• No results found

Casus SintJan Kloosterburen

In document Sociale innovatie (pagina 60-64)

Hoofdstuk 5. Data empirisch onderzoek

5.3 Casus SintJan Kloosterburen

5.3.1 Inleiding

Stichting SintJan is een particulier bottom-up initiatief uit Kloosterburen. Inwoners van Kloosterburen, maar ook buitenstaanders participeren met een grote maatschappelijke betrokkenheid in het proces van het verbeteren en het verduurzamen van de eigen leefomgeving. In 2001 is door de inwoners van Kloosterburen een dorpsvisie opgesteld, welke aan de basis ligt voor de oprichting van de stichting van SintJan in 2006 (Aalvanger & Breman, 2013). Het initiatief SintJan beschouwt de negatieve demografische ontwikkelingen als een kans en probeert hierdoor een krachtige zelfredzame gemeenschap te creëren (Ruimtevolk, 2013). Het oude kloosterterrein wordt

herontwikkeld tot een authentieke plek met een eigen karakter. Door middel van een integraal programma bestaande uit wonen, zorg, werken, cultuur en ecologie moet de leefbaarheid en vitaliteit van Kloosterburen behouden en verbeterd worden (Aalvanger & Breman, 2013). De ‘nieuwe’ dorpskern wordt hiervoor herontwikkeld, waardoor in de toekomst meer toeristen aangetrokken moeten worden. Voor een uitgebreide beschrijving van de casus SintJan Kloosterburen zie bijlage 4 (p.125).

De casus SintJan Kloosterburen is om diverse redenen geselecteerd. Allereerst staat SintJan veelal in de regionale en landelijke belangstelling, waardoor het vaak als voorbeeld wordt aangehaald en interessant is om te onderzoeken. Maar ook de hevige krimpproblematiek en een armlastige gemeente waarmee Kloosterburen kampt zijn bijzondere voedingsbodems voor zelfredzaamheid en collectieve actie.

Het Groningse dorp Kloosterburen ligt ongeveer 30 kilometer ten

noordwesten van de stad Groningen en telt 625 inwoners. Door een gemeentelijke herindeling is

Kloosterburen sinds 1990 onderdeel van de gemeente De Marne.

Afbeelding 4 Kloosterburen

61

Met andere woorden is Kloosterburen een dorp dat moet zien te ‘overleven’ door creatief te anticiperen op de krimpproblematiek door middel van gebiedsontwikkeling. Het integrale plan met daarin het historische kloosterverhaal versterkt het initiatief, waardoor het kansrijk is voor de toekomst en hiermee inspeelt op de toeristische sector. Bovendien liggen er ook kansen met het oog op de veranderende zorgsector. Kortom, door de grote aantrekkingskracht, de voedingsbodem, het originele plan en de nieuwe manier van gebiedsontwikkeling is besloten SintJan Kloosterburen op te nemen in het onderzoek.

Literatuurlijst 2 geeft de geraadpleegde bronnen weer waarmee het initiatief uitgebreid geanalyseerd is. De aanvullende informatie is vergaard door het afnemen van semigestructureerde interviews met Anne Hildrink en een anonieme buitenstaander. Anne Hildrink is beeldend kunstenaar en oprichter van het initiatief SintJan. Ook in de casus SintJan is de anonieme geïnterviewde als informatiebron als beperkt te beschouwen, omdat deze enkel aanvullende informatie verschafte over thema’s als de regionale context en draagvlak.

5.3.2 Tussenconclusie casus SintJan Kloosterburen

De casus SintJan Kloosterburen is uitgewerkt en geanalyseerd waardoor enkele conclusies kunnen worden getrokken omtrent succesvolle sociale projecten. In tabel 8 (zie volgende pagina) wordt globaal weergegeven welke lokale condities en succesfactoren van invloed zijn op Sintjan Kloosterburen. Bepaalde succesfactoren die in tabel 8 staan zijn niet geobserveerd, maar zijn onder andere adviezen van Aalvanger en Breman (2013) over op welke relevante factoren SintJan Kloosterburen zich nog kan verbeteren. Voor een uitgebreide beschrijving van de gunstige lokale condities en succesfactoren in de initiatiefase, planvormingsfase en resultaat zie bijlage 4 (p.125). De opvallende gunstige lokale condities en succesfactoren in de casus zijn:

 Het historische verhaal heeft een versterkende werking;  De lange termijn visie opdelen in ‘hapklare brokken’;  Het gedeeld eigenaarschap opbouwen;

 Een sterk extern netwerk;

 Het niet te rigide vasthouden aan het eigen plan;

 De juiste balans vinden in de samenwerking met externe partijen;  Zichtbaarder zijn;

62

Tabel 8 overzicht gunstige lokale condities en succesfactoren casus SintJan Kloosterburen

Initiatiefase planvormingsfase Resultaat

Vanaf het begin goede verbindingen gelegd met de buitenwereld

Lange termijn visie opdelen in ‘hapklare’ brokken

Projecten spelen in op lokale problematiek: Krimp en veranderende zorg Creatieve achtergrond

initiatiefnemers Dorpsbewoners meer in proces betrekken. Het gedeeld eigenaarschap moet nog opgebouwd worden

Sector toerisme is kansrijk

Historische verhaal heeft een versterkende werking

Sterk extern netwerk. SintJan begeeft zich in regionale en nationale netwerken

Zichtbaarheid van resultaten geeft vertrouwen en trots

Niet te rigide aan plan vasthouden

Samenwerking kennisinstellingen

Met ‘sociale antenne’ percepties van

dorpsbewoners peilen Meer richten op interne

netwerk om een groter draagvlak op te bouwen

Vrijwilligers blijven binden aan initiatief

De juiste balans vinden in de samenwerking met externe partijen

Zichtbaarder zijn in het dorp Dwarsverbanden leggen

door samen te werken met diverse dorpsverenigingen De weg van de ‘kleine’ stappen bewandelen

Historische verhaal heeft versterkende werking

Het historische verhaal van Kloosterburen is een meerwaarde in de samenwerking met externe partijen. Bovendien wekt het historische verhaal sympathie op onder de inwoners van Kloosterburen. Het historische verhaal is dan ook het fundament van de plannen van SintJan Kloosterburen.

Lange termijn visie opdelen in ‘hapklare brokken’

Het plan wordt te complex en te breed beschouwd, waardoor het integrale plan voor de inwoners van Kloosterburen minder tastbaar en concreet is. Het maken van kleinere ‘stappen’ zorgt ervoor dat de lange termijn visie zichtbaarder en breder gedragen wordt door de lokale bevolking. Als advies geven Aalvanger en Breman (2013) te zorgen voor een samenhangend idee dat vertaald wordt in praktische, concrete activiteiten en projecten, waar de dorpsbewoners intensief bij betrokken worden.

63

Gedeeld eigenaarschap opbouwen

Te concluderen valt dat het draagvlak voor SintJan matig tot zwak is. Ook heerst er een ‘wisselend’ beeld van in welke mate dorpsbewoners betrokken zijn in het planvormingsproces. Door het meer betrekken van de dorpsbewoners in het planvormingsproces krijgen deze het gevoel dat ze onderdeel zijn van het initiatief, waardoor het gedeeld eigenaarschap een draagvlak verhogend effect heeft en dorpsbewoners gemotiveerd zijn om zich in te zetten voor de lange termijn.

Sterk extern netwerk

De initiatiefnemers onderhouden en beschikken over een uitgebreid extern netwerk. De goede aansluiting op externe netwerken heeft een positief effect op het initiatief, doordat er extra middelen beschikbaar komen en zichtbaarheid op nationaal niveau. Echter komt naar voren dat door de sterke externe focus van SintJan de dorpsgemeenschap zich in mindere mate verbonden voelt met het initiatief. Om deze reden is het van belang om de juiste balans te vinden in de interne en externe focus, omdat een groot lokaal draagvlak een voorwaarde is voor een succesvol initiatief. Een groter lokaal draagvlak zorgt ook voor een positievere houding van de gemeente en provincie ten aan zien van SintJan.

Niet te rigide vasthouden aan plan en juiste balans vinden in samenwerking met externe partijen

De initiatiefnemers moeten eerst de afweging maken of een samenwerking met een externe partij noodzakelijk is. Wanneer dit noodzakelijk is moet men enerzijds de ruimte bieden aan de inbreng van externe partijen door flexibel om te gaan met het plan en anderzijds erop toezien dat betrokken partijen niet de ‘regie’ in handen nemen. Ook moet er ruimte geboden worden aan de inbreng van dorpsbewoners, waarmee door samenwerking een meerwaarde gecreëerd kan worden met externe partijen en dorpsbewoners. Bovendien valt te concluderen dat een hogere mate van flexibiliteit de samenwerking met overheden kan verbeteren. Ook Aalvanger en Breman (2013) concluderen dat SintJan afhankelijk is van externe partijen, doordat het afhankelijk is geworden van de systeemwereld. De ‘hakken in het zand zetten’ levert op dit vlak belemmeringen op.

Dwarsverbanden leggen en zichtbaarder zijn

Het initiatief is niet altijd even zichtbaar in het dorp. Het leggen van dwarsverbanden met andere verenigingen of organisaties draagt eraan bij dat het initiatief in dorp zichtbaarder wordt. Het rijke verenigingsnetwerk van Kloosterburen is geschikt om het initiatief onder de aandacht van de dorpsbewoners te brengen. Ook is het van belang om resultaten of andere activiteiten het predicaat SintJan te geven, zodat door de zichtbaarheid het draagvlak voor het initiatief onder andere vergroot wordt.

64

In document Sociale innovatie (pagina 60-64)