• No results found

5.1 De vertegenwoordiging van gelijkheid

In het begin van deze scriptie beschrijf ik hoe Josefina, één van mijn informanten, naar eigen inzicht de pijn van een slachtoffer van geweld probeert te verlichten. Ze kent het slachtoffer niet persoonlijk. Dat maakt voor haar niet uit, want ze kent de pijn. Het is ook ooit haar pijn geweest en ze weet dat het de pijn is van vele vrouwen naast haar. Ze weet dat deze pijn structureel wordt veroorzaakt door een ongelijke positie van deze slachtoffers in haar land. Daarom heeft Josefina het haar werk gemaakt om deze pijn te verlichten en de oorzaken te bestrijden.

Naast Josefina, heb ik tijdens mijn onderzoek nog drie andere vrouwen in de Nicaraguaanse stad León leren kennen. Dit zijn vrouwen die zich, net als zij, hebben georganiseerd om de positie van de vrouwen om zich heen te verbeteren. Ook zij zijn gedreven door een persoonlijke motivatie om op te komen voor het vrouwenrecht. Zij gebruiken waardevolle levenslessen van zichzelf en anderen als motivatie om een eigen organisatie te beginnen. Hiermee positioneren zij zich op een invloedrijke manier en eisen zij hun deel op in een ontwikkelingswereld die zich inzet voor de rechten van vrouwen.

Deze invloedrijke positie als bemiddelaars van vrouwenrechten heb ik onderzocht aan de hand van een theorie over brokerage van Sally Engle Merry (2006) en Norman Long en Ann Long (1992). Ik onderzocht hoe de vrouwen, met hun kennis en inzicht van de dagelijkse behoeften en de normen en waarden van de lokale gemeenschap, de abstracte ideeën over het vrouwenrecht betekenis gaven in een lokale setting en andere gerelateerde ontwikkelingsdomeinen. Door mij te richten op het beleid van hun organisaties keek ik hoe zij deze discoursen van het vrouwenrecht met strategische frameworks vertaalden naar verstaanbare en werkbare concepten voor hun doelgroep.

Naast het onderzoek over de bemiddeling en de strategische vertaling van discoursen, verdiepte ik me hiernaast in de invloedrijke rol die de brokers innemen als vertalers van vrouwenrechten. Met de afname van levensverhalen van de vier vrouwen, richtte ik mij op hun persoonlijke achtergrond en de affiniteit die ze hebben met het vrouwenrecht. Met een complementerende theorie over brokerage van David Mosse en

64 David Lewis (2006) kon ik onderzoeken hoe deze persoonlijke achtergrond en betrokkenheid voor krachtige interpretaties op het vrouwenrecht zorgden. Deze interpretaties hebben een grote invloed op de individuele en collectieve vertaling van vrouwenrechten en daarmee ook op de positie van de vertalers in de ontwikkelingsdomeinen waarin zij werken. Aan de hand van deze theorieën en onderzoeksmethoden heb ik vervolgens geprobeerd antwoord op de vraag te geven: hoe zetten beleidsmakers van ontwikkelingsorganisaties, als vertalers van vrouwenrechten, hun positie in om genderongelijkheid tegen te gaan?

5.2 Invloedrijk en kwetsbaar

Ik begon mijn onderzoek met de observatie dat de vrouwen en hun organisaties zich zeer kleinschalig en persoonlijk organiseerden. Ze leken zich hierin bewust te onttrekken van transnationale invloeden vanuit grotere internationale ontwikkelingscorporaties. In deze houding zag ik hoe zij met een feministische ideologie een unieke en onafhankelijke werkwijze hanteerden waarin zij vrouwenrechten vertaalden.

Een literatuur vergelijkend onderzoek over de opkomst van de Nicaraguaanse vrouwenbeweging wijst uit dat de Sandinistische revolutie van 1979 tot 1990 veel heeft bijgedragen aan de huidige feministische ideologie en werkwijze van de beleidsmakers en de organisaties. In deze revolutie hebben vrouwen de mogelijkheid gekregen om mee te strijden onder een socialistische ideologie die voor vrijheid en gelijkheid van de burgers in hun land pleitte. Hun participatie in de strijd tegen de aanwezige klassenongelijkheid onder het dictatoriaal gezag van president Somoza, heeft bij veel vrouwen tot het inzicht geleid dat ook zij als vrouw onder het gelijkwaardige burgerschap vallen. Na de val van de dictatuur, begonnen ze zich opnieuw te organiseren onder de feministische ideologie waarin ze streden voor gelijke rechten van vrouwen. Hun participatie in de revolutie bleek uiteindelijk essentieel te zijn voor de ontwikkeling van een sterk georganiseerde autonome vrouwenbeweging. In de revolutie ontwikkelden de guerrillastrijdsters kwaliteiten die ze later gebruikten om zich in te zetten voor de ideologie van gelijkheid en vrijheid voor vrouwen. Ze gebruikten organisatievermogen en politieke kennis om netwerken te creëren waarmee ze strategisch hun doelen konden promoten en verwezenlijken.

65 “Feminist were not born, they were created”, stelt Karen Kampwirth (2010) en met het etnografisch onderzoek naar de beleidsmakers van de vrouwenorganisaties in León wordt duidelijk dat de revolutie en de daaruit ontstane feministische ideologie nog steeds veel invloed heeft op de werkwijze van de beleidsmakers in León. Ik heb kunnen zien hoe de ervaringen van de twee oud-guerrillastrijdsters, Josefina en Sylvia, de vertalingen van het vrouwenrecht beïnvloeden. Aan de hand van hun persoonlijke achtergrond vormen zij met de feministische ideologie een interpretatief perspectief op het vrouwenrecht dat zij op een strategische manier vertalen naar hun omgeving.

De betrokkenheid in de revolutie en persoonlijke achtergrond van armoede en misbruik heeft de interpretatie van Josefina van vrouwenrechten gevormd. Deze interpretatie zorgt dat zij haar prioriteiten stelt aan de economische rechten en maatschappelijke participatie van de vrouw. Met haar organisatie en ervaringen vertaalt zij deze rechten vervolgens op een strategische manier. Ook bij Sylvia is te zien hoe haar achtergrond en persoonlijke betrokkenheid bij de revolutie invloed heeft op haar algemene perspectief op vrouwenrechten en de vertaling hiervan. Deze invloed is kenmerkend voor de werkwijze en specifieke doelstelling van haar organisatie, waarmee ze zich richt op ontwikkeling van publieke bewustwording van de seksuele en reproductieve rechten van de vrouw.

Net als bij Sylvia en Josefina worden ook bij de jongere beleidsmakers hun interpretaties van het vrouwenrecht grotendeels door hun persoonlijke achtergrond gevormd. Hiernaast heb ook ik gemerkt hoe de vertaling van deze interpretaties en daaruit voorkomende ideeën van de jonge brokers, sterk worden beïnvloedt door de samenwerking met oudere beleidsmakers in de feministische netwerken van León. Jonge beleidsmakers zoals Erendira en Yodali nemen in hun werkwijze een voorbeeld aan oudere feministen. Zo wordt de feministische ideologie door een sterke beweging van vrouwenorganisaties in León in stand gehouden. De samenwerking onder deze ideologie beïnvloedt de positie van de beleidsmakers. Aan de ene kant zorgt dit voor een invloedrijke positie: ze kunnen zich onder deze eensgezinde en sterke collectief organiseren, waarin ze onafhankelijk hun eigen gevormde interpretaties en ideeën van het vrouwenrecht op een succesvolle wijze naar lokale setting vertalen. Aan de andere kant zorgt de organisatie onder de feministische ideologie ook voor een kwetsbare positie van de feministische brokers.

66 De autonome vrouwenbeweging heeft vanaf het moment dat zij zich ging organiseren altijd veel tegenstand gekregen vanuit de staat. Dit heeft geleidt tot een onafhankelijke en eenzame strijd voor het vrouwenrecht, maar ook voor een zeer kritische houding naar de staat en haar overheidsinstituten. Sinds de re-electie van president Daniel Ortega en zijn oud- revolutionaire partij de FSLN in 2006, is deze kritische houding en slechte relatie omgeslagen naar een persoonlijke strijd. Ik heb ervaren hoe deze persoonlijke strijd bij de oud- guerrillastrijdsters en feministen wordt getekend door teleurstelling en woede. Ze voelen zich verscheurd. Deze verscheurdheid wordt gekenmerkt door het feit dat zij hun sterke loyaliteit naar de FSLN niet kunnen combineren met de huidige realiteit van de slechte politieke, economische en sociale situatie van de Nicaraguaanse vrouw. Hierdoor kunnen en willen ze zich niet meer associëren met hun oude partij. Uit deze disassociatie is er een machtsrelatie tussen de feministische vrouwenbeweging en de staat ontstaan. Deze machtsrelatie bestaat uit het elkaar uitsluiten binnen de ontwikkelingsdomeinen die zich ontfermen over het vrouwenrecht. Voornamelijk jonge beleidsmakers zoals Yodali en Erendira ervaren dat de invloed van hun organisaties hierdoor beperkt wordt. De vertaling van het vrouwenrecht naar andere ontwikkelingsdomeinen verloopt moeizaam en wordt belemmerd. De positie van de beleidsmakers wordt dus kwetsbaar wanneer ze zich organiseren onder de feministische ideologie. Een ideologie die, als gevolg van deze machtsstrijd, wordt gestigmatiseerd door de overheid en haar instituten.

Tijdens mijn onderzoek heb ik gezien dat deze machtsstrijd ook indirect voor een verdeeldheid zorgt binnen het netwerk van de vrouwenorganisaties. Deze verdeeldheid kenmerkt zich in het door de beleidsmakers vermeende verschil tussen feministische organisaties en vrouwenorganisaties. De beleidsmakers van de “vrouwenorganisaties” worden binnen het netwerk door de oudere feministen beschuldigd van een onterechte loyaliteit naar de staat. Deze beleidsmakers van deze organisaties kiezen er namelijk bewust voor om een minder kritische vertaling van het vrouwenrecht te hanteren. Hierdoor vermijden ze het stigma “feminist” en wordt hun toegang tot staat gerelateerde ontwikkelingsdomeinen groter.

Met mijn onderzoek bij de beleidsmakers van vrouwenorganisaties in León heb ik hopelijk in deze scriptie laten zien hoe zij een invloedrijke positie innemen als bestrijders van genderongelijkheid in hun directe werkomgeving. Aan de hand van persoonlijke verhalen heb ik gezien hoe zij hun agency ontplooid hebben en dit

67 gebruiken in een doelgericht beleid om structurele ongelijkheid tegengaan. De “verpersoonlijking” van hun beleid en de inherente maatschappelijk kritische houding maakt hun positie ook kwetsbaar. Het zorgt voor minder toegang tot belangrijke domeinen die invloed hebben op de structurele ongelijkheid. Hun vertaling van het vrouwenrecht wordt belemmerd en hun ideologische doelstellingen moeilijk haalbaar.

5.3 Aandacht voor hun doel

De conclusie van deze scriptie leidde mij tot de vragen: moeten ze dan minder vanuit hun eigen interpretaties en ideeën werken om het bereik van hun stem te vergroten? Of ontnemen ze zichzelf hierbij juist dan weer die krachtige stem en hiermee de kans om de intiemste lagen van de Nicaraguaanse samenleving structureel te veranderen?

Vergelijkend etnografisch onderzoek naar de “vrouwenorganisaties” binnen het feministisch netwerk zou kunnen uitwijzen welke vormen van beleid en vertalingen de meeste invloed heeft op de structurele vormen van genderongelijkheid in León en Nicaragua. Tot die tijd blijven de feministische organisaties in Léon in de meerderheid en zij vormen met hun unieke werkwijze en revolutionaire feministische ideologie een sterke vrouwenbeweging die zich laat horen voor de rechten van de vrouw.

In drie maanden tijd hebben deze vrouwen met hun organisaties dan ook mijn hart gestolen. Het waren vooral de momenten van hartbrekende kwetsbaarheid waarin zij mij hebben geïnspireerd met hun enorme passie en doorzettingsvermogen. Dit heeft mij in laten zien dat zij zich inzetten voor een doel dat, in welke cultuur dan ook, rechtvaardig is en zij ook met alle mogelijke middelen gesteund moeten worden. Dat deze steun niet gegeven wordt op een plek waar de middelen wel aanwezig zijn, kan ik nog steeds niet begrijpen. Daarom hoop ik voor deze vrouwen en organisaties op een toekomst waarin zij, zonder dat ze zich moeten conformeren aan een staat of ontwikkelingswereld, de grootschalige aandacht krijgen die zij met hun doelen verdienen.

68