• No results found

Ad 3. Dwingende redenen van groot maatschappelijk belang

5 Conclusies en aanbevelingen

Op basis van de inventarisatie en de analyse van de gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

- In het plangebied komt een aantal beschermde soorten dieren en planten voor waarvan het leefgebied door de aanleg van Buitenvaart 2 zal verdwijnen. Hiervoor zal de Gemeente Hoogeveen ontheffing moeten aanvragen in het kader van artikel 75 van de Flora- en faunawet (ontheffing voor ruimtelijke ingrepen). Omdat geen overgangsrecht is geregeld tussen de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet zal ook de reeds ingediende aanvraag voor ontheffing onder de Natuurbeschermingswet beoordeeld worden volgens de criteria van de Flora en faunawet.

- Wegens verlies aan habitat voor dieren en biotoop voor planten zijn compenserende en mitigerende maatregelen nodig. Voor een deel voorziet zowel het ontwerp van het bedrijventerrein als de inrichting van het Tussengebied in het scheppen van nieuwe vestigingsmogelijkheden voor flora, vissen, amfibieën, libellen en een aantal broedvogels. Buiten het plangebied dienen compenserende maatregelen te worden getroffen voor de gunstige staat van instandhouding van Kleine groene kikker en andere amfibieën en voor weidevogels.

- In de directe omgeving van het plangebied zijn goede mogelijkheden voor natuurcompensatie; deze mogelijkheden bestaan vooral uit de aanleg van poelen voor amfibieën en het scheppen van goede broedgelegenheid voor weidevogels, bijvoorbeeld door het afsluiten van beheersovereenkomsten met boeren. Andere soorten zullen eveneens van deze maatregelen profiteren.

- De belangrijkste biotopen en habitats betreffen de sloten en oevers in het gehele plangebied, de weilanden in het zuidelijk deel van het plangebied, de pingoruïne met omliggende weilanden en het bos in combinatie met de omliggende weilanden in Buitenvaart 2 Zuid. Er zijn vooral rijke sloten en oevers op plekken waar kwelwater aan de oppervlakte komt en waar veen in de ondergrond zit. Ook in de toekomst zullen op nieuwe plekken vergelijkbare situaties aanwezig zijn. - Het is van groot belang voor de Kleine groene kikker dat de pingo-ruïne voor

deze soort geschikt blijft; hier kan een nieuwe kernpopulatie ontstaan. Hiertoe moet de verbinding met het Tweelingbosje als landhabitat blijven bestaan en moet de beplanting rondom de oever geschikt worden als landhabitat. Bij een juist beheer zal de pingo-ruïne ook voor de flora zijn waarde behouden en

Naast de hiervoor genoemde noodzakelijke maatregelen worden de volgende aanbevelingen gedaan. Met deze extra maatregelen kan de Gemeente Hoogeveen gunstige voorwaarden scheppen voor verschillende soorten om zich in het gebied te vestigen of te handhaven:

Broedgelegenheid creëren voor Oeverzwaluwen in de vorm van een oeverzwaluwenwand; dit kan zowel bij Buitenvaart 1 gebeuren als bij Buitenvaart 2 Zuid in de uitkijkheuvel.

- Breedte en diepte variëren van de sloten in het Tussengebied. Dit is gunstig zowel voor amfibieën, als voor libellen, vissen en de flora.

- De bermen op het bedrijventerrein inrichten als schrale bloemrijke bermen waarmee zij geschikt worden als leef- en foerageergebied voor vlinders.

- Een extensief maaibeheer voeren op de bermen van wegen en de oevers van sloten. Voor veel dieren die gebonden zijn aan de sloten is het bovendien aan te bevelen om niet beide oevers in hetzelfde jaar te maaien.

Literatuur

Bode A.D. B. Hoekstra, R Hoeve & R. Zollinger 1999. De zoogdieren van Overijssel. Waanders, Zwolle

Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar. C. Smeenk & J.B.M. Thissen (redaktie) 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Stichting Uitgeverij van de Koninklijke Natuurhistorische Vereniging, Utrecht.

Cappelle, H.M.P., A.H.P. Stumpel en R.C. van Apeldoorn, 2002. De Gemeente Hoogeveen en het Bestemmingsplan Buitenvaart 1. Advies over de bescherming van voorkomende soorten amfibieën en een ontheffing ex artikel 25 van de Natuurbeschermingswet. Alterra rapport, Wageningen. Crombaghs, B.H.J.M., N. van den Berg en A.B. Goutbeek, 2002. Vissen in

Overijssel. Verspreidingsatlas van zoetwatervissen in stromende en stilstaande wateren in Overijssel. Bureau Natuurbalans/Limes Divergens, Nijmegen en Provincie Overijssel, Zwolle.

Cuperus, R. 1996. Voorlopig Handboek Natuurcompensatie. Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft.

Dorp, D. van en A. Donker, 2001. Amfibieëninventarisatie Buitenvaart Hoogeveen. Rapport Werkgroep Amfibieën en Reptielen Drenthe, Frederiksoord.

Douwes, D, 1999. Natuurvoorzieningen aan gebouwen. Nationaal DuBo Centrum, Rotterdam.

Gemeente Hoogeveen, Adecs, Grontmij en Bureau Alle Hosper, 2002. Bestemmingsplan Bedrijventerrein Buitenvaart II, Voorschriften. Hoogeveen. Gemeente Hoogeveen, Adecs, Grontmij en Bureau Alle Hosper, 2002.

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Buitenvaart II, Toelichting. Hoogeveen. Herwaarden, G.J. van, 1988. Natuurtechnische mogelijkheden voor

landinrichtingsprojecten Deel 5 Sloten en Vaarten. Landinrichtingsdienst, Ministerie van LNV, Utrecht..

Herwaarden, G.J. van, 1988. Natuurtechnische mogelijkheden voor landinrichtingsprojecten. Deel 4 bermen Landinrichtingsdienst, Ministerie van LNV, Utrecht..

Harmsen C., L.Pols en N. Zuurdeeg, 1988. Oeverbeplanting en Waterbeheer. Landinrichtingsdienst, Ministerie van LNV, Utrecht..

Krekels, R. en P. Verbeek, 1994. Amfibieën en de ringslang terug in de Gelderse Vallei. Bureau Natuurbalans, Nijmegen.

Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers (redactie) 1997. Atlas van de Nederlandse Vleermuizen. KNNV, Utrecht.

Meijden, R. van der, L. van Duuren, E.J. Weeda, C.L. Plate. 1991. Standaardlijst van de Nederlandse flora 1990. Gorteria 17: 75-127.

Molenaar, J.G. , D.A. Jonkers en M. Sanders, 2000. Wegverlichting en Natuur. Lokale invloed van wegverlichting op een gruttopopulatie. Alterrarapport 064. Alterra, Wageningen.

Osieck, E & F. Hustings 1994. Rode lijst van bedreigde en kwetsbare soorten in Nederland. Technisch Rapport 12. Vogelbescherming Nederland, Zeist. Provincie Drenthe, 1998. Provinciaal Omgevingsplan. Assen

Runhaar, J., C.L.G. Groen, R. van der Meijden, R.A.M. Stevers. 1987. Een nieuwe indeling van plantensoorten in ecologische soortengroepen binnen de Nederlandse flora. Gorteria 13 (11/12): 277-359.

Sierdsema, H. 1995. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer en SOVON, Driebergen

Snep, R.H.P., R.G.M. Kwak, H Timmermans en W. Timmermans, 2001. Landschapsecologische analyse van het Rotterdamse Havengebied. Alterra rapport 231, Wageningen.

SOVON, 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels. Verspreiding, aantallen, verandering. Beek-Ubbergen.

Stumpel, A.H.P. en H. van Blitterswijk , 2002. Zeven kikkers in een boerensloot. Ontruiming van Buitenvaart 1 te Hoogeveen: kikkers moeten wijken voor bedrijventerrein.Alterrarapport, Wageningen

Swaay, C. van en K. Veling 1991. Handleiding dagvlindermonitoring. Vlinderstichting, Wageningen.

Teixeira, R.M. (redactie) 1979. Atlas van de Nederlandse Broedvogels. Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. ‘s-Graveland.

Vries, E. de, 2002. Inventarisatie amfibieën Buitenvaart II, Hoogeveen. Rapport Eco Groen Advies, Zwolle.

Wasscher, M. , R. Ketelaar. M. van der Weide, A. Stroo, N. Dingemanse & E.J. van Nieukerken 2000. Verspreidingsgegevens van de Nederlandse libellen. EIS- Nederland, Leiden.

Weeda, E.J. , J.H.J. Schaminée & L. van Duuren 2000. Atlas van plantengemeen- schappen in Nederland. Deel 1: Wateren, moerassen en natte heiden. KNNV Uitgeverij, Utrecht.

Witte, J.P.M., R. van der Meijden. 1995. Verspreidingskaarten van de botanische kwaliteit in Nederland uit FlorBase. Gorteria 21(1/2): 3-59.

Bijlage 1 Beschijving van voorkomende vleermuissoorten