijde, het potentiele gevaar waarin hoop kan omslaan in hopeloosheid. Enerzijds wordt hoop gezien als noodzakelijk zoals voor Jack die stelde dat ‗You need hope, otherwise you cannot even get out of your bed‘. Anderzijds moet er worden opgelet dat valse hoop zich niet voor doet omdat dan de kans groot is dat hopeloosheid ontstaat. Uit mijn data is gebleken dat hoop door veel informanten werd gezien als iets

62 vanzelfsprekends maar ook dat het bepaalde grenzen bevat. Ondanks de frustrerende situatie waar mijn informanten zich in bevonden was opgeven voor hen geen optie, zoals Paul onde woorden bracht: ‗I will never give up. Life is difficult but I will never give up‘. Hoop kan worden gezien een noodzakelijke overlevingsstrategie en het cruciale component dat er voor zorgt dat mensen niet opgeven.

Hoop heeft zowel een actief als een passief aspect en tijdens mijn veldwerk ben ik beide tegengekomen. Er waren verschillende manieren waarop de vluchtelingen hoop probeerden te creëren ondanks de situatie waar zij in zaten. Ik heb hier naar verwezen als hope-making practices, verschillende activiteiten en handelingen waarop hoop werd bekrachtigd en geconcretiseerd door de focus op de toekomst. Dit actieve aspect van hoop vormde een manier om weerstand te bieden tegen temporeel geweld. Sommige van mijn informanten richtten zich echter op alledaagse praktijken om zo te ontsnappen aan temporeel geweld. Er werd in dit geval niet actief hoop gecreëerd en weerstand geboden maar de alledaagse praktijken waren manieren om te copen met het temporele geweld. Verschillende alledaagse handelingen zoals koken vormden een belangrijk onderdeel van het creëren van routine en stabiliteit. Deze elementen werden gezien als noodzakelijk voor het normale leven waar de vluchtelingen naar verlangden. Ik heb hier naar verwezen als het passieve aspect van hoop wat was geconcretiseerd in dagelijkse praktijken zoals koken en sporten. Het ‗zijn in het heden‘ gaf inzicht in het normale leven waar de vluchtelingen op hoopten en vormde op deze wijze eveneens een bron voor hoop.

Mijn informanten hoopten allen op de verbetering van hun situatie en een ‗normaal‘ leven zoals onder andere James aangaf: ‗I just want to have a normal life like everyone else, a peaceful and stable life‘. Een ‗normaal‘ leven betekende voor de vluchtelingen hoofdzakelijk een stabiel leven waar aspecten zoals werken, studeren en wonen belangrijke voorwaarden van vormden. Mijn informanten werden gedwongen om te leven in het heden zonder enige garantie voor de mogelijkheid tot het opbouwen van een toekomst. Hoop wordt dan een resource, een manier om de dag door te komen. Het overstijgt de grenzen van het hier en nu door te focussen op het yet-to-come.

63

C

onclusie

In deze scriptie heb ik aangetoond dat er in het geval van de vluchtelingen van de Limoengroep sprake is van een specifieke vorm van structureel geweld waar ik naar refereer als temporeel geweld. Met structureel geweld verwijs ik naar het proces waarbij op indirecte doch systematisch wijze fundamentele mensenrechten en basisvoorzieningen van een specifieke groep mensen worden onttrokken door de staat. In het geval van temporeel geweld onder uitgeprocedeerde vluchtelingen wordt op systematische wijze het verleden van een persoon ontkend wat als juridisch-bureaucratisch gevolg heeft dat zijn of haar toekomst wordt ontkend en tot slot leidt tot het geforceerd leven in het heden. Om aan te tonen dat er daadwerkelijk sprake was van temporeel geweld heb ik allereerst de notie gedeconstrueerd. Ik ben vervolgens ingegaan op de wijze waarop deze vorm van geweld is geïmplementeerd in het geval van vluchtelingen in Amsterdam en ik heb aangetoond wat de emotionele gevolgen zijn voor de personen die zijn blootgesteld aan deze vorm van geweld. Tot slot heb ik me gericht op de manier waarop mijn informanten met dit geweld omgingen en wat de rol is van hoop in deze context van temporeel geweld.

In hoofdstuk 2 ben ik ingegaan op de oorzaak van temporeel geweld in het geval van uitgeprocedeerde vluchtelingen. De oorzaak van temporeel geweld kan in dit geval voor een groot deel worden herleid tot de asielprocedure. Het burgerrechtelijk verleden van vluchtelingen wordt binnen deze procedure geconstrueerd als zijnde meetbaar. Vluchtelingen dienen hun identiteit, nationaliteit en vluchtroute hard te maken op basis van een consistent verhaal dat ondersteund moet worden door legitieme documenten. Ik heb laten zien dat er in de praktijk echter verschillende obstakels bij dit proces kunnen worden geïdentificeerd. De benodigde legitieme documenten zoals een paspoort of een geboorte akte ontbreken vaak omdat vluchtelingen deze niet mee hebben genomen of omdat zij deze nog nooit in hun bezit hebben gehad. Harde bewijzen van de redenen voor het ontvluchten van een land zoals het aanhangen van een bepaalde politieke partij zijn eveneens vaak niet in iemands bezit. Daarnaast weten veel vluchtelingen vaak niet welke elementen van hun verhaal veilig zijn om te vertellen wat onder meer heeft te maken met het feit dat veel van hen zijn gevlucht van een regime gekenmerkt door repressie en onderdrukking. Bewijs voor het onderbouwen van de vluchtroute is eveneens moeilijk, de vluchtelingen hebben in veel gevallen de reis op illegale

64 wijze afgelegd met behulp van mensensmokkelaas waardoor officiële kwitanties ontbreken. Dit is slechts een greep uit de potentiele problemen voor het moeten bewijzen van de identiteit, nationaliteit of vluchtroute. In essentie ligt het probleem bij de assumptie dat er binnen een verhaal over het verleden bepaalde elementen leesbaar kunnen worden gemaakt en dus een aantoonbare waarheid bevatten. Individuen worden in het proces gedwongen om hun levens te articuleren in overeenstemming met specifieke regimes van kennis, waarheid en macht. De kans is zeer groot dat een vluchteling er niet zal slagen om zijn of haar verleden te bewijzen wat in de praktijk als gevolg heeft dat de asielaanvraag wordt afgewezen en het burgerrechtelijke verleden dus wordt ontkend. Deze ontkenning resulteert vervolgens in de ontkenning van een toekomst vanwege het feit dat mensen niet officieel worden erkend als vluchtelingen. Ze komen hierdoor niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning waardoor ze niet mogen werken, studeren of wonen en ze dus geen ‗normaal‘ leven kunnen opbouwen.

De ontkenning van het verleden met als gevolg de ontkenning van de toekomst resulteert in het geforceerd moeten (over)leven in het heden. In hoofdstuk 3 heb ik laten zien welke vorm dit aanneemt in het geval van de vluchtelingen van de Limoengroep. Om deze situatie te kunnen begrijpen ben ik uitgegaan van de ontologische uitgangspunten van Henrik Vigh (2009). De term persoonlijke crisis als dimensie van een chronische crisis is in het bijzonder nuttig geweest voor de uiteenzetting van de situatie van mijn informanten. Deze term verwijst naar een staat van zijn die gemarkeerd wordt door de ervaring van verschillende aspecten waaronder een extreme beperking van agency, de vervaging van temporele en ruimtelijke horizonnen en de onzekerheid van toekomsten en mogelijkheden. In het geval van de vluchtelingen manifesteerde de persoonlijke crisis zich voornamelijk in het ontbreken van basisvoorzieningen zoals de instabiele woonsituatie en het onvermogen tot werken en studeren. Het gevolg hiervan was onder andere de hoge mate van stress en een vervormd besef van tijd die de vluchtelingen ervaarden. Het tijdelijke aspect van de verschillende