• No results found

4. Wat wil de man?

5.2 Disciplinering van ‘natuurlijke’ schoonheid als ideaal

5.2.1. Bron verwachtingspatronen

Een interessante vraag is hoe het kan dat de geïnterviewden aan de ene kant duidelijke idealen hebben met betrekking tot het uiterlijk en schoonheidspraktijken van vrouwen, en zich hier aan de andere kant weinig van bewust lijken te zijn. Volgens Michel Foucault (1969) is in de moderniteit normaliteit gecreëerd en geconstrueerd en dit gebeurt volgens hem op verschillende manieren. Discours is hier volgens Foucault een belangrijk voorbeeld van. Het discours zijn de verhalen over de werkelijkheid die de realiteit vormgeven. Dit betekent dat het dominante discours dat heerst op die manier voor een groot deel bepaalt hoe men de dingen om zich heen ziet. In de interviews die er gevoerd zijn naar aanleiding van deze bachelorscriptie is deze invloed van discours duidelijk naar voren gekomen. De geïnterviewde mannen zijn zich er veelal van bewust dat er een bepaald discours bestaat met betrekking tot de aantrekkelijkheid van vrouwen. Zo vertelt Freek idealen die er volgens hem in onze samenleving bestaan:

Dan zou ik zeggen dun, kleiner dan jezelf, mooi gezicht, mooi haar, mooie billen, mooie borsten.

Ook Sam is duidelijk in wat volgens hem idealen zijn met betrekking tot het uiterlijk van vrouwen:

Graatmager, lange benen, strakke buik, perfecte borsten die zo mooi naar voren staan dat je denkt ‘god als dit niet goed is dan weet ik het ook niet meer’, vaak ook perfecte tepels, haren die nog nooit zo mooi glanzend zijn geweest, perfect uit elkaar staande

39

ogen en neus. Dat is een beetje hoe ik het idee heb dat vrouwen als perfect worden gezien in onze samenleving.

Het ideaal dat volgens Freek en Sam, zoals hierboven beschreven, onder mannen bestaat is volgens hen een discours dat door de media gepromoot wordt, zo vertelt Freek:

Ik denk dat een zeker deel van het schoonheidsideaal vanuit de man ook is berust vanuit de media. Denk maar aan reclames en dergelijke.

Volgens Freek zijn de media een belangrijke macht in het dominante discours met betrekking tot de definitie van vrouwelijke schoonheid. Ook Kasper is het hiermee eens:

Ik denk dat wat in de media wordt gepresenteerd als aantrekkelijk, dat is het stereotype vrouwelijke. Je moet een beetje tenger zijn, lang haar, grote ogen, lange wimpers, slank, wat kleiner dan de man ook het liefst. Dat je in ieder geval afsteekt tegen de man.

Nick stelt dat een slank lichaam hierbij een duidelijk specifieker dominant discours is dat in de media gepromoot wordt. Hij vertelt:

Het slanke lichaam is een ideaal dat in de media wordt gecreëerd. Het is een ideaal dat geldt in de media en die dan ook wel bij vrouwen geldt denk ik. […] Ten opzichte van reclames is dat denk ik het belangrijkste. Dat ze daarin weinig bevestiging krijgen van een wat voller lichaam etc. Dunne lichamen worden vooral in je gezicht gedrukt.

Uit de interviews is uiteindelijk gebleken dat alle geïnterviewden stellen dat volgens hen de macht om te bepalen wat het dominante discours is met betrekking tot aantrekkelijkheid van de vrouw voor een belangrijk deel bij de media ligt. Dit sluit aan bij Foucault zijn ideeën over disciplinering. Volgens Foucault (1969) zijn namelijk ook onze ideeën over het lichaam gedisciplineerd door de maatschappij. Het vormt onze opvatting over dat wat aantrekkelijk is en het heeft de macht om onze perceptie van ons lichaam te definiëren en de idealen die hiermee samengaan tot ons door te laten dringen.

40 5.2.2. Internalisering

Ondanks dat de geïnterviewden allen stellen dat zij niet veel verwachten van een vrouw haar uiterlijk en schoonheidspraktijken, blijken zij toch duidelijke verwachtingen te hebben. Juist dat zij zich hier vrijwel niet van bewust zijn laat zien dat ook zij, in meerdere of mindere mate, beïnvloed zijn door het dominante discours. Het is hierbij duidelijk dat de mate van beïnvloeding tussen de geïnterviewde mannen verschilt. Opvallend is echter dat internalisering van bepaalde heersende idealen, die het dominante discours vormen, bij elke geïnterviewde terugkomt. Internalisering houdt het overnemen van waarden en overtuigingen van anderen in, zodat men daar zelf sterk in gaat geloven en hier naar gaat leven. Vanzelfsprekendheden met betrekking tot uiterlijke schoonheid van een vrouw wijzen op deze internalisering. De geïnterviewde mannen konden vaak geen duidelijke verklaringen vinden voor hun perceptie op het uiterlijk van vrouwen. Zo vertelde Kasper dat hij niet kon verklaren waarom hij het belangrijk vindt dat vrouwen hun oksels, benen en schaamhaar scheren:

Waarom vind ik dat belangrijk? Dat weet ik niet. Misschien omdat het een standaard is. Ik ken van mijn leeftijd geen meisjes die hun oksels en dergelijke niet scheren.

Het is volgens hem gewoon een standaard, waar geen duidelijk aanwijsbare reden voor is. Omdat hij dit veel om zich heen ziet bij vrouwen verwacht hij dit van elke vrouw. Dit betekent dat het dominante discours dat volgens Kasper bestaat, het scheren van oksels, benen en schaamhaar wanneer je een vrouw bent, zijn realiteit vormt. Volgens Foucault (1967) disciplineert het dominante discours in een maatschappij deze maatschappij. In dit geval disciplineert het dominante discours met betrekking tot uiterlijk en schoonheidspraktijken van vrouwen de geïnterviewde mannen. Doordat deze disciplinering een macht is die wordt uitgevoerd door toezicht en niet door dwang is men zich hier vaak niet bewust van. Op den duur vindt er internalisering plaats, het dominante discours wordt eigen gemaakt, waardoor ze naar verloop van tijd niet meer worden beschouwd als van buitenaf opgelegd, maar als zelfgekozen. Deze internalisering leidt tot een toestand van permanente ‘zelfsturing’. We zijn ons hierdoor nauwelijks bewust van het idee dat onze perceptie gecreëerd en gedisciplineerd is in plaats van een standaard feit (Beausoleil 1994: 33).