• No results found

7 Analyse: de P420 matrix ingevuld

7.5 Competenties

In de pilot Pluimveekennis beschikken de betrokken participanten over de juiste competenties voor kd en kc om een gedegen zomercursus te ontwerpen (+). Eerder is al genoemd dat de betrokkenen ook het vertrouwen in elkaar hebben voor samenwerking om tot een verbetering van de positie van de huidige kennispositie te komen. Diverse onderwijs- en onderwijsorganisaties zijn vertegenwoordigd; het is alleen lastig om het bedrijfsleven mee te krijgen voor structurele vernieuwing op de langere termijn (-).

In de pilot Boomkwekerij nieuwe stijl is de projectleider bewust bezig met de eigen competentieontwikkeling om het arrangement een optimale kans van slagen te geven (+). De projectleider werkt op dit moment met de zogenaamde Prince II methodiek. Dit is een productgestuurde manier van plannen. Het idee in deze methodiek is ook om mensen bewust te selecteren op competenties. Deze methodiek heeft zij zich bewust eigen gemaakt.

Gerichte inzet van competenties van de betrokkenen spelen bij gewasbescherming nauwelijks een rol in het kennisarrangement (-). Alleen bij de samenstelling van het docent-onderzoeker-duo wordt een selectie gemaakt van onderzoeker en docent. Er zijn echter geen heldere criteria waarop geselecteerd wordt. De overige docenten en onderzoekers in het traject hebben zelf geen duidelijk beeld van hun eigen kwaliteiten en weten deze ook niet te benoemen. Competenties worden op het niveau van functies benoemd en niet op het niveau van individuele sterktes en/of zwaktes. Op de vraag 'op basis van welke competenties bent u bij het kennisarrangement betrokken worden de volgende antwoorden gegeven:

• Docentkwaliteiten: instructie/lesgeven (35%);

• Accountmanager/cursuscoördinator/projectleider (23%); • Inhoudelijk specialist (6%);

• Overheid (6%);

• Geen idee/niet ingevuld (16%); • Overig (14%).

Dit beeld kan voor een deel verklaard worden door het gegeven dat bij de startbijeenkomsten docenten aanwezig waren die niet gericht benaderd waren voor het traject en ook in de verdere uitvoering niet direct betrokken zullen worden.

Bij de pilot Genomics zijn de vakinhoudelijke competenties van de docenten goed (+). Tijdens de interviews geven allen aan regelmatig vakbladen en dagbladen met wetenschapsbijlagen te lezen. Vooral op gebieden waar de persoonlijke interesse ligt, wordt de inhoudelijke kennis geactualiseerd. Het is bijna niet mogelijk om op alle gebieden op de hoogte te blijven, omdat de ontwikkelingen in het onderzoek erg snel gaan. Ook internet is een bron waar veel informatie te vinden is. Volgens de docenten is er voldoende informatie beschikbaar vanuit het onderzoek. Als probleem wordt wel het kunnen vinden van de juiste informatie genoemd. Hierin zou nog een verbeterslag gemaakt kunnen worden. De docenten proberen regelmatig actuele onderwerpen op te nemen in hun lessen. Zij vinden dat zijzelf het initiatief moeten nemen bij de inhoudelijke professionalisering. Enkele docenten gaven aan dat zij het moeilijk vinden om leerlingen goed te begeleiden bij het maken van de profielwerkstukken (-). Enerzijds komt dit door de beperkte tijd die hiervoor beschikbaar is en anderzijds door het onderzoek van leerlingen richting te kunnen geven. Het begeleiden van leerlingen bij het doen van onderzoek zijn ze niet gewend. Ook blijkt het moeilijk om leuke practica te koppelen aan het onderzoek van de leerlingen.

Bij PAL wordt het onderzoek betrokken op grond van specifieke competenties die zo'n organisatie heeft (+). Voor het onderwijs ligt dat anders, omdat de kerncompetentie vooral bij de initiële opleidingen ligt. Het blijkt

dat de netwerkpartners bij het uitvoeren van projecten ook niet echt verlegen zitten om onderwijscompetenties (-).

Organisatieniveau

In de pilot Pluimveekennis krijgen docenten en onderzoekers de ruimte vanuit achterliggende organisaties om competenties te ontwikkelen door het uitvoeren van een gezamenlijke zomercursus (+). Een voorbeeld vanuit de pilot aangifteplichtige dierziekten is dat docenten niet worden bijgeschoold om hun kennispeil rondom het onderwerp up-to-date te houden (-).

In de pilot Duurteelt werden de onderzoekers bewust ondersteund bij het maken van de zogenaamde kennistemplates (korte samenvattingen op maat voor de doelgroep onderwijs) door doelgroepredacties (professionals afkomstig uit de journalistiek) die gericht feedback gaven op de producten die door onderzoekers werden aangeleverd (+). Uit de evaluatie bleek ook nadrukkelijk dat het maken van een samenvatting (abstract) niet altijd eenvoudig is. Het schrijven van een goede samenvatting vraagt om een aantal specifieke vaardigheden ten aanzien van opbouw, taalgebruik, indeling en stijl. Vaardigheden die bij onderzoekers lang niet altijd goed ontwikkeld zijn.

Bij de uitvoering van activiteiten binnen VWO-campus wordt veel gebruik gemaakt van studenten. Door het geven van practica kunnen de studenten studiepunten verdienen. Het zijn vaak immers studenten die de jonge doelgroep van VWO-scholieren aanspreekt, niet de 'stoffige' professor. Omdat de meeste studenten geen ervaring hebben op het gebied van didactiek en communicatie wordt vanuit VWO campus wordt bewust aandacht besteed aan de competenties van de studenten die het practicum volgen (+). Zij krijgen een korte opleiding bij de leerstoelgroep Educatie en Competentiestudies en worden hierdoor bewust bijgeschoold op het gebied van didactische vaardigheden om goed aan te sluiten bij de VWO- onderwijspraktijk.

Bij PAL leren de ervaringen dat vertegenwoordigers van het onderwijs bij PAL heel erg worden aangesproken op hun eigen bekwaamheid om in netwerken door te dringen en om projecten aan zich en aan de achterbanorganisaties te binden. Bij de keuze van de vertegenwoordiger in PAL zou dan ook een zorgvuldige competentieafweging gemaakt moeten worden. Dat blijkt vaak niet mogelijk vanwege de beperkte beschikbaarheid van competente mensen; en dat hangt weer samen met het belang dat aan PAL wordt gehecht vanuit de scholen (-).

Netwerkniveau

In de pilot Pluimveekennis wordt vanuit het netwerk door samenwerking aandacht geschonken aan competentieontwikkeling voor de zomercursus (+).

Een van de belangrijkste conclusies uit de pilot Duurteelt was dat als men op een goede manier kennis wil etaleren via ICT met als specifieke doelgroep onderwijs, ontsluiting alleen zal slagen als dit door een aparte doelgroepredactie voor het onderwijs wordt opgepakt (+). Zonder de juiste competenties op netwerkniveau is verduurzaming niet mogelijk.

In de pilot Genomics zijn de netwerken vaak gebaseerd op contacten uit het verleden en niet zozeer ontstaan op basis van competenties op het gebied van kennisdoorstroming (-).

PAL is een netwerkorganisatie bij uitstek; het is een platform voor initiatieven vanuit allerlei partijen in de regio. Bij aanvragen voor plattelandsvernieuwing is het echter niet zo dat er een nadrukkelijke plek voor de rol van kennisproducten is ingeruimd. Veeleer gaat het om de oplossing van concrete vraagstukken waarvoor reeds bestaande kennis uit bekende kennisbronnen wordt aangeboord. Binnen het PAL-netwerk leeftnietdegedachtedatgroenonderwijsenonderzoekonmisbarepartners in het plattelandsnetwerk zijn (-).