• No results found

In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek. Voor het trekken van conclusies is uitgegaan van de vooraf geformuleerde deelvragen en centrale onderzoeksvraag. Naar aanleiding van getrokken conclusies, worden een aantal aanbevelingen gedaan.

7.1 Conclusie

7.1.1 Deelvraag 1

Welke mogelijkheden biedt het huidig beleid, de missie en visie van Omnium op het gebied van het organiseren van sportevenementen?

In het interview kwam naar voor dat Omnium een vergunning heeft voor de topsporthal, om evenementen te organiseren waarbij 2000 bezoekers zijn toegestaan. In het geval van

sportevenementen zal dit aantal verminderen omdat een deel van de oppervlakte van de topsporthal verloren gaat vanwege het speelveld. De benodigde oppervlakte van dat speelveld is afhankelijk van de betreffende sport. Daarnaast wordt de mogelijkheid tot het organiseren van sportevenementen beperkt door de hoge bezettingsgraad van de topsporthal. Die beperkte mogelijkheid is tevens de reden dan het beleid van Omnium heeft besloten om geen permanent management te zetten op het organiseren van (sport)evenementen. Het organiseren van die sportevenementen kan minimaal worden uitgevoerd waardoor het niet rendabel is voor Omnium om daar permanent management voor in dienst te nemen. Het gevolg daarvan is dat Omnium afhankelijk is van externe partijen, die de organisatie van een sportevenement op zich nemen. Dit kan een Nationale sportbond zijn of

bijvoorbeeld een sportvereniging. Indien Omnium toch zelf een sportevenement wil organiseren, maar zij hier niet de kennis en kunde voor hebben, huurt het bedrijf een externe organisator in. Uit het theoretisch kader is gebleken dat de factoren recreatief, educatief en sportief in combinatie met sportevenementen momenteel zeer populair zijn. Voornamelijk wanneer deze factoren op één dag in allerlei verschillende activiteiten te vinden zijn. Deze factoren zijn tevens terug te vinden in de missie en visie van Omnium. Daarnaast zijn bedrijven een kansrijke doelgroep voor Omnium.

Tegenwoordig spelen zij van groot belang in relatie tot sportevenementen, op het gebied van financiën. Dit is één van de doelgroepen van Omnium die voor het bedrijf meer mogelijkheden zal bieden op het gebied van sportevenementen.

7.1.2 Deelvraag 2

Wat voor soort sportevenementen zijn populair onder het publiek?

Allereerst komt uit de enquête naar voor dat zowel topsport- als breedtesportevenementen in trek zijn. Het verschil daartussen is niet erg groot, beide soort evenementen zijn kansrijk om te

organiseren. Wel is er een relatie te zien in de populariteit van het soort evenement in relatie tot leeftijd. Jongeren (18 t/m 25 jaar) bezoeken liever een topsportevenement. Terwijl ouderen (26 t/m 64 jaar) liever een breedtesportevenement bezoeken.

Daarnaast wordt er in de enquête een opsomming van sportevenementen gegeven, met de vraag of de respondent het betreffende sportevenement zou bezoeken. De vier meest populaire sporten zijn

volleybal, korfbal, handbal en turnen. Deze vier sporten zijn het meest gekozen door de respondenten.

7.1.3 Deelvraag 3

Welke vorm(en) van beleving en sportmotieven onder het publiek zijn voor Omnium het meest van belang, zodat zij op die behoefte kan inspelen op het gebied van het organiseren van

sportevenementen?

Het sportmotief dat voor de respondenten het meest van belang is, is het instrumentele sportmotief. Daarop volgend komen het expressieve en sociale sportmotief. Tot slot speelt het representatieve sportmotief de minst grote rol.

Uit de enquête vraag over beleving komt naar voor dat amusement het meest van belang is voor de respondenten, bij sportevenementen. Ontsnapping staat op de tweede plaats, met daarop volgend esthetiek en tot slot is educatie het minst van belang bij sportevenementen.

Amusement speelt in alle leeftijdscategorieën de grootste rol. Het belevingsdomein ontsnapping is in alle leeftijdscategorieën van belang. Echter, in de leeftijdscategorie van 18 t/m 25 jaar speelt

ontsnapping bijna evenveel een grote rol als een matige rol. Bij esthetiek vindt dezelfde verdeling plaats; in alle belevingsdomeinen is het van belang, maar in de leeftijdscategorie van 18 t/m 25 jaar speelt esthetiek bijna evenveel een grote rol als een matige rol. Tot slot speelt educatie voornamelijk een rol bij jongeren onder de 18 jaar en bij volwassenen vanaf 50 jaar. Ook bij jongeren tussen de 18 en 25 jaar speelt educatie bijna meer een matige rol dan een grote rol.

7.1.4 Centrale vraag

Welke kansen biedt de topsporthal van Omnium op het gebied van het organiseren van sportevenementen voor potentieel publiek?

Allereerst biedt de topsporthal de mogelijkheid om een sportevenement plaats te laten vinden voor maximaal 2000 bezoekers. Afhankelijk van de benodigde speelruimte voor de betreffende sport zal dit aantal dalen. Daarnaast behoort het tot de mogelijkheid van Omnium om sportevenementen door externe partijen te laten organiseren. Het bedrijf is zelf niet in bezit van een management die op dat vakgebied gespecialiseerd is. In deze vorm van organisatie biedt de topsporthal de locatie voor het betreffende sportevenement, het management van Omnium de promotie en het interne personeel en de externe partij neemt de organisatie van het sportevenement op zich. Het is voor Omnium met name kansrijk om sportevenementen te organiseren die een combinatie vormen met recreatie, educatie en/of sportieve activiteiten. Bedrijven zijn een kansrijke doelgroep voor Omnium, daar zij een financiële rol kunnen spelen bij het tot stand komen van het sportevenement.

Wanneer Omnium (of een externe partij bij Omnium) een sportevenement wil organiseren voor jongeren, kan het bedrijf zich het beste richten op een topsportevenement. Wanneer Omnium (of een externe partij bij Omnium) een sportevenement wil organiseren voor volwassenen, kan het bedrijf zich het beste richten op een breedtesportevenement. Indien Omnium een sportevenement wil (laten) organiseren, waarbij het bedrijf geld verdient middels entree kan het bedrijf zich het beste richten op een korfbal-, volleybal-, handbal- of turnsportevenement. Dit zijn kansrijke sporten waarbij bezoekers bereid zijn om een redelijk entree bedrag te betalen.

Wanneer Omnium een breedtesportevenement wil (laten) organiseren, kan het bedrijf zich het beste richten op het sociale en instrumentele sportmotief van de deelnemers. Deze sportmotieven zijn het meest aanwezig in de huidige samenleving en daardoor kansrijk om te combineren met een

het evenement passief beleefd wordt, speelt amusement de grootste rol. Potentieel publiek wil tijdens een topsportevenement vermaakt worden. In het geval van breedtesportevenementen, waarbij het evenement actief beleefd wordt, speelt ontsnapping voornamelijk een rol. De deelnemer wil uit de dagelijkse sleur ontsnappen en tijdens het sportevenement zijn/haar gedachten op 0 kunnen zetten. Voor zowel jongeren (jonger dan 18 jaar) als ouderen (vanaf 50 jaar) geldt bij breedtesportevenementen dat het belevingsdomein educatie een grotere rol speelt.

7.2 Aanbevelingen

7.2.1 Aanbevelingen Omnium

Bedrijven en externe organisatoren

Uit het interview met het management zou het voor Omnium nuttig zijn om actief op zoek te gaan naar vaste externe organisatoren. Het bedrijf is op de hoogte van de vakantieperiodes en kan daar een sportevenementenplanning op maken. Wanneer die planning besproken wordt met mogelijke externe organisatoren kunnen er samenwerkingen ontstaan die leiden tot jaarlijks terugkerende sportevenementen. Daarnaast is het voor Omnium erg kansrijk om deze samenwerkingen te

combineren met het bedrijfsleven. Uit de theorie is gebleken dat bedrijven momenteel een grote rol spelen bij sportevenementen. Wanneer Omnium een sportevenement wil laten organiseren door een evenementenbureau, maar hier geen budget voor heeft, kunnen de bedrijven hierbij de financiële rol spelen.

Externe populatie

Uit de enquête is gebleken dat veel respondenten bereid zijn om één uur te reizen om een bezoek te brengen aan een topsportevenement. Wanneer Omnium een topsportevenement organiseert is het te adviseren om de promotie ervan door geheel Zeeland, Zuid-Holland en Brabant uit te voeren. Daarnaast is het raadzaam om bij een topsportevenement de promotie te richten op jongeren, daar zij van de gehele populatie het liefst een bezoek brengen aan een topsportevenement. Wanneer er een breedtesportevenement georganiseerd gaat worden, kan Omnium zich beter richten op volwassenen tussen de 26 en 64 jaar.

Traditioneel-formeel

De uitkomst van de enquête heeft aangetoond, dat wanneer Omnium een sportevenement wil organiseren, het raadzaam is om een sport uit de categorie traditioneel-formeel te kiezen. Deze vormen van sport zijn het meest populair onder het publiek. Dat is ook gebleken uit de enquête vraag over het bedrag dat de respondent bereid is om te betalen voor een sportevenement. Turnen, korfbal en volleybal zijn sporten waarbij een redelijk entree bedrag gevraagd kan worden (tussen de €12,- en €16,-).

Instrumenteel en sociaal sportmotief

Uit de enquête is gebleken dat indien Omnium een breedtesportevenement wil organiseren, het bedrijf het beste een sportevenement kan kiezen met een instrumenteel karakter. Dat betekent dat lichamelijke fitheid daarbij de grootste rol mag spelen. Daarnaast kan het sportevenement

gecombineerd worden met een sociaal karakter, daar dit sportmotief bij de respondenten ook van groot belang is. Met name de leeftijdscategorieën 18 t/m 25 jaar en 50 t/m 64 jaar sport graag met een sociaal motief. Het instrumentele sportmotief geldt voor alle leeftijdscategorieën, behalve voor ouderen vanaf 65 jaar.

Belevingsdomein amuseren

Wanneer Omnium een topsportevenement wil organiseren, is het naar aanleiding van de uitkomsten van de enquête aan te bevelen om daar het belevingsdomein ‘amusement’ veel naar voor te laten komen. Dat belevingsdomein speelt in alle leeftijdscategorieën een grote rol. Wanneer Omnium een topsportevenement wil organiseren voor ouderen (50 jaar of ouder), dient het bedrijf zich

voornamelijk te richten op educatie.

7.2.2 Verder onderzoek

Bedrijven

Het is voor Omnium zeer raadzaam om verder onderzoek te laten doen naar de rol van bedrijven bij sportevenementen. Uit de theorie is gebleken dat bedrijven tegenwoordig een grote rol spelen bij sportevenementen. In het interview is tevens naar voor gekomen dat bedrijven een doelgroep vormt waar Omnium meer mee wil samenwerken, op het gebied van sportevenementen. Een onderzoek naar de rol van bedrijven bij sportevenementen is zeer nuttig.

Belevingsdomeinen

De uitkomst over de belevingsdomeinen komen niet overeen met de informatie uit het theoretische kader. Uit het theoretisch kader blijkt dat gezondheid sportmotief nummer één is. Deze vorm van actieve deelname en absorptie staat gelijk aan het belevingsdomein educatie. Echter, uit dit

onderzoek blijkt dat educatie de minst gekozen gewenste beleving is bij een sportevenement. Tevens komen de overige belevingsdomeinen niet overeen met de theorie. Een verklaring hiervoor kan zijn dat er vanuit de theorie een bron is gebruikt uit 2008 welke inmiddels verouderd is. De betreffende bron gaat over sportdeelname motieven in relatie tot leeftijd. Met deze aanname kan het zinvol zijn om de betreffende sportdeelname motieven in relatie tot leeftijd nogmaals te onderzoeken. Dat nieuwe onderzoek geeft een meer hedendaags beeld van de huidige sportmotieven in relatie tot leeftijd. Mogelijk liggen de resultaten tussen dat onderzoek en huidig onderzoek minder ver uit elkaar.

Literatuurlijst

Bibliografie

Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek! Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Crum, B. (1992). Over de versporting van de samenleving. Tirion Uitgevers.

Dejonghe, T. (2012). Sport en Economie, samen in de spits. Nieuwegein: Arko Sports Media. Gerritsen, D., & Olderen van, R. (2013). Het Event als strategische marketinginstrument. Bussum:

Coutinho.

Gratton, C., Jones, I., & Robinson, T. (2011). Onderzoeksmethoden voor sportstudies. Oxon: Routledge.

Gratton, C., Jones, I., & Robinson, T. (2011). Onderzoeksmethoden voor sportstudies. Groningen: Uitgeverij Routledge.

Hover, M., Gerritsen, D., & Van Olderen, R. (2013). De vertaalslag van strategie naar concept. In D. G. Olderen, Het event als strategisch marketinginstrument (pp. 212-220). Bussum: Coutinho. Jansen, A. (2015). Marketing- en communicatieplan 2015. Goes: Omnium.

Kok, R. (2010). Sportmarketing. Amsterdam: Pearson Education Benelux. Kok, R. (2010). Sportmarketing. Amsterdam: Pearson Education Benelux.

Maastricht, G. (2012). Sportparticipatietraject Sportnota Maastricht, trends en ontwikkelingen op het

gebied van sport en bewegen. Maastricht.

Maastricht, G. (2013). Sportnota 2020. Maastricht: Gemeente Maastricht.

Mortelmans, D. (2009). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven/Den Haag: ACCO NOC*NSF. (2008). SportersMonitor. Mulier Instituut.

Olderen, D. G. (2013). Het event als strategische marketinginstrument. Bussum: Coutinho. P. Hover, J. S. (2014). Sportevenementen in Nederland. Meppel: Mulier Instituut.

Pine, J., & Gilmore, J. (1999). De beleveniseconomy.

Remy, D., & Simons, R. (2010). De 9 meest ingrijpende veranderingen in de sportbranche. Opgehaald op 23 februari 2015 van www.sportknowhowxl.nl: http://www.sportknowhowxl.nl/nieuws- en-achtergronden/open-podium/item/86851/

(2010). Sport een leven lang. Den Haag/ 's Hertogenbosch: Sociaal en Cultureel Planbureau/ W.J.H. Mulier Instituut.

Steekproefcalculator. (sd). Opgehaald op 2 februari 2015 van www.allesovermarktonderzoek.nl:

http://www.allesovermarktonderzoek.nl/steekproef-algemeen/steekproefcalculator Stegeman, H., Brouwer, B., & Mooij, C. (z.j.). Onderwijs in beweging. Houten: Bohn Stafleu van

Loghum

Ten Hagen, A., Terheggen, S., & Van Ooijen, H. (2012). Sport in beweging. Bunnik: Calibris/Arko Sports Media.

Trends en ontwikkelingen. (2014). Opgehaald op 2 februari 2015 van www.sportkoepel.nl:

http://www.sport-koepel.nl/595/trends_a_ontwikkelingen/ Van de Velde, D. (2014). Goes: Marketing en communicatieplan 2015

Van der Donk, C., & Lanen, B. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Van Keken, H. (2006). Voor het onderzoek. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.

Van Reusel, B., & Bulcaen, F. (1992). De sociale betekenis van sportdeelname. Leuven: SOCK, KU Leuven.

Bijlagen

Bijlage 1

Probleemanalyse

Aanleiding

Om het praktijkprobleem te verkennen en te duiden, is gebruik gemaakt van de 5xW+H techniek. Bij deze techniek worden de volgende zes vragen gesteld: wat is het probleem, wie is probleemeigenaar, wanneer is het probleem ontstaan, waarom is het een probleem, waar doet het probleem zich voor en hoe is het probleem ontstaan? (van der Donk & Lanen, 2012).

Wat is het probleem? Beleid

Het probleem bij Omnium is dat er op dit moment te weinig sportevenementen

plaatsvinden. In onderstaande grafiek is te zien dat in 2014 10% van alle bezoekersaantallen (800.000 bezoekers) een bezoek brachten aan Omnium voor een evenement dat daar plaats vond. G r a f i e k

Bezoekersaantallen, verdeling van 800.000 bezoekers die in 2014 een bezoek hebben gebracht aan Omnium (Jansen, 2015).

Uit een gesprek met Arianne Jansen, manager marketing en communicatie, is gebleken dat Omnium naar een percentage van 20% wil.

Omnium heeft dus als doel om meer sportevenementen te organiseren, maar er is een matige visie en beleid wat betreft invulling, uitwerking en aanpak ervan. Dit komt ten eerste doordat de werknemers bij Omnium niet goed weten waar ze moeten beginnen. Het

meer kennis moeten vergaren over de aanpak van het organiseren van sportevenementen, om daar mee aan de slag te kunnen.

Ten tweede is er geen duidelijke lijn aanwezig bij Omnium. Er is nooit op papier gezet wat voor soort sportevenementen Omnium concreet wil organiseren. Als gevolg daarvan is het niet duidelijk wat Omnium voor interne en externe partijen allemaal te bieden heeft. De interne partijen, die in aanmerking komen om eventueel een sportevenement te organiseren, zijn het CIOS, Kibeo (kinderdagverblijf), fysiotherapeut en de sportschool. Externe partijen zijn alle bedrijven, personen of instanties die mogelijkheid zien om bij Omnium een sportevenement te (laten) organiseren.

Beide partijen, zowel intern als extern, zullen willen weten wat voor soort sportevenementen bij Omnium georganiseerd kunnen worden. Omnium heeft daar echter nog geen antwoord op, omdat de mogelijkheden nog niet zijn bekeken.

Passief en actief sportevenement

Daarnaast is voor Omnium zeer van belang dat zij weet welke soort sportevenementen populair zijn onder het publiek. Zowel het passief bezoeken van een sportevenement, als actieve deelname aan een sportevenement. In dat tweede geval moet er tevens worden gekeken naar deelname motieven: wat is het motief van een persoon om deel te nemen aan een sportevenement? Wanneer men inzicht heeft in die twee aspecten kan Omnium

sportevenementen organiseren die zijn afgestemd op de wensen en behoeften van het publiek. Met als gevolg dat er meer bezoekers zullen komen.

In het kort

Het probleem is dus dat er op dit moment nog weinig sportevenementen plaatsvinden. Dat komt omdat er momenteel geen duidelijk beleid is wat betreft het organiseren van

sportevenementen. Daarnaast is bij Omnium ook nog niet bekend welke soort

sportevenementen populair zijn onder het publiek, waardoor het bedrijf nog niet weet op welke sportevenementen zij zich moet richten.

Wie is probleemeigenaar? Inkomsten

De eigenaar van dit probleem is het bedrijf Omnium. Het bedrijf loopt op dit moment inkomsten mis aangezien het Omnium minder activiteiten organiseert dan dat Omnium op dit moment zou kunnen. Momenteel bestaat de mogelijkheid om sportevenementen te organiseren in schoolvakanties en vanaf 1 mei. Vanaf 1 mei zijn de sporthallen vaker onbezet omdat de competitie klaar is voor sportverenigingen. Er is echter weinig sprake van

sportevenementen die in deze periodes plaatsvinden. Missie en visie

Niet alleen de inkomsten spelen een rol, ook de missie en visie van Omnium komen door de huidige situatie van beperkte sportevenementen in het geding. De missie en visie geven namelijk aan dat Omnium sport- en ontspanningsmogelijkheden wil aanbieden, in een veelzijdige omgeving voor sport, bewegen, recreatie, onderwijs, educatie en gezondheid. De elementen recreatie, onderwijs en educatie zijn reeds aanwezig door het aanbod van het subtropisch zwembad en tropisch bos. De overige drie (sport, bewegen en gezondheid) zijn grotendeels ook aanwezig omdat Omnium zwembaden, squashbanen en sporthallen aan te bieden heeft. Maar de topsporthal met haar mogelijkheden tot sportevenementen draagt ook bij aan die drie elementen. Zolang er minder aanbod is van sportevenementen, betekent

dat een deel van de visie ‘een veelzijdige omgeving voor sport, bewegen en gezondheid’ in beperkte mate wordt waargemaakt.

Afdeling

Wanneer binnen het Omnium op afdelingsniveau gekeken wordt naar de probleemeigenaar dan is dit de afdeling Marketing en Communicatie. Deze afdeling zorgt dat activiteiten van externe partijen binnenkomen, bedenkt zelf evenementen, bereid ze voor en voert ze uit. Zie onderstaande organogram.

Wanneer is het probleem ontstaan? Verbouwing

Het probleem is ontstaan na de grote verbouwing bij Omnium. Tot een jaar geleden heette het bedrijf nog ‘Sportpunt Zeeland’ en bestond zij uit een subtropisch zwembad en een aantal sporthallen. De sporthallen werden geëxploiteerd als locatie voor sportverenigingen om hun sport uit te oefenen. Bij de verbouwing is het subtropisch zwembad uitgebreid, is er een tropisch bos bij gekomen en zijn de huidige sporthallen uitgebreid met één grote topsporthal. De functie van de overige sporthallen is nog hetzelfde gebleven, namelijk de sportlocatie voor sportverenigingen. Echter, door de komst van de topsporthal is de mogelijkheid ontstaan om grote sportevenementen te organiseren.

Nu de verbouwing klaar is, kunnen alle activiteiten optimaal geëxploiteerd worden. Voor Omnium betekent dit, dat zij bij alle activiteiten naar een zo groot mogelijke bezettingsgraad streven. Op dit moment is daar geen sprake van. Vooral het tropische bos en de topsporthal lopen minder goed dan gehoopt. Voor de topsporthal houdt dat in dat er minder

sportevenementen plaatsvinden dan mogelijk is. Nieuwe markt

Dit kan verklaard worden doordat Omnium zich sinds die tijd in een nieuwe markt begeeft en zich hierin (opnieuw) moet verkopen aan de externe partijen die van deze faciliteiten gebruik kunnen maken. De oude markt bestond uit sportverenigingen en het CIOS, beide partijen maken al jaren gebruik van de sporthallen van Omnium. De nieuwe topsporthal biedt mogelijkheden voor sporten/sporters/sportevenementen van hoog niveau omdat de hal aan nationale eisen voldoet waar topniveau mag plaatsvinden. faciliteiten daarvoor aanwezig zijn. Daarnaast kunnen er grootschaligere sportevenementen georganiseerd worden waar veel publiek op af komt, omdat Omnium en haar topsporthal nu meer

capaciteit kan dragen. Er zijn meer tribunes bij gekomen en de horeca is vele malen groter om publiek te kunnen herbergen. Deze mogelijkheden zijn nieuw en nog onbekend voor Omnium.

Waarom is het een probleem? Winst

Voor de exploitatie van Omnium is het nodig om de halbezetting te optimaliseren. Dat betekent dat Omnium haal halbezetting zo hoog mogelijk wil hebben, voor zoveel mogelijk omzet. Doordat er nu zaalruimte is bij gekomen heeft Omnium veel meer te bieden, maar