• No results found

Brief van Tony aan F De Cort (AMVC: fotocopie: B472 B: 87835/2; origineel in de Corts exemplaar van Ernest Staas, bib

AMVC, afd. Preciosa 87.835 1)

Lier 6 Sept 1873 Vriend Frans

Ik heb u weder eene belofte gedaan en bij u is beloven en houden maar een. Of er echter voor de Toekomst(43)

iets in te vinden zal zijn is eene vraag. Ik zende u dus hiernevens het tweede kapittel van het werk(44)

dat ik aan het drukken ben maar dat nog geenen naam heeft.

Het zijn eigenlijk herinneringen uit een jongen die advocaat wordt uit zijne kinderjaren, zijn jongelingsleven, zijn studentijd en stage. Dit kapitel II begint bl. 13 en ik heb er eene oordjesschool in te pas gebracht gelijk ik die gekend heb, doch de beschrijving is zoodanig gewikkeld in het verhaal dat het onmogelijk is het een van het ander te scheiden.

Ik weet daarenboven niet of het wel eenig belang kan opleveren zoo een brok van een werk op te nemen. Maar toch ik heb beloofd en volbreng mijne belofte onder eene uitdrukkelijke voorwaarde dat ge de twee vellen niet langer dan twee of drie dagen bewaren moogt- Dit is eene uitdrukkelijke conditie en ik verzoek u ze niet uit het oog te verliezen.

Daarmee vaarwel en kom me eens bezoeken, ik heb al eens uitgekeken of ik niets dat op u geleek zag uitkomen, maar het schijnt dat regen en zonneschijn even onbekwaam zijn om u naar buiten te jagen. Ik heb het nieuws ontvangen dat wij nog 36 tooneelstukken zullen te beoordeelen hebben(45)

, dat maakt te zamen 70 stukken van 70 schrijvers, ik wist niet dat er zoovele Molieres en Shakespeare 's leefden op onzen vlaamschen bodem het zijn onder alle oogpunten vruchtbare gouwen.

(43) De Toekomst (1847-1898): pedagogisch tijdschrift met een hoofdzakelijk liberale,

progressieve, sociaal-bewogen en democratische redactie. Van 1862 tot 1875 was de (hoofd)redactie in handen van Frans de Cort.

Cf. A. Deprez, D. Van Dyck, B. Van Schelstraete: De Toekomst 1857-1898. Gent: Cultureel Documentatiecentrum Universiteit 1992, 3 delen, 960 p.

(44) Dat werk is uiteraard Ernest Staas. De tekst verscheen als ‘De oordjesschool (brok uit een werk, dat nog geenen titel heeft)’ in De Toekomst XVII (1873), 477-486.

(45) Bergmann werd door de stad Antwerpen niet alleen gevraagd om mee het Congres van 1873 te organiseren, men vroeg hem ook lid te zijn van de jury van een toneelwedstrijd.

Nu eindig ik voorgoed en leef in afwachting u te zien en mijne twee vellen terug te krijgen

Uw Tony

21. Brief van Tony aan F. De Cort (AMVC: fotocopie: B472 B: 87835/4; origineel in de Corts exemplaar van Ernest Staas, bib AMVC, afd. Preciosa 87.835 1)

Lier 11 sept 1873 Vriend Frans

Het regent zonder ophouden, het waait zonder meedoogen, het is geen weer om buiten te komen. Wat kan men beter doen dan schrijven aan eenen vriend en in zijn hart zijne smarten en zijnen twijfel uitstorten.

Ge raadt me aan de proeven eens te laten overzien - maar denkt ge dat dit mijn werk is, dat ik zooveel gedacht heb aan grammatiek om zoo iets voort te brengen. neen vriend Frans, twee drie letterweters hebben hunnen neus daarover gesteken ge zijt de vierde en vindt er misslagen in. Wie zal ten laatste de propheet zijn te midden die uiteenloopende secten.

Is het niet om zich in zijnen dommen scepticisme versterkt te zien en alle evangelisten af te zweren om slechts bij het volk te raden te gaan.

Nogthans ben ik uiterst nieuwsgierig om eens te weten welke bemerkingen er van uwen 'twege op spelling en stijl vallen. Ge hebt het laten overschrijven en nagelezen, dus moet het u niet veel moeite kosten om mij uwe gedachten over die weinige regels over te maken. Ik ben wel een ongeloovige maar weet toch geerne de regels der verschillende gezalfden des heeren die allen verzekeren dat zij alleen de waarheid bezitten.

Ge zult me een waar genoegen doen indien ge eens eenen dag beschikbaar hebt om voor mij weg te leggen en te bewaren, mits me er een of twee dagen op voorhand van te verwittigen opdat ge niet misloopen zoudt.

Ik groet u met warme genegenheid Tony

22. Brief van J. Vuylsteke aan Tony (Liberaal Archief: WF-archief 1.1.1. Uitgaande briefwisseling: doos 2, bundel 1, brief 417)

21 october [187]3 Waarde Tony,

Ik geloof dat het tijd wordt tot de inrichting der Liersche afdeeling over te gaan: ons bestuursjaar loopt ten einde, en zoo gij geen spoed maakt, zullen wij onze rekening moeten sluiten zonder u uw aandeel in de bijdrage der inschrijvers en wellicht eene toelage te hebben kunnen betalen.

Ik verzoek u dus te willen zorgen dat de vergadering, welke door ons bestuur, volgens art. 11 der Algemeene Grondslagen moet bijeengeroepen worden, kunnen plaats hebben den 1oof 2 nov., op door u aan te wijzen plaats en uur.

In die vergadering zal uw reglement moeten vastgesteld worden, en uw bestuur gekozen worden. Daar dit reglement aan het Algemeen Bestuur moet medegedeeld worden om te zien of het niets tegenstrijdigs met de Algemeene Grondslagen bevat, verzoek ik u hierin ten spoedigste te willen voorzien. Bij het opstellen van dit reglement verzoek ik u voornamelijk de art. 12, 13, 14 en 15(46)

niet uit het oog te

(46) * artikel 12: Zoodra tien inschrijvers, in dezelfde of in twee of meer naburige gemeenten

woonachtig, den wensch uitdrukken een Afdeeling tot stand te brengen, worden door het Algemeen Bestuur al de in die gemeenten gevestigde inschrijvers bijeengeroepen. De Afdeeling kan niet ingericht worden, tenzij de meerderheid dezer vergadering er haargoedkeuring aan hecht.

* artikel 13: De Afdeelingen wenden, tot bereiking van haar doel, alle geschikte middelen

aan, en bepaaldelijk die, welke bij art. 18 dezer Algemene Grondslagen worden opgesomd, ter uitzonderin van het uitgeven van boekwerken, hetwelk uitsluitend aan het Algemeen Bestuur wordt voorhouden.

artikel 18 geeft dan een opsomming van beloningen voor studie en gebruik van het Nederlands: prijzen voor Vlaamse en Waalse leerlingen en studenten, bekroonde schrijvers van

verhandelingen, tekenaars en graveurs die Nederlandse werken met platen opluisteren, acteurs met een goede uitspraak, dagbladen en schrijvers die zich moedige en redelijke verdedigers van de moedertaal tonen. Daarnaast een reeks activiteiten ter verbetering van verstandelijke en zedelijke ontwikkeling: uitgeven, aankopen en verspreiden van nuttige werken, inrichten en ondersteunen van volksbibliotheken, volksvoordrachten en andere instellingen van onderwijs en volksbeschaving, volksgezang en nationaal toneel.

* artikel 14: De Afdeelingen zijn gehouden hun reglementen en elke daarin gebrachte

verandering aan de beoordeeling en goedkeuring van het Algemeen Bestuur te onderwerpen, hetwelk binnen de twee maanden uitspraak zal doen.

Het Algemeen Bestuur maaktzijn goedkeuring alleen afhankelijk van de overeenstemming met de Algemeene Grondslagen.

artikel 15: De Afdeelingsbesturen worden jaarlijksgeheel ofgedeeltelijk herkozen in den loop

der maanden Juni of Juli.

In de zitting, waarin deze kiezingen plaats grijpen, en waartoe al de leden der Afdeeling moeten bijeengeroepen worden, doet het aftredend Afdeelingsbestuur schriftelijk verslag en rekening.

In dezelfde zitting of in een andere zitting, vóór 1 September te houden, worden door de Afdeelingen de punten en voorstellen besproken en vastgesteld, welke zij op de dagorde der Algemene Vergadering van het Willems-fonds zouden willen brengen.

In dezelfde zittingen kiest de Afdeeling ook de afgevaardigden, welke haar bij gezegde Algemeene Vergadering zullen vertegenwoordigen. Indien een afgevaardigde het hem opgedragen mandaat niet aannam of niet kon volbrengen, zal het Afdeelingsbestuur in zijn vervanging voorzien.

In afwachting van uw besluit, druk ik u hartelijk de hand. Uw

Julius Vuylsteke

De Afdeelingsbesturen zijn gehouden jaarlijks vóór 1 Augustus een afchrift van bovengemeld verslag en rekening, en vóór 1 September de punten, voor dagorde der Algemeene Vergadering aangenomen, aan het Algemeen bestuur in te zenden.