Selectiecriteria: Alle artikelen van de voorpagina’s worden meegeteld behalve … * Cartoons, het weer, feuilletons en (hoofdredactionele) commentaren
* Foto’s met alleen een bijschrift
* Artikelen korter dan 50 woorden maar met een specifieke verwijzing naar binnen in de krant * Bij de kranten uit 2014 worden naast de artikelen op de voorpagina ook de artikelen uit de nieuwskrant (dus geen bijlagen) waar de voorpagina prominent naar verwijst uit de krant gecodeerd
Variabele A: Lengte 0: tot 500 woorden 1: 500 woorden of meer
Regel: Koppen, onderkoppen, tussenkoppen, datum/schrijver/plaats bovenaan worden niet meegeteld. Kaders wel.
Variabele B: Label
0: geen label ‘analyse’ of ‘nieuwsanalyse’ 1: label ‘analyse’ of ‘nieuwsanalyse’ Variabele C: Wie-A
0: referentie naar een (bij naam genoemd) individu, gaat om hem/haar persoonlijk 1: geen referentie naar een (bij naam genoemd) individu, gaat om hem/haar persoonlijk
Regel: Wanneer een naam wordt genoemd van iemand die een bepaalde functie heeft en alleen daarom wordt genoemd, telt dit als 1.
Voorbeeld: Mr. Burger, fractievoorzitter van de P.v.d.A wil vanalles in een nieuwsbericht. Hij wil dit als fractievoorzitter en die functie zou ook door iemand anders vervuld kunnen worden. Het gaat hier dus meer om zijn functie dan om hemzelf, daarom valt hij in categorie 1.
Voorbeeld: Sir Winston Churchill legt zijn premierschap van Engeland neer en wordt door zijn personeel toegezongen als hij Downing Street verlaat. Het gaat hier om de persoon Winston Churchill en niet om zijn functie. Dit is dus categorie 0.
Variabele D: Wie-B
0: geen referentie naar een groep of naar personen die een sociale categorie of groep mensen representeren
1: referentie naar een groep of naar personen die een sociale categorie of groep mensen representeren
Voorbeeld: Een PvdA-voorman representeert bijvoorbeeld een groep mensen, namelijk de PvdA’ers en valt dus in categorie 1.
Variabele E: Wie-C
0: geen referentie naar ambtenaren of officiële instellingen 1: referentie aanwezig naar ambtenaren of officiële instellingen
Regel: Wanneer een ambtenaar wordt opgevoerd maar het gaat om de persoon ‘achter’ de ambtenaar, telt dit niet als een referentie naar ambtenaren.
Voorbeeld: Officiële instanties zijn bijvoorbeeld: gemeentes, ministeries, raden, diensten, vakbonden, verenigingen, verzekeringen, banken, autoriteiten, etc. Ambtenaren zijn werkzaam bij het Rijk, gemeentes, provincies, waterschappen en Defensie, in het onderwijs, de rechterlijke macht, het academisch ziekenhuis, of bij de politie.
Voorbeeld: Een artikel over de voetbalvoorkeuren van premier Wim Kok gaat over Kok persoonijk en niet over hem als ambtenaar. Het valt daarom in categorie 0.
Variabele F: Waar
0: referentie naar een concrete geografische locatie 1: geen referentie naar een concrete geografische locatie
Regel: Een concrete geografische locatie is geen land, regio of plaats. Er moet iets gespecificeerd zijn. Een straatnaam of gebouw is concreet, een specificatie bij de plaats (bijvoorbeeld de vlakte ten zuiden van Jeruzalem) ook.
Variabele G: Wanneer
0: geen referenties naar verder verleden of toekomst 1: referentie naar verder verleden of toekomst aanwezig
Regel: Een referentie naar een verder verleden of de verdere toekomst is er een die zich buiten de scope ‘gisteren, vandaag of morgen’ bevindt.
Variabele H: Waarom en hoe-A
0: geen referentie naar de achterliggende oorzaak 1: referentie naar de achterliggende oorzaak aanwezig
Voorbeeld: Het bericht over de bekoelde liefde voor Ajax van premier Wim Kok valt in de categorie 0. De enige achterliggende oorzaak die in het bericht wordt genoemd is namelijk dat zijn liefde bekoeld is vanwege de slechte prestaties van de voetbalclub. Dit overstijgt de context van het nieuwsbericht niet. Variabele I: Waarom en hoe-B
0: geen bredere context
1: onderwerp wordt in een bredere context geplaatst
Regel: De context moet het bereik van het nieuwsbericht/nieuwsfeit overstijgen. Variabele J: Speculatie
0: geen speculatie over de toekomst 1: speculatie over de toekomst aanwezig
Regel: De speculatie moet voor eigen rekening van de journalist zelf zijn en niet worden toegeschreven aan een bron.
Variabele K: Commentaar
0: geen goed/fout of waar/niet waar oordeel, geen gebruik van value-laden terms 1: goed/fout of waar/niet waar oordeel en/of gebruik value-laden terms aanwezig Regel: Het commentaar moet voor rekening zijn van de journalist zelf en niet worden toegeschreven aan een bron.
Voorbeeld: Value-laden terms zijn bijvoorbeeld ‘schitterend’ of ‘weinig aansprekend’. Een goed/fout oordeel is bijvoorbeeld ‘wij hadden wel op een iets warmere ontvangst gerekend’.
Variabele L: Infographics 0: geen infographics 1: infographics aanwezig
Voorbeeld: Onder infographic worden kaartjes, tabellen, grafieken en andere visueel-grafisch weergegeven gegevens verstaan.
0 1
Lengte tot 500 woorden 500 woorden of meer
Label Geen label Label (nieuws)analyse
Wie-A
Referenties naar bij naam genoemde individuen, gaat om hem/haar persoonlijk
Geen referenties naar bij naam genoemde individuen, gaat om hem/haar persoonlijk
Wie-B
Geen referenties naar een groep of personen die een categorie of grotere groep representeren
Referenties naar een groep of naar personen die een categorie of grotere groep representeren
Wie-C
Geen referenties naar officiële ambtenaren en/of instituties aanwezig
Referenties naar officiële ambtenaren en/of instituties aanwezig
Waar Referentie naar concrete geografische locatie
Geen referentie naar een concrete geografische locatie
Wanneer Geen referenties naar verder verleden of toekomst
Referenties naar een verder verleden of de toekomst aanwezig
Waarom en hoe-A
Geen referentie naar achterliggende oorzaak
Referentie naar achterliggende oorzaak aanwezig
Waarom en
hoe-B Geen bredere context
Onderwerp wordt in bredere context geplaatst
Speculatie Geen speculatie over toekomst
aanwezig Speculatie over toekomst aanwezig
Commentaa r
Geen oordeel en geen gebruik value-laden terms
Goed/fout of waar/niet waar oordeel en/of value-laden terms aanwezig Infographics Geen infographics Infographics aanwezig