• No results found

Hoofdstuk 5: Empirisch onderzoek

5.6 Conclusie empirisch onderzoek

In dit hoofdstuk is er empirisch onderzoek uitgevoerd naar de toepassing van RJ 271.3N in

jaarrekeningen van sponsoren van OPF’s met een voormalig DB-verwerking onder de oude RJ 271.3 (2003). Hierbij is er specifiek op de kwaliteit van de toelichting van RJ 271.3N gelet en is er aan de hand van een hypothese getoetst of de kwaliteit van ondernemingen met een grotere omzet significant hoger is dan bij ondernemingen met een kleinere omzet. De conclusie is dat uit alle drie testen die hierbij zijn verricht blijkt dat de uitkomsten niet significant zijn bij ondernemingen met een grotere omzet. De grootte van de omzet van de onderneming heeft geen invloed op de kwaliteit van

toelichting van RJ 271.3N. Tevens blijkt er uit de controlevariabele dat de ondernemingen die

gecontroleerd zijn door een Big Four accountantsorganisatie niet een kwalitatief hoger toelichting van RJ 271.3N hebben dan bedrijven die niet door een Big Four accountantsorganisatie zijn gecontroleerd. Uit eerder onderzoek van Schoonderbeek en Versteeg (2011) naar de toepassing van RJ 271.3N blijkt dat de toelichting summier is weergegeven en als conclusie wordt gegeven dat door het niet naleven van de toelichtingeisen er grote onduidelijkheid ontstaat over pensioenregelingen en de gevolgen daarvan voor de jaarrekening. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen met daarin RJ 271.324 en RJ 271.325, waaraan de toelichting inzake RJ 271.3N dient te voldoen met daarbij een kwalitatieve puntentoekenning. Uit bijlage 2 kan de conclusie worden getrokken dat op een aantal specifieke vereiste punten de toelichting summier is weergegeven conform het onderzoek van Schoonderbeek en Versteeg (2011). Vooral de toelichting met betrekking tot het pensioenreglement en de

uitvoeringsovereenkomst worden slecht toegelicht. Ter Hoeven (2011B) concludeert op basis van dezelfde populatie als gehanteerd in dit onderzoek dat de gebruikers hierdoor te weinig inzicht krijgen in de risico’s die onderneming loopt bij een toegezegd pensioen. Deze conclusie die op basis van de kwalitatieve puntentoekenning kan worden getrokken sluit aan bij het eerdere onderzoek van Schoonderbeek en Versteeg (2011).

Hoofdstuk 6: Conclusie

In deze scriptie staat de beantwoording van de onderstaande hoofdvraag centraal:

In dit hoofdstuk zal de hoofdvraag worden beantwoord. Het Nederlandse pensioenstelsel is gebaseerd op drie pijlers:

1. De overheidsvoorziening (AOW); 2. De aanvullende werknemerspensioenen; 3. De individuele pensioenvoorziening.

RJ 271.3N is van toepassing op de tweede pijler in het pensioenstelsel. In verhouding tot andere landen heeft Nederland in 2008 een relatief grote pensioenreserve van 51% (pensioen- en levensreserves / totale financiële vermogen van gezinnen) ten opzichte van gemiddeld 27% van andere landen uit het Eurogebied. De tweede pijler maakt in Nederland ook een relatief groter deel uit van het pensioenvermogen ten opzichte van andere landen uit het Eurogebied. Hiermee is de tweede pijler in ons pensioenstelsel de ruggengraat van het totale pensioenvermogen.

Door de invoering van RJ 271.3N heeft de RJ een keuze gemaakt voor een eigen interpretatie van de pensioenverslaggeving op basis van het Nederlandse pensioenstelsel. De RJ heeft hierbij de IAS 19-benadering los gelaten en wijkt hiermee af van IFRS-adoptie. Hiermee wordt de internationale vergelijkbaarheid van jaarrekeningen die rapporteren onder IFRS en US GAAP bemoeilijkt. Voor deze keuze maakt de RJ geen ’basis for conclusion’ openbaar. Uit de mogelijke bronnen voor herziening van RJ 271.3 hebben onder andere Ter Hoeven en Laning (2010) vastgesteld dat de driehoeksverhouding en de bijbehorende risicodeling uniek zijn in Nederland. Het Nederlandse pensioenstelsel is namelijk gebaseerd op solidariteit. Dit betekent dat tegenvallende resultaten niet kunnen worden doorberekend aan individuele werknemers. Tevens zijn de rollen in de

driehoeksverhouding gescheiden tussen werknemer, werkgever en pensioenfonds. Hierbij is het pensioenfonds een zelfstandige speler. Dit is anders dan in Amerika, vanwaar de IAS 19 is afgeleid. De werkgever moet onder IAS 19 de pensioenrisico’s in de jaarrekening weergeven, waarbij een andere risicodeling is (meer risico werkgever) dan bij de Nederlandse driehoeksverhouding. Het Nederlands pensioenstelsel is echter gebaseerd op solidariteit en het delen van de risico’s in de driehoeksverhouding tussen werknemers, werkgevers en pensioenfondsen.

Niet alleen de RJ, maar ook IASB heeft de conclusie getrokken dat IAS 19 in haar huidige vorm moet worden veranderd. Er is een lange-termijnproject gaande, waarbij een definitieve herziening voor boekjaren vanaf 1 januari 2020 zal gaan gelden. Op 16 juni 2011 is er in het kader van het korte-termijnproject een gereviseerde versie van IAS 19 in de vorm van IAS 19R gepubliceerd mede naar aanleiding van de commentaren van de RJ en het Ministerie van Sociale Zaken op een eerdere exposure draft. De IASB heeft de aanpassing van IAS 19R vooral gebruikt om het uitstellen van winsten en verliezen middels de corridor methode niet langer te laten toestaan. Dit houdt in het bedrijfsresultaat en het eigen vermogen bij een DB-regelingen meebewegen met de financiële positie

Welk effect heeft de toepassing van RJ 271.3N Personeelsbeloningen-Pensioenen (2009) op de jaarrekening?

van het pensioenfonds. Daarnaast wordt er door de IASB ook afgedwongen om meer informatie te verstrekken door de werkgever over de risico’s en kenmerken van DB-regelingen.

De conclusie die op basis van deze scriptie getrokken kan worden is dat de toepassing van RJ 271.3N een effect heeft op verwerking in de jaarrekening. De nadelige effecten zijn het feit dat de

internationale vergelijkbaarheid wordt bemoeilijkt middels RJ 271.3N. Daarnaast worden de risico’s en meer uitgebreide toelichting die onder de oude verslaggeving wel in de jaarrekening van de werkgever werden getoond minder inzichtelijk onder RJ 271.3N.

Naast de nadelige effecten zijn er de positieve effecten in deze alinea opgesomd. Onder RJ 271.3 (2003) bestond het onderscheid tussen DB- en DC-regelingen met hierbij een ’risicobenadering’. Hierbij waren soms moeilijke actuariële berekeningen nodig om de positie in de jaarrekening te bepalen voor DB-regelingen. Ter Hoeven (2009) stelt dat RJ 271.3N eenvoudiger toepasbaar is en dat er nu een ’verplichting aan de pensioenuitvoerderbenadering’ ontstaat. Dit houdt concreet in dat als alle verplichtingen ten opzichte van het pensioenfonds zijn voldoen dan hoeft er geen positie verder op de balans te worden opgenomen. Door de verandering naar RJ 271.3N is de pensioenverslaggeving dus flink vereenvoudigd voor bedrijven. Tevens komt de risicodeling, waarop het Nederlands

pensioenstelsel is gebaseerd, beter tot haar recht door op solidariteit gebaseerde RJ 271.3N. De toepassing van deze nieuwe Richtlijn is tevens getoetst door middel van empirisch onderzoek. Hierbij is getoetst of de kwaliteit van de toelichting van RJ 271.3N hoger was bij ondernemingen met in verhouding een grotere omzet dan bij ondernemingen met een kleinere omzet. Zowel uit de

regressieanalyse, independent sample t-test als uit de Mann-Whitney U test blijkt dat de toelichting van ondernemingen met een grotere omzet niet significant beter is. Daarnaast blijkt uit de controle variabele dat de kwaliteit van de toelichting van RJ 271.3N bij de jaarrekeningen die zijn

gecontroleerd door Big Four accountantsorganisaties niet significant beter is dan bij jaarrekeningen die niet door Big Four accountantsorganisaties zijn gecontroleerd.

Uit eerder onderzoek van Schoonderbeek en Versteeg (2011) naar de toepassing van RJ 271.3N blijkt dat de toelichting summier is weergegeven en als conclusie wordt gegeven dat door het niet naleven van de toelichtingeisen er grote onduidelijkheid ontstaat over pensioenregelingen en de gevolgen daarvan voor de jaarrekening. In bijlage 2 een overzicht opgenomen met daarin RJ 271.324 en RJ 271.325, waaraan de toelichting inzake RJ 271.3N dient te voldoen met daarbij een kwalitatieve puntentoekenning. Uit bijlage 2 kan de conclusie worden getrokken dat op een aantal specifieke vereiste punten de toelichting summier is weergegeven conform het onderzoek van Schoonderbeek en Versteeg (2011). Vooral de toelichting met betrekking tot het pensioenreglement en de

uitvoeringsovereenkomst worden slecht toegelicht. Ter Hoeven (2011B) concludeert op basis van dezelfde populatie als gehanteerd in dit onderzoek dat de gebruikers hierdoor te weinig inzicht krijgen in de risico’s die de ondernemingen lopen bij een toegezegd pensioen. Deze conclusie die op basis van de kwalitatieve puntentoekenning kan worden getrokken sluit aan bij het eerdere onderzoek van Schoonderbeek en Versteeg (2011).

Referenties

Ahmed, K. and J.K Courtis (1999), The Associations Between Corporate Characteristics on

Disclosure Levels in Corporate Annual Reports: A Meta-Analysis, British Accounting Review,

March, Vol 31, pp.35-61.

Beckman, H., (2001), Het wettelijk kader van de jaarrekening, in: M.N. Hoogendoorn, J. Klaassen en

F. Krens (redactie), Externe verslaggeving in theorie en praktijk, derde druk, Elsevier, ’s-Gravenhage, pp. 153-155.

Botosan, C.A., (2000), Evidence that Greater Disclosure Lowers the Cost of Equity Capital, in:

Journal of Applied Corporate Finance, vol. 12, no. 4, pp. 60-69.

Dieleman, A, (2008), De accountantsverklaring - I (NV COS 700), Accountant Adviseur, oktober 2008. Donner, J.P.H. (2010), Comment on Exposure Draft Defined Benefit Plans- Proposed amendments

to IAS 19, 13 september 2010.

Duijnhoven, van. L. (2008), Internationale verslaggeving over pensioenen: nieuwe ronde, nieuwe

kansen?, in: Spotlight, jaargang 15-2008, uitgave 3, p 5 t/m 9.

European Financial Reporting Advisory Group, Pro-Active Accounting in Europe (EFRAG-PAAinE) (2008), The Financial Reporting of Pensions, Paper, January 2008.

Francis, Jere R., Yu, Michael D. (2009), Big four office size and audit quality. The accounting

review, vol. 84, no. 5

Glorie, F.J.J., (2009), T&C Pensioenrecht, commentaar op regkop Richtlijn 271 Personeelsbeloningen

van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

Hoeven, ter. R.L. (2009) ’’RJ publiceert definitieve pensioenstandaard’’, in: De accountant,

juli/augustus 2009, p34.

Hoeven, ter. R.L. (2009), RJ publiceert definitieve pensioenstandaard, in: De Accountant,

juli/augustus 2009, p 34.

Hoeven, ter. R.L. (2009A), Raad voor de jaarverslaggeving verandert pensioenverslaggeving

(RJ 271)ingrijpend, in: Update, jaargang 3, nr.11, april 2009.

Hoeven, ter. R.L. (2011) ’’ Pensioen in de jaarrekening van de werkgever; over botsende

beginselen en uit elkaar drijvende boekhoudregels’’ Onderneming en Pensioen, juni 2011.

Hoeven, ter. R.L. (2011A), Deloitte: Herziene IAS 19 levert huiswerk op voor werkgever en

Hoeven, ter. R.L. (2011B) Inhoud, gevolgen en toepassing van nieuwe pensioenverslaggevingsregels in

Nederland, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, in press.

Hoeven, ter. R.L., en A. Laning (2010), Het echec van IAS 19 in Nederland verklaard, in:

MAB, december 2010, p 649 t/m 657.

International Accounting Standards Board (IASB) (2008), Discussion Paper Preliminary Views

on Amendments to IAS 19 Employee Benefits, IASC Foundation, Maart 2008.

Koeleman, W.J.J. en J.J.B. de Swart (2007) Kosten en baten van ondernemingspensioenfondsen.

Amsterdam: PriceWaterhouseCoopers/Stg.Opf.

Leeuw, de, A.C.J. (2003), Bedrijfskundige methodologie, Assen, Koninklijke van Gorcum, 6e druk. Leliveld, M.C. (2011), Spss Handboek: Gebruik, Tips, Toepassingen & Technieken Rapportage. Litjens, H.J.R. (2009), Voorziening BAPO bij onderwijsinstellingen BO/VO, Accountancynieuws,

nr 16, 7 september.

Munnik, de. H. (2010), Raad voor de jaarverslaggeving, Comment on Exposure Draft Defined

Benefit Plans- Proposed amendments to IAS 19, 6 september 2010.

Nijssen (2006), J., Zijn we op weg naar 10 tot 15 bedrijfstakpensioenfondsen in 2015?, Nederlands

Pensioen- en Beleggingsnieuws, juni/ juli 2006.

PricewaterhouseCoopers: R.G. Eccles en J.A. Nijhuis, (1999), Pursuing Value: The Information

Reporting Gap in the Dutch Capital Markets.

Reimers, H. (2006), Het toetsingskader voor de jaarrekening, in: Maandblad voor Accountancy en

Bedrijfseconomie, oktober 2006, p. 470 t/m 476.

Schoonderbeek, W. (2011), Ontwikkelingen in Nederlandse pensioenverslaggevingsregels, in:

Sptlight, jaargang 19-2011 uitgave 2, p 6t/m9.

Schoonderbeek, W.J., (2004), Ondernemingskamer en Richtlijnen voor de jaarverslaggeving: een

doorbraak?, in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 2004, jg. 78, no. 10, oktober, p420-426.

Schoonderbeek, W.J., en F.N.J. Versteeg (2011), Nieuwe verslaggevingsregels pensioenen weinig

nagevolgd, Controllersmagazine, februari 2011 pag. 26 t/m pag 29.

Schuit (2007), M., Pensioenregelingen in transitie, Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken,

Aflevering 2007-6.

Strating, H. (2008), RJ-bijeenkomst pensioenen: 'IAS 19 te rigide', in: De Accountant, september

2008, p 24.

Vergoossen, R.G.A (2003), Raad voor de jaarverslaggeving: is de tijd van gaan gekomen?, MAB,

januari/februari 2003, pp 4-5.

Vergoossen, R.G.A (2009), Raad voor de Jaarverslaggeving: de tijd van gaan is gekomen!, MAB,

83e jaargang, november, pp 224-335.

Versteeg, F., en F. Glorie (2009), Nieuw Nederlands verslaggevingsmodel voor

pensioenen, KPMG.

Wel, F. van der, (1996), RJ: de tijd van gaan niet gekomen!, in: De Accountant, januari.

Zweers, M.M., (2006) ’’ De pensioenwet, bekeken vanuit de praktijk; Pensioen helder en duidelijk

zekergesteld’’, Kluwer, 2006, p43-46. Websites http://www.rba-advies.nl/media/artikel%20Pensioen%20Magazine%20over%20rapport%20OPF.pdf http://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene_Ouderdomswet http://www.nl.atosconsulting.com/NR/rdonlyres/1A2AB4B1-B04C-4E2F-8B83-FCA3A9950A54/0/Whitepaperpensioenen.pdf http://people.few.eur.nl/vanderlecq/Publications/ESB%20Polderpensioenen.pdf http://www.npnonline.com/news/fullstory.php/aid/304/IAS_19_en_FTK_zetten_pensioen_op_de_rek ening.html http://www.kpmg.com/NL/nl/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/Documents/PDF/Pensions/Nieu w_versl_mod_pensioenen.pdf http://www.dnb.nl/binaries/Collectieve%20pensioenen%20bij%20verzekeraars_tcm46-240409.pdf http://www.intermediairpw.nl/artikel/vakinformatie/207547/vnoncw-voert-lobby-voor-nederlands-pensioenstelsel.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene_Ouderdomswet http://www.deloitte.com/assets/Dcom-Netherlands/Local%20Assets/Documents/NL/Diensten/Accountancy/nl_nl_Update_nr_2_2010.pdf pag 16, http://www.accountancynieuws.nl/Uploads/Files/nl-nl-accountancy-brochure-IAS19-pensioen.pdf http://www.mab-online.nl/pdf/351/420_426.PDF

http://www.accountant.nl/readfile.aspx?ContentID=39791&ObjectID=369869&Type=1&File=00000 22466_Visie_Externe_Verslaggeving.pdf http://www.mab-online.nl/pdf/218/MAB1_2%20Column.pdf http://www.mab-online.nl/pdf/351/420_426.PDF http://www.accountant.nl/Accountant/Nieuws/Ruud+Vergoossen+Tijd+van+gaan+is+voor+de+RJ+ge kome.aspx http://www.accountant.nl/readfile.aspx?ContentID=60340&ObjectID=606342&Type=1&File=00000 26817_Ruud_Vergoossen_MAB_november_2009.pdf http://www.rjnet.nl/RJ/Organisatie/Stichting+en+Raad/#De_RJ_en_zijn_internationale_relaties http://www.rug.nl.proxy-ub.rug.nl/bibliotheek/catalogibestanden/annotatiesxml/annot.plazakluwer http://www.mab-online.nl/pdf/203/Transp%20MAB12%202002.PDF http://www.accountancynieuws.nl/actueel/vaktechniek/deloitte-herziene-ias-19-levert-huiswerk-op-voor.102044.lynkx http://www.company.info

Bijlage 1: Geschikte jaarrekeningen (voormalige DB-regelingen die reeds 271.3N