• No results found

6. Monitoring

6.2 Cliëntervaring

We zijn afgestapt van de jaarlijkse cliëntervaringsonderzoeken, waarmee de resultaten jaarlijks een afwijking lieten zien van meestal slechte enkele tienden van procenten. Voor de aanbevelingen was er vervolgens nauwelijks tijd om die te implementeren, voordat zich alweer een nieuw onderzoek aandiende.

In 2019 zijn we ons gaan voorbereiden op een narratief cliëntervaringsonderzoek, dat Sensemaker heet. Sensemaker is voor ons het middel om ervaring en beleving van cliënten in het sociaal domein continue te peilen. Helaas heeft het coronavirus voor vertraging gezorgd in de implementatie van dit

19 instrument bij onze kernteams, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties. We verwachten dat dit instrument in de tweede helft van 2020 daadwerkelijk ingezet en gebruikt gaat worden.

Sensemaker is erop gericht om kwalitatief materiaal op een kwantitatieve manier te verzamelen met duiding door de vertellers zelf. Op een zodanige manier dat er ruimte blijft voor gezamenlijke

interpretatie van patronen in de data. De duiding van de ervaringsverhalen door de vertellers gebeurt op basis van vooraf gestelde vragen.

De antwoorden op deze vragen kunnen worden gezien als ‘metadata’ bij de ervaringen.

Op basis van die data kunnen patronen in beeld worden gebracht om zo te leren van de ervaringen en tot inzichten te komen over wat er speelt.

20

Bijlage 1: Maatregelen

Technische maatregelen

T1 Wmo: inzetten vrijwilligers in het voorliggend veld Waarom nemen we deze maatregel?

De vraag naar tweedelijns voorzieningen groeit door toename van het aantal 75-plussers (35% de komende vijf jaar) en extramuralisering. In onze visie streven we naar normaliseren en inzet eigen kracht en

samenkracht van inwoners. Dit willen wij versterken door het inzetten van vrijwilligers uit het voorliggend veld voor individuele- of collectieve ondersteuning met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie.

Vrijwilligers worden hierbij altijd ondersteunt door een professionele coördinator en worden gericht geschoold.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

- Verlagen aantal tweedelijns maatwerkvoorzieningen en intensiteit door substitutie met algemene voorzieningen.

- Actief zoeken naar oplossing voor ad hoc vraagstukken binnen algemene voorzieningen door Brugfunctionarissen in wekelijkse afstemmomenten.

- Algemene voorzieningen bieden platform voor preventie door stimuleren van bewegen. Leren en ontmoeten.

- Algemene voorzieningen initiëren en stimuleren/ondersteunen onderlinge hulp van inwoners.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

2020 2021 2022 2023 2024

49.000 131.000 135.000 138.000 141.000

Baten: Besparing van 2,5% op hulp bij het huishouden en een besparing van 2,5% op Begeleiding Individueel. Dit moet gezien worden als een beredeneerde ambitie. Er kan bespaard worden door meer inzet van het voorliggende veld, maar omdat dit al enige jaren plaatsvindt ramen we de

besparingsmogelijkheden conservatief. Het beoogde financiële effect is berekend op basis van de uitgaven voor BGI en HBH. Hierop is 2,5% besparing geraamd. Bij de raming voor deze uitgaven is bij de Wmo rekening gehouden met de groei van het aantal 75-plusser.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

Op dit moment wordt al maatwerk vraag afgevangen in de algemene voorzieningen. Voor 2020 hebben we (subsidie)afspraken gemaakt over het vergroten en uitbouwen van ondersteuning met vrijwilligers bij het verzorgen van maaltijden, vervoer, huishoudelijke taken en hulp bij financiën. Op basis van de ervaringen die we hebben opgedaan in de voorliggende periode willen we dit intensiveren. Er is een belangrijke relatie met de maatregel Wmo: begeleiding groep basis binnen de algemene voorziening.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Inwoners worden toegerust om meer zelf op te lossen. Inwoners worden collectief ondersteunt door professional in voorliggend veld of individueel door vrijwilliger(s).

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

- Voldoende capaciteit in voorliggend veld om groei van de vraag op te vangen.*

- Consistente contractmanagement op de subsidieaccounts.

- Brugfunctionaris die doorverwijzing naar voorliggende voorziening ondersteunt.

* Een groot deel van de Wmo begeleiding individueel wordt ingezet voor inwoners onder de 30 jaar (44%).

Dit in tegenstelling tot andere Wmo voorzieningen die met name worden ingezet bij 75-plussers. Dit betekent wellicht dat algemene voorzieningen meer dan nu vanuit jeugd- en jongerenwerk geboden zou moeten worden of dat nagedacht wordt over her allocatie van subsidiemiddelen.

21 Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

- Beperkt. Mogelijk belasting van inwoners en mantelzorgers wordt opgevangen met vervangende vrijwilligersdienstverlening of door betere toerusting om zaken zelf te doen.

Wat is de planning en rol van de gemeenteraad?

De maatregel loopt. Dit betreft een technische maatregel die binnen bestaand beleid en bestaand mandaat kan worden uitgevoerd. In dit kader maken we resultaatafspraken met de SWOP. We hanteren deze werkwijze al enige jaren en hebben subsidieafspraken gemaakt met de SWOP voor 2020, waarin we het substitueren van maatwerk door algemene voorzieningen intensiveren.

22 T2 Jeugd: afgrenzen ten opzichte van de Wet Langdurige zorg

Waarom nemen we deze maatregel?

Er zijn meerdere wetten waar hulp voor jeugdigen uit gefinancierd kan worden, waaronder de Wlz. De Wlz is een voorliggende voorziening. De Wlz wordt toegankelijk voor langdurige ggz problematiek. Strakkere sturing op financiering en heldere afbakening ten opzichte van de Wlz is nodig om te voorkomen dat hulp onnodig en onterecht voor rekening van de Jeugdwet komen. Het gaat hierbij zowel om uitstroom als het voorkomen van instroom van jeugdigen die recht hebben op Wlz.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

- jeugdigen met financiering vanuit de jeugdwet (wonen met verblijf) welke recht hebben op een Wlz indicatie worden overdragen aan de Wlz.

- voorkomen van nieuwe instroom van jeugdigen die recht hebben op financiering vanuit de Wlz.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

2020 2021 2022 2023 2024

- 210.000 210.000 210.000 210.000

Wonen met verblijf jeugdhulp kost tussen de € 125 tot € 300 per etmaal, afhankelijk van de zorgzwaarte.

Het gaat om kinderen in de zwaardere groep. In totaal kregen in 2019 54 kinderen jeugdhulp met verblijf en behandeling. Een heel klein deel zal in aanmerking komen voor overdracht naar de Wlz. Uitgegaan is van 2 kinderen, waarvoor gemiddeld 105.000 euro per jaar wordt uitgegeven.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

Het kan zijn dat er nu hulp wordt verleend vanuit de Jeugdwet die door de Wlz kan worden betaald. Door deze maatregel komt de inzet van hulp bij de juiste partij te liggen.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Er worden geen inhoudelijke effecten gezien voor onze inwoners. Het betreft hier continuering van zorg gefinancierd vanuit ander wetgeving. Als cliënten onder de Wlz komen te vallen geldt wel een eigen bijdrage voor woningaanpassingen, mochten deze nodig zijn.

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

De maatregel kan worden uitgevoerd binnen de bestaande formatie. De maatregel wordt afgestemd met het regionale project ‘Lobby Wlz’.

Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

Er worden geen risico’s gezien.

Wat is de planning en rol van de gemeenteraad?

Dit betreft een technische maatregel die binnen bestaand beleid en bestaand mandaat kan worden uitgevoerd.

Start uitvoering maatregel: oktober 2020.

23 T3 Wmo: Toeleiden Wet Langdurige zorg/ Zorgverzekeringswet

Waarom nemen we deze maatregel?

Er zijn meerdere wetten waar hulp aan volwassenen uit gefinancierd kan worden, waaronder de Wlz en de zorgverzekeringswet. Beide wetten zijn voorliggende voorzieningen. Er zijn inwoners met een Wlz indicatie die deze niet uitnutten. Ook zijn er inwoners die tegen deze grens van de Wmo aanlopen maar nog geen initiatief hebben genomen om een indicatie aan te vragen.

Strakkere sturing op financiering en heldere afbakening ten opzichte van de Wlz en de zorgverzekeringswet is nodig om te voorkomen dat hulp onnodig en onterecht voor rekening van de Wmo komt. Het gaat hierbij zowel om uitstroom als het voorkomen van instroom in de Wmo van inwoners die recht hebben op Wlz en/of de zorgverzekeringswet.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

- Uitstroom uit de Wmo door toeleiding naar de Wlz en zorgverzekeringswet.

- voorkomen van nieuwe instroom in de Wmo wanneer er een indicatie is of deze kan worden aangevraagd.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

2020 2021 2022 2023 2024

20.500 41.000 41.000 41.000 41.000

Baten: de bedragen zijn gebaseerd op ramingen van aantallen klanten, waarbij € 8.900,- per klant wordt berekend (dit is de som van de gemiddelde kosten van een inwoner die Hbh en BGG gebruikt. € 2.900 +

€ 6.000= €8.900,-). We verwachten tussen de 4 en 5 klanten per jaar volledig over te dragen naar de Wlz.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

In grenssituaties Wmo/ Wlz/ zorgverzekeringswet is er grijs gebied over wie verantwoordelijk is voor welke hulp. Door deze maatregel wordt een afwegingskader geformuleerd en komt de inzet van hulp bij de juiste partij te liggen. Vanaf 1 juli 2020 bestaat landelijk ook de mogelijkheid om het controleren op de Wlz-beschikking te automatiseren. Voor die tijd moest dat handmatig worden gedaan.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Het betreft hier continuering van zorg gefinancierd vanuit een andere wetgeving. De Wlz en de

zorgverzekeringswet zijn in veel gevallen minder aantrekkelijk voor inwoners vanwege de (hogere) eigen bijdrage en beperkte inzet. Vanwege de (hogere) eigen bijdrage heeft dit directe consequenties voor het inkomen van inwoners. De eigen bijdrage Wlz is inkomensafhankelijk.

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

- De maatregel kan worden uitgevoerd binnen de bestaande formatie.

- Om inwoners te ondersteunen bij het te gelde maken van hun indicatie of het aanvragen van een indicatie willen we inwoners begeleiden door onafhankelijk clientondersteuners.

Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

-Mogelijk meer bezwaren - weerstand vanuit inwoners

Wat is de planning en rol van de gemeenteraad?

De maatregel loopt. Dit betreft een technische maatregel die binnen bestaand beleid en bestaand mandaat kan worden uitgevoerd.

24 T4 Jeugd: afgrenzen ten opzichte van de zorgverzekeringswet

Waarom nemen we deze maatregel?

Er zijn meerdere wetten waar hulp voor jeugdigen uit gefinancierd kan worden, waaronder de Zvw. De Zvw is een voorliggende voorziening. Zodra een jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt ontstaat recht op een vergoeding vanuit de Zvw. Aanbieders moeten dit regelen. Dit gebeurt vaak, maar niet altijd. Strakkere sturing op financiering en heldere afbakening ten opzichte van de Zvw is nodig om te voorkomen dat hulp onnodig en onterecht voor rekening van de Jeugdwet komen. Het gaat hierbij om uitstroom van jeugdigen uit de jeugdhulp die recht hebben op Zvw.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

Stopzetten en terugvordering van ten onrechte betaalde hulp voor 15 -20 kinderen.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

2020 2021 2022 2023 2024

13.100 26.000 26.000 26.000 26.000

Baten: Dit bedrag is gebaseerd op een analyse van het aantal 18+ kinderen dat ggz hulp krijgt en het bedrag per kind.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

Nu krijgt een beperkt aantal jeugdigen van boven de 18 ggz hulp vanuit de Jeugdwet. Door deze maatregel komt de inzet van hulp bij de juiste partij te liggen.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Er worden geen effecten gezien voor onze inwoners. Het gaat om een zakelijke afwikkeling tussen de aanbieder, de Zvw en de gemeente.

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

- Tijd voor contact met de aanbieder, intrekken beschikking en eventuele terugvordering van ten onrechte verstrekte middelen. Dit kan binnen de huidige formatie.

- Mogelijk kan het inkoopbureau hier een rol bij spelen.

Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

Geen.

Wat is de planning en rol van de gemeenteraad?

Dit betreft een technische maatregel die binnen bestaand beleid en bestaand mandaat kan worden uitgevoerd.

Uitvoering maatregel: vierde kwartaal 2020.

25 T5 Jeugd: afgrenzen ten opzichte van passend onderwijs

Waarom nemen we deze maatregel?

Er zijn meerdere wetten waar hulp voor jeugdigen uit gefinancierd kan worden, waaronder passend onderwijs. Het (landelijke) beeld bestaat dat hulp die vanuit passend onderwijs zou moeten worden geboden is verschoven naar de Jeugdwet. Passend onderwijs is echter een voorliggende voorziening. Er is een afwegingskader dat door de kernteams wordt gebruikt, maar (nog) niet door passend onderwijs en waarschijnlijk ook niet door andere verwijzers. Strakkere sturing op financiering en heldere afbakening ten opzichte van passend onderwijs is nodig om te voorkomen dat hulp onnodig en onterecht voor rekening van de Jeugdwet komt. Het gaat hierbij vooral om het voorkomen dat jeugdigen onterecht de jeugdhulp

instromen, maar ook om uitstroom naar passend onderwijs.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

Beperken oneigenlijke instroom vanuit (passend) onderwijs en bevorderen uitstroom naar passend onderwijs.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

2020 2021 2022 2023 2024

0 10.500 21.000 21.000 21.000

Baten: Het financiële effect is een inschatting. Aanname. 10% besparing op ggz begeleiding school van 210.000 euro.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

Het is nu een grijs gebied wat jeugdhulp en wat passend onderwijs is. Straks is er voor alle partijen een helder beeld over wie verantwoordelijk is voor welke hulpverlening, wat zou moeten leiden tot minder beroep op de Jeugdwet.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Betere afstemming jeugdhulp en passend onderwijs.

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

De maatregel kan worden uitgevoerd binnen de bestaande formatie. De maatregel moet worden geïmplementeerd bij de samenwerkingsverbanden van het regulier onderwijs en passend onderwijs.

Overleg met hen kan leiden tot aanpassing van het afwegingskader.

Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

De opbrengsten zijn lastig in te schatten, omdat geen zicht is in de omvang van het ‘oneigenlijk’ gebruik van jeugdhulp.

Wat is de planning en rol van de gemeenteraad?

Dit betreft een technische maatregel die binnen bestaand beleid en bestaand mandaat kan worden uitgevoerd. De planning van de uitvoering is afhankelijk van het resultaat van het overleg met de samenwerkingsverbanden, dat is opgestart.

26 T6 Wmo: aanbieders aansturen op resultaatverplichtingen

Waarom nemen we deze maatregel?

De inzet van tweedelijns voorzieningen moet zelfredzaamheid inwoners vergroten (waar mogelijk). Dit betekent dat de inzet van tweedelijns voorzieningen tijdelijk moet zijn (waar mogelijk). Bij zorgaanbieders ontbreekt vaak een prikkel om af te schalen. Dit vraagt regie om vanuit gemeente, concrete

resultaatafspraken over de duur en voortgang en het meten daarvan.

De maatregel is van toepassing op een deel van de inwoners die gebruik maakt van individuele begeleiding met ontwikkelpotentieel.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

Hogere doelmatigheid en kortere ondersteuning door:

a) verwachte tijdsgebonden resultaten op te nemen in de beschikking.

b) een begeleidingsplan van aanbieders met daarin hoe resultaten gehaald worden.

c) regie vanuit Wmo taakveld op voortgang en opbrengst.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

2020 2021 2022 2023 2024

- 25.000 52.000 53.000 54.000

De raming is als volgt beredeneerd:

20% van de voorzieningen BGG en BGI hebben ontwikkelpotentieel 20% van het budget voor BGG en BGI, ad € 2.500.000,- in 2021 is € 500.000

We verwachten 10% te kunnen besparen op deze kosten door de aanbieders aan te sturen op resultaat 10% van € 500.000 is € 50.000,- voor 2021.

We ramen in 2021 € 25.000,- omdat de maatregel ingevoerd wordt bij heronderzoek van bestaande voorzieningen en bij nieuwe voorzieningen.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

Inwoners met een voorziening voor individuele begeleiding of groepsbegeleiding met een specifiek ontwikkelpotentieel stellen in samenspraak met de Wmo consulent resultaatafspraken op. De aanbieder krijgt opdracht om deze resultaten te realiseren. Dit betekent dat Wmo consulenten de voortgang scherper volgen en aanbieders hierop aanspreken.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Inwoners worden toegerust om zo zelfstandig mogelijk te leven.

De communicatie met inwoners over het bereiken van de doelen die zij nastreven wordt geïntensiveerd.

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

- de maatregel kan worden uitgevoerd binnen de bestaande formatie.

- vraagt om instrumenteren

- vraagt om inrichting van computersystemen.

- actieve betrokkenheid en zakelijk contractmanagement.

Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

- Zeer beperkt voor inwoners. Regie op hun voorziening wordt in samenspraak versterkt.

- Met aanbieders moeten afspraken worden gemaakt over hun outcome.

- Voor de gemeente is er sprake van spanning tussen hoge werkdruk in Wmo taakveld en de zorgvuldige uitvoering van het resultaatgerichte werken.

Wat is de planning en rol van de gemeenteraad?

De maatregel wordt op dit moment uitgewerkt. Dit najaar wordt die stap voor stap ingevoerd. Dit betreft een technische maatregel die binnen bestaand beleid en bestaand mandaat kan worden uitgevoerd.

27 T7 Jeugd: minder stapeling en meer afbouwen

Waarom nemen we deze maatregel?

Dure jeugdhulp trajecten onderscheiden zich door stapeling van zorg en lange duur. De vraag is of dit altijd effectief en goed is voor jongeren. In de afgelopen 3½ jaar zijn voor ruim 1100 jongeren hoog complexe of hoog intensieve trajecten ingezet. Deze trajecten kostten in deze periode gezamenlijk € 11,7 miljoen euro.

De gemiddelde van deze trajecten zijn € 10.600 per jongere (bron Initi8). Ook signaleren we bij scholen voor speciaal onderwijs dat jongeren (jarenlang) veel hulp krijgen.

Met deze maatregel willen we normaliseren kracht bijzetten, minder stapeling van zorg en meer regie op de duur en voortgang van trajecten.

Wat is het inhoudelijke effect van de maatregel?

Kinderen en gezinnen worden minder afhankelijk van hulp en meer inzet op hulp die evidence based is.

Wat is het beoogde financiële effect dat we van deze maatregel verwachten en op welk moment?

.

2020 2021 2022 2023 2024

- 82.500 165.000 165.000 165.000

Baten: 3% van de specialistische ambulante en jeugd ggz zorg. In totaal gaven we in 2019 ongeveer 6,65 miljoen euro aan deze twee productcategorieën uit. Hiervan moet 0,44 fte aan extra inzet lokaal team worden afgetrokken. 2021 is een aanloopjaar, waarbij uitgegaan wordt dat 50% van de opbrengsten worden gerealiseerd.

Wat is het verschil ten opzichte van het verleden?

Minder stapeling van zorg, verlagen van de duur en intensiteit van tweedelijns voorzieningen ten opzichte van nu.

Wat is het effect van deze maatregel voor de inwoners?

Kinderen en ouders en aanbieders zullen vaker geconfronteerd worden met een kritisch gesprek of stapeling en/of verlengen van jeugdhulp zin heeft.

Wat is er voor nodig om deze maatregel uit te kunnen voeren?

- 0,44 fte uren in de toegang (hierin is voorzien bij de kadernota) om te traceren wanneer sprake is van stapeling (bij andere verwijzer dan kernteam) en dialoog met ouders/jongere en aanbieders op casusniveau aan te gaan en meer regie te voeren door kernteam.

- een stevige contractmanager die de discussie met aanbieders op organisatieniveau durft en kan aangaan (de vacature is inmiddels ingevuld).

- een verordening die het mogelijk maakt te sturen op aanbieders na verwijzing huisarts.

Wat zijn de risico’s van deze maatregel voor de inwoners, voor de gemeente, voor anderen?

- Het risico bestaat dat aanbieders niet mee willen werken omdat ze hier geen of beperkt belang bij hebben.

- Het risico is dat het verminderen van hulp leidt tot verergering van problematiek op langere termijn. Een

- Het risico is dat het verminderen van hulp leidt tot verergering van problematiek op langere termijn. Een