• No results found

3. Oost-Duitse identiteitsvorming

4.1. Breukervaring

“Ich möchte wieder wissen, wo wir herkommen”87 is volgens de protagonist in Zonenkinder

het belangrijkste motief om herinneringen op te halen aan haar kindertijd in de DDR. Dit motief duidt op een zoektocht naar een verloren identiteit. Als kind ervaart de hoofdpersoon hoe haar vertrouwde wereld instort, wat als een radicale breuk wordt ervaren. Ook de hoofdpersonen in Eisenkinder en Zonenkinder voelen zich na de vreedzame revolutie ontworteld en onzeker. Hoe komt dit tot uiting in de autobiografische romans?

De belangrijkste breukervaringen die bij de romanfiguren voorkomen zijn de motieven producten, tijd en taal en ruimte. In beide romans wordt een hele lijst aan Oost- Duitse namen, producten, gebouwen en rituelen opgesomd, die na de vreedzame revolutie verdwenen en werden vervangen door West-Duitse alternatieven. Het motief ‘tijd’ speelt hierbij een belangrijke rol. De snelheid en de abruptheid waarmee Oost-Duitse producten, objecten en rituelen verdwenen of werden hernoemd worden zowel in Zonenkinder als in

Eisenkinder benadrukt. „Die Kaufhalle hieß jetzt Supermarkt, Jugendherbergen wurden zu

Schullandheimen, Nickis zu T-Shirts und Lehrlinge Azubis.“88 De protagonist beschrijft dat al

haar plichten en verantwoordelijkheden van de een op de andere dag verdwenen. 89 In

Eisenkinder wordt de identiteitscrisis van de protagonist overeenkomstig gekoppeld aan het

tempo waarin al het vertrouwde van de DDR werd weggevaagd.

In der Kaufhalle stand plötzlich Zott-Joghurt und auf der Straße fuhren zwischen Trabis und Wartburgs auch alte VW und Fords. Der Neue Tag – die sozialistische Tageszeitung – wurde von einem Tag zum andern zur Märkischen Oderzeitung –

86 S. Rennefanz, Eisenkinder: die stille Wut der Wendegeneration (München 2013) 15. 87 ibidem, 14.

88 Hensel, Zonenkinder, 21. 89 Ibidem, 16.

überparteilich, unabhängig, überregional – und kostete immer noch fünfzehn Pfennig.

90

Ook Inge Lohmark, de protagonist in Der Hals der Giraffe, maakt duidelijk dat alles wat haar aan de DDR herinnerde, werd weggehaald. Triplexschilderijen van Lilo Hermann, het Plein van de Volkerenvriendschap en de Wilhelm-Pieck-Straße waren voorgoed verdwenen en herbenoemd.91 Alle protagonisten blikken afkeurend op dit proces terug en zijn van mening

dat het herbenoemen en het uitwissen van herinneringen aan de DDR veel te abrupt verliep. Naast ‘tijd’ speelt het motief ‘taal’ een belangrijke rol. In de autobiografische romans komt namelijk sterk naar voren hoezeer taal samenhangt met de identiteitsvorming van de protagonisten en hoezeer het verlies van taal en van Oost-Duitse namen en begrippen gelijk staat aan het verlies van herinneringen aan de DDR.

Doordat in het herenigde Duitsland zoveel aspecten werden herbenoemd, heeft de protagonist in Eisenkinder het gevoel, zich in een compleet andere wereld te bevinden waarvan ze de taal niet kent.

Die Dinge hießen einfach nicht mehr danach, was sie waren. Vielleicht waren sie auch nicht mehr dieselben.“92 […] und weil unsere Kindheit ein Museum ohne Namen ist, fehlen mir die Worte dafür; weil das Haus keine Adresse hat, weiß ich nicht, welchen Weg ich einschlagen soll, und komme in keiner Kindheit mehr an.93

Niet alleen door het herbenoemen van vertrouwde aspecten, maar ook door het feit dat de protagonisten hun herinneringen met niemand konden delen en dus niet konden uitspreken heeft tot gevolg gehad dat er werd gezwegen. De Franse, Spaanse en Italiaanse huisgenoten van de protagonist in Zonenkinder voelden zich niet thuis in hun land van herkomst en ook zij verlangden terug naar die ‘goede oude tijd’. Toch kon de protagonist zich niet met hen identificeren, omdat zij in tegenstelling tot haar huisgenoten haar ostalgie niet kon delen of kon uitspreken en zich onbegrepen voelde.

Einmal versuchte ich es, hob kurz an, um von meinen unbekannten Helden zu berichten, und schaute in interessierte Gesichter ohne Euphorie. Mit einem Schlag hatte ich es satt, anders zu sein als all die anderen. Ich wollte meine Geschichten genauso einfach erzählen wie die Italiener, Franzosen oder Österreicher. Ich

90 Hensel, Zonenkinder, 67.

91 J.Schalansky, Der Hals der Giraffe (Berlijn 2011) 36. 92 Hensel, Zonenkinder, 22.

verstummte, und um ihre Party und ihr schönes warmes Wir-Gefühl nicht länger zu stören, hielt ich den Mund.94

Het zwijgen had echter tot gevolg, dat de hoofdfiguur haar herinneringen noodgedwongen heeft moeten wegstoppen. Herinneringen werden nooit uitgesproken of gedeeld met

anderen, waardoor ze met de tijd meer en meer vervaagden. Het wegvallen van taal had dus niet alleen een negatieve invloed op de vorming van de eigen identiteit, maar had ook tot het verlies van herinneringen tot gevolg.

Tot slot uit de breukervaring van de hoofdfiguren zich in hun bewegingsvrijheid. De hoofdfiguren in Zonenkinder en Eisenkinder trekken weg uit hun geboortestreek, maar blijven in Oost-Berlijn wonen. Wanneer de protagonist in Eisenkinder besluit om te

vertrekken naar Hamburg verliest ze definitief haar eigen identiteit en vindt ze aansluiting bij de sekte. Inge Lohmark weigert daarentegen te reizen. Ze verlaat haar geboortestreek niet, ook niet om haar dochter op te zoeken die al geruime tijd in de Verenigde Staten woont. Doordat de protagonisten in hun geboortestreek blijven of naar Oost-Berlijn trekken, blijven ze op een bepaalde manier met hun Heimat verbonden. Wanneer dit wegvalt en er sprake is van een letterlijke breuk en een fysieke afstand met Oost-Duitsland, wordt de eigen identiteit opgegeven.