• No results found

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

In document Akoestisch onderzoek evenementen (pagina 32-39)

In dit rapport is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de optredende geluidniveaus van diverse evenementen op verschillende locaties. Door aan elk type evenement een geluidproductie te koppelen, is per type evenement en locatie bepaald welke geluidniveaus kunnen optreden ter plaatse van de gevels van de woningen. Hierbij is gebruik gemaakt van kentallen van andere evenementen of kentallen uit de literatuur.

De gemeente Brunssum wil graag naast bruisende evenementen ook tevreden burgers. Het is dus belangrijk om bij muziekevenementen passende geluidnormen op te nemen zodat naast een goed evenement tevens de woonomgeving wordt beschermd tegen onduldbare hinder. Om te voorkomen dat bewoners in een korte periode met overlast door

verschillende evenementen worden geconfronteerd, is het van belang om evenementen te spreiden in tijd en/of locatie. In deze rapportage is akoestisch onderzoek gedaan naar de optredende geluidniveaus van de verschillende evenementen. Onderstaand worden de belangrijkste conclusies van het akoestisch onderzoek weergegeven.

1. Voor een aantal evenementen (De Leeuw, Langeberg, Oude Markt, Open luchttheater alsmede het Bondsfeest en de Parade in het Vijverpark) kan aan een norm van 70 dB(A) en 85 dB(C) worden voldaan.

2. Evenementen op het sportterrein van SV Brunssum en het Koutenveld kunnen aan een norm van 75 dB(A) en 90 dB(C) voldoen. Het Oktoberfeest op het Koutenveld kan aan de norm voldoen bij een betere verdeling/spreiding van het geluid. Evenementen in het Schutterspark voldoen wel aan de 75 dB(A) norm, maar niet aan de 90 dB(C) norm.

3. Het Vijverparkfestival in het Vijverpark en op het Lindeplein, alsmede Koning Carnaval op het Lindeplein en evenementen op het sportveld BSV/Limburgia kunnen zonder extra maatregelen niet voldoen aan een norm van 75 dB(A) en 90 dB(C).

3. De bij de evenementen gehouden geluidcontrolemetingen bevestigen de uitkomsten van de akoestische berekeningen.

4. Voor alle evenementen in de nabijheid van de EHS en Natura 2000 geldt dat niet voldaan kan worden aan een norm LAeq, 24 uur van 40 dB(A).

5. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat er geen sprake is van cumulatie van geluidhinder ten gevolge van andere geluidbronnen. Wel kan vanwege de ligging van

horeca-inrichtingen rondom een evenementenlocatie, zoals Lindeplein, Koutenveld en Oude Markt naast de collectieve feestdagen en festiviteiten in theorie per horeca-inrichting 12 maal per jaar een situatie ontstaan dat er voor een of meerdere inrichtingen voor een incidentele festiviteit een ontheffing van de geluidnormen geldt (maximaal 20 dB(A) boven de vigerende geluidnorm). Hier wordt minimaal gebruik van gemaakt.

6. Gelet op de aard van de evenementen (in de open lucht) is het veelal niet mogelijk om geluidreducerende maatregelen aan de bron te treffen. De meest effectieve maatregelen betreffen het vergroten van de afstand van podium tot de woningen en/of het verlagen van het te produceren geluidniveau. Het verlangen van geluidreducerende maatregelen aan een tent is niet realistisch. Wel wordt aanbevolen om voor de grensgevallen het gebruik van een line-array systeem verplicht te stellen in plaats van het conventioneel geluidsysteem. Daardoor wordt het geluid beter gespreid en gericht.

7. Teneinde geluidhinder van lage tonen zoveel mogelijk te voorkomen wordt een norm aangehouden van 15 dB boven de toegestane dB(A) norm. Daarmee is voor alle evenementen voldoende ruimte om een goede exploitatie mogelijk te maken.

8. Bij geluidniveaus hoger dan 75 dB(A) op de gevels van de woningen dient nader akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidwering van de gevels rondom het evenemententerrein. Voorkomen dient te worden dat in de woningen sprake is van onduldbare geluidhinder. In deze situaties wordt geadviseerd om duidelijke regels te stellen ten aanzien van het aantal activiteiten, de aard van de activiteiten en de duur van de activiteiten. Met name duidelijkheid ten aanzien van de duur van de activiteiten is van groot belang. Omwonenden kunnen zich dan instellen op de periode dat het geluid wordt waargenomen en weten dan ook wanneer en hoe laat het evenement is afgelopen.

Indien bij een hogere normstelling geluidmaatregelen rondom een evenemententerrein niet mogelijk zijn, dient het aantal evenementen op deze locatie te worden verminderd.

9. De begin- en eindtijden van een evenement moeten zijn voorgeschreven. In het

algemeen is een eindtijd van 23.00 uur een zekere balans tussen de belangen van het evenement en de omgeving. De eindtijd kan worden uitgebreid tot 24.00 of zelfs 01.00 uur bijvoorbeeld als een vrije dag volgt, zodat mensen nog steeds voldoende nachtrust kunnen krijgen. Wel dient de eindtijd nauwgezet te worden gehandhaafd.

10. In het evenementenbeleid worden uitgangspunten vastgesteld voor geluid bij evenementen waarmee een kader wordt gecreëerd ten behoeve van de

vergunningverlening en de rechtsgelijkheid en duidelijkheid voor aanvragers en omwonenden wordt bevorderd. Daarnaast biedt het een handvat voor toezicht en handhaving en daarmee ook voor het voorkomen van (geluid)overlast.

11. In aansluiting op het schrijven van de GGD betreffende Preventie gehoorschade zouden in de uitgangspunten tenminste de volgende zaken moeten worden geregeld:

a. maximaal toegestane geluidniveaus op de gevels van woningen;

Daarbij is het wenselijk dat ook normen worden opgelegd voor muziekgeluid met lagere frequenties en dus veel bastonen (normering in dB(C). De bastonen van muziek dragen veel verder dan de hogere tonen en zorgen dientengevolge ook voor meer overlast voor omwonenden).

b. verplichte informatievoorziening aan evenementenverzoekers;

o De aanvrager dient de ingehuurde geluidstechnici en artiesten zelf op de hoogte te stellen van de geldende geluidnormen en sancties.

o De bezoekers dienen voorafgaand en tijdens het evenement te worden voorgelicht over geluidniveaus op de locatie en de risico’s op gehoorschade.

o Middels een monitor dient aan het publiek gedurende het gehele evenement het geluidniveau zichtbaar te worden getoond.

o De afstand van het publiek tot de speakers dient bij 90 dB(A) en hoger minimaal twee meter te zijn. Als de afstand niet haalbaar is, moeten er waarschuwingen op of bij de speakers worden aangebracht.

c. aanwezigheid van gehoorbescherming bij evenementen.

Bij evenementen met een geluidniveau van 90 dB(A) en hoger wordt vereist dat er door de organisatie van een evenement betaalbare en goede oordoppen ter beschikking worden gesteld (minimaal SNR17).

12. Bij het vaststellen van het toegestane geluidniveau bij evenementen wordt

geluidmeetapparatuur toegepast die voldoet aan de “Handleiding meten en rekenen industrielawaai”, uitgave 1999. Aanvullend c.q. in afwijking van de Handleiding dienen de metingen als volgt plaats te vinden:

o De middelingstijd van een meting bedraagt 1 minuut;

o Het invallende geluidniveau wordt gemeten en beoordeeld;

o De meethoogte bedraagt 1.5 meter in de dagperiode en 5 meter in de avond- en nachtperiode;

o Een toeslag voor muziekgeluid is niet van toepassing;

o Er wordt geen meteocorrectie toegepast.

FIGUUR 1: Situering van de onderzoek locaties

FIGUUR 2: Ligging van bronnen, objecten en

immissiepunten

FIGUUR 3: Geluidcontouren evenementen

FIGUUR 4: Geluidcontouren evenementen over EHS en

Natura 2000-gebieden

In document Akoestisch onderzoek evenementen (pagina 32-39)