• No results found

Aard en omvang van de problematiek

In document Bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit (pagina 83-85)

Het aantal bestrijdingsmiddelen dat op de Nederlandse markt is toegelaten neemt de laatste jaren toe en ook het gebruik van de bestrijdingsmiddelen in de land- en tuin- bouw stijgt (hoofdstuk 2). Dit staat haaks op de beleidsvoornemens uit het verleden waar werd gepleit voor een vermindering van het gebruik en een vermindering van de afhankelijkheid van bestrijdingsmiddelen.

Kenmerkend voor Nederland is dat veel van de percelen waarop de bestrijdingsmid- delen worden gebruikt zijn omringd door een fijnmazig netwerk van oppervlaktewa- teren. Desondanks lijkt het de laatste jaren toch mogelijk om een intensieve landbouw te hebben naast een redelijke waterkwaliteit. Vijftig jaar na Dode Lente drijven er zelden meer dode vissen in het water en zijn grote problemen met bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater waaruit drinkwater wordt gemaakt verleden tijd.

Samenvattend kan worden gezegd dat het Nederlandse water flink schoner is geworden. Opvallend is wel dat de grootste milieuwinst is geboekt voor 2001, na die

PAGINA 165 ____ ____ PAGINA 164

tijd is eigenlijk nauwelijks sprake van een verdere verbetering van de waterkwaliteit zo laten de metingen zien.

In de onderstaande tabel (14.1) wordt een overzicht van de verschillende maten (zie kader) waarin de milieubelasting kan worden uitgedrukt en die is beschreven en doorgerekend in dit boek.

Tabel 14.1 Milieubelasting uitgedrukt op jaarbasis en op basis van een 3-jaars

gemiddelde. vergelijking 3-jaars gemiddelde 1997-1999 vs. 2008-2010 vergelijking jaarbasis 1998-2009

Gemiddeld % stoffen dat MTR overschrijdt -65% -68%

Gemiddeld % metingen dat MTR overschrijdt -71% -75%

Gemiddeld % locaties waar MTR wordt overschreden 17% -2%

Gemiddeld % overschrijding van SNOMTR -90% -71%

Gemiddeld % overschrijding van SNOVR -89% -71%

Aantal locaties met msPAF >5% -49% -58%

Aantal visincidenten -90% -100%

Aantal metingen dat drinkwatercriterium overschrijdt * -80% -85%

Legenda: - = afname. Tabel is deels overlappend met tabel 4.2 en aangevuld met gegevens uit de hoofdstukken 6 en 7. * = periode van vergelijken is 1998 - 2010.

Als we de strikte vergelijking maken tussen de jaren 1998-2009 dan is het Nederlandse oppervlaktewater globaal 70% schoner geworden (tabel 14.1, hoofdstuk 4). Het gemid- deld percentage stoffen dat in concentraties boven het MTR in het water voorkomt is de afgelopen jaren verminderd met 75%. Wanneer alle stoffen op een meetlocatie wordt gesommeerd (SNO waarde) blijkt dat de milieuwinst circa 71% is. Het gemiddeld percentage metingen waarbij stoffen de drinkwaternorm overschrijden is in de periode 1998-2010 met maar liefst 85% gedaald (tabel 14.1 en hoofdstuk 7). Er is echter slechts een geringe afname (2%) van het aantal locaties waar het MTR wordt overschreden. De locaties waar de ecologische druk op de aquatische levensgemeenschappen (alle planten en dieren in het water) met meer dan 5% wordt overschreden is wel afgenomen (58%) in de periode 1998-2009. Directe vissterfte is recentelijk niet meer geconstateerd (tabel 14.1 en hoofdstuk 6).

Als we een vergelijking maken op basis van het driejaarlijks gemiddelde (1997-1999 vs. 2008-2010) dan blijkt voor de meeste maten (% stoffen, % metingen, msPAF, inci- denten) een vergelijkbare dan wel iets lagere milieuwinst te zijn behaald. Op basis van het driejaarlijks gemiddelde stijgt zelfs het aantal locaties met normoverschrijdingen met 17%. Opvallende uitzondering is de gesommeerde (SNO) overschrijding. Op basis van het driejaarlijks gemiddelde is er dan juist een grotere milieuwinst behaald: circa 90%. De drie jaarlijkse vergelijking is in vergelijking met de strikte vergelijking van

alleen de jaren 1998-2009 minder gevoelig voor uitschieters en kan daarmee gezien worden als een meer robuuste maat voor de milieubelasting (voor verdere discussie zie hoofdstuk 4).

Als we verder inzoomen op de aard en omvang van de huidige milieubelasting dan zien we:

Meest problematische stoffen

Als de prioritaire en niet-prioritaire stoffen zijn gerangschikt naar mate van hun mili- eubelasting (hoofdstuk 5) op basis van het MTR dan wel de Europese norm, dan blijken 18 stoffen een substantiële bijdrage (meer dan 1%) aan de bestrijdingsmiddelenproble- matiek te hebben. Op basis van de risico’s voor de aquatische levensgemeenschappen (msPAF, hoofdstuk 6) blijken 21 bestrijdingsmiddelen substantieel (1% of meer) bij te dragen. Stoffen zoals imidacloprid, pirimifos-methyl, pirimicarb, dimethoaat, malathion staan op beide lijsten. Gezien het feit dat er tegen de 700 verschillende stoffen worden gemeten (hoofdstuk 3) kan er worden geconcludeerd dat maar enkele stoffen de kern van het probleem veroorzaken.

Wat verder opmerkelijk is dat een aantal bestrijdingsmiddelen nog steeds in het oppervlaktewater voor komt ondanks het feit dat deze stoffen niet meer op de Nederlandse markt zijn toegelaten.

Meest problematische jaargetijden

In het late voorjaar en de zomermaanden overschrijden de meeste stoffen de normen. Ook is in die periode het aantal locaties waarop de normen worden overschreden het hoogst. Toch is het opvallend dat de milieunormen soms ook worden overschreden in de wintermaanden: in deze perioden staan er veel minder gewassen op het land (hoofdstuk 4).

Meest problematische regio’s en teelten

De mate waarin de milieunormen in het oppervlaktewater worden overschreden is sterk verschillend per regio. De grootste problemen voor wat betreft de milieubelasting zijn veelal te vinden in het westen van het land (hoofdstuk 4 en 5). In verhouding worden veel bestrijdingsmiddelen uit de bloembollenteelt, kasteelt en bloemisterij in te hoge concentraties in het oppervlaktewater aangetroffen. In gebieden met grootschalige teelten zoals bijvoorbeeld aardappelen en granen wordt door een kleiner aantal stoffen de milieunorm overschreden, maar wel op veel plaatsen in Nederland. (hoofdstuk 8). Vandaar dat de stoffen die bij deze teelten worden gebruikt op nationaal niveau dan toch hoog in de probleemstoffen lijsten terecht kunnen komen.

Belasting uit binnen- of buitenland

Soms wordt gesteld dat de bestrijdingsmiddelenproblematiek in ons land groten- deels door verontreinigen uit het buitenland wordt veroorzaakt. Het blijkt dat in de stromende wateren vlakbij België een groter percentage stoffen die niet in Nederland

PAGINA 167 ____ ____ PAGINA 166

toegelaten zijn, de norm overschrijd vergeleken met de rest van Nederland. Maar de totale bijdrage uit België blijft laag. Aan de grens met Duitsland was het percentage normoverschrijdende stoffen niet hoger dan elders in Nederland. (hoofdstuk 8). Het leeuwendeel van de bestrijdingsmiddelenproblematiek in Nederland is dan ook een echt binnenlands probleem.

Belasting regenwater

Ondanks dat er weinig recente metingen in het lucht- en regenwater zijn gedaan, zijn er zelfs bestrijdingsmiddelen in concentraties hoger dan de MTR-norm gevonden (hoofdstuk 9). Naast directe drift, afspoeling en uitspoeling van percelen kan ook via de lucht het oppervlaktewater met bestrijdingsmiddelen worden belast.

In document Bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit (pagina 83-85)