• No results found

Conclusie kennisdiffusie naar de brede praktijk: beschrijvende statistiek

4. Resultaten kennisdiffusie naar de brede praktijk

4.8 Conclusie kennisdiffusie naar de brede praktijk: beschrijvende statistiek

Inleiding

Van de 148 respondenten heeft 58% aangegeven bekend te zijn met één of meerdere ni- traatprojecten en 53% heeft aangegeven daadwerkelijk kennis te hebben verworven. Dit aantal is niet hoog wanneer uitgegaan wordt van alle agrariërs als doelgroep. De meeste respondenten halen hun algemene kennis en zo ook kennis over de nitraatprojecten uit vakbladen. Niet opmerkelijk is dat de andere belangrijke bronnen adviseurs, toeleveran- ciers of collega's zijn. Verondersteld wordt dat de meeste kennis over de nitraatprojecten middels face-to-face-contact is verspreid (mond-tot-mondreclame). Opvallend is dat slechts de helft van alle respondenten gebruik heeft gemaakt van toegestuurde informatie terwijl getracht is om via deze wijze 'de grote massa' te bereiken. Dit suggereert dat men geen waarde aan deze vorm van kennisverspreiding hecht. Tevens is opmerkelijk dat rela- tief weinig ondernemers kennis verwerven via internet; 25% gaf aan dat hij gebruik heeft gemaakt van de website Steunpunt Mineralen. Tot slot heeft van alle respondenten 55% aangegeven de kennisbon te hebben ingezet.

Kennisverwerving

De projecten Praktijkcijfers, Koeien & Kansen en de Marke zijn het meest bekend onder de respondenten en tevens wordt de kennis uit deze projecten het meest van belang geacht voor het mineralenmanagement. Opvallend was dat de opzet van het kleinschaligere pro- ject Stikstof op Scherp wellicht als voorbeeld zou kunnen dienen op landelijk niveau. Het percentage respondenten dat aangaf dat de resultaten van belang waren geweest was rela- tief hoog. Met betrekking tot de overige regionale projecten is het belang van de resultaten voor het mineralenmanagement gering. Ook het Steunpunt Mineralen komt qua bekend- heid (43%) en het belang van de kennisdiffusie (42%) voor het mineralenmanagement mager uit de verf gezien de grote opzet en het doel waarvoor ze is ingericht.

Van de kennisrespondenten is 41% redelijk tot zeer intensief betrokken geweest bij de Nitraatprojecten. De houding ten opzichte van de kennis was matig. Tussen de 40% en 45% vond dat hij veel geleerd had van de kennis, dat de geleverde kwaliteit van de kennis positief was of dat het rendement dat behaald is uit de geleverde kennis positief voor het bedrijf is.

Invloed kennisdiffusie op strategische ruimte

De invloed van de kennis op de bewustwording over de Minas-normen is procentueel ge- ring, variërend van 54% dat zich door de kennis meer is gaan interesseren in de mineralenstromen op het bedrijf tot 37% van de respondenten dat door de kennis (meer) inziet dat het voor het milieu beter is om de mineralenverliezen op het bedrijf te beperken. Bij berekening voor het totaal aantal respondenten (N = 148) variëren deze percentages tussen respectievelijk 30% en 21%.

De invloed van de kennis op de kennisverruiming bij de ondernemer op operationeel niveau is eveneens procentueel gering maar varieert meer dan bij bewustwording over de mineralenproblematiek. Zo realiseerde 58% van de kennisrespondenten zich door de ken- nis dat aanpassingen in het mineralenmanagement tot kostenbesparing kunnen leiden en 26% van de kennisrespondenten realiseerde zich dat door de kennis aanpassingen in het mineralenmanagement tot een betere kwaliteit van de productie kunnen leiden. Bij bereke- ning voor het totaal aantal ondervraagde ondernemers variëren de percentages tussen respectievelijk 33% en 15%.

De invloed van de verworven kennis op de kennisverruiming bij de ondernemer op strategisch niveau is eveneens procentueel gering. De invloed varieert van 54% dat door de kennis meer inzicht gekregen heeft in de wijze waarop voor de eigen bedrijfssituatie wette- lijke normen behaald kunnen worden en 41% dat door de kennis inziet dat middels de bedrijfsvoering meer dat wettelijk vereiste milieudoelen bereikt kunnen worden op de lan- ge termijn, zonder dat dit veel geld hoeft te kosten. Bij berekening voor het totaal aantal respondenten variëren de percentages tussen respectievelijk 30% en 23%.

Invloed kennisdiffusie op gedrag ondernemer

Het blijkt dat minimaal 50% van het percentage respondenten dat een bepaalde maatregel heeft getroffen ten behoeve van het mineralenmanagement, gebruik heeft gemaakt van de kennis uit de nitraatprojecten. Deze kennis is met name gebruikt voor maatregelen ten be- hoeve van seizoensgebonden mestaanwending (optimale verdeling kunstmest tijdens groeiseizoen, meer mest in het voorjaar uitgereden en het gebruik van dierlijke mest tijdens het groeiseizoen). De kennis uit de nitraatprojecten heeft tevens relatief veel bijgedragen aan het nemen van strategische maatregelen door een aantal ondernemers. De kennis is met name gebruikt voor maatregelen ten behoeve van samenwerking met voer- of (kunst)mesthandelaar of collega-boeren en verdergaande kostenbesparing. Eerder is reeds genoemd dat toeleveranciers en collega's belangrijke bronnen zijn voor kennisverwerving. Het kan als een succesfactor worden gezien dat de kennis uit de nitraatprojecten in bepaal- de mate hebben bijgedragen aan het bevorderen van de samenwerking tussen deze partijen. Opvallend is dat voor de maatregel 'verdergaande oriëntatie op markt voor toegevoegde

waarde producten', de kennis relatief weinig van belang geweest. De maatregel 'inkrimping van de totale productie' is slechts door 4% van de respondenten genomen en de kennis uit de nitraatprojecten heeft hier volgens de ondervraagden niets aan bijgedragen.

Invloed omgevingsfactoren op gedrag ondernemer

'Milieuwetgeving' en 'Minas' zijn de meest invloedrijke omgevingsfactoren om het mine- ralenmanagement aan te passen. Dit antwoord is op zich niet geheel vreemd maar veronderstelt dat de bewustwording over de mineralenproblematiek onder ondernemers relatief hoog is (respectievelijk 74% en 68%). Dit is wellicht te danken aan het feit dat de mening van adviseurs en overige voorlichters van belang wordt geacht (66%). Kennelijk geeft beleid een (negatieve) prikkel om het management aan te passen. Dit veronderstelt dat een bureaucratische en lineair gerichte benadering (in de vorm van wetgeving en gedi- plomeerde adviseurs) een relatief sterke invloed uitoefenen op het mineralenmanagement. Maatschappelijke wensen en eisen spelen veel minder een rol. Uit de resultaten naar de vragen over kennis als invloedsfactor op het mineralenmanagement in zijn totaliteit blijkt dat slechts 32% van alle respondenten aangeeft dat deze kennis van belang is geweest. De kenniswinkel is als aparte factor zelfs zeer beperkt van belang geweest voor het minera- lenmanagement (16%). Opvallend is dat het belang van overige kennis en voorlichting hoger scoren (51%). Dit onderbouwt de eerdere veronderstelling dat er een hiaat is in de kennisdiffusie van de kennis uit de nitraatprojecten naar de brede praktijk.

5. Resultaten kennisdiffusie naar de brede praktijk: