• No results found

In 1938 koopt Dirk Hannema, toenmalig directeur van het Boijmans Museum in Rotterdam,136 het

schilderij De Emmaüsgangers (afb. 3) voor 520.000 gulden. Voor die tijd is het een fors

aankoopbedrag, maar dit is het waard voor een net ontdekt meesterwerk van Johannes Vermeer.137

Althans, men is ervan overtuigd dat het schilderij een authentieke Vermeer is. Door een aantal samenlopende incidenten, die verderop worden besproken, wordt deze overtuiging in toenemende mate sterker. Zeven jaar later in 1945 blijkt het schilderij echter een vervalsing te zijn. Het schilderij is niet in de zeventiende eeuw door Vermeer vervaardigd, maar in het begin van de twintigste eeuw door Han van Meegeren (1889 - 1947). Van Meegeren is een Nederlandse schilder die zich wil afzetten tegen de modernisering van de kunst, maar krijgt niet de aandacht en waardering die hij hoopt te krijgen. Van Meegeren voelt zich hierdoor geneigd om zeventiende-eeuwse stijl schilderijen te vervalsen en te verkopen onder de naam van gevestigde kunstenaars. Hij slaagt erin om een perfecte authentieke vervalsing te maken. Kunsthistorica Amy Golahny beschrijft dit als: “[...], in Emmaüs, Van Meegeren succeeded in outwitting the technical expertise of the day by way of his novel paint- baking technique”.138 Zijn vervalsingen zijn zo bekwaam en goed doordacht dat hij de grootste

kunstkenners weet te misleiden.

Het aankoopproces

Hannema, met de onwetendheid dat het werk een vervalsing is, wil met de aankoop van een ‘echte’ Vermeer het Rotterdamse museum laten concurreren met musea zoals het Rijksmuseum in

Amsterdam en het Mauritshuis in Den Haag. Deze musea hebben immers al enkele Hollandse Meesters in hun bezit.139 Het ontdekken van dit Vermeer schilderij is voor de Rotterdamse

museumdirecteur de kans om ook een Hollandse meester te bemachtigen. De kunsthistoricus Abraham Bredius wordt in 1937 benaderd om het schilderij te bestuderen.140 Hij is aanvankelijk

sceptisch over de herkomstgeschiedenis van het schilderij en hij twijfelt of het überhaupt door Vermeer is vervaardigd. Maar kort nadat hij het schilderij bestudeert, verschijnt zijn artikel over het kunstwerk waar geen enkele twijfel kan worden getraceerd. Het artikel wordt in The Burlington

136 In 1958 wordt de kunstverzameling van Daniel George van Beuningen aangekocht door het museum waarna

de naam van het museum wordt aangepast naar Museum Boijmans van Beuningen (Golahny, 53).

137 Het Rijksmuseum koopt in 1943 het schilderij De voetwassing een vervalste Vermeer van Han van Meegeren

voor 1,3 miljoen gulden (Rijksmuseum). En Goering betaalt voor Christus en de overspelige vrouw ook een vervalsing van Van Meegeren 1,6 miljoen gulden (Ligtenberg).

138 Golahny, 52.

139 Het Rijksmuseum bezit De Liefdesbrief (1670), Gezicht op huizen in Delft (1658), Het Melkmeisje (1660) en Brieflezende vrouw (1663). Het Mauritshuis bezit het Meisje met de parel (1665), Diana en haar Nimfen (1653-

54) en Gezicht op Delft (1660-61).

140 Abraham Bredius wordt gezien als de “Paus” van de kunstwereld: “Bredius had the nickname of ‘the Pope’ -

40

Magazine gepubliceerd. Hij beschrijft de ontdekking van een Vermeer met lovende woorden:

It is a wonderful moment in the life of a lover of art when he finds himself suddenly confronted with a hitherto unknown painting by a great master, untouched, on the original canvas, and without any restoration, just as it left the painter's studio. [...] The masterpiece of Johannes Vermeer of Delft [...] quite different from all his other paintings and yet every inch a Vermeer.141

Bredius ziet wel verschil met het net ontdekte schilderij en andere werken uit Vermeers oeuvre, maar hij is ervan overtuigd dat dit is wel écht een Vermeer. En aangezien Bredius aanzien heeft in de kunstwereld, worden zijn uitspraken als betrouwbaar beschouwd.

Een overtuigende vervalsing

Het succes van Van Meegeren’s vervalsing komt door een aantal samenlopende factoren. Ten eerste is de directeur van het Boijmans museum gretig om een voorsprong te krijgen op het Rijksmuseum en aast erop om dit schilderij aan te schaffen. Door zijn assertieve houding moet het werk wel een originele Vermeer zijn; die laat men immers niet aan zich voorbijgaan. Ten tweede zijn ook

kunstcritici met een hoog aanzien ervan overtuigd dat De Emmaüsgangers een topstuk uit Vermeers oeuvre is. Kunstcritici hebben een autoritaire houding; ze hebben gestudeerd en behoren

onafhankelijk advies te kunnen geven over bepaalde kunstwerken, hierdoor wordt hun mening als geloofwaardig beschouwd. En als laatste slaagt Van Meegeren erin om een ultieme vervalsing te creëren door het schilderij een authentieke uitstraling te geven.142 De voorstelling is tevens geen

bestaande voorstelling van Vermeer; het is dus geen replica. De Emmaüsgangers zou door de religieuze voorstelling aan het begin van Vermeers carrière kunnen zijn geschilderd. Van Meegeren heeft dus aandacht besteed aan het concept van de afbeelding, waardoor het precies in de tijdsgeest van Vermeer zou kunnen passen.143 Deze drie factoren hebben ertoe geleid dat de vervalsingen van

Van Meegeren de kunstwereld heeft weten te misleiden.

141 Bailey.

142 In de rechtszaal vertelde Van Meegeren hoe hij zijn vervalsingen creëert: hij koopt een oud zeventiende-

eeuws goedkoop doek waar hij de voorstelling van af schraapt, zodat alleen de oude grondlaag overblijft. In de grondlaag is namelijk de oude craquelure te vinden, wat het een authentieke uitstraling geeft. Voor de verf gebruikt hij bakeliet, en geen olieverf. De bakeliet wordt hard wanneer het in de oven gaat. Nadat het schilderij hard is geworden, legt hij het schilderij over een rol zodat de craquelure wordt geaccentueerd.

143 “It has often been speculated that Van Meegeren’s success was due to his thorough understanding of the

‘Zeitgeist,’ enabling him to create an ideal Vermeer for the 1930s that could never have passed muster in any other period” (Golahny 55).

41

De ontmanteling

De waarheid komt naar boven wanneer Van Meegeren in 1945 gearresteerd wordt, omdat hij met de Duitsers collaboreert. Op dat moment heeft Van Meegeren twee mogelijkheden: volhouden dat de werken van Vermeer authentieke werken zijn en dat hij inderdaad met de vijand samenwerkt of bekennen dat hij degene is die de valse Vermeers de kunstwereld in heeft gebracht. Hij kiest voor het tweede: hij bekent dat hij de vervalste schilderijen van Vermeer heeft geschilderd. Maar, dit is louter om Nederland te laten zien dat hij een ‘goede daad’ heeft verricht. Van Meegeren heeft er namelijk voor gezorgd dat er tweehonderd originele Nederlandse schilderijen, die Nazi veldmaarschalk Hermann Goering in beslag heeft genomen, weer terug worden geruild voor één valse Vermeer.144

Van Meegeren voelt zich daarom meer een nationale volksheld dan een crimineel.

Authentieke vervalsing en een daling in waarde

Het feit dat het Boijmans museum in die tijd een half miljoen gulden voor het werk heeft neergelegd laat zien dat Vermeer een gewaardeerde kunstenaar is. Men vindt dit schilderij hét meesterwerk van Vermeer. “[After] its launching at the Boijmans Museum, the most respected experts as well as the wider public in the Netherlands and elsewhere not only swallowed the new Vermeer, but sang dithyrambs on it”, beschrijft Golahny.145 Het werk wordt beschouwd als Vermeers meesterwerk,

ondanks dat er nog geen materieel onderzoek is gedaan en ook geen onderzoek naar de

herkomstgeschiedenis. Desalniettemin gaat iedereen ervan uit dat het een authentieke Vermeer is. Hoe is het mogelijk dat de kunstwereld verblind raakt door Van Meegerens vervalsing? Aan de hand van Newman en Bloom’s onderzoek kan deze vraag verklaard worden. Men beschouwt dit werk als een authentieke Vermeer, omdat er meerdere mensen zijn die het kunstwerk waarderen. Zoals we hebben gezien spelen drie factoren een rol in het succes van Van Meegeren. Twee van deze factoren hebben er mee te maken dat er personen zijn geweest die in het kunstwerk geloven.146 Wanneer bepaalde

mensen een kunstwerk waarderen, wordt het kunstwerk vervolgens meer gewaardeerd. De reden hiervoor is niet expliciet, maar het onderzoek geeft het volgende voorbeeld. Een persoon waardeert goud meer dan zilver en waarom hij een voorkeur heeft voor goud, komt doordat hij weet dat andere mensen ook deze voorkeur hebben.147 Bij de aankoop van de vervalste Vermeer zien we dit ook

gebeuren. Vermeer wordt namelijk gezien als een gerenommeerde kunstenaar, waardoor al zijn

144 Hitler en Goering zijn van plan een topcollectie bij elkaar verzamelen, in het bijzonder voor het

Führermuseum te Linz. Particulieren en kunsthandelaren, die in het bezit zijn van kunstwerken die Hitler en Goering in hun museum willen hebben, worden door de Nazis gedwongen hun kunst af te geven.144 Van

Meegeren heeft er dus voor gezorgd om de ‘echte’ schilderijen, die Goering onrechtmatig heeft verkregen, weer terug te ruilen voor de vervalste Vermeer.

145 Golahny, 55.

146 Deze personen zijn de toenmalige directeur van het Boijmans museum in Rotterdam en de kunstcriticus

Bredius, die door middel van zijn artikel in het Burlington Magazine een grote groep mensen bereikt.

42

schilderijen worden verbonden met een hoge waardering. En daarom gaat men ervan uit dat De

Emmaüsgangers een authentieke Vermeer is. Er wordt geen onderzoek naar de echtheid gedaan,

omdat men overtuigd is door meningen van anderen die denken dat het een echte Vermeer is. Wanneer het vervalste schilderij wordt ontmaskerd, daalt de waardering van het schilderij direct. In de tekst van Golahny wordt het werk beschreven als “rotten fake”. 148 Het bijvoeglijke

naamwoord ‘bedorven’ laat blijken dat de vervalsing niet wordt gewaardeerd.Aan de ene kant is het vreemd dat men het ‘bedorven’ noemt, aangezien de voorstelling van het werk hetzelfde blijft. Er is niks aan de kwaliteit van het kunstwerk veranderd. Maar aan de andere kant is men erachter gekomen dat het werk is vervaardigd door Van Meegeren. Het werk is geen authentieke Vermeer. In dit geval kunnen we de relevantie van een authentiek schilderij benadrukken. De waardering van een niet- authentiek werk is nihil. De uitspraak die Van de Wetering doet over de authenticiteit van het concept kan in twijfel worden getrokken.149 Van de Wetering vindt dat het concept, ofwel de voorstelling van

het schilderij, een belangrijke rol speelt in de authenticiteit van het werk. Tijdens de ontmaskering van Van Meegeren is het concept onveranderlijk gebleven, maar de waardering van het schilderij niet. Hetzelfde gebeurd met het recent ontmaskerde werk van Frans Hals.150 In 2011 wordt het werk

Portret van een Man (afb. 18) voor 9,5 miljoen euro gekocht op een veiling van Sotheby’s, maar in

maart 2016 wordt het werk verklaard als een vervalsing. De koper heeft uiteindelijk zijn geld teruggekregen van het Britse veilinghuis, aangezien de vervalsing geen 9,5 miljoen euro waard is. In zowel De Emmaüsgangers als het Portret van een Man zijn de voorstellingen hetzelfde gebleven, maar het ontmaskeren van de vervaardiger heeft verandering in de authenticiteit van het werk gebracht. Het werk is niet meer authentiek en dit komt niet door de voorstelling, maar door de vervaardiger. Pieter van Os schrijft in het artikel “Vervalsingen” uit de NRC: “[duur] verkochte vervalsingen laten vaak prachtig zien om welke eigenschappen een grote meester eeuwen later wordt gewaardeerd. Met andere woorden: ze tonen de smaak van hún tijd”.151 Hiermee wil ik benadrukken

dat de vervaardiger en de tijd waarin zij leven in het begrip van authenticiteit een grote rol spelen. Zoals Van Os vermeldt, worden de grote meesters gewaardeerd doordat ze hun tijd tonen. Het feit dat De Emmaüsgangers niet in de zeventiende eeuw, maar in de twintigste eeuw is vervaardigd, verandert de waardering van het kunstwerk. Van Meegeren heeft bovendien niet dezelfde handelingen verricht als Vermeer. In het onderzoek van Newman en Bloom wordt dit beschreven als

performance.152 Bij het beoordelen van een authentieke Vermeer op zijn performance worden

verschillende omstandigheden in acht genomen. Ten eerste weet men dat Vermeer maandenlang bezig is om een schilderij te voltooien; hoe langer het proces hoe hoger de waardering. En ten tweede gebruikt Vermeer verf die hij zelf maakt, terwijl in de tijd van Van Meegeren dit niet meer

148 Golahny, 55. 149 Van Thiel, 141.

150 Tooms, "Sotheby's veilde per ongeluk vervalste Frans Hals." 151 Van Os, “Vervalsingen”.

43

noodzakelijk is. Hierbij komt kijken dat de aura van het schilderij niet uit de zeventiende eeuw afkomstig is, maar uit de twintigste eeuw. De aura uit de twintigste eeuw komt niet overeen met wat er in het schilderij van Van Meegeren wordt afgebeeld. Het hier en nu van begin twintigste eeuw beslaat de kunststroming van de moderniteit. Kunstwerken van schilders zoals Marcel Duchamp, Wassily Kandinsky of Piet Mondriaan hebben een aura uit de twintigste eeuw. Wat Van Meegeren in de twintigste eeuw schildert komt hier niet mee overeen. Kortom, De Emmaüsgangers heeft niet de

performance en de aura dat uit de zeventiende eeuw afkomstig zou moeten zijn. De authenticiteit die

in verband staat met de performance en de aura is daarom niet aanwezig in het schilderij.

Relevantie van restauratie

De relevantie van materieel onderzoek komt hier duidelijk aan de orde. Een onderzoek zou kunnen aantonen dat het werk van Van Meegeren niet in de zeventiende eeuw is vervaardigd, maar in de vorige eeuw. Paul Coremans, een Belgische wetenschapper, levert tijdens de rechtszaak tegen Van Meegeren bewijsmateriaal dat het werk De Emmaüsgangers geen authentieke Vermeer is. Hij komt met een wetenschappelijk bewijs dat de ingrediënten, die Van Meegeren in zijn schilderij gebruikt, moderne ingrediënten zijn. Vermeer zou nooit toegang kunnen hebben tot zulke materialen.153

Tegenwoordig doet men eerst wetenschappelijk onderzoek naar een schilderij en daarna gelooft men pas de kunstkenner. Kunsthistoricus Henk van Os zegt hierover: “[we] beginnen nu bij de materiële onderzoekers, en pas dan komen we met het oog. En vroeger ging het ‘oog’ voorop en het type autoritair kenner, dat is een soort menselijk type wat tegenwoordig niet meer bestaat”.154 De

autoritaire kenner is vervangen door het wetenschappelijk onderzoek. Het incident had wellicht voorkomen kunnen worden, zoals Van Os zegt, door middel van een materieel onderzoek. De kunstkenner en de directeur van het museum hebben uiteraard gezag maar kunnen niet bewijzen dat een werk uit de zeventiende eeuw komt of niet. In dit geval zou een restauratierapport zoals deze door ICOM wordt nagestreefd van belang zijn.155 In dit document behoort alle informatie te staan over het

materiaal en de conditie van een bepaald kunstwerk. Hannema zou de aankoop kunnen voorkomen als hij in het bezit zou zijn geweest van zo een rapport. Of hij had het werk kunnen aanschaffen, niet als een authentieke Vermeer, maar als een authentieke Van Meegeren. Hoewel dan de prijs van het doek geen half miljoen gulden waard is.

Er is tevens een verschil tussen de bewuste vervalsing van een Vermeer en wanneer kunsthistorici onzeker zijn wie de maker van een schilderij is. Aan de hand van de schilderijen van Rembrandt van Rijn (1606 - 1669) kan een dergelijke onzekerheid worden toegelicht. Kunsthistorici

153 Golahny, 53.

154 Aflevering van Universiteit van Nederland uitgezonden op 21 november 2014. “Waarom werd een

vervalsing aangezien voor Vermeers beste werk ooit?” gepresenteerd door kunsthistoricus en oud-directeur van het Rijksmuseum Henk van Os.

44

kunnen namelijk niet altijd achterhalen of een schilderij door Rembrandt is geschilderd of door een van Rembrandts leerlingen.156 In de zestiende en zeventiende eeuw is het namelijk vanzelfsprekend

dat leerlingen van gerenommeerde schilders in dezelfde stijl als hun meester schilderen. Het is dan inderdaad moeilijk om een authentieke Rembrandt te kunnen identificeren tussen verschillende bijna identieke schilderijen die door zijn leerlingen zijn geschilderd. Dan zou een materieel onderzoek niet kunnen verifiëren of het werk van een leerling is of van Rembrandt, aangezien de leerlingen in die tijd dezelfde materialen gebruiken als hun meester. Maar in dit geval zijn de leerlingen zich niet van kwaad bewust; in de kunstwereld van die tijd wordt het als normaal gezien. In tegenstelling tot de leerlingen van Rembrandt heeft Van Meegeren opzettelijk een vervalste Vermeer geschilderd. Met opzet heeft hij iedereen laten geloven dat De Emmaüsgangers van Vermeer is, waarbij hij zelfs de handtekening van Vermeer heeft geïmiteerd om het op een originele Vermeer te laten lijken. Het is daarom niet onlogisch dat de kunstwereld geshockeerd is, toen ze erachter zijn gekomen dat het schilderij niet van Vermeer blijkt te zijn. Zijn keuzes voor materiaal; onderwerp en het detail van de handtekening zijn goed doordacht, maar op het moment dat men erachter komt dat het een vervalste Vermeer is, verdwijnt de authenticiteit van het schilderij en daarmee daalt ook de waardering voor het werk.

45