• No results found

Conclusie: zakelijke lezers lezen op verschillende wijzen en zijn nóg eigenzinniger dan Neutelings’ volksvertegenwoordigers

In document De nóg eigenzinnigere lezer (pagina 85-88)

Op welke wijze lezen zakelijke lezers adviesteksten? Dat is de vraag die in dit onderzoek centraal staat. Het antwoord op deze vraag luidt als volgt: de onderzochte zakelijke lezers lezen adviesteksten op verschillende wijzen en zijn nóg eigenzinniger dan de volksvertegenwoordigers uit het onderzoek van Neutelings.

Dat de onderzochte zakelijke lezers hun adviesteksten op verschillende wijzen lezen blijkt allereerst uit de manier waarop ze tekstinformatie selecteren. Van de onderzochte zakelijke lezers hanteren er drie een zeer selectieve informatieselectiestijl. Dit houdt in dat zij relatief weinig van de tekst lezen en ook weinig tot geen sprongen achterwaarts maken om tekstpassages te herlezen. Er is één zakelijke lezer met een intensieve informatieselectiestijl, zij leest juist relatief veel van de tekst. De vijfde zakelijke lezer maakt bij het lezen van haar adviestekst gebruik van meerdere informatieselectiestijlen. In het begin van haar leesproces leest zij zeer selectief en later maakt ze gebruik van de intensieve informatieselectiestijl. Net als de volksvertegenwoordigers van Neutelings, waarvan de helft intensief leest en de andere helft (zeer) selectief, verschillen de zakelijke lezers onderling dus in de manier waarop zij informatie selecteren.

Opvallend is dat de twee intensieve zakelijke lezers uit dit onderzoek de volgens Neutelings zo typerende sprongen achterwaarts (om tekstpassages te herlezen) vrijwel niet maken. De twee intensieve zakelijke lezers lezen dus een groot gedeelte van de tekst, maar herlezen erg weinig. Wellicht valt er binnen de categorie informatieselectiestijl dus een extra nuance aan te brengen en bestaat er een vierde informatieselectiestijl, namelijk de zeer intensieve. Deze informatieselectiestijl kwam bij de door Neutelings onderzochte volksvertegenwoordigers niet voor. Het verschil met de intensieve informatieselectiestijl, waarbij een groot gedeelte van de tekst wordt gelezen en er veel tekstpassages worden herlezen, is dat herlezen bij de zeer intensieve informatieselectiestijl vrijwel niet voorkomt. De redenatie hierbij is dat de zeer intensieve lezers de informatie bij de eerste keer lezen al zodanig intensief in zich opnemen, dat herlezen niet noodzakelijk is.

86 Dat de onderzochte zakelijke lezers hun adviesteksten op verschillende manieren lezen blijkt ten tweede uit de manier waarop ze de door hun geselecteerde informatie verwerken. De onderzochte zakelijke lezers verschillen wat betreft hun informatieverwerkingsstijl onderling wel van elkaar, maar het verschil lijkt in eerste instantie zo groot als bij de informatieselectie. Alle zakelijke lezers hanteren namelijk een actieve tot zeer actieve informatieverwerkingsstijl. Met andere woorden, de onderzochte zakelijke lezers voeren veel cognitieve operaties uit (uiten veel hardopdenkcommentaren) om de door hun geselecteerde informatie te verwerken. De twee cognitieve operaties die door de zakelijke lezers het meest worden uitgevoerd zijn ‘elaboreren’ en ‘beoordelen’.

Een overeenkomst tussen de onderzochte zakelijke lezers is dus dat zij allemaal een (zeer) actieve informatieverwerkingstijl hanteren en met name aandacht besteden aan de elaboratie en beoordeling van tekstinformatie. Echter, een groot verschil in hun manier van lezen valt te ontdekken wanneer we kijken naar het soort beoordelingen en elaboraties dat ze uitvoeren. Waar de elaboraties van Femke Pieters vrijwel alleen maar bestaan uit het vragen naar meer informatie, elaboreren Ronald Jager en Marja Teeuw juist met name door te verwijzen naar hun inhoudelijke voorkennis. Pim de Graaf daarentegen elaboreert de door hem geselecteerde teksinformatie met name door te parafraseren. Ook de manier waarop de zakelijke lezers tekstinformatie beoordelen loopt uiteen. Femke Pieters doet vooral eigen voorstellen, Ronald Jager en Nadine Arends doen eigen voorstellen, maar uiten ook losse oordelen en oordelen over delen van het advies zelf. Peter de Groot en Marja Teeuw daarentegen doen helemaal geen eigen voorstellen, maar uiten met name losse oordelen.

Opvallend is verder dat de passieve informatieselectiestijl bij de onderzochte zakelijke lezers niet voorkomt. Hierin verschillen ze dus van de volksvertegenwoordigers van Neutelings, waarvan ongeveer de helft een actieve en de andere helft een passieve informatieselectiestijl hanteert (Neutelings, 1997: p. 200).

Een overeenkomst tussen de volksvertegenwoordigers van Neutelings en de zakelijke lezers uit dit onderzoek, is dat beiden bij het verwerken van informatie de meeste aandacht besteden aan de elaboratie en beoordeling van tekstinformatie. Volgens Neutelings (1997, p. 246) zorgt de grote hoeveelheid elaboraties er voor dat beoordelend lezen tot op zekere hoogte gelijk is aan studerend lezen. Dit wijst er dus op dat de onderzochte zakelijk lezers, op het moment dat zij een adviestekst lezen, voor een deel studerend lezen.

87 Daarnaast besteden de zakelijke lezers veel aandacht aan de beoordeling van tekstinformatie. Bij beoordelend lezen formuleert de lezer oordelen over (een deel van de) informatie vastgelegd in een tekst (Neutelings, 1997: p. 14). Zoals hierboven omschreven formuleren de onderzochte zakelijke lezers tijdens het lezen van adviesteksten allemaal meerdere oordelen over delen van de informatie vastgelegd in de tekst. Om die reden kan worden gezegd dat de onderzochte zakelijke lezers op het moment dat zij een adviestekst lezen ook doen aan beoordelend lezen.

De onderzochte zakelijke lezers kunnen tenslotte worden getypeerd als zeer eigenzinnig. Dit blijkt met name uit de leesdoelactivering en –realisatiestijl die alle vijf de onderzochte zakelijke lezers hanteren. De onderzochte zakelijke lezers lezen allemaal namelijk zeer lezergestuurd. Dit houdt in dat zij hun leesdoel allemaal zeer snel (in de eerste fase van hun leesproces) activeren en dat in de rest van hun leesproces dit leesdoel wordt gerealiseerd. Bovendien laten de onderzochte zakelijke lezers zich in een latere fase van hun leesproces door de tekst geen nieuwe leesdoelen opdringen. Ze bepalen hun eigen koers en wijken daar niet van af. De manier waarop de zakelijke lezers informatie selecteren en vervolgens verwerken wordt sterk gestuurd door hun leesdoel.

Dat de onderzochte zakelijke lezers nóg eigenzinniger lijken te zijn dan de volksvertegenwoordigers van Neutelings kan worden opgemaakt uit het feit dat de zakelijke lezers alle vijf zeer lezergestuurd lezen en dat het overgrote deel van de volksvertegenwoordigers lezergestuurd leest (Neutelings, 1997: p.200). De volksvertegenwoordigers doen er dus net wat langer over om hun leesdoelen te activeren. Bovendien concludeert Neutelings ook dat er volksvertegenwoordigers zijn met een meer tekstgestuurde leesdoelactivering en –realisatiestijl, zij halen hun leesdoelen in een nog later stadium uit de tekst.

De manier waarop de onderzochte zakelijke lezers tekstinformatie selecteren en vervolgens verwerken is, net als bij de door Neutelings onderzochte volksvertegenwoordigers, verschillend. Daarnaast lezen de onderzochte zakelijke lezers allemaal zeer lezergestuurd. Ze lijken om die reden nóg eigenzinniger dan de volksvertegenwoordigers van Neutelings. De vraag die nu kan worden gesteld is: ‘Hoe komt het dat de onderzochte zakelijke lezers adviesteksten nog eigenzinniger lezen dan volksvertegenwoordigers beleidsteksten?’ Deze vraag komt aan bod in het volgende hoofdstuk.

88

8. Discussie, suggesties voor vervolgonderzoek en een reflectie op de

In document De nóg eigenzinnigere lezer (pagina 85-88)