• No results found

De Europa 2020 strategie trad in 2010 in werking en geldt als lange termijn strategie voor de Europese Unie en diens lidstaten. Europa2020 volgt de Lissabon strategie op en kent drie prioriteiten, te weten slimme, duurzame en inclusieve groei. Reeds voor de inwerkingtreding van de strategie bestond er discussie over de verschillende aspecten en aandachtspunten in het 10 jaren plan. De verschillende argumenten van voor- en tegenstanders zijn in hoofdstuk één opgesomd. In deze wetenschappelijke en maatschappelijke discussies tussen beiden is een aantal standpunten zichtbaar aangaande de intentie en uitwerking van de Europa 2020 strategie.

Ten eerste wordt beweerd dat de doelstellingen voor sociaal beleid afhankelijk en wellicht zelfs ondergeschikt zijn gemaakt aan de realisatie van economische doelstellingen voor slimme en duurzame groei. Ten tweede zijn wetenschappers en sociale partners het erover eens dat Europa 2020 als opvolger van de Lissabon strategie in 2010 een product is van een politiek compromis dan wel politiek opportunisme. Ten derde zou het sociaal beleid te veel in beschrijvende termen worden gedefinieerd, en is niet werkelijk gespecificeerd hoe de doelstellingen behaald moeten worden. De meer liberale actoren op EU niveau zien hun wensen wel weerspiegelt in de ambitieuze doelstellingen van het Europa 2020 programma zoals opgesteld door de Commissie. In deze discussies is een tegenstelling te onderscheiden tussen de ideologie van een socialer Europa, en een realiteit waarin economische groei en marktvrijheid binnen de EU de dienst uitmaken. De discussie valt hiermee uiteen in cynici versus idealisten.

Om deze tegenstelling te ontrafelen worden in hoofdstuk twee een drietal theorieën behandeld. Deze theorieën geven ieder een eigen verklaring voor de verhouding tussen de liberale markt en sociale logica. Als eerste ziet de governmentality theorie van Foucault de markt en het sociale als twee logica’s die elkaar uitsluiten. In een ideologie waar economische groei, stabiliteit en innovatie als eerste prioriteiten gelden, wordt een sociale ideologie waarin het bestrijden van sociale exclusie en armoede de prioriteit geniet automatisch gedeconstrueerd. Als tweede ziet het neomarxistische perspectief een hiërarchische verhouding tussen de twee logica’s van markt en sociaal. Anders dan bij het governmentality perspectief kunnen de liberale en sociale logica binnen deze theorie wel naast elkaar bestaan. Echter, de liberale logica heeft volgens de neomarxistische theorie wel duidelijk de overhand waardoor de sociale logica gedwongen op een zijspoor terecht komt. Ten derde worden binnen de Third way theorie de markt en het sociale juist met elkaar verenigd. De Third Way theoretici proberen de principes van enerzijds sociale rechtvaardigheid en anderzijds economische dynamiek en innovatie zoveel mogelijk bijeen te brengen, zij zien geen problematische tegenstelling.

Na bestudering en grondige analyse van de empirie, kan in hoofdstuk drie van dit onderzoek geconcludeerd worden dat een economische, liberale ideologie aan het fundament ligt voor samenwerking en ontwikkeling binnen de Europa 2020 strategie. De interne markt, waarvoor economische groei en meer werkgelegenheid onmisbaar is, vormt het leidende beleidsprincipe. In de conclusie van hoofdstuk drie wordt de empirie langs de theoretische meetlat van hoofdstuk gelegd. Hier ziet men dat in de doelen, zoals vastgelegd in de Europese 2020 strategie, de theorie van de Third Way het meeste tot uiting komt. In de

56 middelen die ingezet worden om de gestelde doelen te behalen is meer van de theorie van het neomarxisme terug te zien. Vooral de theorie van het ingebedde neoliberalisme is correct in het beweren dat er een belemmerende constitutionele asymmetrie bestaat in de bevoegdheden van de EU. Tot slot wordt in de implementatiefase de theorie van governmentality het meest zichtbaar. In deze fase blijkt de strategie voornamelijk pragmatisch, gericht op de markt, en blijft er van een sociale ideologie weinig over. Hieruit wordt zichtbaar dat de liberale markt logica het sociale component uitsluit.

In deze thesis is de theorie van ingebed neoliberalisme grotendeels geschikt om de situatie te beschrijven, het is hoe de realiteit van Europese integratie werkt. De ogenschijnlijk tegenstrijdige doelen van competitiviteit en sociale cohesie zijn bijeengebracht in de Europa 2020 strategie. In de praktijk wordt het eerste doel op EU niveau en het tweede doel op nationaal niveau nagestreefd.

De theorie van governmentality is echter meer geschikt om de vastgestelde paradox daadwerkelijk te verklaren. Governmentality is in deze thesis dan ook de beste theorie om antwoord te geven op de hoofdvraag van dit onderzoek: ‘Hoe kan de paradox tussen enerzijds de liberale markt logica en anderzijds de sociale logica die tot uiting komt in de Europa 2020 doelstellingen voor inclusieve groei verklaard worden?’ De paradox is een uiting van de wijze van bestuur in de EU en bewuste keuzes die worden gemaakt in het integratie- en institutionaliseringsproces. De tegenstelling die bestaat tussen het economische karakter van Europese samenwerking en de sociale intenties zoals deze in de Europa 2020 strategie zijn geformuleerd is het resultaat van de manier van bestuur in de Europese Unie.

Het is te herleiden tot de wijze waarop de Europese Unie bestuurlijk is ingericht. Zoals in hoofdstuk 2.1 beschreven, staat het concept van macht centraal binnen deze governmentality theorie. De huidige machtsverhoudingen in de EU zijn tot stand gekomen door de wijze waarop lidstaten met elkaar samenwerken en integratie bewerkstelligen. De hegemonie van een liberale rationaliteit is hierin de uitkomst van het samenspel van Europese en nationale instituties en deze hegemonie bestaat ten koste van een sociale rationaliteit. Oftewel, zowel de EU instellingen als nationale lidstaten kiezen er bewust voor een liberale rationaliteit in Europees beleid te laten doorklinken.

Het gebrek aan sociale bescherming op EU niveau verklaart gedeeltelijk waarom er zoveel tegenstanders en uiteenlopende meningen zijn over de Europa 2020 strategie. In de traditionele opvatting van het socialisme laat de EU een steek vallen en is de strategie niet in staat het gat tussen liberalisme en socialisme te dichten. Wanneer de nadruk wordt gelegd op gemoderniseerd sociaal beleid, waar investeringen in onderwijs, onderzoek, innovatie en ontwikkelingen van mensen centraal staan, dan presteert de EU beter. De conclusie luidt echter dat zolang als de EU lidstaten niet bereid zijn om enige daadwerkelijke bevoegdheid inzake sociaal beleid aan het EU niveau over te hevelen, zij er rekening mee moeten houden dat de economische rationaliteit de boventoon zal blijven voeren. Een eerste stap in de richting van succesvoller EU sociaal beleid zal moeten voortkomen uit grotere onderlinge solidariteit en vertrouwen, iets waar momenteel de basis voor lijkt te ontbreken.

57

Bibliografie

Artikelen, boeken en publicaties:

 Alliance of Liberals and Democrats for Europe ‘ALDE “EU 2020” strategy’

 Barbier, Jean-Claude, ‘Tracing the fate of EU “social policy”: Changes in political

discourse from the “Lisbon strategy” to “Europe2020”’, International Labour Review, nr. 4 (2012)

Blair, Tony en Schröder, Gerhard, Europe: The Third Way/Die Neue Mitte, Working Documents no. 2, Johannesburg: Friedrich Ebert Foundation South Africa Office 1998

Copeland, Paul, EU enlargement, the clash of capitalisms and the European social

dimension, Manchester: Manchester University Press 2014

 Copeland, Paul en Daly, Mary, ‘Varieties of poverty reduction: inserting the poverty and social exclusion target into Europe2020’,Journal of European Social Policy, nr. 3 (2012)

 Council of the European Union, (2011/C 212/01) 19 July 2011

 Council of the European Union, (2011/C 217/03), 19 July 2011

 Council of the European Union, (11244/12), 6 July 2012

 Council of the European Union, (11273/12), 6 July 2012

 Council of the European Union, (11274/12), 6 July 2012

 Council of the European Union, (2013/C 217/09), 30 July 2013

 Council of the European Union, (2013/C 217/21), 30 July 2013

 Council of the European Union, (2014/C 247/05), 29 July 2014

 Council of the European Union, (2014/C 247/25), 29 July 2014

 Council of the European Union, (2015/C 271/01), 18 August 2015

 Council of the European Union, (2015/C 272/05), 18 August 2015

Daly, Mary, ‘EU social policy after Lisbon’, JCMS, nr. 3 (2006)

Daly, Mary, ‘Paradigms in EU social policy: a critical account of Europe 2020’, Transfer, nr. 3 (2012)

58

 Europese Commissie, ‘Annual Growth Survey: advancing the EU’s comprehensive response to the crisis’, COM(2011) 11 final, Brussel 12 januari 2011

 Europese Commissie, ‘Annual Growth Survey 2012’, COM(2011) 815 final, Brussel 23 november 2011

 Europese Commissie, ‘Annual Growth Survey 2013’, COM(2012) 750 final, Brussel 28 november 2012

 Europese Commissie, ‘Annual Growth Survey 2014’, COM(2013) 800 final, Brussel 13 november 2013

 Europese Commissie, ‘Annual Growth Survey 2015’, COM(2014) 902 final, Brussel 28 november 2014

 Europese Commissie, ‘Europa 2020 een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei’, COM (2010) 2020 definitief, 2010

 Europese Commissie, ‘Integrated guidelines for the economic and employment policies of the Member States’, SEC (2010) 488 final

 Europese Commissie, ‘Factsheet – The EU’s economic governance explained’, Brussel, 28 november 2014

 European Commission, ‘Towards social investment for growth and cohesion – including implementing the European Social Fund 2014-2020’, COM (2013) 83 final, Brussels 20 February 2013

 Europees Economisch en Sociaal Comité, ‘The post-2010 (Lisbon) Stategy: proposals from organised civil society’, CESE 1885/2009, 2010

 Europese Raad, ‘Conclusies 24/25 maart 2011’, EUCO 10/11 CO EUR 6 CONCL 3, Brussel, 25 maart 2011

 European Round Table of Industrialists, ‘ERT’s Vision for a competitive Europa in 2025’, februari 2010

 Ferrera, Maurizio, ‘Friends, not foes: European integration and national welfare states’, in: Anthony Giddens, Patrick Diamon en Roger Liddle ed., Global Europe, Social

Europe, Cambridge: Polity Press 2006

 Federal Ministry of Economic Affairs and Energy, ‘National Reform Programme 2012’, Berlin (March 2012)

59

 Federal Ministry of Economic Affairs and Energy, ‘National Reform Programme 2013’, Berlin (March 2013)

 Federal Ministry of Economic Affairs and Energy, ‘National Reform Programme 2014’, Berlin (April 2014)

 Federal Ministry of Economic Affairs and Energy, ‘National Reform Programme 2015’, Berlin (May 2015)

 Giddens, Anthony, ‘After the Left’s Paralysis: the Third way can provide a framework for political and economic thought that cuts across the old divides of social democracy and neoliberalism’, New Statesman issue 4383 (1998)

Giddens, Anthony, The Third Way: the renewal of social democracy, Cambridge: Polity Press 1998

 Gobierno de España, ‘National Action Plan on Social Inclusion for the Kingdom of Spain 2013 – 2016’

 Government offices of Sweden, ‘Swedish national reform programme 2011’

 Government offices of Sweden, ‘Sweden’s national reform programme 2012’

 Government offices of Sweden, ‘Sweden’s national reform programme 2014’

 Government offices of Sweden, ‘Sweden’s national reform programme 2015’

 Hansen, Peo, ‘Still a European social model? From a vision of a ‘Social Europe’ to the EU reality of embedded neo-liberalism’, CEUS occasional paper nr. 26 (2005)

 Hyman, Richard, ‘Trade unions, Lisbon and Europe 2020: from dream to nightmare”,

LEQS paper, nr. 45 (2011)

 Nationaal hervormingsprogramma 2012 België, april 2012

 Nationaal hervormingsprogramma 2013 België, 25 april 2013

 Nationaal hervormingsprogramma 2014 België, 25 april 2014

 Nationaal hervormingsprogramma 2015 België, april 2015

 National Reform Programme 2011 Germany, 6 April 2011

60

 National Reform Programme, Kingdom of Spain, 2013

 Programa Nacional de Reformas, España, 2012

 Programa Nacional de Reformas, Reino de España, 2014

 Raad van de Europese Unie, (2011/C 209/01), 15 juli 2011

 Raad van de Europese Unie, (2013/C 217/02), 30 juli 2013

 Raad van de Europese Unie, (2015/C 272/07), 18 augustus 2015

 Scharpf, Fritz, ‘The European Social Model: Coping with the challenges of diversity’,

Journal of Common Market Studies, nr. 4 (2002)

 Van Apeldoorn, Bastiaan, ‘The contradictions of ‘Embedded Neoliberalism’ and Europe’s Multi-Level Legitimacy crisis: the European projects and its limits’, in: Jan Drahokoupil, Bastiaan van Apeldoorn en Laura Horn ed., Contradictions and limits of

neoliberal European governance: from Lisbon to Lisbon, New York: Palgrave Macmillan

2009

 Van Apeldoorn, Bastiaan, Overbeek, Henk en Ryber, Magnus, ‘Theories of European integration: A critique’, in: Alan W. Cafruny en Magnus Ryner ed., A ruined fortress?:

neoliberal hegemony and transformation in Europe, Lanham MD: Rowman & Littlefield

2003

Walters, William, Governmentality: critical encounters, New York: Routledge 2012

Walters, William en Haahr, Jens Henrik, Governing Europe: discourse, governmentality

and European integration, New York: Routledge 2005

Zeitlin, Jonathan e.a., Open method of co-ordination in action: The European

employment and social inclusion strategies, Brussels: Peter Lang S.A. 2005

Internet:

 Europese Commissie, ‘EU social indicators – Europe 2020 poverty and social exclusion target’, http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=756 geraadpleegd op 21 juni 2015

 Europese Commissie, ‘Europa 2020-doelstellingen’,

http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/targets_nl.pdf, 2011, geraadpleegd op 11 juni 2015

 Europese Commissie, ‘Europe 2020; who does what, European institutions and bodies’, http://ec.europa.eu/europe2020/who-does-what/eu-institutions/index_en.htm

61

 Europese Commissie, ‘Inclusieve groei – een economie met veel werkgelegenheid en economische, sociale en territoriale cohesie’, http://ec.europa.eu/europe2020/europe- 2020-in-a-nutshell/priorities/inclusive-growth/index_nl.htm geraadpleegd op 11 juni 2015

 Europese Commissie, ‘Making it happen: the European Semester’,

http://ec.europa.eu/europe2020/making-it-happen/index_en.htm geraadpleegd op 20 juni 2015

 European Commission, ‘Platform actions ongoing as of July 16, 2013’,

http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=961&langId=en geraadpleegd op 29 februari 2016

 Europese Commissie, ‘Social protection committee’,

http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=758&langId=en geraadpleegd op 29 februari 2016

 Europees Parlement, ‘Economisch bestuur’,

http://www.europarl.europa.eu/aboutparliament/nl/displayFtu.html?ftuId=FTU_4.1.4.htm l geraadpleegd op 21 juni 2015