22
4 Conclusie
4.1 Inleiding
Het doel van het archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde arche-ologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek was om deze verwachting te toetsen. In paragraaf 4.2 wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvra-gen zoals die voorafgaand aan het onderzoek zijn geformuleerd. In paragraaf 0 wordt een advies gegeven ten aanzien van archeologisch vervolgonderzoek.
4.2 Conclusies / beantwoording van de onderzoeksvragen
Op grond van de resultaten van het onderzoek geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum tot en met de Volle-Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw). Archeologische vondsten kunnen in het plaggendek worden aangetroffen dat in het grootste deel van het plangebied vanaf 80 – 120 cm beneden maaiveld aanwezig is. De overgangs-laag naar de C-horizont waarin de eventueel aanwezige archeologische sporen zichtbaar zullen worden, bevindt zich op een diepte vanaf 120 – 145 cm beneden maaiveld. Dit betekent dat wan-neer graafwerkzaamheden plaatsvinden die dieper reiken dan 80 cm het potentiële archeologische niveau wordt bedreigd. Rondom de boringen 1 en 4 is de bodem afgetopt waardoor het potentiële archeologische niveau dichter aan het oppervlak ligt. Hier wordt het archeologische niveau be-dreigd bij bodemingrepen dieper dan 35 cm (zie Bijlage 10). Hier komt bij dat op een dieper niveau in de top van de oude terrasafzettingen vanaf 175 cm beneden maaiveld (en dieper) een intact potentieel archeologisch niveau ligt waar vindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum aanwezig kunnen zijn.
Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact?
De natuurlijke ondergrond bestaat in het algemeen uit zwak siltig, matig grof rivierduin-zand. In de zuidoostelijke hoek van het plangebied (boring 1) zijn vanaf 175 cm beneden maaiveld de oude rivierafzettingen van het Rijnterras aangetroffen bestaande uit een over-stromingsafzetting (leemlaag) met daaronder matig grof beddingzand. In een groot deel van het plangebied is onder een betonlaag en bouwzand vanaf ca. 45 - 90 cm beneden maaiveld een intacte bruine enkeerdgrond aangetroffen. Op een aantal plaatsen is de bodem afgetopt maar is nog wel een restant van het plaggendek met een intacte overgang naar de C-hori-zont aanwezig.
Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?
Op basis van de ligging op een rivierduincomplex langs het Niersdal is in het bureauonder-zoek een hoge verwachting toegekend voor nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Volle-Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) aan het plangebied. Aangezien de top van de natuurlijke ondergrond (archeologische sporenniveau) intact is en vrijwel overal het afdek-kende plaggendek nog aanwezig is, blijft de hoge verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum tot en met de Volle-Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) gehandhaafd. Op een dieper niveau vanaf 175 cm (en dieper) ligt een intact potentieel archeologisch niveau in de top van het oude rivierterras waar resten uit het Laat-Paleolithicum aanwezig kunnen zijn.
De middelhoge verwachting uit het bureauonderzoek voor vindplaatsen uit het Laat-Paleo-lithicum blijft daarom gehandhaafd.
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?
Bij de aanleg van de strokenfundering (tot ca. 1,0 m beneden maaiveld) en de kelders (tot ca. 2,5 – 3,0 m beneden maaiveld) wordt het potentiële archeologische niveau bedreigd en kunnen eventueel aanwezige resten verloren gaan.
23 4.3 Advies
In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat in de zone Waarde-Archeologie 4 waarbinnen het plangebied ligt archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen groter dan 2.500 m2 en dieper dan 50 cm. Op basis van de resultaten van het booronderzoek kan de ondergrens met betrekking tot de verstoringsdiepte worden aangepast naar respectievelijk 80 cm en 35 cm (zie Bijlage 10). Ter plaatse van de strokenfundering en de tunnel zullen deze dieptes worden over-schreden maar het te verstoren oppervlak blijft onder de 2.500 m2 (zie volgende alinea). Dit betekent dat op basis van de gemeentelijke richtlijnen geen vervolgonderzoek noodzakelijk is.
Het plan is om het gebouw op stroken te funderen waarbinnen de poeren worden geplaatst. Dit betekent dat ter plaatse van de muren stroken worden uitgegraven tot ca. 1,0 m beneden maai-veld (tot op de vaste ondergrond). De omtrek van het gebouw beslaat ruim 600 m, uitgaande van een strookbreedte van maximaal 2 m zal ca. 1.200 m2 worden ontgraven. De betonvloer met een dikte van ca. 250 mm zal op maaiveldniveau worden aangelegd waardoor het archeologische ni-veau niet verstoord zal worden. Dit is vergelijkbaar met de huidige situatie waarbij de bodem is afgedekt met beton. Over een lengte van ca. 140 m zal een ca. 4,5 m brede tunnel worden aan-gelegd tot een diepte van ca. 2,5 – 3,0 m diep. Hiervoor zal ruim 600 m2 van het potentiële ar-cheologische niveau worden ontgraven, zowel het bovenliggende niveau op het rivierduin als het dieperliggende niveau in de top van het rivierterras. In totaal zal ruim 1.800 m2 (strokenfundering + tunnel) worden ontgraven tot in het potentiële archeologische niveau.
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Archeodienst BV erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbe-reidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen name-lijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (provincie Limburg), die vervol-gens een selectiebesluit neemt.
Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet met zekerheid gegarandeerd worden. Indien bij graafwerkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister gemeld te worden. Ook verdient het de aanbeveling de provincie en gemeente hierover in te lichten.
24
Literatuur
Bakker, H. de/J. Schelling, 1989² (1966): Systeem van de bodemclassificatie voor Nederland, Wageningen.
Berendsen, H.J.A. 2005: Landschappelijk Nederland, Assen.
Berendsen, H.J.A., 2004: De vorming van het land; Inleiding in de geologie en de geomorfologie, Assen.
Centraal College van Deskundigen Archeologie, 2013: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) Landbodems, versie 3.3. Gouda.
Cohen, K.M./ E. Stouthamer/ H.J. Pierik/ A.H. Geurts, 2012: Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn‐Maas Delta. Dept. Fysische Geografie. Universiteit Utrecht. Digitale Dataset.
http://persistent‐identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13‐nqjn‐zl Kadaster, 2014: Topografische kaart 1: 10.000, Apeldoorn.
Mulder, E.F.J. de/M.C. Geluk/I.L. Ritsma/W.E. Westerhof/T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen.
NEN (Nederlands Normalisatie Instituut), 1990: NEN-5104:1989 NL, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie Instituut, Delft.
Past2Present, 2009: De West op de archeologische monumentenzorg (Wamz) geïmplementeerd voor de gemeente Gennep.
Renes, J., 1999: Landschappen van Maas en Peel: een toegepast historisch-geografisch onderzoek in het streekplangebied Noord- en Midden-Limburg. Eisma/ Stichting Maaslandse Monografieën, Leeuwarden/Maastricht.
Spek, Th, 2004: Het Drentse esdorpen landschap, een historisch geografische studie, Utrecht.
Stichting voor Bodemkartering, 1976: Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, blad 45 Oost ’s-Hertogenbosch en blad 46 West en Oost Vierlingsbeek. Wageningen.
Verhoeven, M., Ellenkamp, G.R., 2007: Op een terras langs de Maas: een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Gennep, Mook en Middelaar en Bergen. Deelrapport I: de
archeologische verwachtings- en advieskaart. RAAP-rapport 1644, Weesp.
Vroon, H.R.J., 2000: De bodemgesteldheid van het land Winterle-Oerle. Wageningen, Alterra. Rapport 71.
Websites
http://www.ahn.nl (Actueel Hoogtebestand van Nederland)
http://bagviewer.geodan.nl/ (Basisregistraties Adressen en Gebouwen viewer) http://www.watwaswaar.nl (diverse historische kaarten)
http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html (diverse kaarten, waaronder IKAW en AMK) http://www.atlasleefomgeving.nl/ (RCE Rijksmonumenten)
http://www.bodemloket.nl (Bodemloket)
25
Lijst van afbeeldingen
Fig. 1.1: Het plangebied aangegeven met het paarse kader op de topografische kaart (bron:
kadaster 2014). ...5
Fig. 2.1: Schematisch overzicht van de landschappelijke onderverdeling op basis van de geologische kaart (Weerts. e.a. 2006 in Verhoeven en Ellenkamp 2007). ...8
Fig. 2.2: Het plangebied op het Actueel Hoogtebestand van Nederland (bron: www.ahn.nl). ...9
Fig. 2.3: Het plangebied op de beleidsadvieskaart van de gemeente Gennep (Past2Present 2009). ... 12
Fig. 2.4: Het plangebied op de kaart uit het begin van de 19e eeuw, kadastrale minuut (bron: www.watwaswaar.nl). ... 13
Fig. 2.5: Het plangebied op de kaart uit 1868, Bonneblad (bron: www.watwaswaar.nl). ... 13
Fig. 2.6: Het plangebied op de kaart van Het Genneperhuis en omgeving anno 1641 (Verhoeven en Ellenkamp 2007, kaartbijlage 2)... 14
Fig. 2.7: Het plangebied op de kaart uit 1897, Bonneblad (bron: www.watwaswaar.nl). ... 15
Fig. 2.8: Het plangebied op de topografische kaart uit 1978 (www.watwaswaar.nl). ... 15
Fig. 3.1: Het opgeboorde sediment van boring 2 (links) en boring 9 (rechts). ... 20
Fig. 3.2: Het opgeboorde sediment van boring 4. ... 21
Lijst van tabellen
Tab. 2.1: Onderzoeksmeldingen binnen een straal van 500 m rondom het plangebied... 11Tab. 2.2 Archeologische verwachting per periode voor het plangebied. ... 16
Bijlage 1: Periodentabel
Bijlage 2: Verklarende woordenlijst
Bijlage 3: Afkortingenlijst
a f k o rt ing be t e k e nis a f k o rt ing be t e k e nis
…1 zwak Ks1 klei zwak siltige
…2 matig Ks2 klei matig siltige
…3 sterk Ks3 klei sterk siltige
…4 uiterst Ks4 klei uiterst siltige
…g1 zwak grindig KWARTS Kwartsiet
…g2 matig grindig Kz1 klei zwak zandig
…g3 sterk grindig Kz2 klei matig zandig
…h1 zwak humeus Kz3 klei sterk zandig
…h2 matig humeus L leem
…h3 sterk humeus l licht
A D Anno Domini (datering na Christus) LBK Lineaire bandkeramiek
afb. afbeelding LEE Leer
AHN Actueel Hoogtebestand Nederland LIN Lineair
AM K Archeologische M onumenten Kaart Lz1 leem zwak zandig
AM S directe C14-meting Lz3 leem sterk zandig
AM Z Archeologische M onumenten Zorg m meter
ARCHIS Archeologisch Informatie Systeem m² vierkante meter
art. artikel M A M aster of Arts
ASB Archeologische Standaard Boorbeschrijving M C14 monster voor C14-datering
AW Aardewerkconcentratie M FE ijzermonster
AWG gedraaid M FOS fosfaatmonster
AWH handgevormd mg matig gesorteerd
B C Before Christ (datering voor Christus) M HK houtskoolmonster
BE Beige M HT houtmonster
bijv. bijvoorbeeld M ICRO micromorfologisch onderzoek
BL Blauw M LIT lithologisch monster
blz bladzijde mm millimeter
BOT Bot M n mangaan
BP Before Present (datering t.o.v. 'heden', zijnde 1950) M P pollenmonster
BR Bruin mp meetpunt
BS Baksteen M PF botanisch monster
BTO Onverbrand bot M Sc M aster of Science
BTV Verbrand bot M TL metaal
BV Bouwvoor mv maaiveld (het landoppervlak)
C 14 Koolstofdatering M ZF zoölogisch monster, 0,25 mmm
CA kalk n nee
ca. circa N noord
CAA Centraal Archeologisch Archief NAP Normaal Amsterdams Peil
CAD Computer-aided Drafting (of Design) NEN Nederlandse Norm
CCvD Centraal College van Deskundigen nr. nummer
Chr. Christus NV Natuurlijke verstoring
CHW Cultuur-Historische Waardenkaart O oost
CIS Centraal Informatie Systeem o.a. onder andere
cm centimeter OD ouder dan
CM A Centraal M onumenten Archief OR Oranje
con concreties ORG Organisch
CRI Crinoiden kalk OX oxidatie
CvAK College P A Paars
d donker pag. pagina
DAO Defintief Archeologisch Onderzoek plr plantenresten
drs. doctorandus pu puin
e .d. en dergelijke PvA Plan van Aanpak
e.v. en verder PvE Programma van Eisen
et al. et alii (en anderen) RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
etc. etcetera RD Rijksdriehoek systeem
F E Ijzer/oer (landelijk coördinatensysteem)
FeO2 roest (ijzeroxide) REC Recente verstoring
FF Fosfaat RI riet
FG Fysisch Geograaf/ Fysische Geografie RO Rood
Fig. Figuur RZ Roze
G Grind S silt
GE Geel s spoor
gem. gemiddeld sch schelpenresten
gew. gewicht sg slecht gesorteerd
GEWICHT gewicht SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsboring Bodembeheer
gg goed gesorteerd SLK (produktie-) slakken
GIS Geografisch Informatie Systeem sph sphagnum
GLS Glas Stiboka Stichting voor Bodemkartering
GN Groen STN natuursteen
GPS Global Positioning System t a b. tabel
GR Grijs tel. telefoon
GW grondwater temp temperatuur
Gs grind siltig TEX Textiel
Gz1 grind zwak zandig TOU Touw
Gz2 grind matig zandig V Veen
Gz3 grind sterk zandig v vondst
Gz4 grind uiterst zandig Vk1 veen zwak kleiig
h humeus Vk3 veen sterk kleiig
ho hout VKL Huttenleem/verbrande leem
h1 zwak humeus Vm veen mineraalarm
h2 matig humeus vnr vondstnummer
h3 sterk humeus VST Vuursteen
ha hectare Vz1 veen zwak zandig
HK Houtskool Vz3 veen sterk zandig
HL Hutteleem W west
HT Hout WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
HU Humus WI Wit
id identiek aan WRO Wet Ruimtelijke Ordening
IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden wo wordtelrest
INDET Ondetermineerbaar X(XX) onbekend
ing. ingenieur Z zand
IVO Inventariserend Veldonderzoek Z zuid
IVO-K Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Z1 zand uiterst fijn
IVO-O Inventariserend Veldonderzoek Overig Z2 zand zeer fijn
IVO-P Inventariserend Veldonderzoek Proefsleuven Z3 zand matig fijn IVO-V Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Z4 zand matig grof
J ja Z5 zand zeer grof
JD jonger dan Z6 zand uiterst grof
K klei zg zegge
k kolom Zk zand kleiig
KBW Bouwkeramiek Zs1 zand zwak siltig
KER keramiek Zs2 zand matig siltig
Kl Kiezel Zs3 zand sterk siltig
km kilometer Zs4 zand uiterst siltig
KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie ZW Zwart
Bijlage 4: Geomorfologische kaart
194000 195000
terrasvlakte met geulen van een meanderend aftwateringsstelsel lage landduinen met bijgehorende vlakten en laagten
lage storthopen met ijzerkuilen, en/of grind-, zand- en kleigaten terraswelvingen
beekdalbodem met veen rivierdalbodem, laaggelegen rivierdalbodem, hooggelegen geul van vlechtend aftwateringsstelsel
2R10
Bijlage 5: Bodemkaart
Oude Radebrikgronden; fijnzandige lichte zavel Hoge bruine enkeerdgronden; grof zand Akkereerdgronden; grof zand
Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei Oude Poldervaaggronden; lichte zavel
Moerige eerdgronden met een moerige bovengrond op zand Kalkloze ooivaaggronden; zware zavel en lichte klei Gooreerdgronden; grof zand
Kalkloze ooivaaggronden; lichte zavel Duinvaaggronden; grof zand
Bijlage 6: Archeologische informatie
Bijlage 7: Overzicht van de monumenten en waarnemingen binnen een straal van 1 km
Monument Ligging Aard monument Datering
16754 420 m N Oude bewoningszone van Milsbeek LME-NT
16260 470 m W Oude dorpskern van Smelenberg LME-NT
11184 380 m ZW Kasteelterrein Genneperhuis LME
Waarneming/
Onderzoeksmelding Ligging Aard waarneming Datering
292057
292065 Vuurstenen afval
Fragmenten keramiek
PALEO-BRONS LME, NT
292060
Vuurstenen afval, een schrabber, een steker
292300 Fragment keramiek
Fragment brons
890 m ten ZW (Maas) Fragment tufsteen
Fragment dakpan en keramiek
ROM-LME NT
38601 850 m ten ZW (Maas) Fragment dakpan
Enkele fragmenten keramiek
ROM
540 m ten Z (Niers) Drie koperen munten ROMLA-ROMLB, ROMLB Fragmenten keramiek
PALEO-BRONS
Vuurstenen kernen, klingschrabbers, spitsen, afslagen
Vuurstenen bladspitsen
NEO
NEOVB-NEOLB 15651 Vondsten uit
1970 230 m ten ZW (Kroonbeek)
Fragmenten vuursteen
MESO
121300 Inspectie Vuurstenen werktuigen
1477 --- 121156 Inspectie
1993
Muurresten, funderingen LMEA-LMEB
38629 Veldkartering in 1957
Punt van een dolkschede van bot Menselijke schedel
LME-NT
38628 Vondst uit 1979
Depot met 115 ijzeren bijlen NTA-NTB
Waarneming/
Onderzoeksmelding Ligging Aard waarneming Datering
38596 Veldkartering in 1997
760 - 980 m ten ZW (Genneperhuis)
Maalsteen, brokken tufsteen Keramiek
Metalen amulet
Stukken metaal, scharnierpunt van een deur, twee hoefijzers, kogels
ROM-LME
Drie vuurstenen schrabbers Keramiek
Grachten, wallen, beschoeiing Bakstenen gebouwresten
Tufstenen bouwmateriaal ROM
54968 Messing heft NTA
54883
Een fragment keramiek, bouwmateriaal
Stukken lood, uithoudhaak voor kleine bootjes, helft paardenbit, kogels, spijkers, keramiek, restant schop, handvat tapkraan, munten
ROM
NTA-NTB
54886 Vierkante houten palen NTA
292053 Vondst uit 1990
Vuurstenen afslagen en werktuigen MESO 27170 ---
292062 Veldkartering in 1989 292140 Vondst uit
1989
840 m ten O (Panoven)
IJzeren bijl NT
292290 Veldkartering in 1992
850 m ten W (Smelenberg)
Vuurstenen afval
Bronzen en loden fragmenten
PALEO-BRONS NT
15656
Vondst uit 1981
Fragmenten vuursteen MESO
292262
(Kroonbeek) Vuursteen NEO
292052 Veldkartering
uit 1990 400 - 430 m ten W
292061 Veldkartering in 1989 Een fragment keramiek Keramiek
PALEO-BRONS NEO
LME, NTB 292276
292182 Vondst uit 1899
790 m ten NW
Flint-Ovalbeil NEOVB-NEOLB
15923 --- 640 m ten NW
(Schietberg) Handgevormd aardewerk BRONS
Waarneming/
Onderzoeksmelding Ligging Aard waarneming Datering
15497 Vondst uit 1969
940 m ten N
(Ossekamp) Vuurstenen bijl NEOVB-NEOLB
Bijlage 8: Boorpuntenkaart
!
.
Intacte bruine enkeerdgrond! .
Restant plaggendek op C-horizont±
0 20 40 80m
63904_Milsbeek_Driekronenstraat 6_BO+IVO-V Achtergrond: Luchtfoto © AeroGRID 1m via ESRI
Bijlage 9: Boorbeschrijvingen
Project 63904-Milsbeek-Driekronenstraat 6-BO+IVO-V
Datum 6-11-2014
Beschreven door Susanne Koeman Boortype Edelmanboor 7 cm
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
1 15 beton
35 z4s1 h1 dbrgr Ap recente bovengrond
45 z4s1 br Aa mogelijk restantje plaggendek
50 z4s1 lbrge AC
150 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
175 z5s1 orge fe2 C
190 lz3 orgr fe1 C leemlaag, top oude rivierterras
200 z4s1 geor C beddingzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
2 25 beton
50 z5s1 ge XX bouwzand
90 z4s1 h2 dgrbr Aap voormalige bouwvoor
120 z4s1 br Aa plaggenlaag
130 z4s1 lbror AC overgang naar C-horizont
170 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
3 23 beton
50 z5s1 ge XX bouwzand
90 z4s1 h2 dgrbr Aap voormalige bouwvoor
120 z4s1 br Aa plaggenlaag
150 z4s1 lbror AC overgang naar C-horizont
170 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
4 15 beton
45 z4s1 ge XX bouwzand
50 z4s1 br Aa restantje plaggendek
60 z4s1 lbrge AC
100 z4s1 ge C rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
5 15 beton
90 z5s1 ge/br pu1 XX
gevlekt, recente verrommelde laag, opgebracht
120 z4s1 h2 dgrbr Aap voormalige bouwvoor
145 z4s1 brgr Aa plaggenlaag
190 z4s1 lbror AC overgang naar C-horizont
220 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
6 16 beton
50 z4s1 ge XX bouwzand
90 z4s1 h2 dgr/ge Aap/XX
gevlekt, voormalige bouwvoor vermengd met bouwzand
120 z4s1 brgr Aa plaggenlaag
130 z4s1 lbror AC overgang naar C-horizont
160 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
7 26 beton
70 z4s1 ge XX bouwzand
100 z4s1 h2 dgr/ge Aap/XX
gevlekt, voormalige bouwvoor vermengd met bouwzand
125 z4s1 brgr Aa plaggenlaag
145 z4s1 lbror AC overgang naar C-horizont
170 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
8 14 beton
85 z4s1 ge XX bouwzand
105 z4s1 h2 dgrzw Aap voormalige bouwvoor, verkleurd
140 z4s1 dgrbr Aa plaggenlaag? verkleurd
180 z4s1 brgr AC plaggenlaag of overgang naar C-horizont
200 z4s1 lbrge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Boring
Diepte in
cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst
9 14 beton
45 z4s1 ge XX bouwzand
80 z4s1 h2 dgrbr Aap voormalige bouwvoor
120 z4s1 brgr Aa plaggenlaag
160 z4s1 br --> lbror AC/Bw overgang naar C-horizont, natuurlijke bodem
200 z4s1 ge C matig gesorteerd, scherp zand, rivierduinzand
Bijlage 10: Advieskaart
! . ! .
! .
Intacte bruine enkeerdgrond!
.
Restant plaggendek op C-horizontHoge archeologische verwachting: vervolgonderzoek d.m.v. proefsleuven bij bodemingrepen dieper dan 35 cm beneden maaiveld Hoge archeologische verwachting: vervolgonderzoek d.m.v. proefsleuven bij bodemingrepen dieper dan 80 cm beneden maaiveld
±
0 20 40 80m
63904_Milsbeek_Driekronenstraat 6_BO+IVO-V Achtergrond: Luchtfoto © AeroGRID 1m via ESRI