• No results found

De weg naar een vrij verkeer van beslissingen in de EU heeft in een periode van bijna 15 jaar geleid tot de afschaffing van het exequatur. De interne markt vormde het motief voor het versterken van een vrij verkeer van beslissingen. Gerechtelijke beslissingen moeten eenvoudiger, goedkoper en sneller binnen de Europese grenzen ten uitvoer worden gelegd. Hierdoor wordt het voor crediteuren gemakkelijker om schulden sneller te innen. Volgens de Europese Commissie moet deze verandering voor meer interstatelijk handel zorgen, met name voor het klein- en middenbedrijf. De aanloop naar de uiteindelijke herschikking van Brussel I heeft aan het licht gebracht dat er nog geen sprake is van volledige eensgezindheid tussen de lidstaten. Lidstaten blijven vasthouden aan een gedeeltelijke discretionaire bevoegdheid van nationale rechtbanken in de vorm van de openbare-orde-exceptie. Door het behoud van de openbare-orde-exceptie ontstaat er strijdigheid met het doel van de afschaffing van het exequatur. De mogelijkheid om een vonnis ter bescherming van de nationale rechtsorde te weigeren, strookt met de vrij verkeer doelstelling.

Voor de verweerder betekent het behoud van de weigeringsgrond dat er meer nationale rechtsbescherming blijft bestaan. Hij zal voor de aangezochte rechter een rechtsmiddel in kunnen stellen tegen de tenuitvoerlegging van een vreemd vonnis. Aangezien de EU vasthoudt aan het vormen van een sterkere interne markt, waarbij wederzijdse erkenning “de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de Unie” vormt, is er geen ruimte voor een nationale discretionaire bevoegdheid. Aangezien de weg naar een vrij verkeer van beslissingen is ingezet, zal de openbare-orde-exceptie naar mijn mening moeten verdwijnen. Als er voldoende vertrouwen in de

verschillende rechtsordes van de lidstaten bestaat, is de openbare-orde-exceptie overbodig. Deze protectionistische weigeringsgrond doet afbreuk aan het doel van de afschaffing van het exequatur. Het werkt remmend op een eenvoudigere en snellere grensoverschrijdende tenuitvoerlegging. Op de weigeringsgronden van hoofdstuk III Brussel I wordt volgens de Europese Commissie maar in een klein aantal gevallen beroep gedaan. Daarbij heeft een beroep op de openbare-orde-exceptie een lage kans van slagen. De openbare-orde-exceptie heeft dan ook iets weg een lege huls, waar de Europese lidstaten krampachtig aan vasthouden.

Indien de volledige discretionaire bevoegdheid van de aangezochte rechter zou verdwijnen, zal de rechter van herkomst moeten waken over de fundamentele

rechtsbeginselen. In de Povse uitspraak heeft het EHRM uitgemaakt dat er voldoende waarborgen bestaan, wanneer tenuitvoerlegging zonder enige discretionaire

bevoegdheden plaatsvindt. Het feit dat een verweerder zich in een ander lidstaat moet verdedigen tegen de tenuitvoerlegging, vormt niet direct een schending van het recht op een eerlijk proces.

Het interstatelijk tenuitvoerleggingsproces van de VS toont meer eenheid op het gebied van justitiële samenwerking dan het herschikte systeem in de EU. De

afstemming van de erkenning en tenuitvoerlegging tussen de 50 staten van de VS kan ter illustratie dienen voor de vorming van meer juridische samenwerking binnen de EU. De verweerder in de VS kan onder de ijzeren wet van full faith in beginsel geen beroep doen op uitzonderingsgronden. Strikte toepassing van full faith belet

rechtsbescherming op grond van de Constitutie echter niet. Voornamelijk aan de persoonlijke vrijheden uit de Constitutie wordt in de VS veel waarde gehecht.

Voor de rechtsbescherming van de verweerder zal het verdwijnen van de exequaturprocedure in de praktijk geen verstrekkende gevolgen hebben. De tenuitvoerlegging zal sneller kunnen plaatsvinden door het verdwijnen van de rechterlijke toets. Maar door de handhaving van de weigeringsgronden, behoudt de verweerder dezelfde rechtsmiddelen die hij onder de Brussel I verordening had. Indien de weigeringsgronden wel zouden verdwijnen, komt hier verandering in. Vergelijkbaar met de tenuitvoerlegging bij de terugkeer van een kind uit Brussel II bis, verliest de aangezochte rechter dan de volledige discretionaire bevoegdheid ten aanzien van de tenuitvoerlegging. De verweerder zal zich, behalve voor het

hoofdgeding, ook voor de schending van zijn rechten moeten wenden tot de rechter van herkomst.

De rechtsbescherming van de verweerder zal, tot de weigeringsgronden volledig worden afgeschaft, niet volledig naar de rechter van herkomst verschuiven. Bij de afschaffing van het exequatur blijft de verweerder over weigeringsgronden

beschikken, waarop hij voor de aangezochte rechter een beroep kan doen. Om de weg naar een vrij verkeer van beslissingen in de EU volledig vrij te maken, zal de

Literatuurlijst

Beaumont 2010

P. Beaumont & E. Johnston, ‘Can Exequatur be abolished in Brussel I whilst retaining a public policy defense?’, Journal of Private International Law, vol. 5 no. 2, p. 249

Berglund 2009

M. Berglund, Cross-Border Enforcement of Claims in the EU; History, Present Time and Future, Alphen aan den Rijn: Kluwer 2009

Bochove 2007

L. van Bochove, ‘Het ontbreken van de openbare orde-exceptie in de nieuwe generatie Europese procesrechtelijke verordeningen in het licht van artikel 6 lid 1 EVRM’, NIPR 2007, 344, p. 331-339

Burnham 2006

W. Burnham, Introduction to the Law and Legal System of the United States, St. Paul, MN: Thomson/West 2006

Corthaut 2012

T. Corthaut, EU Ordre Public, Alphen aan den Rijn: Kluwer Law 2012

Cuniberti 2011

G. Cuniberti & Isabelle Rueda, ‘Abolition of Exequatur; Addressing the Commissions Concerns’, RabelZ 75, 2011, p. 286-316

Farnsworth 2010

E. A. Farnsworth, An Introduction to the Legal System of the United States, New York, USA: Oxford University Press 2010

Hazelhorst 2013

M.I. Hazelhorst en prof. mr. X.E. Kramer, ‘Afschaffing van het exequatur in Brussel I: daadwerkelijke verbetering of politiek gebaar?’, TCR 2013, nr. 2, p. 37

Hazelhorst 2014

M. Hazelhorst, ‘The ECtHR’s decision in Povse: guidance for the future of the abolition of exequatur for civil judgments in the European Union’, NiPR 2014 afl. 1, p. 27-33

Kennett 2000

W.A. Kennett, The Enforcement Of Judgments In Europe, New York: Oxford University Press 2000

Knot 2013

J. G. Knot, ‘ Herschikking Brussel: over Italiaanse torpedo’s, de afschaffing van het exequatur en andere wijzigingen in het Europese IPR-procesrecht in burgerlijke en handelszaken’, NtEr juni 2013, nr. 5, p. 145

Kramer 2011

X. Kramer, ‘Abolition of exequatur under the Brussels I Regulation: effecting and protecting rights in the European judicial area’, NIPR 2011 nr 4, p. 633-641.

Leanza 2014

P. Leanza & O. Pridal, The Right to a Fair Trial: Article 6 of the European

Convention on Human Rights, Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International 2014

Magnus 2012

U. Magnus, P. Mankowski (red.), European Commentaries on Private International Law: Brussels I Regulation, Munich: Sellier 2012

Meidanis 2005

H.P. Meidanis, ‘Public policy and ordre public in the private international law of the EU: traditional positions and modern trends’ European law review 2005, 30(1), p. 95- 110

Nielsen 2013

Peter Arnt Nielsen, ‘The new Brussels I Regulation’, Common Market Law Review 50 2013, p. 503-528.

Reynolds 2005

W. L. Reynolds & W. M. Richman, The Full Faith and Credit Clause: A Reference Guide to the United States Constitution, Westport CT, USA: Paeger 2005

Strikwerda 2012

L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht, Deventer: Kluwer 2012

Timmer 2013

L. Timmer, ‘Abolition of Exequatur Under The Brussels I Regulation: Ill Conceived and Premature?’, Journal of Private International Law, vol 9, no. 1, p. 129

Verschuur 1995

R. CH. Verschuur, Vrij verkeer van vonnissen, Deventer: Kluwer 1995

Vlemminx 2013

F.M.C. Vlemminx, Het Moderne EVRM, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2013

Yablon 2011

C.M. Yablon, ‘Madison’s Full Faith and Credit Clause: A Historical Analysis’, Cardozo Law review, Vol. 33:1, 2011, p. 125-194

Zilinsky 2011

M. Zilinksy, ‘Afschaffing van het exequatur onder het voorstel tot herschikking van de EEX-Verordening: een hybride tussenvorm?’, WPNR 18-06-2011, p. 543-547

Zilinksy 2014

M. Zilinksy, ‘De herschikte EEX-verordening: een overzicht en de gevolgen voor de Nederlandse rechtspraktijk’, NiPR 2014 afl. 1, p. 2-11

Jurisprudentie

EHRM 18 juni 2013, no. 3890/11, (Povse v. Austria)

HvJ EU 1 juli 2010, C-211/10 PPU, (Posve v. Alpago)

HvJ EU EU 2 april 2009, zaak C-394/07, (Gambazzi/ Daimler Chrysler)

HvJ EU EU 11 mei 2000, zaak C-38-98, (Renault SA v. Maxicar SpA)

HvJ EU 28 maart 2000, C 7/98 (Krombach v. Bamberski)

HvJ EU 15 mei 1986, C222/84 (Johnston v. Chief Constable of the Royal Ulster Constabulary)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838 (Gazprombank t. Verweerder)