• No results found

7. België-Vlaanderen

7.3 Het radicale-islamveld en overige actoren

7.4.1 Casus: Sharia4Belgium versus Vlaams Belang

Op zondag 27 maart vond een herdenkingsbijeenkomst plaats op het Beursplein in Brussel. De betoging werd verstoord door zo’n 450 voetbalhooligans en extreemrechtse betogers, zo meldt het NRC van 27 maart 2016. De betogers droegen spandoeken met anti-IS teksten en anti-migratieleuzen, zo meldt de krant. De herdenking van zaterdag 26 maart, genaamd ‘Mars tegen de angst’ werd afgelast wegens gebrek aan beveiliging (NRC 27 maart 2016).

In reactie op de aanslagen meldde het Franse ‘Génération Identitaire’ (zie hoofdstuk Frankrijk) dat zij op het gemeenteplein van Sint-Jans-Molenbeek wilden demonstreren tegen de islam, zo meldt de Belgische krant De Standaard. De burgemeester van Molenbeek en de minister-president van Brussel verboden alle betogingen van aan Génération Identitaire verbonden groeperingen, en tegenbetogingen (De Standaard 1 april 2016). Overigens belangrijk te vermelden is dat ten tijde van schrijven van het rapport de ontwikkelingen rondom deze aanslagen nog in volle gang zijn, en de meest actuele ontwikkelingen niet in het rapport terug te vinden zijn.

7.4 Wisselwerking en escalatie

Twee actoren die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de wisselwerking tussen het anti-islamveld en het radicale-islamveld in België (en specifiek Vlaanderen) zijn Sharia4Bel-gium en het Vlaams Belang. Om deze reden hieronder eerst een (niet-uitputtend) overzicht van de wisselwerking tussen deze twee groeperingen vanaf 2010. Daaronder zal een concluderend stuk volgen over de wisselwerking tussen anti-islamactoren en radicale-isla-mactoren.

7.4.1 Casus: Sharia4Belgium versus Vlaams Belang

Uit verschillende gebeurtenissen blijkt dat er een wisselwerking is geweest tussen Sharia-4Belgium en Vlaams Belang. Zo werden in oktober 2010 de leider van ShariaSharia-4Belgium, Fouad Belkacem, en van Vlaams Belang, Filip Dewinter uitgenodigd in het programma ZwartWit van Verstrepen (Verstrepen 14 oktober 2010). Verstrepen is overigens voormalig raadslid van Vlaams Belang. Het jaar daarop, op 29 september 2011, verschenen de twee nogmaals samen in een debat, genaamd ‘De islam in Vlaanderen: vriend of vijand?’ waarbij ook de latere voorzitter van Pegida Wim de Rooy aanwezig was. Het debat werd georgani-seerd door Res Publica. Van beide groeperingen waren leden aanwezig (bron weblog Res Publica148).

Begin 2011 stierf Vlaams Belanglid Marie-Rose Morel. In een reactie stelde Belkacem dat Allah haar had gestraft en waarschuwde Dewinter en N-VA-voorzitter De Wever (en overi-148 https://vlaamsedebatkring.wordpress.com/2011/08/03/de-islam-in-vlaanderen-2/

gens ook Wilders) dat hen ‘hetzelfde lot’ wachtte. Ook zei hij in het filmpje, volgens de Belgische krant Het Laatste Nieuws: “Allah zal op jullie een aanslag plegen, niet met een bom, maar zoals hij dat gedaan heeft met Marie-Rose Morel.” Op de Facebookpagina van Sharia4Belgium stond bovendien te lezen “Allah de Almachtige heeft omwille van haar campagne tegen islam en de moslims haar gedwongen om een hoofddoek aan te doen alhoewel ze daar fel tegen is!” Morel had kanker, en droeg hierom een hoofddoek. Dewinter diende een aanklacht in tegen Sharia4Belgium (Het Laatste Nieuws 13 januari 2011, 9 februari 2011; Koning e.a. 2014).

Verder plaatste Belkacem in de zomer van 2011 een filmpje op YouTube waarin hij de geboortedag van Filip Dewinter een “tragische dag” noemde. De Antwerpse krant Gazet van Antwerpen vermeldt verder dat hij in het filmpje zou hebben gezegd: “11 september 1962 is een tragische dag voor de Ummah. Dat is de dag dat Filip Dewinter is geboren. Ik hoopte dat die dag alle vrouwen in Brugge een miskraam zouden hebben. Allah heeft ons beproefd met die kafir. Moge Allah de aarde zuiveren van die kafir.” Dewinter vroeg zich in een reactie af “hoeveel keer Abu Imran nog zal kunnen oproepen tot moord en geweld? Tot een moslim de daad bij het woord voegt?” (Gazet van Antwerpen 5 augustus 2011).

Een half jaar later, in februari 2012, net na het verbod op Sharia4Belgium, bracht Filip Dewinter een poster uit met hierop zijn dochter An-Sofie in bikini, én met een niqab (die alles bedekt, behalve de ogen), en op haar borsten de slogan ‘Vrijheid of islam?’ (Daily Mail Online 3 februari 2012). Hierop reageerde Belkacem met een YouTubefilmpje waarop hij An-Sofie oproept moslima te worden en een niqab te gaan dragen. Volgens de krant Het Laatste Nieuws beschilderde Belkacem de poster met zwart en voegde de zin ‘Welcome to Belgistan’ toe. Ook zou hij hebben gezegd: “An-Sofie, uw vader heeft u uitgekleed en afgebeeld over heel België, wij hebben u aangekleed zoals het hoort.” Hierop diende Dewinter een klacht in tegen Belkacem wegens vandalisme en bedreiging (Het Laatste Nieuws 5 maart 2012).

Niet lang daarna verscheen er een poster van het hoofd van Dewinter bovenop een zwaard gemaakt door een lid van Sharia4Belgium. Dewinter diende hiertoe wederom een klacht tegen hem in (Het Nieuwsblad 24 maart 2012).

Verder lanceerde Dewinter, zoals beschreven, in april 2014 een online spel ‘Minder Minder Minder’. Als reactie hierop namen enkelen het initiatief tot oprichting van de Facebookpa-gina ‘Ik doe aangifte tegen Dewinter’. In reactie hierop plaatste Kaoutar B. op 5 mei 2014 een oproep op haar Facebook: “Laat er een Mohammed B. [moordenaar Theo Van Gogh] onder jullie opstaan die met dit varken afrekent, zoals onze broeder met het zwijn Van Gogh heeft afgerekend. Moge Allah onze ogen verlichten met de afslachting van die vetzak”. Kaoutar is de echtgenote van Hicham C., een hooggeplaatste IS-strijder in Syrië, en lid van het opgedoekte Sharia4Belgium. Kaoutar B. zou zich vanuit België actief inzitten voor IS, voornamelijk via sociale media (De Morgen 7 december 2015).

7.4.2 Wisselwerking

Partijpolitieke context, de rol van Vlaams Belang

Het Vlaams Belang speelt een belangrijke rol in de wisselwerking tussen het anti-islamveld en het radicale-islamveld. Al sinds lange tijd speelt de partij een dominante rol in de politieke arena. Zoals vermeld, heeft zij hiermee haar stempel weten te drukken op het discours, en is het anti-immigratie- en anti-islamdiscours genormaliseerd. Wat hierbij meespeelt, is haar prominente aanwezigheid in het Belgische landschap, onder meer in media. Filip Dewinter krijgt veel media-aandacht. Ook de gevestigde plaats van het Vlaams-nationalisme is van belang voor een verklaring van de grote steun voor het Vlaams Belang (en op dit moment de N-VA); het Vlaams-nationalisme heeft een kader geschapen voor de ontwikkeling van extremere vormen van nationalisme. Hierbij moet overigens

worden opgemerkt dat een belangrijk deel van de aandacht voor het Vlaams Belang is verschoven naar de N-VA, die een wat mildere toon over migratie en aanverwante onder-werpen aanslaat.

Coolsaet zegt te betwijfelen of het Vlaams Belang, en het discours dat zij in de laatste decennia bezigt, een belangrijke voedingsbodem is voor gefrustreerde radicaliserende jongeren. Hij stelt dat ook een groot deel van de jongeren uit het Franstalige gedeelte van Brussel is uitgereisd, waar zij minder sterk blootgesteld worden aan het discours van Vlaams Belang (Coolsaet, interview januari 2016).

Directe wisselwerking tussen anti-islam en radicale islam

Wat opvalt in België is de openlijke wisselwerking tussen een aantal prominente actoren in het anti-islam- en radicale-islamveld in de afgelopen jaren, voornamelijk tussen Sharia4Bel-gium en het Vlaams Belang, zoals we hierboven hebben kunnen zien. Beide groeperingen spelen een grote rol in de wisselwerking tussen de twee velden. Hierbij maakten zij aanvan-kelijk voornamelijk gebruik van binnen de wet vallende middelen voor een aanval op ‘de ander’, namelijk de media, (YouTubefilmpjes, posters, stickers), en het gerecht (de verschil-lende rechtszaken van Dewinter tegen Sharia4Belgium). Ten tijde van schrijven is er aan deze openlijke wisselwerking een einde gekomen; Sharia4Belgium is verboden en de belangrijke figuren zitten in de gevangenis of zijn naar Syrië uitgereisd.

Bij deze wisselwerking spelen de media een belangrijke rol: door middel van mediagenieke acties probeerden beide actoren aandacht van de media te krijgen en zo van het publiek. Hierbij zien we zowel directe wisselwerking als indirecte wisselwerking, en in gereguleerde als in ongereguleerde setting. Bij een gereguleerde setting kunnen we denken aan de georganiseerde discussies tussen de frontmannen van Vlaams Belang en Sharia4Belgium. Bij wisselwerking in een ongereguleerde setting kunnen we denken aan de verstoring van de boekbespreking van Barnhard door leden van Sharia4Belgium, de demonstratie van leden van Voorpost en Vlaams Belang bij de Moslimexpo of de confrontaties tussen leden van de AEL en het Vlaams Blok. Belangrijk hierbij te vermelden is de definiëring van anti-islam of radicale islam door de ‘vijandige’ kampen niet altijd de definiëring van de onderzoekers volgt, zoals we ook in de andere landen zien. Zo werd de AEL door (onder andere) het Vlaams Blok gezien als radicaalislamitisch, terwijl dit volgens onze definities niet zo is. Uiteindelijk maakt dit voor de kans op confrontaties weinig uit; in de perceptie van deze partijen gaat het wel degelijk om een radicale, dus vijandige groepering, wat actie tegen deze groepering legitimeert. Dit geldt ook andersom: in het discours van groeperin-gen als de IS wordt geen onderscheid gemaakt tussen België en anti-islamitische actoren ín België; heel België (en breder: het hele Westen) wordt gezien als vijandig, mede door zijn anti-islamhouding, aldus radicaalislamitische actoren. In hun internationale propaganda benadrukken zij wel dat beledigers van de profeet op een ‘hitlijst’ staan.

Indirecte wisselwerking

Hiermee komen we uit op de indirecte wisselwerking tussen de twee velden. Hierbij blijkt wederom de toepasselijkheid van de bredere velden. Zo wordt duidelijk dat de twee bespro-ken anti-islamgroeperingen (Vlaams Belang en Voorpost) zich in hun discours richten op de gehele moslimgemeenschap. Zij hebben zich tijdens meerdere acties gericht op plaatsen waar veel moslims samenkwamen. De anti-islamgroeperingen zeggen zich hierbij te richten tegen de radicale islam, maar de scheidslijn is dikwijls onduidelijk. Ook andersom blijken actoren in het radicale-islamveld zich niet specifiek te richten op anti-islamactoren, maar breder op België in zijn geheel, en vaker nog op ‘het Westen’ in zijn geheel. Zemni en Coolsaet bevestigen dit beeld in het interview (januari 2016).

Uitzondering hierop vormt Sharia4Belgium, die zich in haar retoriek wel degelijk richt op specifieke actoren uit het anti-islamveld, waaronder leden van het Vlaams Belang en van de N-VA. Dit geldt ook voor de retoriek van de AEL, en op dit moment Movement X, waarin

beklag wordt gedaan over anti-islamactoren in de Belgische politiek. Deze laatste twee groeperingen worden door ons echter niet tot het radicale-islamveld gerekend.

Jacobs (2006) stelt dat de provocatieve en confronterende stijl van de AEL wellicht kan hebben bijgedragen aan een groter succes van het Vlaams Belang. Zemni stelt daarnaast in het inter-view (januari 2016) dat de provocatie van Sharia4Belgium door Vlaams Belang een strategie van de laatste was, om de eigen populariteit te vergroten. Ook Vidino (2015: 13) beschrijft hoe het Vlaams Belang de acties van Sharia4Belgium heeft gebruikt als mobilisatietechniek voor zijn eigen campagnes. Hij stelt dat dit een breder patroon is: Europese extreemrechtse groeperingen en Al-Muhajiroun-achtige groeperingen zoals Sharia4Belgium versterken elkaar onderling als vijanden, en gebruiken elkaars propaganda als munitie voor de ander.

7.4.3 Escalatie

Escalaties in de vorm van geweld lijken niet zozeer plaats te vinden tussen groeperingen uit beide velden, alswel vanuit individuen uit de marge van het ene veld gericht op het bredere andere veld. Aanslagen als die op het Joods museum, die van november 2015 in Parijs, die van maart 2016 en de diverse anti-islamgeweldplegingen kunnen hiertoe gerekend worden. Hierbij gaat het veelal om figuren die zich niet specifiek richten op een specifieke actor binnen het anti-is-lam- of radicale-islamveld, maar breder op moslims in het algemeen, en ‘het Westen’ (inclusief Joden) in het algemeen. Deze daden worden gelegitimeerd door het dominante discours binnen het betreffende veld, van een vijandige islam of een vijandig westen.

Kijken we naar dreigingen met geweld dan wijzigt het beeld. Zo is vanuit het radicale-islam-veld meerdere malen gedreigd met geweld aan het specifieke adres van dominante figuren binnen het anti-islamveld. De bedreigingen van Dewinter zijn hierin het duidelijkste voorbeeld. Andersom is ons niets bekend van bedreigingen vanuit het anti-islamveld aan het specifieke adres van figuren binnen het radicale-islamveld.

Daarnaast zagen we een geval van escalatie rondom de burgerpatrouilles van de AEL. Hier zorgden een aantal factoren voor escalatie. Dit waren de als racistisch gepercipieerde moord op de docent van Marokkaanse afkomst149, het ervaren onrechtvaardige en het gewelddadige politieoptreden tegen mensen met buitenlandse achtergrond en het uitgelek-te voornemen om politie-inzet uitgelek-te versuitgelek-terken op mensen met Marokkaanse achuitgelek-tergrond. Hiermee blijkt de rol van overheid en politie van groot belang voor de kans op escalatie. Ook zagen we een enkele maal een gewelddadige confrontatie met de politie waar leden van Sharia4Belgium bij betrokken waren, naar aanleiding van de poging tot arrestatie van een vrouw in niqab. Ook dit lijkt meer de vorm aan te nemen van verzet tegen de staat, en tegen de als anti-islam ervaren wetten.