• No results found

Conclusie en aanbevelingen3.9

In document De woningmarkt in beweging (pagina 50-55)

De markt is verstoord…

Bovenstaande analyse van de woningmarkt laat zien dat de woningmarkt verstoord is. De markt werkt niet goed. Een prijsverandering heeft slechts een beperkt effect op de vraag en het aanbod. Het gevolg is dat vraag en aanbod niet goed op elkaar aansluiten. Er zijn te weinig woningen en er zijn de verkeerde woningen. Veel men-sen wonen in een woning die niet goed (meer) aansluit bij hun woonvoorkeuren. Starters kunnen zelfs helemaal geen koopwoning betalen.

… wat leidt tot vervreemding

Door dit alles is er een zekere vervreemding ontstaan. De overheid richt zich te veel op aantallen en te weinig op kwaliteit van woningen. Partijen staan ver van elkaar af. Bouwers bouwen niet de huizen waar hun afnemers naar op zoek zijn, maar die ze vanwege de schaarste toch maar afnemen. Kern van het probleem is dat er niet van onderop wordt gedacht, vanuit wat mensen wensen, maar van bovenaf wordt gepland, vanuit een eigen ratio die niet meer lijkt aan te sluiten bij wat de mensen willen. Dit leidt tot vervreemding. Dit rapport bepleit dat mensen meer dan nu de ruimte krijgen om te wonen zoals ze graag willen en meer mogelijkheden krijgen

daarmee hun eigen leven vorm te geven en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen huisvesting.

Oorzaak is een kwantitatieve en kwalitatieve mismatch

Vraag en aanbod sluiten niet goed bij elkaar aan. Er is een kwantitatieve en kwali-tatieve mismatch. Kern van het probleem is dat er niet van onderop wordt gedacht, vanuit wat mensen wensen, maar van bovenaf wordt gepland, vanuit een eigen ratio die niet meer aansluit bij wat de mensen willen.

Aanbevelingen voor een betere aansluiting van vraag en aanbod

In dit rapport is het uitgangspunt: Bouwen voor mensen. Bij wonen gaat het om mensen. We vinden het van groot belang dat bij het woonbeleid de woonwensen een nadrukkelijker rol spelen. Mensen moeten meer dan nu de ruimte krijgen om te wonen passend bij hun wensen en mogelijkheden.

Een manier om de kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod te verminde-–

ren is om mensen de ruimte te bieden om mee te denken en te doen over hun woningen en woonomgeving. Dit versterkt de betrokkenheid, de sociale cohesie en voormindert de mismatch tussen bewonerswensen en het aanbod.

Ga primair uit van de woonwensen van burger. Houd daarmee rekening in de bouwplannen (ruimere woningen, meer grondgebonden woningen, meer buiten-ruimte en bergbuiten-ruimte). Benut de mogelijkheden die de grondexploitatiewet biedt om af te dwingen dat ook een bepaald percentage eigen bouw door (groepen) burgers en sociale koopwoningen gerealiseerd worden.

Rekening houden met de woonwensen van mensen kan door: Burgers te betrekken bij vormgeving van woningplannen. •

Burgers uit te nodigen om te komen met creatieve ideeën voor hergebruik •

van panden en plekken (soms ook welstandsvrij).

(Toekomstige) bewoners betrekken bij de ontwikkeling van hun woning en •

buurt. Benut hun kennis en betrokkenheid.

Ondersteun actief particuliere initiatieven, onder andere door reservering van •

grond en het bestemmen van locaties voor particulier opdrachtgeverschap. De laatste miljoen woningen die de komende decennia in Nederland worden –

gebouwd moeten we met zorg bouwen. Idealiter zijn ze niet te klein, gebouwd op een ruime kavel, met hoogwaardige architectuur en duurzaam.

Bouw toekomstbestendig. Bouw zo dat volgende generaties ook nog graag •

in de woning, buurt en wijk willen wonen. Bouw daarom niet te klein en op ruime kavels.

Duurzame, energiezuinige woningen hebben de toekomst. –

Maak bestaande woningen duurzamer: energiezuiniger en minder milieube-•

lastend. Corporaties kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

Benut het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten voor •

leningen die bedoeld zijn om te investeren in verbetering van de ener-giezuinigheid van de woning, met name voor maatschappelijk gebonden eigendom.

De vergrijzing leidt tot een andere woningvraag, maar niet tot vraag naar –

kleinere woningen. Ook veel medioren, mensen tussen 55 en 75 jaar, wonen het liefst op de grond.

Vergroting van het aantal woningen voor ouderen is mogelijk door het opplussen –

van bestaande woningen en door inbreidingslocaties die in herstructurerings-gebieden beschikbaar komen deels te bestemmen voor het bouwen van voor senioren geschikte woningen. Ook liggen er in de huursector mogelijkheden om van tweekamerappartementen driekamerappartementen te maken.

De woonwensen gedurende de levensloop veranderen. Deels kunnen levens-–

loopbestendige huizen hierin voorzien. Dat zijn woningen die makkelijk anders ingericht kunnen worden, zodat men ook op latere leeftijd nog in de woning kan wonen. Maar meer nog is er van belang dat de woningen multifunctioneel zijn. Multifunctionele woningen zijn woningen die zowel voor ouderen als gezinnen aantrekkelijk zijn. Die meerdere functies kunnen vervullen. De eisen ten aanzien van de oppervlakte en de inhoud van de woning nemen gedurende de levensloop niet af. Wel is het gebruik van de ruimte(s) anders.

Versnelling van de bouw

Bouwen duurt steeds langer. Verkorting van de doorlooptijd is nodig. – Kortere en eenvoudigere procedures

Het is zeer wenselijk dat bouw- en ontwikkeltijden verkort worden. Daarvoor is het allereerst nodig dat de overheid de wettelijke termijnen bij beroep en bezwaar aanhoudt en niet overschrijdt. Bestuurders zouden hier meer op moeten sturen.

In de tweede plaats zou ook vanuit juridische optiek nog eens goed moeten worden gekeken waar in de wetgeving verbeteringen mogelijk zijn. Winst valt te behalen in het besluitvormingsproces. Zowel de bestuurlijke besluitvorming als de beroepsmogelijkheden moeten juridisch nog eens tegen het licht wor-den gehouwor-den. Ook de invloed van Europese regelgeving moet daarbij worwor-den betrokken.

Gemeenten schatten de potentiële woningproductie systematisch te hoog in. Ze houden er onvoldoende rekening mee dat een deel van de plannen uiteindelijk niet gerealiseerd zal worden vanwege uitval van plannen en stagnatie in de plan-vorming. Gemeenten en provincies zouden daarom meer bouwlocaties moeten aanwijzen dan ze lijken nodig te hebben, zodat het uiteindelijk resultaat is wat ze beogen. opdat het resultaat is wat ze beogen.

Grondmarkt: de

4

woningmarkt

In document De woningmarkt in beweging (pagina 50-55)