• No results found

Uit de wijze waarop geschiedenis uitgelegd wordt, spreekt impliciete sociale kennis. Deze kennis is niet direct verbonden met gebeurtenissen uit het verleden, maar bestaat in de ruimte die de historische gebeurtenissen krijgen in het heden. Impliciete sociale kennis wordt

gereproduceerd in het heden. In Servië willen mensen al heel lang verandering. Toch zijn mensen de hoop verloren, lijkt het. De staat van leven, de economische en politieke situatie en de mentaliteit van mensen worden als reden gegeven voor het opgeven van hoop. De

impliciete sociale kennis die ik vond in verhalen over geschiedenis zie ik ook terug in de wijze waarop er over de Servische samenleving gesproken wordt.

Ik zal mijn ondervonden impliciete sociale kennis punt voor punt behandelen. ‘In Servië verandert er nooit iets’ werd toegelicht met historische voorbeelden. Informanten ervaren in de hedendaagse situatie dat er niets verandert. De impliciete sociale kennis die ik in verhalen over geschiedenis gerepresenteerd zie wordt in de huidge levensstaat

gereproduceerd. Impliciete sociale kennis lijkt vastgeroest zoals ook de politiek als

vastgeroest systeem ervaren wordt.. Er bestaat een geloof in de onontkoombaarheid van een onveranderlijke de positie waarin het land verkeert.

Daarnaast denken informanten dat de mentaliteit van mensen nooit zal veranderen. De houding van mensen staat verandering in de weg, denken ze. Doordat Serviërs op politiek gebied geen enkele verbetering zien, is er er een totale desinteresse voor ontstaan. De geschiedenis wordt voor het gemak vergeten, mensen waaien met iedere wind mee en de politieke nadruk ligt op macht in plaats van ontwikkeling. Hierdoor verandert er constructief gezien niets. Op sociaal gebied ervaren informanten dat het hebben van geld en status te belangrijk wordt gevonden in Servië. De nationale identiteit is verloren gegaan en er heerst een onderling wantrouwen jegens elkaar. Geld en macht komen op de eerste plaats. Het idee dat een vriend in een vijand kan veranderen en andersom, zoals ook de geschiedenis dit leert, is nu nog steeds relevant. De slechte levensstandaard en het gebrek aan vertrouwen in

verbetering zorgt voor een defaitistische samenleving. Mensen doen weinig meer om hun situatie er veranderen, want het maakt toch niet uit. Ik zal hier bespreken hoe ik tot deze bevindingen ben gekomen.

34

“Er zal hier niet zo snel iets veranderen” is een veelgetrokken conclusie van mijn informanten wanneer wij praatten over een Servisch lidmaatschap van de Europese Unie. Nela: “I don’t believe anything will change. Nothing is changing for 10 years and you know, ehm, I really try to, not to care about that, try to make my own world and try to live my life, the best as I can and try to do things that I like, I care and I don’t think that who is the

president will affect my life too much, you know? It is not affecting my life at all, right now”. Niko: “I don’t think we’ll join. Maybe we will one day, but the EU will probably fall apart. 10 years if it is still standing. If I want to? Personally, yes I do. Why not. But it’s nothing special. We’ll still be in the bad situation we’re in now”.

Nynke: “When they join, what changes will there be?”

Filip: “Not any change. We’ll be more exploited. They will buy anything that is useful and leave us with nothing. Nothing will change basically, it will still be about people having money or not. For the general public nothing will change”.

Informanten stellen dat de mentaliteit van Serviërs maakt dat mensen passief blijven. Dit defaitisme wordt gevoed door impliciete sociale kennis. Ik wijs hier impliciete sociale kennis als voedingsbodem aan omdat dit over onderliggende motivaties gaat, waar je niet direct de vinger op kunt leggen. Dit is een gezamenlijk ‘weten’ dat ik ervoer in de antwoorden en wat een waarheid voor mensen is. Het is een geïnternaliseerd gegeven en daarom worden er geen vraagtekens bij gezet. Mensen ervaren een statische samenleving en zijn het geloof in

verandering verloren. De impliciete sociale kennis die daaraan verbonden is, is het geloof in het idee dat Servië gedoemd is om in een slechte staat te verkeren. Er wordt niet gebouwd aan de toekomst, maar geleefd bij de dag. Sommige van mijn informanten dragen een

defaitistische houding zelf uit, anderen geloven wel dat verbetering mogelijk is, maar erkennen dat de defaitistische samenleving de mensen passief houdt.

Nynke: “Do you think people are reluctant to change?”

Tamara L: “Not reluctant, but afraid of change because of the disappointment they got when they were 100% willing to change. The elections of 2001 brought no good, only a different autocracy. Now it’s just democratic. The power is not 1 but 100 men. People are not satisfied but they learned change doesn’t necessarily mean progress, a better thing. It’s a lesson of history”.

35

Jos: “For me personally joining the EU is very important. We have to have a purpose, to have something. When we enter, of course we don’t have to be as good as Germany, just better than other countries like Hungary, Slovakia etc. We have to make a goal. Not join EU just to be part of it, just enter to be better than some countries that are already there. We need a goal and competition at some level. Try to be in the middle, not at the bottom”.

Enerzijds wordt het gebrek aan verandering toegewezen aan de laksheid van politici die weinig structureels voor de mensen klaarspelen, aan de andere kant wordt door

informanten gezegd dat het grootste probleem van Servië is dat de mensen zelf ook niet veranderen. Op de gedachte dat er in Servië nooit iets verandert besloot ik door te vragen in mijn interviews: ‘wat zal er nooit zal veranderen in Servië?’ Op deze vraag kreeg ik steevast het antwoord: “de mensen”, en: “de mentaliteit van mensen”.

Nela: “Here people, if they cannot find a job, they’re always blaming someone else. They’re blaming parties, stuff like that. But I think if you really want to work you will find a job! You will. You know, if you try and try and try, you will!”.

Niko: “What will never change? Serbian mentality (lacht), it’s the only thing that will not change and ruin us (lachend). When something bad happens, Serbians unite. Serbians are hard to explain and understand. We’re good, you noticed that we are generally good people, but very patriotic mentality; we love Serbia, but not like nationalism, fascism, Nazi’s. We love our country, to be on top, we think we deserve it. We should have the opportunity to live like you and others”.

Jos: “What won’t change? The general atmosphere around people. Everybody wants

everything now and are generally disappointed by everything. This mentality was made in the last 10, 20 years. People think we’re important Gods. Hopefully the next generation won’t think like that, but you need jobs, a good school system, we need the atmosphere to be positive and not stick in the past like now. What do you love about Serbia? It’s simple. We have lots of problems but you met interesting people. People have their problems but try to be better. I basically love & hate people in this country. People are brilliant but have no

opportunity and there are lots of idiots and closed-minded people. It’s 50/50. Some people simply don’t want to change, not just here, all over the world, it’s not something specific”.

Hoewel de schuld voor de problemen in Servië in eerste instantie in de schoenen van politici lijkt te worden geschoven, bleek dat informanten uiteindelijk de Serviërs zelf

36

verantwoordelijk stellen voor de slechte situatie waarin het land verkeert. Een defaitistische houding van mensen wordt als net zo vastgeroest ervaren als de politieke structuur. In de blik naar binnen is impliciete sociale kennis: ‘wij kunnen er toch niets aan veranderen, dus we leggen ons erbij neer en houden ons bezig met zaken die er vandaag toe doen.

Christina: “Nothing changes. So I don’t plan for later, it’s a bad situation”. Waarop Tamara zegt: “Nevermind, we could always have some drinks”.

Hoewel een defaitistische houding niet door iedereen uitgedragen wordt, wordt er wel door mijn informanten benadrukt dat deze houding overheerst in Servië en als een serieus probleem ervaren wordt. Ana, één van mijn informanten, sprak openhartig over haar eigen ervaringen met de defaitistische houding die volgens haar vooral in de dorpen overheerst. Zij wilde iets maken van haar leven, en heeft daar hard voor gewerkt. Ze zei dat ze met argusogen wordt bekeken, en dat ze negatieve reacties krijgt op haar ambities. Ze vertelde mij dat in Servië de opvatting heerst dat er toch geen mogelijkheden zijn om verder te komen in het leven, en dat mensen zich bij dit lot neerleggen. Ouders motiveren hun kinderen niet omdat ze geloven dat er geen kansen zijn voor een beter leven in Servië. Ik moest denken aan het spreekwoord: ‘wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje’. Ik begreep van meer

informanten dat hun ergernis over de houding van mensen gebaseerd is op deze defaitistische impliciete sociale kennis. Doordat mensen niet meer lijken te willen, houden zij de

uitzichtloze situatie ook zelf in stand, door niets te ondernemen.

Christina: “We have a crisis here, for 20, 30 years, wars, we live that and it’s ok. Maybe something better is bad for us because we are used to bad”.

Dat er in Servië nooit iets zal veranderen komt ook doordat het Servische politieke systeem hopeloos vastgeroest is, volgens mijn informanten.

Tamara L: “Right now the state is the enemy, the living of people is to get by, get bread on the table”.

Marija: “Not much will change because of the government. Half a month before the election, they began reconstructing the road. People knew who did it and could vote for them. But after elections, the work isn’t finished”.

Hoewel er nieuwe politieke partijen worden gevormd, blijven de leden ervan dezelfde politici als die van de partijen in de jaren ’90. Hierdoor krijgen mensen het idee dat het toch niet

37

uitmaakt wie de verkiezingen wint. In het boek ‘Balkan Politics’ van Joseph Rouček wordt de geschiedenis besproken die vooraf gaat aan de huidige politieke situatie in Servië. Na de Eerste Wereldoorlog was de oude groep politici vervangen door een soortgelijke groep. Altijd zijn er sterke, populistische, dictatoriale leiders in Servië geweest die weinig tegenspraak toelieten (Rouček 1948:32-34). Verkiezingen werden gebaseerd op de persoonlijkheden van de machtshebbers en minder op partijprogramma’s, een trend die zich volgens Rouček vandaag de dag nog steeds voortzet (Rouček 1948:16). Ook Rossi benadrukt dat het uitgangspunt van politieke leiders meer te maken heeft met persoonlijkheid dan partijprogramma’s, een trend die zich voortzette na het aftreden van Milošević (Rossi 2009:301).

Corruptie is een groot probleem in Servië en vormt een belangrijke reden voor het gebrek aan vertrouwen in de politiek. Dezelfde mensen blijven werkzaam in de politieke partijen, ook al veranderen namen van partijen en coalities. Mensen ervaren het systeem als muurvast en kennen daarom weinig betekenis toe aan de verkiezingen. Verder wordt er gezegd dat de politici alleen zichzelf verrijken. Niko vertelde mij over een Servisch gezegde waarin wordt gesteld dat een goede politicus het brood zelf opeet en de kruimels aan het volk geeft, terwijl een slechte politicus het brood en ook de kruimels eet.

Dragana: “They (sommige politici) are against values that the EU presents, so the democratic values. So eh because, you have criteria that they put in front of you. So you can’t, you need to incorporate for example in case of Serbia you need to cooperate with tribunal in Hague eeeh, you need to eeeh, fight against organized crime, fight against corruption, corruption makes the worst thing because you know, the same people are controlling the main institutions are also the ones who can benefit the most from that corruption.”

Niko: “The biggest problem ever is not because of the people but because of the presidents of mafia everywhere. But they’re so high we don’t know about them. They play us like a

marionette. Every time, we could be in a better position, we didn’t because of the government. Every politician is corrupted by mafia. It is the same mafia as 20 years ago. They control everything. No matter who’s elected, everything will be the same, in 20 years nothing changed. Not a lot of people know about that living. The people that have the money earned in war, are the same people still. It stays in the circle what they do. These guys rule

everything, the political parties like money, they are bribed or killed like Zoran. Politicians have to stop it. They have the power but don’t have the balls, it’s easier to say nothing and get

38

money. Everyone likes money. They must finally say no and deal with the people above them”.

Tamara L.: “The relation to the state is about giving and taking but it’s not like that. Lack of national identity that’s what I call that. People work for 45 hours without payment, get no pension, of course there is lack of trust in the state”.

Filip: “National identity has been lost when the “democratic” party came. They started looking at the interests of others than the interests of the Serbian people. Filling their own pockets. It is not a question of national identity, it is a question of common sense. Politicians put on a big mess”.

Corruptie zorgt voor veel frustratie, doordat het gros van de Servische bevolking amper kan rondkomen, terwijl ze ervaren dat politici er wel voor zorgen dat ze er zelf warmpjes bij zitten. Informanten ervaren geen eenheidsgevoel: het is ieder voor zich. Of informanten nu democratisch of republikeins georiënteerd zijn, ze zijn het erover eens dat politici

verantwoordelijk zijn voor de verslechterende levensstandaard. Ze nemen politici niet meer serieus. Toen ik in Servië aankwam, waren de verkiezingen net geweest en Tomislav Nikolić had deze met een kleine voorsprong op Boris Tadić gewonnen. Het 12-jarige nichtje van mijn huisbaas vertelde me dat er op dat moment gezamenlijk tv werd gekeken buiten op een terras, het nieuws stond aan. Ze vertelde dat iedereen op het terras begon te lachen toen er op het nieuws aangekondigd werd dat Nikolić de nieuwe president zou worden. Gelachen, niet op de manier waarop blijdschap geuit wordt, maar alsof het een grote grap was. “He’s a joke” was een opmerking die ik vaker hoorde over Nikolić.

Nynke: “And if the president would be of the democrats, do you think that would be a different case?”

Nela: “Hmmm. I don’t know. Maybe. You never know. Here in Serbia politics is so funny. Definitely funny, because now you have the situation when you probably now know that Nicolić is now the president, and his party, and they’re now making coalition with the people that after, 5 years ago, they were talking about their peace, and, that they come, you know, if they become president he will arrest him, and now he is making coalition with him. So, it’s funny (lacht)”.

Aan de ene kant werd er lacherig over gedaan, aan de andere kant werden er zorgen geuit over de politieke situatie. Jos uitte zijn zorgen over het presidentschap van Nikolić:

39

“This is our new leader, he can’t even speak English. How is he going to represent our

country?” Er waren verhalen in omloop over dat Nikolić zijn diploma zou hebben gekocht en bovendien een tijd in de gevangenis heeft gezeten vanwege oorlogsmisdaden. Toch won hij de verkiezingen terwijl hij kennelijk niet serieus genomen werd. Ik vroeg me af hoe dat kwam. Ik hoorde van mijn informanten dat veel mensen niet waren gaan stemmen. Enerzijds uiten mijn informanten hun zorgen over de gang van zaken in Servië, anderzijds zeggen sommigen ook dat ze niet zijn gaan stemmen, en dat de meeste Serviërs weinig belang hechten aan de verkiezingen. Ze zien dat steeds dezelfde mensen aan de macht blijven en ze geloven niet dat politici werkelijk verbetering willen voor de bevolking, maar alleen hun eigen positie willen beschermen. Jos zette zich in voor een politieke partij door van deur tot deur te gaan om mensen te informeren en te motiveren om te gaan stemmen. Hij stuitte echter op veel onverschilligheid en onwil. Hij was heel erg teleurgesteld dat hij de mensen er niet van kon overtuigen dat zij deel uit konden maken van de verandering.

Tamara L: “About voting. Tadić lost, not because Nikolić was better, but only because people were disappointed in Tadić what he promised. It is choosing between 2 evils, and because of that they can do what they want. People don’t want to be involved in political activities, they are sick of it. Politics doesn’t function on programs, we vote for personalities, not programs, ideologies. People don’t know what they are. Like Nikolić, he is being vague about

standpoints. You think democratic means getting closer to the EU, and Nikolić is more nationalistic. But if you want to know what it means, you can’t find it. In the beginning Tadić was pro-EU, but he was afraid he’d lose votes, then changed and he was not committed. It’s about power not progress”.

Nela: “You don’t have a choice. You don’t have a choice and you look at it, ok, when he (Tadić) becomes president again nothing will change because we saw: he was the president for 8 or 10 years. Doesn’t matter. And then you have Nikolić and you know what he was doing in 1990s, so”.

Srdjan: “I didn’t think it was going to make any difference. And I thought it was not important because the democrats are going to win again, but (lacht) that did not happen”. Srdjan: “There is this one guy calledRasim Ljajić. He is quite responsible, he is in charge of the rights of ethnic minorities, and he is considered to be quite a good politician, I think by many people, and there is like a saying (lacht) that goes: ‘Rasim spasi me’, which means

40

Jos: “If it is left to ourselves (the country), we will destroy it. Because of envy, personal interests. People in general don’t have a purpose, we’re stuck here on the border between east and west. Unfortunately that is the mentality for the next 20 or 30 years. A lot of kids are influenced by the war propaganda, that will change when the next generation will come to power, but first it won’t change”.

Tamara L: “What do I like about Serbia? Diversity. Like that we deal with problems which