• No results found

Case-studie: regionale afspraken

In document Bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit (pagina 70-72)

In de Bommelerwaard staan agrarische activiteiten op gespannen voet met de winning van drinkwater. Bestrijdingsmiddelen die bij agrarische activiteiten in de polder vrijkomen, maar ook middelen die door gemeenten, burgers en op bedrijfster- reinen worden gebruikt, vormen een probleem voor de drinkwaterbereiding.

In het project ‘Zuiver Water in de Bommelerwaard’ is dit probleem aangepakt. Er zijn verschillende partijen bij betrokken. Waterbedrijf Dunea neemt water in dat uit de Bommelerwaard komt. De provincie Gelderland is verantwoordelijk voor het ruimtelijk beleid in de polder. De gemeenten Maasdriel en Zaltbommel beheren de openbare ruimte. Agrariërs en telers, verenigd in land- en tuinbouworganisaties (LTO’s), passen bestrijdingsmiddelen toe om hun oogsten te beschermen tegen ziekten en plagen; bovendien gebruiken gemeenten en particulieren bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld tegen onkruid op verharde oppervlakken. Het waterbeheer is in handen van het Waterschap Rivierenland. Rijkswaterstaat (RWS) is uiteindelijk de verantwoordelijke partij voor de waterkwaliteit. En via het drinkwaterbedrijf Dunea is ook Provincie Zuid- Holland belanghebbende bij de waterkwaliteit.

Bestrijdingsmiddelen

De Bommelerwaard, ten zuiden van de Betuwe in de provincie Gelderland, is een laag- gelegen polder, 15.700 hectare groot met iets meer dan 50.000 inwoners. De bodem bestaat vrijwel volledig uit klei. Het economisch grondgebruik is nagenoeg geheel agrarisch. Zo’n 70% van het areaal bestaat uit grasland voor de veeteelt, op 10% wordt maïs verbouwd voor de productie van diervoeding en 10% is overig bouwland; bijna 1% tenslotte is voor fruitteelt en glastuinbouw, een groeiende sector met de nadruk op chrysanten (Hoekstra et al., 2002). De Bommelerwaard wordt aan de noordkant begrensd door de Waal en aan de zuid- en oostkant door de Maas. Ten westen ligt de Afgedamde Maas, een twaalf kilometer lange, doodlopende zijtak van de Maas.

Maas, kwelwater en neerslag voorzien de Bommelerwaard van water. De waterstand wordt geregeld door verschillende gemalen. Bij een te laag waterpeil laat gemaal Stuvers aan de oostkant water uit de Maas in. Bij een te hoge waterstand slaan vier gemalen aan de westkant overtollig water uit naar de Afgedamde Maas: Van Dam van Brakel (kortweg Brakel), de Baanbreker (figuur 12.1), De Jongh en de Rietschoof.

Het water in de Afgedamde Maas is vervuild met chemische stoffen (Houtman, 2010), wat risico’s met zich kan meebrengen voor het milieu of, via drinkwater, voor de menselijke gezondheid. Met name restanten en afbraakproducten van bestrijdingsmid- delen zijn een probleem. Deze zijn deels afkomstig van activiteiten stroomopwaarts in Frankrijk, België en Nederland. Maar een ander deel komt uit de Bommelerwaard, via emissie vanuit fruitteelt, chrysantenteelt, veeteelt, glastuinbouw en niet-agrarisch gebruik. Een deel van de gebruikte bestrijdingsmiddelen komt terecht in het polder- water en wordt uitgeslagen op de Afgedamde Maas.

Figuur 12.1 De Baanbreker, één van de gemalen waarmee Waterschap Rivierenland

overtollig water uit de Bommelerwaard uitslaat op de Afgedamde Maas (bron: Houtman).

Drinkwaterwinning

Drinkwaterbedrijf Dunea Duin en Water produceert jaarlijks drinkwater voor 1,2 miljoen consumenten in West-Nederland uit 80 miljoen m3 water uit de Afgedamde

Maas. Om te voorkomen dat bestrijdingsmiddelen en andere ongewenste stoffen in het drinkwater terechtkomen, volgt Dunea hun aanwezigheid nauwlettend en zuivert het ingenomen water grondig voordat het gedistribueerd wordt naar consumenten.

Het waterinnamestation bevindt zich langs de Afgedamde Maas ter hoogte van de Wilhelminasluizen in de gemeente Brakel. Enkele kilometers daarvoor begint de eerste zuiveringsstap al. Daar, in de monding van de Afgedamde Maas, wordt ijzersulfaat gedo- seerd om door vlokvorming het fosfaatgehalte van het water te verlagen, waardoor er minder kans is op algengroei. Een gunstig bijeffect is dat ook slibdeeltjes en sommige organische toxische stoffen neerslaan op de bodem. Gemiddeld doet het water er dan nog anderhalve tot twee maanden over om het innamestation te bereiken.

Vervolgens wordt het water over een afstand van 35 km verpompt naar de voorzuive- ringsinstallatie in Bergambacht (figuur 12.2). Daar gaat het door een filterbed van zand om zwevende stof, ijzer en mangaan te verwijderen. Daarna wordt het via twee grote pijpleidingen zo’n 50 km naar de kust getransporteerd. In de duingebieden bij Monster, Scheveningen en Katwijk wordt het water in infiltratieplassen gebracht (figuur 12.3), waarna het in de duinbodem zakt om na een verblijftijd van gemiddeld twee maanden weer te worden opgepompt. Deze langzame passage door de duinen is een belangrijke stap in het zuiveringsproces. Veel ongewenste stoffen worden efficiënt geabsorbeerd of door micro-organismen afgebroken en ongewenste bacteriën en virussen worden verwijderd. Daarnaast treedt er in het duin menging op van water dat op verschil- lende momenten is geïnfiltreerd. Daardoor is de kwaliteit en de temperatuur van het herwonnen water constanter dan die van het geïnfiltreerde oppervlaktewater. Als het water weer is opgepompt, wordt het nog nagezuiverd: het wordt onthard, belucht, behandeld met actief kool en nogmaals gefilterd met langzame en snelle zandfilters (Lekkerkerker-Teunissen et al., 2011; Dunea, 2010). De duinfiltratie en de behandeling met actief kool dragen het meest bij aan de verwijdering van bestrijdingsmiddelen.

Figuur 12.2 Geografische ligging van het innamestation te Brakel, de voorzuiverings-

installatie te Bergambacht, de infiltratiegebieden in de duinen en de tussenliggende transportleidingen (bron: Dunea, Voorburg).

PAGINA 141 ____ ____ PAGINA 140

Figuur 12.3 De Afgedamde Maas. Rechts op het eiland het innamestation van

drinkwaterbedrijf Dunea, Bron: Dunea.

Bestrijdingsmiddelen en hun afbraakproducten in de Afgedamde Maas vormen op verschillende manieren een probleem voor de drinkwaterbereiding. Ten eerste heeft Dunea als oogmerk om betrouwbaar water te leveren van onberispelijke kwaliteit. Het wil, ter bescherming van de volksgezondheid, voorkomen dat bestrijdingsmiddelen en hun afbraakproducten in het drinkwater terechtkomen. Het landelijke standpunt van de drinkwaterbedrijven is dat er een dubbele barrière in stand moet blijven: enerzijds preventieve maatregelen om de kwaliteit van de bronnen te optimaliseren en anderzijds een goede zuivering om overgebleven ongewenste stoffen te verwijderen (Houtman et al., 2010). Zuivering is echter duur. Hoe schoner het ingenomen water, hoe lager de kosten voor zuivering.

Ten tweede moet Dunea voldoen aan zeer strenge kwaliteitseisen voor het water dat in de duingebieden wordt geïnfiltreerd, zoals vastgelegd in het Infiltratiebesluit Bodembescherming (IB). Het IB heeft als doel te voorkomen dat de duingebieden op niet duurzame wijze met vervuilende stoffen worden belast. De in het IB gehanteerde norm voor een aantal specifiek genoemde bestrijdingsmiddelen komt overeen met het drinkwatercriterium (0,1 μg/l). Het water dat na de voorzuivering in de Afgedamde Maas en in pompstation Bergambacht naar de duinen gaat, voldoet niet altijd aan alle kwaliteitsnormen van het IB. Provincie Zuid-Holland eist daarom als vergunningver- lener en toezichthouder dat Dunea preventieve maatregelen aan de bron neemt om op termijn aan deze normstelling te kunnen voldoen, zodat in 2016 met de inzet van slechts eenvoudige voorzuiveringstechnieken (coagulate, snelfiltratie, beluchting en desinfectie (Zwolsman & Van den Berg, 2006)) aan het IB wordt voldaan.

In document Bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit (pagina 70-72)