• No results found

waarheid of fictie?

4.5. Conclusie en slotoverweging

De hierboven beschreven onderzoeken naar grensoverschrijdende detachering bieden niet voldoende specifieke informatie om gefundeerde uitspraken te kunnen doen over het al dan niet betreden van de arbeidsmarkt van de lidstaat van ontvangst door gedetacheerde werknemers. Een belangrijke reden daarvoor is dat er in de studies geen onderscheid wordt gemaakt tussen gedetacheerde werknemers (type a detachering) en gedetacheerde uitzendkrachten (type c detachering). Sterker nog, in alle studies maken zelfstandigen ook deel uit van de dataset. Daarnaast is er in één onderzoek geen uitsplitsing per sector gemaakt

114 Kamerstukken II 2011/12, 29 407, 149, bijlage 2 en European Commission 2012, p. 14. Zie ook M.

Houwerzijl 2015, p. 88-89.

115

HvJ EU 3 december 2014, C-315/13 (De Clerq), r.o. 71.

116 Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van

Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ( “de IMI-verordening”) (PbEU 2014, L 159/1).

43

en in de twee onderzoeken waarin dat wel is gedaan, is niet vermeld wat het aandeel detacheringen is ten opzichte van het aantal binnenlandse werknemers in die sector. Alleen de eerste studie vormt hierop een uitzondering voor wat betreft België, omdat daarvoor gegevens uit het Limosa-systeem beschikbaar waren. Dit toont aan dat een betere registratie van detacheringen door de lidstaten zeer wenselijk is, in ieder geval om binnen lidstaten meer inzicht te krijgen in de omvang en effecten van detachering op (bepaalde sectoren van) de arbeidsmarkt.

Hoewel in het kader van overgangsmaatregelen die als doel hebben de nationale arbeidsmarkt te beschermen, het door het Hof gemaakte onderscheid tussen type a en type c detachering in termen van toegang tot de arbeidsmarkt van de ontvangende lidstaat begrijpelijk is, doet deze scheidslijn in de praktijk nogal vreemd aan. Een reëler alternatief zou zijn om het verschil tussen detachering van werknemers en detachering van uitzendkrachten te baseren op het doel van de dienstverrichting zoals beschreven in paragraaf 3.6.2. De redenering is dan als volgt. In geval van detachering van werknemers is de verplaatsing van de werknemers naar een andere lidstaat bijkomstig ten opzichte van de dienst die door de werkgever wordt verricht. De nadruk ligt op de dienstverrichting en op het bereiken van een specifiek resultaat dat onderscheiden kan worden van het puur ter beschikking stellen van personeel. Daarom valt dit type detachering niet onder het overgangsregime inzake het vrij verkeer van werknemers, maar onder het vrij verkeer van diensten. In geval van detachering van uitzendkrachten daarentegen is de verplaatsing van de werknemers naar een andere lidstaat het hoofddoel van de dienstverrichting; de detachering dient er alleen toe de dienstontvanger over personeel te laten beschikken. Daarom valt dit type detachering, hoewel het een dienstverrichting in de zin van artikel 56 e.v. VWEU betreft, wel onder het overgangsregime inzake het vrij verkeer van werknemers. Deze benadering heeft als voordeel dat er geen (te betwisten) onderscheid wat betreft de toegang tot de arbeidsmarkt van de ontvangende lidstaat gemaakt hoeft te worden.

44

Aangehaalde literatuur

Asscher, de Volkskrant 9 mei 2014

L. Asscher, ‘Stop oneerlijke concurrentie en verdringing’, de Volkskrant 9 mei 2014.

Asscher & Goodhart, de Volkskrant 17 augustus 2013

L. Asscher en D. Goodhart, ‘Code Oranje voor vrij werkverkeer binnen EU’, de Volkskrant 17 augustus 2013.

Bakker & IJzerman, AR 2009/56

S.T.E. Bakker & N. IJzerman, ‘Rome I vervangt het EVO: nieuw ipr voor de arbeidsrechtpraktijk’, AR 2009/56.

Berkhout, Bisschop & Volkerink 2014

E. Berkhout, P. Bisschop & M. Volkerink, Grensoverschrijdend aanbod van personeel.

Verschuivingen in nationaliteit en contractvormen op de Nederlandse arbeidsmarkt 2001- 2011, Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek 2014.

Dalla Pellegrina & Saraceno 2013

L. Dalla Pellegrina & M. Saraceno, Posted workers: complements or substitutes for local

employment? Empiricial evidence from the EU (onderzoeksartikel Amsterdam UvA), 2013.

Beschikbaar via http://ssrn.com/abstract=2287841.

European Commission 2012

European Commission, Posting of workers in the European Union and EFTA countries:

Report on A1 portable documents issued in 2010 and 2011, Brussel: oktober 2012.

Franssen & Maes, AR 2015/5

E.J.A. Franssen & B.J. Maes, ‘De Essent-zaak: iets meer ruimte door vreemdelingen’, AR 2015/5.

45

Giuliano & Lagarde 1980

M. Giuliano & P. Lagarde, Rapport betreffende het Verdrag inzake het recht dat van

toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (PbEG 1980, C 282).

Houwerzijl 2005

M.S. Houwerzijl, De Detacheringsrichtlijn. Over de achtergrond, inhoud en implementatie

van Richtlijn 96/71/EG (diss. Tilburg), Deventer: Kluwer 2005.

Houwerzijl, SMA 2005/9

M.S. Houwerzijl, ‘Bevordering van het EU-dienstenverkeer met behulp van gedetacheerde werknemers: tijd voor bezinning?’, SMA 2005/9, p. 406-417.

Houwerzijl 2009

M.S. Houwerzijl, ‘Verschillen in toepasselijk arbeidsrecht bij tijdelijke en structurele intracommunautaire arbeidsmigratie’, in: H. Verschueren en M.S. Houwerzijl (red.),

Toepasselijk arbeidsrecht over de grenzen heen. België, Nederland, Europa, de wereld (serie

Onderneming en recht, deel 48), Deventer: Kluwer 2009, p. 159-189.

Houwerzijl, NtER 2011/8

M.S. Houwerzijl, ‘Het arrest Vicoplus’, NtEr 2011/8, p. 259-265.

Houwerzijl 2013a

M.S. Houwerzijl, ‘Vrij verkeer van werknemers’, in: S.S.M. Peters & R.M. Beltzer (red.),

Inleiding Europees Arbeidsrecht, Deventer: Kluwer 2013, p. 103-128.

Houwerzijl 2013b

M.S. Houwerzijl, ‘Grensoverschrijdende arbeid: toepasselijk recht en detachering’, in: S.S.M. Peters & R.M. Beltzer (red.), Inleiding Europees Arbeidsrecht, Deventer: Kluwer 2013, p. 129-148.

Houwerzijl, TRA 2013/90

46

Houwerzijl, TRA 2014/70

M.S. Houwerzijl, ‘Handhavingsrichtlijn ter versterking van de Detacheringsrichtlijn: effectief tegen misstanden en ‘sociale dumping’?’, TRA 2014/70.

Houwerzijl 2015

M.S. Houwerzijl, ‘Aanpak van schijnconstructies op de Europeaniserende Nederlandse arbeidsmarkt’, in: S. Bonjour, L. Coello Eertink , J. Dagevos, C. Huinder, A. Odé en K. de Vries (red.), Open grenzen, nieuwe uitdagingen. Arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-

Europa, Amsterdam: AUP 2015, p. 79-103.

Houwerzijl & Kullmann, AR 2010/52

M.S. Houwerzijl & M. Kullmann, ‘Werknemersmobiliteit binnen de EU’, AR 2010/52.

Idea Consult & Ecorys Netherlands 2011

Idea Consult & Ecorys Netherlands, Study on the economic and social effects associated with

the phenomenon of posting of workers in the EU (rapport voor de Europese Commissie,

VT/2009/062), Brussel: maart 2011. Beschikbaar via http://ec.europa.eu.

Van Overbeeke, AR 2014/44

F. van Overbeeke, ‘Het toepasselijk recht op gedetacheerde werknemers’, AR 2014/44.

Pacolet & De Wispelaere 2014

J. Pacolet & F. de Wispelaere, Posting of workers: Report on A1 portable documents issued

in 2012 and 2013 (rapport voor de Europese Commissie), Brussel: december 2014.

Beschikbaar via http://ec.europa.eu.

Peters, TRA 2009/19

S.S.M. Peters, ‘Toepasselijk arbeidsrecht: van EVO naar Verordening Rome I’, TRA 2009/19.

Schreijenberg & Mevissen 2012

A. Schreijenberg en J. Mevissen, Arbeidsmigratie vanuit Midden- en Oost-Europese landen.

47

SER-advies Arbeidsmigratie 2014

Advies Arbeidsmigratie (Advies 2014/09: 10 december 2014 (Commissie Arbeidsmigratie),

uitgebracht aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

Van Den Eeckhout, ARBAC 2012

V. Van Den Eeckhout, ‘Enkele beschouwingen naar aanleiding van diverse recente Europese en Nederlandse uitspraken in het internationaal arbeidsrecht (Koelzsch, Voogsgeerd, Vicoplus, Nuon-rechtspraak en zaak FNV/De Mooij). Welke (nieuwe) argumentatiemogelijkheden voor werknemers tot opeisen van (meer) arbeidsrechtelijke bescherming in internationale situaties?’, ARBAC 2012, april-juni.

Verschueren, MR 1990/10

H. Verschueren, ‘Het arrest Rush Portuguesa. Een nieuwe wending aan het vrije verkeer van werknemers in het Europese gemeenschapsrecht’, MR 1990/10, p. 187-191.

Verschueren 2007

H. Verschueren, ‘De Europese interne markt en het sociaalrechtelijk statuut van grensoverschrijdende werknemers: een Trojaans paard voor het sociaal recht van de lidstaten?’, in: J. Meeusen & G. Straetmans (red.), Bedreigt de Europese interne markt de

sociale welvaartsstaat?, Antwerpen: Intersentia 2007, p. 65-120.

Verschueren, SEW 2014/12

H. Verschueren, ‘De interne markt en arbeidsrechtelijke normconcurrentie’, SEW 2014/12, p. 550-564.

Voogsgeerd, TVVS 1996/95

H. Voogsgeerd, ‘Detachering van werknemers binnen de EG met het oog op het verlenen van diensten’, TVVS 1996/95.

Voogsgeerd, SMA 2002/2

H. Voogsgeerd, ‘Naar meer rechtspluralisme op een “Europese” arbeidsmarkt?’, SMA 2002/2.

48

Jurisprudentieregister

HvJ EG 19 maart 1964, 75-63, Jur. 1964, p. 375 (Unger) HvJ EG 28 maart 1979, 175/78, Jur. 1979, p. 1129 (Saunders) HvJ EG 17 december 1981, 279/80, Jur. 1981, p. 3305 (Webb) HvJ EG 23 maart 1982, 53/81, Jur. 1982, p. 1035 (Levin) HvJ EG 3 juli 1986, 66/85, Jur. 1986, p. 2121 (Lawrie-Blum)

HvJ EG 27 maart 1990, C-113/89, Jur. 1990, p. I-1417 (Rush Portuguesa) HvJ EG 25 juli 1991, C-76/90, Jur. 1991, p. I-4221 (Säger)

HvJ EG 9 augustus 1994, C-43/93, Jur. 1994, p. I-3803 (Vander Elst) HvJ EG 26 januari 1999, C-18/95, Jur. 1999, p. I-345 (Terhoeve) HvJ EG 6 juni 2000, C-281/98, Jur. 2000, p. I-4139 (Angonese)

HvJ EG 25 oktober 2001, gevoegde zaken C-49/98, C50/98, C-52/98-54/98 en C-68/98- 71/98, Jur. 2001, p. I-7831 (Finalarte)

HvJ EG 7 september 2004, C-456/02, Jur. 2004, p. I-7573 (Trojani)

HvJ EG 21 oktober 2004, C-445/03, Jur. 2004, p. I-10191 (Commissie/Luxemburg) HvJ EG 19 januari 2006, C-244/04, Jur. 2006, p. I-885 (Commissie/Duitsland)

HvJ EU 10 februari 2011, gevoegde zaken C-307/09-309/09, Jur. 2011, p. I-453 (Vicoplus) HvJ EU 15 maart 2011, C-29/10, Jur. 2011, p. I-1595 (Koelzsch/Luxemburg)

HvJ EU 15 december 2011, C-384/10, Jur. 2011 (Voogsgeerd/Navimer) HvJ EU 12 september 2013, C-475/11, Jur. 2013 (Konstantinides) HvJ EU 12 september 2013, C-64/12, Jur. 2013 (Schlecker/Boedeker) HvJ EU 11 september 2014, C-91/13, JAR 2014/262 (Essent)

HvJ EU 3 december 2014, C-315/13 (De Clerq)