• No results found

Op basis van de statistische analyse moeten we concluderen dat er geen significante effecten van de interventie op het verzuim zijn aangetoond. De beschrijvende analyse maakt duidelijk dat sommige jongeren minder gaan verzuimen, andere jongeren juist meer gaan verzuimen en er ook een groep is waarbij het verzuim vrij constant lijkt te zijn. Dit beeld bevestigt de resultaten van de statistische analyse.

De beschrijvende analyse laat voor de ROOS-jongeren de beste resultaten zien omdat een deel van deze jongeren alsnog op langere termijn niet meer of minder verzuimt. Het kan zijn dat de Jeugdreclassering die na afloop van ROOS nazorg biedt, bijdraagt aan dit positieve resultaat.

De beschrijvende analyse maakt ook een aantal andere relevante zaken zichtbaar.

- Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten zijn problemen die elkaar raken. Veel meer dan nu nog het geval is, is dus een gecoördineerde aanpak nodig.

- Achter als geoorloofd geregistreerd verzuim, gaat vaak ongeoorloofd verzuim schuil. Scholen lijken hier weinig op in te spelen.

- Er is geen sluitende aanpak voor de jongeren die ernstig verzuimen en vaak zelfs niet meer naar school gaan. Deze jongeren worden te vaak aan hun lot overgelaten omdat instanties onvoldoende zijn geïnformeerd en continuïteit in de begeleiding van deze jongeren ontbreekt.

De verzamelde gegevens geven ook nadere informatie over de doelgroepen en de interventies. De belangrijkste bevindingen zijn:

- De leeftijdsgroep van de Ouders Present kinderen is heel divers. De leeftijden liggen tussen 6 jaar en 17 jaar. Als de trainers van Ouders Present zich in hun cursus specifiek richten op de omgang van de ouders met hun spijbelende kinderen dan vraagt dat een heel diverse benadering. Immers stimuleren dat een kind van 7 of 8 naar school gaat vraagt andere vaardigheden van ouders dan stimuleren dat een jongere van 15 of 16 naar school gaat. De diversiteit in leeftijdsgroep maakt zichtbaar dat de doelstelling van Ouders Present breder is dan alleen het tegengaan van het spijbelen van het kind naar aanleiding waarvan de cursus aan de ouders werd opgelegd. De cursus beoogt veeleer het versterken van opvoedings-vaardigheden om (verder) spijbelen van jongere kinderen in het gezin te voorkomen. - De beschikbare verzuimgegevens geven een indruk van de omvang van het spijbelgedrag

van de jongeren. Halt West Brabant blijkt de lichte spijbelaars te bereiken. Hoewel ze zelf hun doelgroep als ‘matige’ verzuimers omschrijven. Gemiddeld genomen verzuimden de Halt jongeren vóór de interventie circa 5% van de uren dat ze aanwezig zouden moeten zijn. Basta lijkt een zware doelgroep van spijbelaars te bereiken. De kleine groep van Basta jongeren waarvan we het verzuim vóór de interventie weten, verzuimde gemiddeld 90% van de uren dat ze aanwezig hadden moeten zijn. De doelgroepen van ROOS en Ouders Present liggen dicht bij elkaar. Deze zijn gemiddeld genomen te beschouwen als matige spijbelaars met een gemiddeld verzuim van een kwart tot een derde van het aantal uur dat ze aanwezig moeten zijn. Voor beide interventies (ROOS en Ouders Present) geldt echter dat er binnen hun doelgroepen een grote spreiding is in het spijbelgedrag. Sommige jongeren lijken weinig te spijbelen bij andere jongeren gaat het niet meer om spijbelen maar om 100% verzuim. - Halt (West Brabant) en ROOS (Haarlem en den Bosch) worden bij meer dan 80% van de

jongeren regulier afgesloten. Bij ROOS is dat opmerkelijk omdat eerdere cijfers van ROOS Amsterdam lieten zien dat slechts 53% van de jongeren ROOS positief afrondde (zie bijlage 6). Bij Basta (Rotterdam) en Ouders Present (Amsterdam) liggen deze percentages iets lager (op respectievelijk 64% en 76%), maar ook deze cijfers zijn gezien de aard van de

5 Resultaten interviews met deelnemers interventies

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van de interviews die met in totaal 19 deelnemers en ex-deelnemers van de interventies werden gehouden, te weten:

- individuele interviews met 2 ex-deelnemers van ROOS (n=2).

- een groepsgesprek met 4 deelnemers van Basta en individuele interviews met 4 deelnemers en met 2 ex-deelnemers van Basta (n=10).

- individuele interviews met 3 jongeren die op dit moment begeleiding van de Jeugdreclassering krijgen (n=3).

- een groepsgesprek met 4 ouders die op dit moment de cursus Ouders Present volgen (n=4).

De interviews geven een indruk van de opvattingen en ervaringen van jongeren die de interventies volgen. Gezien het beperkte aantal interviews en de moeizaam verlopen werving van jongeren voor afname van de interviews, is voorzichtigheid geboden bij het generaliseren van de onderzoeks-resultaten naar de totale populatie deelnemers per interventie.

We geven eerste een algemene indruk van de interviews en rapporteren vervolgens per interventie volgens een vast stramien. We starten met een indruk van de geïnterviewde deelnemers en gaan vervolgens in op: de omvang en oorzaak van het spijbelen, het toeleidingstraject, de beoordeling van - en de effecten van de interventie en eindigen met de (verwachting van de) nazorg.

We besluiten het hoofdstuk met een samenvatting en conclusie.

Verloop van de interviews

De individuele interviews en de groepsgesprekken duurden maximaal 30 minuten. We merkten dat er bij een aantal jongeren sprake was van een zekere reserve tot de onderzoeker. Niet alles wordt precies verteld; sommige dingen houden jongeren voor zich. Dit is begrijpelijk aangezien het persoonlijke verhalen betreft en de onderzoeker onbekend is. Ook is het passend bij de leeftijd (13 jaar en ouder) om niet alles gelijk te delen met een willekeurig iemand, ook al is het ‘een

onderzoeker’. Wel hebben we de indruk dat alle jongeren en ouders vrij open en eerlijk spraken over de ervaringen die ze wel wilden prijsgeven. De gesprekken verliepen over het algemeen goed. Voor een aantal jongeren blijkt het wel lastig te zijn om het verloop vóóraf en tijdens de interventie in een juist tijdsperspectief te plaatsen. Data en doorlooptijden kunnen wellicht in de herinnering anders zijn opgeslagen dan werkelijk gebeurd. Een aantal jongeren vindt het moeilijk om onderscheid te maken tussen de betrokken medewerkers van instanties. De twee jongeren die Basta hebben afgerond, weten bijvoorbeeld niet precies wie, wanneer van welke instantie betrokken is geweest toen ze Basta opgelegd kregen.

Zo spreken ze bijvoorbeeld van ‘jeugdzorg’ waardoor het onduidelijk blijft of hiermee een casemanager wordt bedoeld, een jeugdreclasseerder of misschien de leerplichtambtenaar.